• No results found

In elk geval had hij goede contacten met Earl Browder, de secretaris-generaal van de CPUSA, en de

Comintern-verantwoordelijke voor de Verenigde Staten, Gerhard Eisler. Of hij lid

was of niet, deed er ook niet zoveel toe, want ook als ‘freelance-communist’, zoals

zijn latere Poolse echtgenote Ewa Fiszer hem noemde, bleef hij volkomen trouw aan

de partij, haar organisatie en haar politieke lijn. Juist omdat zijn positie boven elke

twijfel verheven was, kon hij voor zichzelf in de volgende jaren een zekere artistieke

vrijheid creëren binnen de beweging. Onder haar beschermende paraplu, met houvast

aan een wij-gevoel

van contactpersonen en aanlooppunten over de hele wereld, kon hij op zoek naar het

avontuur. In een interview zei hij eens: ‘Sommige communisten zeggen altruïstisch:

“Ik werk opdat mijn kinderen gelukkig zullen zijn, voor een mooie toekomst.” Maar

ik heb gewerkt om zelf gelukkig te zijn, voor onmiddellijke resultaten.’

56

Eindnoten:

1 Piet Piryns, ‘Joris Ivens over de Leica en de revolutie’, Vrij Nederland, Bijlage 15 mei 1976, 17.

2 JIin interview met Eric van 't Groenewout (bandopname), 8 en 9 mei 1986. 3 Cinemonde, 28 december 1933 en 18 januari 1934.

Het Volk, 15 maart 1934. Intransigeant, 14 mei 1934. 4 Intransigeant, 14 mei 1934.

Paspoort George Henri Anton Ivens, afgegeven Parijs 28 juni 1933. Stempels 13 april 1934 Basel en Oostenrijk, 14 april 1934 Břeclav, visumUSSR15 april 1934.JIA, pl.nr 629. 5 Helene van Dongen aan Jan Hin, 24 juni 1934.JHA.

6 Akte 1303, over Anneke van der Feer, z.d. (1935).RTsChIDNI, 495-244-101. 7 Helene van Dongen aan Jan Hin, 7 december 1931.JHA.

8 Anneke van der Feer aan Joris Ivens, 28 februari en 22 april 1940. Anneke van der Feer aan Helene van Dongen, 19 maart 1941. Alle:BA/FA, CollJI SW1.

9 Hanns Eisler aan Bertolt Brecht, 14 mei 1934.AdK/HEA. Helene van Dongen aan Jan Hin, 24 juni 1934.JHA.

10 Vgl. ook Aleksandr Solzjenitsyn, De Goelag Archipel, Baarn 1974, 16-17.

11 Joris Ivens en Robert Destanque, Aan welke kant en in welk heelal. De geschiedenis van een leven, Amsterdam 1983, 201-202.

12 Herbert Marshall, Masters of the Soviet Cinema. Crippled Creative Biographies, Londen 1983, 215.

Jean Lacouture, Malraux, une vie dans le siècle, Parijs 1976, 158. Deutsche Zentral-Zeitung, 15 juni 1934 en 8 juli 1934.

In de jaren zeventig deed ook Costa-Gavras een poging La condition humaine te verfilmen, maar hij stuitte op onoverkomelijke bureaucratische moeilijkheden in China. Costa-Gavras in interview met de auteur, 20 februari 1990.

13 Zie noot 3 en Ivens en Destanque, Aan welke kant, 132.

14 Arbeiterzeitung (Saarbrücken), 13 december 1934, gecititeerd in: Ralph Schock, Gustav Regler - Literatur und Politik (1933-1940), Frankfurt/Main 1984, 91. Onderzoekers van het Staatliches Filmarchiv derDDRdeden in de sovjetarchieven vergeefse naspeuringen naar deze

Regler-Ivensfilm, aldus Manfred Lichtenstein in telefoongesprek met de auteur, 27 april 1990. 15 JIin interview voor de Saarlander Rundfunk, gecititeerd in: Schock, Gustav Regler - Literatur

und Politik, 91.

