• No results found

Gevolgen verschil commerciëel-fiscaal

In document Willekeurig afschrijven (pagina 36-40)

4. Effecten willekeurig afschrijven voor de ondernemer

4.2. Gevolgen verschil commerciëel-fiscaal

Belastinglatenties

De regeling willekeurig afschrijven biedt ondernemers de mogelijkheid om fiscaal sneller af te schrijven. De commerciële winstberekening kent deze versnelde afschrijving niet. Er ontstaat een verschil in de commerciële en fiscale jaarwinst en de boekwaarde op de commerciële en fiscale balans komt niet meer overeen. Verschillen tussen de commerciële en fiscale jaarrekening kunnen tijdelijk en permanent zijn. Permanente verschillen zijn blijvende ongelijkheden in de jaarrekening: Over de looptijd van de gehele onderneming wijkt de cumulatieve fiscale winst dus af van de cumulatieve commerciële winst75. Een voorbeeld hiervan is de deelnemingsvrijstelling76. Een deel van de winst is hierdoor fiscaal blijvend onbelast, terwijl dit deel van de winst commercieel tot de winst blijft behoren. Tijdelijke verschillen worden veroorzaakt door een verschillende waardering van activa en passiva. Na verloop van tijd worden deze verschillen weer ongedaan gemaakt. Tot die tijd wordt er commercieel een belastinglatentie gevormd. Op de fiscale jaarrekening komen geen belastinglatenties voor.

Belastinglatenties zijn onder te verdelen in passieve- en actieve belastinglatenties. Passieve belastinglatenties staan op de passiefzijde van de balans en ontstaan door een commercieel hogere waardering van activa of lagere waardering van passiva dan fiscaal. Actieve belastinglatenties staan op de actiefzijde van de balans en ontstaan door een commercieel lagere waardering van activa of hogere waardering van passiva dan fiscaal. Indien er fiscaal willekeurig afgeschreven wordt hebben activa commercieel een hogere waarde dan fiscaal. Er ontstaat dan een passieve belastinglatentie. Deze passieve belastinglatentie is voorziening voor later te betalen belasting, omdat op dit moment de commerciële winst hoger. Later zal de fiscale winst hoger zijn en wordt deze voorziening weer afgebouwd.

Er zijn twee methodes om de belasting latentie te berekenen: de resultaatmethode en de balansmethode. De resultaatmethode berekent de bedrijfseconomische belastinglast door het jaarresultaat voor belastingen te verminderen met de permanente verschillen en daar het nominale belastingtarief op toe te passen. Vervolgens wordt van de bedrijfseconomische belastinglast de daadwerkelijk verschuldigde belasting afgetrokken en de mutatie in belastinglatentie is berekend. De balansmethode gaat uit van de verschillen tussen de commerciële en fiscale jaarrekening. Verschillen zoals die tussen de balanswaarde en de fiscale boekwaarde (tegen verkrijgingsprijs) van een deelneming worden hierin niet meegenomen77. De resterende verschillen vermenigvuldigd met het nominale tarief leveren dan de hoogte van de nieuwe belastinglatentie op.

Boekhoudkundige verwerking

De boekhoudkundige gevolgen, van de mogelijkheid tot willekeurig afschrijven die de Nederlandse belastingwet biedt, worden in deze paragraaf uitgewerkt. Door het fiscaal sneller afschrijven staan de activa op de commerciële balans hoger gewaardeerd. Het verschil in waardering, door de extra afschrijving in het eerste jaar, leidt tot een passieve belastinglatentie. In de volgende jaren zorgt een lagere fiscale afschrijving voor de afbouw van deze latentie. In het onderstaande voorbeeld, van de

75 P.R. Baart, K.L.H. van Mens en H.G. Wokke, Jaarrekening en boekhouding; economisch en fiscaal bezien, FED, 1997, blz. 156

76 Art. 13 Wet op de Vennootschapsbelasting 1969

37

werking van belastinglatenties, wordt uitgegaan van een investering van €100.000. Commercieel wordt het actief lineair afgeschreven. De economische levensduur is vijf jaar en aan het eind van die levensduur is de restwaarde nihil.

