Artikel 997.
1. Met uitzondering van de gerechtelijke nitwinning van onroerende goederen, en van executoriaal beslag op en verkoop van schepen, welke naar de voorschriften van den eersten, derden en vierden titel van het tweedei boek
bij de raden van justitie moeten plaats hebben, geschiedt de tenuitvoerlegging van alle rechterlijke gewijsden in de zaken in eersten aanleg bij de residentiegerechten behan-deld, bij die gerechten, op last en onder leiding van den residentierechter, op de wijze als in de volgende artikelen is bepaald.
2. Op de tenuitvoerlegging der met vonnissen gelijk-gestelde grossen en rechterlijke bevelschriften bedoeld bij artikel 440, zijn de voorschriften van het tweede boek toepasselijk.
De wijze van executie hier aangeduid is slechts voor-geschreven ten aanzien van vonnissen welke in eersten aanleg (of in hoogste ressort) door de residentiegerechten en in hooger beroep door de Raden van Justitie (art. 994 Rv.) zijn gewezen. Met het woord „gewijsden" is niet bedoeld te verklaren dat slechts in kracht van gewijsde gegane vonnissen kunnen worden tenuitvoergelegd; het tegendeel is dan ook waar. Dat kan al blijken uit hetgeen bepaald is met opzicht tot de executie van verstekvon-nissen, artt. 82 v. v. en 312 Rv.; voorts uit de artt. 54, 55 en 311 Rv. houdende de gevallen waarin vonnissen bij voorraad uitvoerbaar kunnen worden verklaard.
Alle met vonnissen gelijkgestelde acten onder welke be-naming ook als grossen van processen-verbaal van ver-kooping en dwangschriften, alzoo ook processen-verbaal van minnelijke schikking — zie onder art. 942 — vallen
daarbuiten en worden dus geëxecuteerd op de wijze als in het 2e boek van Rechtsvordering geregeld.
Gemis van rechtskundigen bijstand in de binnenlanden en vooral van bekwame deurwaarders aldaar heeft tot de hieronder op te nemen executieregeling aanleiding gegeven.
Artikel 998.
1. Bij onwil of nalatigheid van den veroordeelde om in der minne aan het vonnis te voldoen, zal de partij, die tot de tenuitvoerlegging van het vonnis op de roerende goederen, of ook, indien bet vonnis bij lijfsdwang uitvoer-baar verklaard is, op den persoon van den schuldenaar wenscht over te gaan, hetzij zelve, hetzij door haar op de wijze als bepaald bij artikel 944 derde lid daartoe ge-machtigde, schriftelijk of mondeling verzoek doen aan den residentierechter om de tenuitvoerlegging van het vonnis
te 'gelasten. ..
2. Indien het vonnis uitvoerbaar is verklaard bij lrjls-dwaug, kan de verzoeker tevens aangeven of hij tenuit-voerlegging op de roerende goederen of op den persoon van den schuldenaar, dan wel op beiden wenscht te zien toegepast.
3. In geen geval zal tot gijzeling worden overgegaan Idan indien daartoe uitdrukkelijk verzoek is gedaan.
4. Van het gedaan verzoek en van de verlangde wijze van tenuitvoerlegging, wordt aanteekening gehouden op het vonnis.
De tenuitvoerlegging van een vonnis op de roerende goe-deren van den veroordeelde is geregeld bij de artt. 999 t/m 1018 Rv., die op den persoon van den veroordeelde bij de artt. 999 f 1019 t/m 1032. De executie van een vonnis „desnoods met behulp van den sterken arm" is voorzien bij art. 1033.
Een vonnis uitvoerbaar verklaard bij lijfsdwang kan geëxecuteerd worden tegelijk op de roerende goederen en op den persoon van den schuldenaar, art. 1023 jo 593 Rv.,
bij lijfsdwang echter niet zonder uitdrukkelijk verzoek daartoe —vgl. art. 439 Rv.
Artikel 999.
1. De verzochte tenuitvoerlegging vangt aan met eene op last van den residentierechter aan den veroordeelde gedane aanzegging om alsnog binnen twee dagen aan het vonnis te voldoen.
2. De winnende partij is verplicht om onmiddellijk na afloop van dien termijn, aan den residentierechter kennis te geven of te doen geven, of al dan niet aan het vonnis is voldaan.
Formulier.
In den jare enz. (zie onder art. 935) heb ik enz. (zie onder gemeld art.)
Aangezegd
aan B. B., van beroep . . . . , wonende te . . . mijn exploit doende enz. (zie onder meergemeld art.) om alsnog binnen twee dagen te voldoen aan het von-nis van het Residentiegerecht te dd°
gewezen tusschen hem als gedaagde en A. A., van
be-r o eP ; wonende te als eischer, van welk vonnis het dictum luidt:
(f. i.)
De kosten zijn: De deurwaarder vd.,
De residentierechter doet de winnende partij kennis ge-ven dat de aanzegging geschied is met uitnoodiging om onmiddellijk na afloop van den termijn van twee dagen het resultaat der aanzegging te berichten.
Artikel 1000.
