• No results found

Gevolgen voor het woon- en leefklimaat

De ontwikkeling van de veehouderij van 2008 tot 2015 heeft zijn doorwerking op het woon- en leefklimaat.

Het betreft de (gemiddelde) achtergrondbelasting en achtergrondbelasting op geurgevoelige objecten (aantal woningen per geurklasse; zie paragraaf 4.4).

6.2.1 Achtergrond geurbelasting in 2008 en 2015 De geuremissies van alle veehouderijen

samen veroorzaken de achtergrondbelasting.

De gemiddelde achtergrond geurbelasting is in 2015 hoger dan in 2008, zowel op de woonkernen als in het land buitengebied;

zie figuren 6.2 en 6.3.

Op de woonkern Asten is de geurbelasting iets afgenomen. Op de woonkernen Heusden en Asten daarentegen is de gemiddelde achtergrond geurbelasting toegenomen met respectievelijk 0,6 en 1,2 odour units.

In het buitengebied neemt de gemiddelde geurbelasting met 0,7 odour units toe. De gemiddelde geurbelasting is in het gemengd landelijk gebied het hoogst. Daar is de achtergrond geurbelasting in 2015 bijna 1 odour unit hoger dan in 2008.

Ook in de gebieden met beperking voor de

paragraaf 2.2.2). De toename van de achtergrond

geurbelasting in de gebieden met beperkingen veehouderij is het gevolg van de toename van de emissies in het gemengd landelijk gebied, welke zich vanuit het gemengd landelijk gebied verspreid en doorwerkt tot in de gebieden met beperkingen

Figuur 6.2. Gemiddelde achtergrond geurbelasting op de woonkernen Asten, Heusden en Ommel

0,0

Figuur 6.3. Achtergrond geurbelasting in het buitengebied in 2008 en 2015.

Weergegeven is het gehele buitengebied van de gemeente en die in de gebeiden beperking veehouderij vanwege natuur en overige en het gemengd landelijk gebied.

0,0

veehouderij

6.2.2 Achtergrond geurbelasting op geurgevoelige objecten (aantal per geurklasse).

De achtergrond geurbelasting op geurgevoelige objecten (voornamelijk woningen) is berekend en

ingedeeld in 4 geurklassen: optimaal+, optimaal, aanvaardbaar en niet-aanvaardbaar (zie paragraaf 4.4). In onderstaande figuren zijn de resultaten weergegeven.

In de periode 2008 tot 2015 is de geursituatie in de woonkern Asten niet wezenlijk verandert. Het aantal woningen in de geurklassen aanvaardbaar en niet aanvaardbaar is nagenoeg gelijk gebleven. Deze woningen met een hoge geurbelasting bevinden zich aan de noordzijde van de woonkern Asten. In de nabijheid liggen 3 redelijk grote intensieve veehouderijen. Zie geurkaarten 2 en 3.

Opgemerkt moet worden dat de geurklasse niet aanvaardbaar zo'n 60 woningen bevat.

Er is in de woonkern Asten van 2008 tot 2015 wel een verschuiving opgetreden van de geurklasse optimaal+ naar optimaal (het betreft zo'n 180 woningen).

In de periode 2008 tot 2015 is de geursituatie in de woonkern Heusden verslechtert. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van de geurklassen optimaal+ optimaal aanvaardbaar niet aanvaardbaar. De verschuiving van de ene naar de andere geurklasse heeft bij iedere stap betrekking op zo'n 30 tot 40 woningen.

Het aantal woningen in de geurklasse niet aanvaardbaar is toegenomen van 18 naar 53.

Het grootste aantal woningen bevindt zich in de geurklasse aanvaardbaar (de aandachtklasse met een aannemelijke kans op geurhinder).

De woningen met een hoge geurbelasting

bevinden zich aan de zuidzijde van de woonkern Heusden, in de kernrandzone en het buitengebied. In de nabijheid liggen veel (grote) intensieve veehouderijen. Zie geurkaarten 2 en 3.

In de periode 2008 tot 2015 is de geursituatie in de woonkern Ommel verslechtert. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden, met name van de geurklasse optimaal aanvaardbaar. De

verschuiving van de ene naar de andere geurklasse heeft betrekking op zo'n 78 woningen. Het aantal woningen de geurklasse aanvaardbaar is

verdubbeld.

Het aantal woningen in de geurklasse niet-aanvaardbaar is toegenomen van 17 naar 23. In

Figuur 6.4 Woonkern Asten, aantal geurgevoelige objecten per geurklasse in 2008 en 2015.

0

Optimaal + Optimaal aanvaardbaar niet aanvaardbaar

2008 2015

Figuur 6.6 Woonkern Ommel, aantal geurgevoelige objecten per geurklasse in 2008 en 2015.