Commerciele waardering

en afschrijving 1 2 3 4 5

BW Investeringen Begin € 100.000 € 80.000 € 60.000 € 40.000 € 20.000

Afschrijving € 20.000 € 20.000 € 20.000 € 20.000 € 20.000

BW Investeringen Eind € 80.000 € 60.000 € 40.000 € 20.000 € 0 Tabel 12 De jaarlijkse commerciële afschrijving en waardering

Fiscaal is een versnelde afschrijving toegestaan van 50% in het eerste jaar. Het resterende deel wordt, net als commercieel, ook lineair afgeschreven in vijf jaar. Aan het eind van jaar vijf zijn dan, zowel commercieel als fiscaal, de activa volledig afgeschreven.

Fiscale waardering en afschrijving 1 2 3 4 5 BW Investeringen Begin € 100.000 € 40.000 € 30.000 € 20.000 € 10.000 Willekeurig afschrijving € 50.000 Afschrijving € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000 BW Investeringen Eind € 40.000 € 30.000 € 20.000 € 10.000 € 0 Tabel 13 De jaarlijkse fiscale afschrijving en waardering

In het eerste jaar kan de ondernemer fiscaal veel meer afschrijving ten laste van zijn winst brengen. De winst zonder afschrijvingen wordt gesteld op €100.000.

Jaar 1 Commercieel Fiscaal

Winst zonder afschrijving € 100.000 € 100.000

Afschrijving € 20.000 € 60.000

Winst zonder afschrijving € 80.000 € 40.000

Belasting tegen 25% € 10.000

Tabel 14 Overzicht jaar 1

Commercieel is de winst daardoor €80.000 en fiscaal €40.000. Er wordt in het eerste jaar €10.000 belasting betaald. In de commerciële winst- en verliesrekening wordt echter een belastinglast berekend van 25% x €80.000 = €20.000. Hieronder staan de bijbehorende journaalposten:

Belastinglast (W&V rek. comm.) € 20.000

Aan Te betalen belastingen € 10.000

Aan Voorziening latente belasting € 10.000

Tabel 15 Commerciële journaalposten in jaar 1

In de volgende jaren is de jaarlijkse fiscale afschrijving lager en de fiscale winst dus hoger. Het verschil in waardering wordt hierdoor weer ingehaald.

38

Jaar 2 t/m 5 Commercieel Fiscaal

Winst zonder afschrijving € 100.000 € 100.000

Afschrijving € 20.000 € 10.000

Winst zonder afschrijving € 80.000 € 90.000

Belasting tegen 25% € 22.500

Tabel 16 Overzicht van de jaren 2 t/m 5

Zoals hierboven is te zien, blijft de commerciële winst €80.000. De fiscale winst is echter gestegen naar €90.000 door het lagere afschrijvingspotentieel. De gevormde passieve belastinglatentie wordt nu afgebouwd. In ieder jaar gelden dan de volgende journaalposten:

Belastinglast (W&V rek. comm.) € 20.000

Aan Te betalen belastingen € 22.500

Voorziening latente belasting € 2.500

Tabel 17 Jaarlijkse journaalposten in de jaren 2 t/m 5

Na vijf jaar, als het actief volledig is afgeschreven, is dan ook voorziening latente belasting weer verdwenen. De gevormde voorziening van €10.000 is dan namelijk vier keer verlaagd met €2.500. Ook de totale commerciële belastinglast (5x€20.000) is dan gelijk aan de werkelijk betaalde belastingen (€10.000+4x€22.500).

Er is hier steeds uitgegaan van een voorziening tegen nominale waarde. Een andere mogelijkheid is een waardering tegen contante waarde, waarbij het nominale bedrag wordt gedisconteerd. Deze discontering houdt rekening met de levensduur van de activa of passiva, omdat die bepaalt wanneer de belasting uiteindelijk wel betaalt dient te worden. De Raad voor de jaarverslaggeving in

Nederland staat zowel de nominale als contante waardering toe, maar het EU IFRS regime verplicht waardering tegen nominale waarde78.

