• No results found

Gevoeligheden van het plangebied en potentiële effecten

Dit hoofdstuk beschrijft, analyseert op hoofdlijn en beoordeelt, waar nodig op basis van de beschikbare informatie en studies, de mogelijke effecten van de nieuwe projecten en ontwikkelingen die het RUP zal toelaten/verplichten ten opzichte van de huidige mogelijkheden volgens het BPA nr.7 Hazeschrans .

Volgende (MER)disciplines komen hierbij aan de orde:

− de gezondheid en veiligheid van de mens

− de ruimtelijke ordening

− de fauna, flora en biodiversiteit

− de energie- en grondstoffenvoorraden

− de bodem

− het water

− de atmosfeer

− de klimatologische factoren

− het geluid

− het licht

− de stoffelijke goederen

− het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed

− het landschap

− de mobiliteit

− de samenhang tussen de genoemde factoren.

Het accent ligt daarbij evident op deze disciplines waar mogelijk de meeste nadelige gevolgen van de nieuwe opties in het RUP ten opzichte van het bestaande BPA zich kunnen manifesteren (welke ook uitvoeriger worden besproken).

5.1. Discipline gezondheid en veiligheid van de mens

Beschrijving en analyse

Het RUP voorziet niet in het uitbreiden van de bestaande bedrijvigheid. In tegendeel voorziet ze een beperking van het soort bedrijven (privé of in eigendom van de gemeente) dat zich kan vestigen op de IHK-site.

Tevens voorziet het RUP in het optrekken van een buffer rond deze bedrijvigheid ten opzichte van de aangrenzende woningen.

In het plangebied is geen SEVESO-inrichting aanwezig. In het RUP worden geen aandachtsgebieden inzake veiligheid voorzien. Bovendien zijn in een straal van 2km rond het plangebied geen SEVESO-inrichtingen aanwezig. Meer nog, binnen het hele grondgebied van de gemeente Edegem is geen SEVESO-inrichting aanwezig.

Gelet op deze score in de gestelde criteria kan geconcludeerd worden dat er voor dit RUP geen ruimtelijke veiligheidsrapportage noodzakelijk is.

Beoordeling

Het RUP zorgt voor de realisatie van buffers naar alle (te behouden) woningen in en rond het plangebied.

Het RUP garandeert dat er geen nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied en dus bijgevolg ook niet nabij de woningen in en rond het plangebied komen.

Het RUP heeft terzake nagenoeg geen en uitsluitend positieve effecten en veroorzaakt zeker geen betekenisvolle negatieve effecten.

5.2. Discipline ruimtelijke ordening

Beschrijving en analyse

De gebiedsdekkende bestemmingszones binnen het RUP vervangen volledig de bestemmingen en voorschriften van het BPA nr.7 Hazeschrans zoals goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 juli 1996. Met deze gedeeltelijke wijziging wil het gemeentebestuur een antwoord geven op enkele knelpunten die zich recentelijk in het gebied aandienden.

De beperkte wijziging van het BPA nr.7 Hazeschrans is niet in strijd met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

Het RUP, hoewel niet expliciet aangekondigd in een bindende bepaling, draagt bij tot de realisatie van de gewenste structuur van de gemeente, door het behoud van het tuincentrum.

In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt aangegeven dat in het kader van de studie rond het Stadsrandbos een uitspraak kan gedaan worden over de inrichting van de IHK-site (verbrandingsoven/opslagplaats IGEAN).

Uit de inrichtingskaart bij het eindrapport van de inrichtingsstudie Stadrandbos Antwerpen (mei 2008) blijkt dat de IHK-site niet mee is opgenomen in het Stadsrandbos, maar er wel in het oosten aan grenst. Uit dit inrichtingsplan blijkt immers duidelijk dat de open ruimte structuur zich ten oosten van de site bevindt en zich uitstrekt in noord-zuidelijke richting over de gemeenten Edegem, Kontich en Aartselaar.

De vooropgestelde visie voor de deelruimte landschapspark waarin het plangebied gelegen is, gaat uit van een maximaal behoud van de open ruimte en stelt een ontwikkeling voorop in functie van natuur, landbouw en recreatie. Aangezien de IHK-site zich buiten het Stadsrandbos bevindt, is een behoud van de open ruimte ter plaatse van deze site niet prioritair. De IHK-site is immers aan de westelijke rand van de deelruimte gelegen, aansluitend bij het bedrijventerrein op het grondgebied van de gemeente Aartselaar en recreatieve voorzieningen op het grondgebied van de gemeenten Antwerpen-Wilrijk en Kontich waardoor de impact op de open ruimte ten oosten van Doornstraat veeleer beperkt zal zijn. Doornstraat vormt bijgevolg als het ware de grens van de open ruimte.

De oefening bestaat erin de bestaande bestemming van gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut op de IHK-site om te vormen naar een goed landschappelijk geïntegreerd lokaal bedrijventerrein dat een minimale impact heeft op de omringende open ruimte.