0

Optimaal + Optimaal aanvaardbaar niet

2008 2015

Figuur 6.5 Woonkern Heusden, aantal geurgevoelige objecten per geurklasse in 2008 en 2015.

0

Optimaal + Optimaal aanvaardbaar niet aanvaardbaar

2008 2015

2015 bevindt het grootste aantal woningen (153) zich in de geurklasse aanvaardbaar (de aandachtklasse met een aannemelijke kans op geurhinder).

De woningen met een hoge geurbelasting bevinden zich aan de zuidzijde van de woonkern Ommel. In de nabijheid liggen 2 redelijk grote intensieve veehouderijen welke ook de locaties met hoge geurbelasting op de woonkern Asten bepalen. Zie geurkaarten 2 en 3.

In de periode 2008 tot 2015 is de geursituatie in het buitengebied per saldo enigszins verbetert.

Belangrijk is dat het aantal woningen in de

geurklasse niet-aanvaardbaar is afgenomen (van 64 naar 54 stuks; 10 woningen verschoven van geurklasse niet-aanvaardbaar aanvaardbaar).

Tegelijk heeft een verschuiving van de geurklasse optimaal+ optimaal aanvaardbaar. De

verschuiving van de ene naar de andere geurklasse heeft betrekking op zo'n 10 tot 12 woningen.

Figuur 6.7 Buitengebied, aantal geurgevoelige objecten per geurklasse in 2008 en 2015.

0 50 100 150 200 250 300 350 400

Optimaal + Optimaal aanvaardbaar niet aanvaardbaar

2008 2015

6.2.3 Visualisatie woon- en leefklimaat op geurkaarten 2 en 3

Geurkaart 6.2. Weergave van het woon- en leefklimaat in 2008: gekleurde contouren met de achtergrond geurbelasting en aantal woningen in de geurklassen aanvaardbaar (blauwe stippen) en niet-aanvaardbaar (donker blauwe stippen).

Geurkaart 6.3. Weergave van het woon- en leefklimaat in 2008: gekleurde contouren met de achtergrond geurbelasting en aantal woningen in de geurklassen aanvaardbaar (blauwe stippen) en niet-aanvaardbaar (donker blauwe stippen).

7 Resultaten gebiedsvisie: toekomstscenario’s met andere geurnormen

In deze geurgebiedsvisie zijn de effecten bepaald van zes toekomstscenario's: de huidige set geurnormen en vijf sets met andere geurnormen (zie tabel 7.1 en paragraaf 4.3.1).

Iedere set met geurnormen is doorgerekend met de uitgangspunten zoals beschreven in paragraaf 4.3.2.

In de toekomstscenario's is rekening gehouden met de ontwikkelingsmogelijkheden van de intensieve veehouderijen: de ontwikkelaars, de standstil bedrijven en de stoppende bedrijven.

De ontwikkelaars zijn de intensieve veehouderijen met meer dan 30% ruimte op het bouwblok.

Aangenomen is dat deze ruimte ook benutten voor het bouwen van een nieuwe stal voor het uitbreiden van de omvang van de veestapel (zover de geurnormen dit toelaten). In paragraaf 4.3.2 is beschreven dat 46 intensieve veehouderijen betreft. Een toename of afname van de geuremissie en -belasting is het gevolg van de aangenomen ontwikkeling op deze 46 bedrijven.

Omdat uitgegaan wordt van het 'opvullen' van de beschikbare ruimte op het bouwblok (zover de geurnormen dit toelaten), worden de toekomstscenario's ook wel worstcase scenario's genoemd. Het is niet de bedoeling van de geurgebiedsvisie om het slechtst denkbare scenario te schetsen. De

toekomstscenario's zijn bedoeld om de potentiële knelpunten in beeld brengen van en locaties waar mogelijk een verbetering van de geursituatie kan optreden. Op basis van deze informatie wordt inzichtelijk of en waar andere geurnormen van belang kunnen zijn.

Tabel 7.1. Toekomstscenario met zes sets van geurnormen Naam

normenset

Geurnorm odour units (ouE/m3) Toelichting Bebouwde kom Buitengebied

N 3-14 3 14 De huidige geurnormen (wettelijke standaard, de gemeente Asten heeft geen geurverordening).

N 2-10 2 10 Vijf sets met andere geurnormen.

Aanscherpen t.o.v. de huidige geurnormen voor de bebouwde kom en in het buitengebied. Normen zijn

stapsgewijs scherper gekozen om het effect te bepalen en na te gaan of een emissiestandstil wordt bereikt

N 1-10 1 10

N 1-8 1 8

N 2-7 2 7

N 0,5-5 0,5 5