16 Gustav Regler, Das Ohr des Malchus. Eine Lebensgeschichte, Keulen 1958, 264-267. 17 Gustav Reglers notitieboek uit 1937, geciteerd in: Schock, Gustav Regler - Literatur und Politik,

605.

Regler, Das Ohr des Malchus, 387.

18 Regler, Das Ohr des Malchus, 289, 300. Arbeiterzeitung (Saarbrücken), 13 december 1934, geciteerd in: Schock, Gustav Regler - Literatur und Politik, 91.

19 JIin telefoongesprek met de auteur, 22 mei 1989. 20 Herbert Marshall, Masters of the Soviet Cinema, 92.

21 John Willett, The Theatre of Erwin Piscator. Half a Century of Politics in the Theatre, Londen 1978, 129-130, 140.

Maria Hilgenbach, Kino im Exil. Die Emigration deutscher Filmkünstler 1933-1945, München 1982, 66-67.

22 Joseph Zsuffa, Béla Balázs, The Man and the Artist, Berkeley 1987, 226. 23 David Pike, Deutsche Schriftsteller im sowjetischen Exil 1933-1945,

Frankfurt/Main 1981, 465.

Regler, Das Ohr des Malchus, 290. Alfred Kurella, Ich lebe in Moskau, Berlijn 1947, 109. 24 Henri Storck in interview met de auteur en Bert Hogenkamp, 28 november 1990.

25 Francesco Misiano aan Samsonov, z.d.RTsChIDNI, 538-3-175.

26 JIaan Babitski, 24 september 1936. Archief Hans Rodenberg,IfGA/ZPA. 27 Ivens en Destanque, Aan welke kant, 130-131.

28 Reinhard Müller (red.), Die Säuberung. Moskau 1936: Stenogramm einer geschlossenen Parteiversammlung, Reinbek bei Hamburg 1991, 323-326, 295.

29 Müller, Die Säuberung, 323-326, 295 en passim. 30 Ivens en Destanque, Aan welke kant, 131.

31 Richard Taylor (red.), The Film Factory, Russian and Soviet Cinema in Documents, Londen 1988, 358-369.

32 Gustav von Wangenheim, ‘Über die Entstehung des Films “Kämpfer”(9)’, Junge Welt, 28 maart 1963.

33 Henri Storck, ‘Chronologie van de produktie van de film’, in: Bert Hogenkamp en Henri Storck, De Borinage. De mijnwerkersstaking van 1932 en de film van Joris Ivens en Henri Storck, Amsterdam 1983, 27.

JIaan Boris Sjoemjatski, 24 september 1936. Archief Hans Rodenberg,IfGA/ZPA. 34 Produktieplan 1935 (typoscript).

RTsChIDNI, 538-3-175.

Maksim Gorki aan Alfred Kurella, 29 januari 1935. Ten dele afgedrukt in Sonntag nr 8, 1963. Alfred Kurella, Bemerkungen des Genossen Gorki zu dem Manuskript ‘Kämpfer’, 9 april 1935 (typoscript).BA/FA, Map ‘Kämpfer’.

35 Francesco Misiano aan Narkomindel, 4 april 1935.RTsChIDNI, 538-3-172. 36 Müller, Die Säuberung, 416.

37 Deutsche Zentral-Zeitung, 24 juni 1935. Julius Hay, Geboren 1900, München 1980, 217. 38 ‘Het werk is sinds weken gereed’, schrijft de Deutsche Zentral-Zeitung, 4 juni 1936.

Gustav von Wangenheim, ‘Über die Entstehung des Films “Kämpfer” (Schluss)’, Junge Welt, z.d. (eind maart, begin april 1963).

