• No results found

Bruids giften

VI. Goden en Godsdienst

Begravenissen.

Weinig werks maakten de Germaanen in

+

't algemeen, en dus ook de Batavieren,

van het begraaven der doode Lyken. De Lighaamen van vermaarde Mannen

alleenlyk plagten zy op eenen hoogen Houtstapel te verbranden. De Wapenen,

en somtyds het Paard van den overleeden' werden, te gelyk met hem, in 't vuur

geworpen. Voor de Vrouwen werdt het betreuren, en voor den Mannen het gedenken

van eenen dooden loffelyk gehouden. 't Gekerm hieldt spoedig op; doch het

hertenleed sleet langzaam

(w)

.

VI. Goden en Godsdienst.

Diep lagen de Batavieren, zo wel als de andere Noordsche Volkeren, in de Afgodery

des Heidendoms gedompeld. De Zon en de Maan waren twee voornaame Godheden

der Germaanen

(x)

. Het Vuur werdt insgelyks by de Germaanen, en waarschynlyk

ook by de Batavieren, met Goddelyken eerbied

ge-(t) TACIT. de Morib. Germ.Cap. XVIII. XIX. XX.

(v) DEGROOTInl. tot de Holl. Regtsgel.II Boek, II Deel n. 8. bl. 102. (w) TACIT. de Morib. Germ.Cap. XXVII.

diend

(y)

. Zy hadden, behalven deezen, nog verscheiden' mindere Godheden, welker

getal, door hunne Gemeenschap met de Romeinen, niet afgenomen zal zyn. Men

vindt dat Merkurius, hier te Lande, onder den naam vanWoden of Wodan, gediend

geweest is

(z)

, naar wien, de Woensdag vermoedelyk zynen naam gekreegen heest.

Ook heeft men hier, of wat vroeger of wat laater, aan Herkules, dien men hieldt dat

onder de Germaanen verkeerd hadt

(a)

, Goddelyke eer beweezen: waar van de oude

opschriften, in den aanvang der zestiende eeuwe, by Westkapelle, op 't Eiland

Walcheren, gevonden, getuigenis draagen; behalven dat oude Schryvers ons

verzekeren, dat beide Herkules en Mars, onder de Germaanen, met Beesten-;

Merkurius ook met Menschen-offer geëerd zyn geweest

(b)

. De bynaamMagusanus

enMacusanus, dien Herkules, in de gemelde Opschriften, en op eenige penningen

van Posthumus, draagt, wordt, op veelerlei wyze, verklaard. Sommigen willen, dat

Magazohuis, in 't oud Duitsch, zo veel als Voedsterheer betekende. Hier van zou

men dan, naar de Latynsche taalbuiging,Magusanus gemaakt hebben

(c)

. Anderen,

vindende datMaccuvi, in 't oud Keltisch, een' gewapend' man betekent, leiden hier

van den naam

Ma-(y) CAESARde Bello Gall.Libr. VI. Cap. 21.

(z) TACIT. de Morib. Germ.Cap. IX. KL. KOLYNbl. 256. (a) TACIT. de Morib. Germ.Cap. II.

(b) TACIT. de Morib. Germ.Cap. IX. (c) H. CANNEGIETERde Brittenburgop. 147.

cusanus af

(d)

. Ook past deeze naam, in dien zin, zeer wel op de penningen van

Posthumus, die, gelyk ons 't vervolg deezer Historie leeren zal, hier te Lande, lang

verkeerd en geoorlogd heeft. In 't zelf de Eiland Walcheren, werdt, omtrent het

midden der zeventiende eeuwe

(e)

, een groot getal van Steenen met beeldtenissen

en opschriften gevonden, uit welken men ontdekt heeft, dat men, oudtyds, hier te

Lande, ook aan zekere GodinneNehalennia Godsdienstige eere beweezen heeft.

Aanmerkelyk is 't, dat men, onzes weetens, tot nog toe, op geene andere plaats,

eenig gedenkteken deezer Godinne heeft gevonden; ten ware veelligt zekere

beeldtenis, te Nîmes in Neder-Languedoc ontdekt, en een oud opschrift met den

naam der GodinneNeha, gelyk sommigen beweeren

(f)

, op Nehalennia moesten

t'huis gebragt worden. De betekenis van den naamNehalennia is geheel onzeker.