In het voorontwerp van het gewestelijk afbakenings-RUP van het grootstedelijk gebied Antwerpen wordt de IHK-site niet herbestemd (net zoals de rest van het BPA Hazeschrans) zodat dit gemeentelijk bestemmingsplan hier thans nog van toepassing blijft. De ontwikkeling van de voormalige IHK-site als een lokaal bedrijventerrein is bijgevolg niet uitgesloten.

Beoordeling

Het RUP ondersteunt de doelen vooropgesteld in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en is er zeker niet mee in strijd.

Het RUP zorgt terzake uitsluitend voor positieve effecten op het gebied van ruimtelijke ordening en veroorzaakt terzake zeker geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline ruimtelijke ordening.

5.3. Discipline fauna, flora en biodiversiteit

De percelen in het plangebied kennen geen bijzondere ecologische waarden, noch beschermingen in die zin.

Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het RUP geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline fauna, flora en biodiversiteit betekent.

5.4. Discipline energie- en grondstoffenvoorraden

Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de energie- en grondstoffenvoorraden veroorzaakt.

5.5. Discipline bodem

Beschrijving en analyse

De IHK-site is gesitueerd op de terreinen van de voormalige verbrandingsoven. Voor deze terreinen werden bodemonderzoeken uitgevoerd.

Voor het perceel gelegen tegen Doornstraat (sectie C perceel 12c) werd enkel een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Dit wil zeggen dat er geen sanering nodig is, maar dat wel voorzichtigheid geboden is bij grondverzet.

Voor het achtergelegen perceel (sectie C perceel 11c) werd een eindevaluatieverslag (daterend van 2005) opgemaakt, wat wil zeggen dat een oriënterend en beschrijvend onderzoek gebeurde en er werd overgegaan tot sanering. Er zijn bijgevolg geen concentraties meer erug te vinden die nadelige gevolgen kunnen hebben.

Beoordeling

De percelen van het deelgebied IHK-site bevatten geen bodemvervuiling meer. Om die reden is de discipline bodem niet relevant in dit RUP zodat dit RUP geen betekenisvolle negatieve effecten voor deze discipline veroorzaakt.

5.6. Discipline water

Beschrijving en analyse

Het plangebied van voorliggend RUP is gelegen in de nabijheid van de vallei van de Edegemse Beek.

Het plangebied van dit RUP is noch gelegen in overstromingsgevoelig gebied noch in risicozone op overstroming, noch in van nature overstroombaar gebied noch in een recent overstroomd gebied.

Een deel van het plangebied aan de IHK-site is gevoelig voor erosie. Door het voorzien van een verharding op deze plaats zal de erosie tegengegaan worden.

De IHK site is niet gevoelig voor grondwaterstroming, het deelgebied van het tuincentrumis matig gevoelig voor grondwaterstroming. Aangezien op het RUP niet voorziet in het toelaten van grootse ondergrondse constructies heeft dit geen betekenisvolle negatieve effecten op de grondwaterstroming.

Net zoals het merendeel van het hele grondgebied van de gemeente Edegem is ook het plangebied van voorliggend RUP gevoelig voor infiltratie. Aangezien op in voorliggend RUP geen bijkomende grote oppervlakten aan verharde of bebouwde ruimte wordt voorzien, zal voldoende infiltratie van het hemelwater kunnen gebeuren. De (beperkte) verharding die toch voorzien zal worden, zal uitgevoerd worden in een materiaal dat een zekere waterdoorlatendheid heeft.

Voor de realisatie van verharde oppervlakten zal steeds het gebruik van waterdoorlatende verharding worden opgelegd.

Beoordeling

Omwille van de niet problematische toestand en de maatregelen die in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zijn vervat (geen aanzienlijke verharde of bebouwde oppervlakten, geen nieuwe grote ondergrondse constructies enz.), kan worden geoordeeld dat de voorziene projecten in het plangebied geen bijkomend schadelijk effect op de waterhuishouding zullen hebben.

Dit RUP doet geen afbreuk aan de verplichtingen voortvloeiend uit de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (BVR 1 oktober 2004, gewijzigd bij BVR op 23 juni 2006).

Globaal genomen zorgt het RUP hoofdzakelijk voor positieve effecten of neutraal-compenserende maatregelen voor het watersysteem en veroorzaakt bijgevolg zeker geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline water.

5.7. Discipline atmosfeer (lucht)

Het RUP is niet gericht op het aantrekken van bijkomende bedrijven maar voorziet in mogelijkheden tot behoud van tuincentrum en in herlokalisatie mogelijkheden voor lokale bedrijven elders uit de gemeente. Bovendien laat de huidige bestemming volgens het BPA

onzekerheid over de aard van de openbare nutsvoorzieningen die zich hier kunnen vestigen.

Getuige daarvan is het voormalige gebruik als site voor een verbrandingsoven.

Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline atmosfeer veroorzaakt.

5.8. Discipline klimatologische factoren

Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de klimatologische factoren veroorzaakt.

