• No results found

h CH 4 emissie van pens en darmfermentatie;

Ad c

Stikstofkunstmest is onderverdeeld in KAS meststoffen, ureum en overige N meststoffen.

Voedermiddelen zijn op productniveau toegekend aan melkvee, overige graasdieren en staldieren.

Ad f

 Betreft de aanvoer van N naar de bodem van kunstmest, dierlijke mest, weidemest, stikstofbinding, gewasresten landbouwkundig gebruik van histosolen en overige organische stoffen.

Ad h

 Niet-rundvee: aantal dieren per categorie, emissiefactor per dier.

 Rundvee exclusief melkvee (melkkoeien en jongvee): bruto- energieopname per diercategorie per bedrijf (berekening uit VEM-opname), methaanconversiefactor (MCF).

 Melk- en kalfkoeien en jongvee: berekende opname in kg droge stof per rantsoencomponent, emissiefactor per product.

 Emissiefactor mengvoer bedrijfsspecifiek afgeleid van data uit Feedprint-project.

Voor deze studie zijn de resultaten gepresenteerd in kg CO2-eq/kg melk

geleverd inclusief melk voor eigen zuivelbereiding. In deze studie zijn alleen gespecialiseerde melkveebedrijven meegenomen

(NSO-type 4500 Melkveehouderij).

Correctie voor de emissie van neventakken: buiten beschouwing gelaten emissies zijn:

 CO2-emissie bij productie van aangevoerde voedermiddelen niet

bedoeld voor melkvee;

 CO2-emissie voor de productie van aangekochte dieren, zijnde

niet-melkvee;

 CH4-emissie bij pens- en darmfermentatie niet-melkvee;  CH4-emissie bij productie en opslag van mest niet-melkvee;  CO2- en N2O-emissie bij de teelt van ruwvoer en/of andere

plantaardige producten die niet bestemd zijn voor de melkveestapel.

Resultaten van individuele bedrijven in het Informatienet zijn gewogen met een wegingsfactor (NSO-MVO-BKH-wegingsfactor). Met andere woorden, de resultaten van de Informatienetbedrijven zijn opgeschaald naar nationaal niveau en gecorrigeerd voor een afwijkende steekproef ten opzichte van de populatie.

Verdeling on-farm en off-farm

 On-farm emissies ontstaan bij de processen en activiteiten op het agrarisch bedrijf. Dit zijn de emissies die ontstaan door pens- en darmfermentatie, in de stal, in de bodem, door bekalking van de bodem, door loonwerk en de directe emissie door energiegebruik (0% bij elektriciteitsgebruik, 80% van de totale emissie van brandstoffen zoals dieselolie en aardgas). De emissiefactor bevat zowel de on-farm emissie als de emissie die optreedt bij de productie van de brandstof).

 Off-farm emissies zijn gedefinieerd als de emissie die optreedt bij de productie van aangevoerde producten. Dit betreft elektriciteit, 20% van de emissie van brandstoffen , kunstmest, voedermiddelen, gewasbeschermingsmiddelen,

landbouwplastics, dieren, zaagsel en strooisel en zaaizaad en pootgoed, en transport van aangevoerde mest.

Wijzigingen ten opzichte van vorige rapportage

De in dit rapport doorgevoerde wijzigingen ten opzichte van de vorige rapportage zijn beschreven in het hoofdrapport (paragraaf 2.1.5). Ook kunnen wijzigingen in de data in het Informatienet evenals wijzigingen in de rekenregels van de LMM-bedrijfsmodellen leiden tot kleine veranderingen in resultaten.

Zuivelverwerking

De zuivelverwerking omvat het transport van rauwe melk (zowel van de melkveebedrijven naar de verwerkingslocaties (RMO) als tussen

verwerkingslocaties onderling (Intra)), de zuivelverwerking in de fabriek en de verpakking van zuivelproducten in de fabriek. Data en

emissiefactoren zijn gespecificeerd in tabel B1.1.

Het melktransport omvat de CO2-emissie van het verbruik van diesel.

Het totale dieselverbruik voor transport van rauwe melk is berekend op basis van een jaarspecifiek dieselverbruik per kg melk, gebaseerd op gegevens van enkele zuivelondernemingen.

De zuivelverwerking omvat de totale CO2-emissie van de productie en

het gebruik van elektriciteit en brandstof in de Nederlandse zuivelfabrieken zoals weergegeven in het MJA-Sectorrapport 2013 Zuivelindustrie. Verder is aangenomen dat de gebruikte brandstof in de fabriek voor 100% bestond uit aardgas.