Eenigen willen, dat zekere nieuwe Haven, of Afvaart, by 't Eiland Walcheren, alwaar

de vereenigde Maas en Waal, door eenen breeden mond, by oude Schryvers

(g)

Helium genaamd, in zee vielen, nieuw Helium of nieuwe Hel en by verkorting Ni-hel

genaamd geworden is. De Stroom-Godin deezer nieuwe Haven of Afvaart heeft,

huns oordeels, den naam van

(d) Voiez la Religion des Gaulois Tom. II. Livre III. p. 29. (e) J.G. KEYSLERUSde Dea Nehalennia § II.p. 236.

(f) Veiez la Religion des Gaulois Tom. II. Livr. IV. p. 82, 83. (g) PLINIUSLibr. IV. Cap. 15.

Nihellinnia of Nehalennia gedraagen

(h)

. Anderen agten, met geenen minderen grond,

dat men de Maan, en byzonderlyk de nieuwe Maan, onder den naam van Nehalennia,

geëerd heeft

(i)

. Wy hebben reeds aangemerkt, dat de Germaanen Godsdienstige

eer aan de Maan beweezen, en elk weet, dat de Grieken de MaanHelene genoemd

hebben. Ook droeg zeker Meer in Gallie, alwaar, zo men wil, de Maan geëerd werdt,

den naam vanHelanisch Meer

(k)

. By den naamHelene, kan men dan het woord ni

ofne, dat is nieuw, gevoegd, en uit deeze twee Woorden, Nehalennia gemaakt

hebben. De nieuwe Maan werdt van de Ouden juist zo verbeeld als Nehalennia.

Men vertoonde haar, in witte kleederen, met gouden schoenen, brandende toortsen,

en eene Korf met Vrugten

(l)

. Nehalennia vertoont zig insgelyks gekleed en geschoeid,

met eene Korf met Vrugten by zig: ook, zo 't schynt, met brandende Toortsen, die

sommigen voor hoornen van Overvloed hebben aangezien. Gemeenlyk heeft zy

een' Hond by zig, een gewoon kenteken van de Maan of Diane onder de Ouden

(m)

.

't Is niet onwaarschynlyk, dat men de Maan, in één der Zeeuwsche Eilanden gediend

hebbe, alzo sommigen onder de Ouden getuigen,

(h) G.VANLOONAloude Holl. Hist. I.Deel bl. 294, 295. (i) Voiez la Religion des Gaulois Tom. II. Livre IV. p. 88. (k) La Religion des GauloisTom. II. Livre IV. p. 57.

(l) PORPHYRIUSapud EUSEB. Praep. Evang.Libr. III Cap. XI. p. 113. C.D. (m) PORPHYR.apud EUSEB. Praep. Evang.Libr. IV. Cap. XXIII. p. 175. D.

dat 'er niet verre van Britanje, verscheiden Eilanden waren, aan zekere byzondere

Godheden toegewyd

(n)

. Doch na dit alles, bekennen wy, dat ons, omtrent de

naamsbetekenis en dienst van nehalennia, niets zekers voorgekomen is. Te gelyk

met de beeldtenissen van Nehalennia, zyn 'er ook eenige beelden van Jupiter en

Neptunus, in 't Eiland, Walcheren, gevonden: waar uit men vermoeden mag, dat

deeze Goden, insgelyks, hier te Lande, geëerd geweest zyn. De Romeinen, die de

Ingezetenen deezer Landen, buiten twyfel, verscheiden' nieuwe Godheden hebben

leeren kennen, hebben hun, zo 't schynt, ook Tempels, Altaaren en Beelden, ter

eere van de Goden, leeren opregten. Want van ouds hieldt men 't hier voor

onbetaamlyk, de Godheid in menschelyke gedaante te verbeelden, of binnen de

Wanden van Tempelen te besluiten. Hierom heiligde men haar Bosschen en Weiden

toe: waar in de dienst, die, gelyk wy reeds hebben aangemerkt, in 't opofferen van

dieren, en somtyds zelfs van menschen bestondt, verrigt werdt

(o)

. De Priesters, die

den Offerdienst waarnamen, hadden daarenboven veel gezag Waarzegsters. in de

+

Waarzegsters.

bestiering van 't Volk

(p)

. Veel eerbieds

+

bewees men ook, onder de Batavieren

(q)

, aan

zeker slag van Waarzegsters, welken men in de gewigtigste gevallen raadpleegde,

en

(n) PLUTARCHUSde Defect. Oracul.apud EUSEB. Praep. Evang.Lib. IV. Cap. XVII. p. 207. B.C. (o) TACIT. de Morib. Germ.Cap. IX. & XL.

(p) TACIT. de Morib. Germ.Cap. VIII. & XI. (q) TACIT. Hist.Libr. V. Cap. 25.