• No results found

6.3.1 Afnemende voorraad, maar blijvende investeringsbehoefte

Voor het Groningenveld bestaat de verwachting dat in ieder geval tot 2070 gas uit het veld kan worden gewonnen (NAM, 2014b). De hoeveelheid die jaarlijks gewonnen kan worden zal echter wel afnemen. In de grafiek van figuur 6.1 is te zien dat de jaarlijkse productie van het Groningenveld vanaf 2020 substantieel zal gaan dalen. De grafiek is iets achterhaald omdat het uitgaat van het oude tienjarige winningsplan.

Figuur 6.1 Gerealiseerde en verwachte productie uit het Groningenveld (NLOG, 2014)

Tot nu toe heeft het Groningenveld altijd een balansfunctie gehad. In de winter, als de vraag naar aardgas groter is, kan er extra uit het veld worden gewonnen. Deze balansfunctie zal na 2020 fysiek niet meer mogelijk zijn. Doordat de druk in het gasveld daalt, kan er niet meer in wisselende hoeveelheden worden gewonnen (Rijksoverheid, 2013). Dit betekent dat het Groningenveld in plaats van een groot veld zal functioneren als een klein veld en de schommelingen in de vraag naar gas niet meer opgevangen kunnen worden. In technische termen is het veld dan in decline (Broenink, 2014). Dat betekent dat als er in een periode minder gas wordt gewonnen deze hoeveelheid niet automatisch het jaar daarna extra kan worden gewonnen. De druk is daarvoor dan te laag. De balansfunctie is door het winningbesluit van minister Kamp in januari 2014 eigenlijk al verdwenen (NAM, 2014b). Er mag in 2014 en 2015 niet meer dan 42,5 miljard m3 per jaar uit het veld gewonnen worden. In de toekomst zal meer gebruik worden gemaakt van ondergrondse gasopslagen. In de zomer is de vraag naar gas lager dan in de winter. Als het gas op een constant niveau wordt gewonnen, zal er in de zomer een teveel aan gas ontstaan. Dit kan worden opgeslagen in ondergrondse gasopslagen. In de winter kan dit dan opnieuw worden gewonnen om te voldoen aan de vraag.

De tweede hypothese, opgesteld in hoofdstuk 4, veronderstelt dat na 2022 de investeringen in de gassector zullen afnemen omdat de winning uit het Groningenveld flink zal gaan dalen. De geïnterviewden geven verschillende redenen waarom dit niet direct het geval zal zijn:

45

1. De laatste jaren is er veel geïnvesteerd in het vervangen van pompen in het Groningenveld en door Gasunie is veel geïnvesteerd in de infrastructuur. De infrastructuur in Nederland is er nu op gericht om gas van hier naar andere markten te brengen. In de toekomst zal het aanbod van gas in Nederland afnemen en zal er meer geïmporteerd gaan worden. Er zal dan voor moeten worden gezorgd dat het gas vanuit bijvoorbeeld Rusland of Noorwegen naar Nederland komt. Gasunie probeert zich internationaal te positioneren en heeft daarom de afgelopen jaren geïnvesteerd om Nederland te verbinden met andere landen. Dat is onderdeel van de gasrotonde strategie die Gasunie een aantal jaren geleden heeft bepaald (Coenen, 2014). De investeringsbehoefte zal daardoor blijven bestaan.

2. Ook de komende jaren zal nog in het Groningenveld worden geïnvesteerd. In 2009 is het Groningen Long Term project afgerond. De boorlocaties in het Groningenveld zijn toen opgeknapt en voorzien van compressoren. De compressoren zorgen ervoor dat het gas bovengronds op druk wordt gebracht zodat het naar het leidingennet van Gasunie kan worden getransporteerd. In tegenstelling tot het gas in de kleine velden zal het gas in het Groningenveld ook in de toekomst uit zichzelf naar boven blijven komen. Het gesteente is dusdanig poreus dat het gas heel makkelijk omhoog komt, ook in de toekomst. Wel zal de druk steeds verder afnemen. Het gas dat wordt gewonnen, moet eerst worden behandeld. Water en aardgas-condensaat worden eruit gehaald en het gezuiverde gas wordt in het leidingensysteem gebracht. In dit zuiveringsproces verliest het gas wat aan druk. Voorheen was dit geen probleem omdat de druk van het gas hoog genoeg was. Inmiddels zijn er compressoren nodig om het gas bovengronds weer voldoende onder druk te brengen zodat het gelijk is aan de druk in het transportnet. Omdat de druk in het veld verder afneemt, worden er nu extra compressoren geplaatst. Investeringen als deze zijn nodig om ook in de toekomst het gas uit het veld te kunnen transporteren (NAM, 2014b).

Ondanks dat de gaswinning na 2020 zal afnemen, zullen er nog wel grote volumes uit het veld gewonnen worden. De opbrengsten zullen daardoor hoog genoeg zijn om investeringen te kunnen blijven doen.