De carbon footprint van verpakkingsmaterialen is overgenomen uit studies van FrieslandCampina. Voor de melkproducten consumptiemelk, kaas en melkpoeder is hierbij onderscheid gemaakt naar respectievelijk 3, 2 en 3 soorten verpakkingswijzen, waarbij per verpakkingswijze is berekend welke hoeveelheid product dit betreft. Per verpakkingswijze zijn specifieke emissiefactoren gebruik. De totaal geproduceerde

hoeveelheden consumptiemelk, kaas en melkpoeder zijn afkomstig van het Productschap Zuivel. Voor de productgroepen anders dan

consumptiemelk, kaas en melkpoeder is gebruik gemaakt van een vaste emissiefactor per kg melk (FAO, 2010).

Tabel B1.1

Data overzicht voor berekening van de carbon footprint van de totale Nederlandse zuivelverwerking

Data Eenheid Bron

Melktransport

Dieselverbruik 2008, 2009 en 2010 1,84 liter/ton rauwe melk Persoonlijke mededeling Dieselverbruik 2011 1,97 liter/ton rauwe melk Persoonlijke mededeling Dieselverbruik 2012 2,04 liter/ton rauwe melk Persoonlijke mededeling Dieselverbruik 2013 2,02 liter/ton rauwe melk Persoonlijke mededeling Melk afgeleverd aan fabrieken 2008 11.302.700 T PZ, 2013

Melk afgeleverd aan fabrieken 2009 11.404.500 T PZ, 2013 Melk afgeleverd aan fabrieken 2010 11.622.000 T PZ, 2013 Melk afgeleverd aan fabrieken 2011 11.641.000 T PZ, 2013 Melk afgeleverd aan fabrieken 2012 11.675.000 t PZ, 2013 Melk afgeleverd aan fabrieken 2013 12.207.500 t PZ, 2014 Energie-inhoud diesel 35,9 MJ/liter Informatienet Carbon footprint diesel 0,1017 kg CO2-eq./MJ Eco-invent v3. Zuivelverwerking

Primair elektriciteitsverbruik 2008 4968 TJ RVO, 2014 Primair elektriciteitsverbruik 2009 5194 TJ RVO, 2014 Primair elektriciteitsverbruik 2010 5170 TJ RVO, 2014 Primair elektriciteitsverbruik 2011 5196 TJ RVO, 2014 Primair elektriciteitsverbruik 2012 5546 TJ RVO, 2014 Primair elektriciteitsverbruik 2013 5743 TJ RVO, 2014 Factor omrekening primair naar

secundair

0,4 RVO, 2014

Aardgasverbruik (inclusief overige brandstoffen) 2008

13.053 TJ RVO, 2014 Aardgasverbruik (inclusief overige

brandstoffen) 2009

13.106 TJ RVO, 2014 Aardgasverbruik (inclusief overige

brandstoffen) 2010

13.325 TJ RVO, 2014 Aardgasverbruik (inclusief overige

brandstoffen) 2011

12.936 TJ RVO, 2014 Aardgasverbruik (inclusief overige

brandstoffen) 2012

12.720 TJ RVO, 2014 Aardgasverbruik (inclusief overige

brandstoffen) 2013

12.735 TJ RVO, 2014 Carbon footprint elektriciteit grijs 0,1844 kg CO2-eq./MJ Eco-invent v3

Carbon footprint aardgas 0,06759 kg CO2-eq./MJ Eco-invent v3 Verpakking

Consumptiemelkverpakking (karton) 0,07 Kg CO2/ 1 liter

verpakking Eco-invent v3 Consumptiemelkverpakking (plastic fles) 0,109 Kg CO2/ 1 liter verpakking Eco-invent v3 Consumptiemelkverpakking (cup) 0,046 Kg CO2/ 250 ml verpakking Eco-invent v3 Kaasverpakking (plastic folie) 0,0598 Kg CO2/ 3 kg

verpakking

Eco-invent v3 Kaasverpakking (plastic doos) 0,169 Kg CO2/ 350 g

verpakking Eco-invent v3 Melkpoeder (25 kg zakgoed) 0,627 Kg CO2/ 25 kg verpakking Eco-invent v3 Melkpoeder (bigbag) 8,72 Kg CO2/ 1500 kg verpakking Eco-invent v3 Melkpoeder (bulk vrachtwagen zonder

verpakking)

0 n.v.t. Eco-invent v3 Overige melkproducten (anders dan

consumptiemelk, kaas en melkpoeder)

0,038 kg CO2-eq./kg

rauwe melk

Verantwoording