39 Müller, Die Säuberung, 414.

40 Pike, Deutsche Schriftsteller im sowjetischen Exil, 91-95.

41 (Anton) Struik, Conclusie betreffende kameraad Joris Ivens, 5 juni 1936.RTsChIDNI, 495-244-99. 42 Joris Ivens in interview met Eric van 't Groenewout, 8 en 9 mei 1986.

43 Vgl. Müller, Die Säuberung, 9, 555-556, 562-564 en passim.

44 BriefJIaan Boris Sjoemjatski, 24 september 1936. Archief Hans Rodenberg,IfGA/ZPA. 45 RapportJIaan Boris Sjoemjatski, 24 september 1936. Archief Hans Rodenberg,IfGA/ZPA.

Gustav von Wangenheim, ‘Über die Entstehung des Films “Kämpfer” (Schluss)’, Junge Welt, z.d. (eind maart, begin april 1963).

De datum van Van Dongens aankomst in de Verenigde Staten is niet geheel duidelijk. Blijkens Ivens' correspondentie met Moskou uit die tijd (aan Boris Sjoemjatski) moet ze in mei zijn gearriveerd. De Amerikaane Immigratiedienst noemt als datum van haar binnenkomst echter 13 juli 1936. Vgl. Report New York City, 21 december 1943, Title: George Henri Anton Ivens.

FBI.

46 BriefJIaan Boris Sjoemjatski, 24 september 1936.

JIaan Hans Rodenberg, 13 augustus 1936. Beide: Archief Hans Rodenberg,IfGA/ZPA. 47 Akte nr. 1803 m.b.t. Anneke van der Feer, z.d. (1935-1938).RTsChIDNI, 495-244-101.

Vgl. correspondentie Anneke van der Feer aanJItussen 1940 en 1948.BA/FA, CollJI SW1. 48 Ivens en Destanque, Aan welke kant, 130.

49 ‘Dokument nr. 6’ (verhoor Gustav von Wangenheim op 1 juni 1936, uitKGB-archief), in: Müller, Die Säuberung, 560-562.

50 Schock, Gustav Regler - Literatur und Politik, 538-539. 51 Willett, The Theatre of Erwin Piscator, 141.

52 David Pike, Deutsche Schriftsteller im sowjetischen Exil, 204, 256, 440-441, 456, 493.

DatJISebald Rutgers en zijn vrouw Bartha kende, blijkt uit een brief vanJIaan Anneke van der Feer, z.d. (1945).BA/FA, CollJI SW1.

54 JIin gesprek met Marion Michelle (bandopname), 21 maart 1988.

55 De statuten van de Communistische Internationale, waarvan zowel deCPNals deCPUSAsecties waren, schreven voor: ‘Het verhuizen van leden van de Communistische Internationale uit het ene land naar het andere is slechts met toestemming van het Centraal Comité van hun sectie geoorloofd.’ en: ‘Communisten die van verblijfplaats hebben gewisseld, zijn verplicht, lid te worden van de sectie van het land waar zij zich hebben gevestigd. Communisten die zonder toestemming van het Centraal Comité van hun land zijn vertrokken, mogen door de andere secties der Communistische Internationale niet worden opgenomen.’ Dezelfde regel had ook al gegolden toen Ivens van Nederland naar de Sovjetunie verhuisde, maar de sovjetpartij behield zich als enige het recht voor zich niet aan deze statuten te houden.

‘Statuten van de Kommunistische Internationale. Aangenomen op de 44stezitting van hetVIe Kongres van de Kommunistische Internationale, 29 augustus 1928’, paragraaf 37. In: Het program van de Kommunistische Internationale. Aangenomen door het Zesde Wereldcongres te Moskou, Amsterdam z.d., 74.

In hetFBI-dossier over Ivens wordt van eenCPUSA-lidmaatschap geen melding gemaakt, maar wordt zonder nadere toelichting gezegd dat hij in de Verenigde Staten lid zou zijn geweest van deCPSUen deKPD.

56 Claire Devarrieux, Entretiens avec Joris Ivens, Parijs 1979, 59.

Hoofdstuk 9