Effect op waarde van de onderneming

Verschillen tussen de fiscale en bedrijfseconomische afschrijving hebben ook effect op de waarde van de onderneming. Guenther en Sansing79 hebben een vergelijking opgesteld om de invloed van belastinglatenties op de marktwaarde van de onderneming weer te geven. Deze vergelijking stelt de aandelenprijs gelijk aan de vervangingswaarde verminderd met product van de “valuation factor” en het verschil tussen de vervangingswaarde en fiscale boekwaarde. De “valuation factor” bestaat uit het fiscale afschrijvingspercentage en het disconteringspercentage. Deze vermindering op de vervangingswaarde is nodig om het verschil in afschrijvingspotentieel weer te geven tussen het gebruik van een nieuw actief en een in gebruik zijnde actief die al voor een deel is afgeschreven. Voor de berekening van het effect van de belastinglatentie (DTL) wordt ook de boekwaarde van de commerciële jaarrekening toegevoegd aan de vergelijking. De vergelijking heeft dan drie factoren: het fiscale afschrijvingspercentage, het commerciële afschrijvingspercentage en het

disconteringspercentage. Vervolgens worden de effecten van deze drie factoren op de waarde van de belastinglatentie op de balans, de “valuation factor” en het effect van de belastinglatentie op de

78 H. Beckman, Hoofdlijnen van het jaarrekeningenrecht, Kluwer 2008, blz. 145-146

79 D.A. Guenther en R.C. Sansing, The Valuation Relevance of Reversing Deferred Tax Liabilities, The Accounting Review, 2004, Vol. 79 No. 2, blz. 444

39

waarde van de onderneming getoond. Conclusie na het opstellen van de vergelijking is dat: (a) An increase in the tax depreciation rate increases the DTL, increases the valuation factor, and increases the value of the DTL.

(b) An increase in the book depreciation rate decreases the DTL, has no effect on the valuation factor, and decreases the value of the DTL.

(c) An increase in the discount rate has no effect on the DTL, decreases the valuation factor, and decreases the value of the DTL.

Guenther en Sansing80 hebben ook de hoogte van de boekwaarde van de belastinglatentie bij verschillende fiscale afschrijvingspercentages in een grafiek weergegeven. Horizontaal is de tijd in jaren weergegeven en verticaal staat de boekwaarde van de belastinglatentie. Gekozen is voor een afschrijvingsmethode naar de boekwaarde met commercieel ieder jaar een percentage van 10%. Er vier fiscale

percentages uitgewerkt, variërend van 20% tot 50%. Bij het hoogste percentage wordt de hoogste boekwaarde van de belastinglatentie gehaald, maar begint deze ook eerder aan de afbouw van de latentie dan een lager fiscaal afschrijvingspercentage. Echter is de conclusie dat deze eerdere afname van de boekwaarde geen of onvoldoende invloed heeft op de waarde van de onderneming.

Sinds de waarde van de onderneming wordt beïnvloed door de hoogte van de

belastinglatentie op de balans zou het van belang kunnen zijn of een latentie nog wordt opgebouwd of alweer wordt afgebouwd. Het is mogelijk dat de boekwaarde van een belastinglatentie twee keer dezelfde waarde heeft, zoals in figuur 5 in de jaren 5 en 8 te zien is. Eerst voor de latentie de hoogste waarde heeft bereikt en daarna nog een keer in de afbouw. Uit onderzoek bleek dat het moment waarop, voor of na de top, de belastinglatentie die waarde had niet relevant was. Voor de waardebepaling van de onderneming waren alleen het fiscale

afschrijvingspercentage en het disconteringspercentage van belang.

80 D.A. Guenther en R.C. Sansing, The Valuation Relevance of Reversing Deferred Tax Liabilities, The Accounting Review, 2004, Vol. 79 No. 2, blz. 437-451

Figuur 4 Boekwaarde van de belastinglatentie bij verschillen fiscale afschrijvingspercentages (D.A. Guenther en R.C. Sansing, The Valuation Relevance of Reversing Deferred Tax Liabilities, The Accounting Review, 2004, Vol. 79 No. 2, blz. 437-451)

Figuur 5 Boekwaarde van de belastinglatentie bij fiscaal 20% en commercieel 10% afschrijving (D.A. Guenther en R.C. Sansing, The Valuation Relevance of Reversing Deferred Tax Liabilities, The Accounting Review, 2004, Vol. 79 No. 2, blz. 437-451)

40

In document Willekeurig afschrijven (pagina 36-40)