6.3.2 Politieke besluitvorming

De hoeveelheid aardgas die jaarlijks gewonnen zal worden, hangt niet alleen af van hoeveel er technisch mogelijk is om uit de velden te winnen. Er zit ook een stuk besluitvorming in dat veel minder goed te voorspellen is (Wiersema, 2014). Met name voor de winning uit het Groningenveld speelt dit een grote rol. In januari 2014 besloot minister Kamp van Economische Zaken om de gaswinning uit het Groningenveld tot en met 2016 te verlagen. In plaats van een tienjarig productieplafond is er nu een jaarlijks productieplafond waar de NAM zich aan moet houden. Deze besluitvorming heeft invloed op de hoeveelheid aardgas die in de toekomst zal worden gewonnen. Een onzekere factor hierin is het risico op zwaardere aardbevingen. Op dit moment is redelijk bekend hoe groot het risico op zwaardere aardbevingen voor de komende vijf jaar is. Vooralsnog wordt dat risico door de meeste partijen acceptabel gevonden. Over het risico op zwaardere aardbevingen op de langere termijn is nu onvoldoende bekend. Op dit moment wordt daar onderzoek naar gedaan. De uitkomsten hiervan kunnen invloed hebben op de toekomstige winning uit het veld. Maar daar kunnen nu nog geen uitspraken over gedaan worden (NAM, 2014b). In 2013 en het begin van 2014 zijn er verschillende protesten geweest tegen de aardgaswinning uit het Groningenveld. In het gebied rond het gasveld vinden aardbevingen plaats wat leidt tot schade aan woningen en een gevoel van onveiligheid onder veel inwoners van het gebied. De kans bestaat dat in de toekomst zwaardere aardbevingen

46

zullen voorkomen. Het is moeilijk te zeggen of de aardgaswinning uit het Groningenveld eerder zal worden stopgezet als de aardbevingen toenemen. Theoretisch is het mogelijk maar het zal afhangen van de politieke besluitvorming. Op dit moment zijn de opbrengsten te hoog ten opzichte van de negatieve gevolgen. Als de veiligheid in het gebied kan worden gewaarborgd en de beslissing om aardgas te winnen politiek houdbaar blijft, zal de aardgaswinning door blijven gaan (Pijlman, 2014). Er zit nog veel aardgas in het veld en dit heeft een gigantische waarde. De afgelopen jaren leverde de aardgaswinning tussen de tien en vijftien miljard euro op voor de Rijksoverheid. Als het gas in de bodem blijft zitten, zal de overheid dit mislopen. Er zal dus een afweging gemaakt moeten worden (Zuidema, 2014). De waarde van het gas is waarschijnlijk te hoog om dit in de grond te laten zitten.

Het wel of niet stopzetten van de aardgaswinning hangt deels af van de manier waarop de discussie wordt gevoerd. Zolang wordt geprobeerd om de discussie over de aardbevingen een objectieve discussie te laten zijn, kan er worden gewerkt aan goede oplossingen. Maar als op basis van emoties een besluit wordt genomen, is het moeilijk te zeggen welke kant het op zal gaan (Broenink, 2014). Bovendien zijn er langdurige contracten gesloten met Duitsland, België en Frankrijk waardoor Nederland verplicht is om gas uit het Groningenveld te leveren (Coenen, 2014).

Naast de financiële consequenties die het stoppen van de aardgaswinning met zich mee zal brengen, zit er ook een praktische consequentie aan. Omdat het gas uit het Groningenveld laagcalorisch is, kan de vraag naar dit gas niet worden vervuld met geïmporteerd gas. De gasaansluitingen in Nederland en de delen van Duitsland, België en Frankrijk die ook gebruik maken van Groningengas zijn niet geschikt voor hoogcalorisch gas. Als de winning uit het Groningenveld wordt beëindigd, zullen veel huishoudens zonder gas komen te zitten.

Ook het fors verlagen van de gaswinning uit het veld zal voor problemen zorgen. Of een deel van de Nederlandse huishoudens zal geen gas geleverd krijgen of de exportcontracten kunnen niet worden nagekomen. Deze contracten kunnen volgens Zuidema (2014) eventueel worden afgekocht. Het is moeilijk in te schatten of dit echt zal gebeuren, maar Zuidema kan zich er iets bij voorstellen. Door de contracten af te kopen of ze te vervullen door elders gas te importeren, wordt er geld verloren. Maar op een gegeven moment kan een kosten-batenanalyse worden gemaakt. Is het goedkoper om de contracten af te kopen, om te importeren om de contracten te kunnen nakomen of om door te gaan met produceren en zowel de financiële als de maatschappelijke kosten te accepteren. Als de derde kostenpost niet veel afwijkt van de andere twee zou het volgens Zuidema best kunnen zijn dat de maatschappelijke discussie de doorslag gaat geven. Toch acht ook hij het niet waarschijnlijk dat dit zal gebeuren omdat er nog voor miljarden euro’s aan gas in de bodem zit die Nederland graag zal willen verkopen.

47

7 Gevolgen voor de ruimtelijk economische structuur