5.9. Discipline geluid

Beschrijving en analyse

Het lokaal bedrijventerrein aan Doornstraat (IHK-site) paalt aan bestaande woningen aan Doornstraat. Door het voorzien van een voldoende brede groenbuffer, die verplicht is aan te leggen bij het realiseren van het lokaal bedrijventerrein, zal de hinder voor omwonenden beperkt worden. Er worden trouwens geen bedrijven toegelaten in deze zone met een grote geluidslast, waardoor de hinder beperkt zal blijven.

Beoordeling

Globaal genomen zorgt het RUP hoofdzakelijk voor neutraal-compenserende maatregelen voor het beperken van het geluid en veroorzaakt bijgevolg zeker geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline geluid.

5.10. Discipline licht

Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor het licht veroorzaakt.

5.11. Discipline stoffelijke goederen

Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de stoffelijke goederen veroorzaakt.

5.12. Discipline cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed

Beschrijving en analyse

Het RUP omvat geen beschermde landschappen, dorpsgezichten of monumenten.

De publiekskaarten van de Centrale Archeologische Inventaris voor Vlaanderen geven voor enkele periodes een aantal gekende archeologische sites op het grondgebied van de gemeente Edegem aan:

− hoeve ten Bosse aan Drie Eikenstraat, een hoevecomplex dat oorspronkelijk (17e eeuw) bestond uit een woonhuis, stallingen en een schuur

− Paddenpoelhoeve, een hoeve met losstaande bestanddelen: woonstalhuis, stallingen, koetshuis en een recenter schuur; de hoeve is afgebrand in het begin van de 18e eeuw en toen werd meteen het huidige gebouw opgetrokken

− hoeve Hazeschrans, welke bestaat uit verschillende onderdelen: twee woonstalhuizen, waterput, enkele stallingen en een wagenhuis; in de late middeleeuwen was deze hoeve een site met walgracht.

Deze sites bevinden zich op een ruime afstand van de deelgebieden van het plangebied.

Dit RUP doet geen afbreuk aan de verplichtingen voortvloeiend uit de wetgeving met betrekking tot de bescherming van archeologisch erfgoed.

In elk geval zal, indien de archeologische diensten aangeven dat dit belangrijk is, voor de aanvang van grondwerken in het plangebied een prospectief onderzoek kunnen gebeuren.

Beoordeling

Het RUP zorgt terzake nagenoeg uitsluitend voor neutrale effecten en veroorzaakt terzake zeker geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline cultureel erfgoed.

5.13. Discipline landschap

Beschrijving en analyse

Dit RUP maakt de oefening om een goed landschappelijk geïntegreerd lokaal bedrijventerrein te ontwikkelen dat een minimale impact heeft op de omringende open ruimte. Door het voorzien van een groenbuffer wordt het bedrijventerrein als het ware ingegroend zodat de landschappelijke impact zal beperkt worden.

De bestaande toestand op het IHK-terrein voorziet reeds in een groenbuffer, conform de bestemmingen aangegeven in het BPA nr.7 Hazeschrans. Deze groenbuffer kan zeker behouden blijven en waar nodig uitgebreid worden.

Het tuincentrum wordt ingepast in het landschap door de serres af te randen met een bomenrij en zo de impact op het landschap te beperken.

Beoordeling

Het RUP zorgt terzake nagenoeg uitsluitend voor neutraal-compenserende effecten en veroorzaakt terzake zeker geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline landschap.

5.14. Discipline mobiliteit

Beschrijving en analyse

Het lokaal bedrijventerrein voorziet een groot parkeerterrein op eigen terrein. Doordat de zone wordt ontwikkeld als lokaal terrein, met enkel lokale bedrijven en met voorrang elders uit de

gemeente te herlokaliseren, zal de verkeersgeneratie van deze bedrijven veeleer beperkt zijn.

In de stedenbouwkundige voorschriften wordt dan ook expliciet vermeld dat er zich geen bedrijven mogen vestigen met een grote verkeersgeneratie.

Thans parkeren sommige bezoekers aan het tuincentrum langs Drie Eikenstraat door een tekort aan parkeerplaatsen op het terrein. Dit RUP voorziet echter in een parkeerterrein op de gronden van het tuincentrum voor het stallen van +/- 50 wagens. De stedenbouwkundige voorschriften schrijven ook duidelijk voor dat het tuincentrum niet meer kan uitbreiden dan aangegeven wordt op het grafisch plan. Zo wordt de oppervlakte alsook daarmee samenhangend de verkeersgeneratie van het tuincentrum beperkt.

Beoordeling

Het RUP zorgt terzake hoofdzakelijk voor neutraal-compenserende effecten op de mobiliteit binnen het plangebied en veroorzaakt terzake geen betekenisvolle negatieve effecten voor deze discipline.

5.15. De samenhang tussen de genoemde factoren

De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein tot onbestaande.

6. Toetsing of een passende beoordeling relevant