1. Indien binnen den gestelden termijn niet aan het
vonnis is voldaan, vaardigt de residentierechter, in geval van tenuitvoerlegging op de roerende goederen van den schuldenaar, een schriftelijken last uit om die goederen in beslag te nemen tot zoodanig bedrag als vermoedelijk noodig zal zijn om daarop de veroordeeling en de kosten der tenuitvoerlegging te verhalen.
2. Het beslag wordt gelegd door een tot het doen van exploiten bevoegd persoon, bijgestaan door den griffier van het residentiegerecht of een ander daartoe door den residentierechter of te diens verzoeke door het hoofd van het plaatselijk bestuur aan te wijzen Europees ch, ambtenaar of beambte.
3. Van elk beslag wordt een gedagteekend proces-ver-baal opgemaakt, onderteekend door den persoon, die het beslag legt, door den bijstaanden ambtenaar of beambte, en door dengene die volgens artikel 1002 met de bewaring der in beslag genomen goederen wordt belast. Het zal den last vermelden, krachtens welken het beslag is gelegd, en eene nauwkeurige beschrijving behelzen van de in beslag genomen goederen. De inhoud van het proces-ver-baal zal aan den persoon, tegen wien beslag gelegd is, zoo hij tegenwoordig is, worden medegedeeld. Wanneer hij ingevolge artikel 1002 met de bewaring der in beslag ge-nomen goederen is belast, zoomede wanneer hij zulks ver-langt, wordt hem een afschrift van het procesverbaal verstrekt.
4. Een tweede afschrift zal worden gelaten aan den bewaarder, indien een ander dan de beslagene met de bewaring wordt belast.
5. De artikelen 448, 451 en 452 zijn op dit beslag van toepassing.
Artikel 1001.
1. Mei. inachtneming der bij artikel 1000 voorgeschre-ven formaliteiten kan ook beslag worden gelegd op de lichamelijke roerende goederen van den schuldenaar, welke onder anderen mochten berusten. , ,
2. Van het aldus gelegd beslag wordt op last van den residentierechter onverwijld aan den schuldenaar aanzeg-ging gedaan.
Artikel 1002.
1. De persoon met de inbeslagneming belast, zal, in overleg met den bijstaanden ambtenaar of beambte de in beslag genomen goederen geheel of gedeeltelijk aan den beslagene, zijne echtgenoote, bloed- of aanverwanten en hmsgenooten, wanneer zij daarin bewilligen, ter bewaring overlaten, dan wel die goederen geheel of gedeeltelijk naar eene geschikte bergplaats doen overbrengen.
2. Gereed© penningen en geldswaardige papieren zul-len ten kantore van het hoofd van het plaatselijk bestuur werden overgebracht, tenzij met den geëxecuteerde, eene andere plaats van bewaring mocht zijn overeengekomen.
3. Het in het eerste en tweedei lid van dit artikel ver-melde moet in het proces-verbaal van beslag worden op-genomen.
4. Indien onder de geldswaardige papieren zich bevin-den titels van inschulbevin-den, die niet aan toonder luibevin-den, zal de residentierechter, voor zooveel doenlijk, het beslag daarop doen aanzeggen aan den derden schuldenaar, met verbod van betaling aan den geëxecuteerde op straffe van onwaarde der betaling, onverminderd het recht van den executant en van de opposanten bedoeld in artikel 1007, om gelijke aanzegging te doen, indien zij daartoe termen meenen te vinden.
5. De betaling kan echter geldig worden gedaan aan den residentierechter, die de gelden doet overbrengen ten kantore van het hoofd van het plaatselijk bestuur.
Wij residentierechter te ;
Gezien het vonnis van het residentiegerecht alhier
d d° , gewezen tusschen A. A., wonende te . . .
, als eis cher en B. B.' wonende te als gedaagde en op gemelden datum in tegenwoordigheid van
partijen uitgesproken (of: aan wien de inhoud van dat
vonnis bij do uitspraak waarvan hij' niet tegenwoordig is geweest op is aangezegd), van welk vonnis liet dictum luidt: (f. L);
[ingeval van een veirstekvonnis : Gezien het verstekvon-nis van enz., aan wien de inhoud van dat vonverstekvon-nis op . . . is aangezegd — te letten op de termijnen in de artt. 82
en 312 Rv.]
Gelet op het verzoek van de winnende partij dd°. - - - , houdende de tenuitvoerlegging te willen gelasten van dat
vonnis op de roerende goederen van den veroordeelde;
Overwegende dat uit het exploit van den deurwaar-der dd° blijkt dat de aanzegging bedoeld bij art. 999 Rv. is gedaan.;
Overwegende dat de winnende partij op heeft doen weten dat nog niet aan het vonnis is voldaan;
— c. q. Gelezen de missive van onzen ambtgenoot te dd° No. . ,. . , houdende verzoek de ten-uitvoerlegging te willen bewerkstelligen van het vonnis van het residentiegerecht aldaar dd° gewezen tus-schen A. A., wonende te , als eischer en B. B., wonende te als gedaagde, waarvan het dictum luidt: (f. i.),
zulks op de roerende goederen van den veroordeelde;
Overwegende dat uit het exploit van den deurwaarder dd° blijkt dat de aanzegging bedoeld bij art.
999 Rv. is gedaan;
Overwegende dat onze amtgenoot vd. bij missive dd°.
. . . . No heeft meegedeeld dat nog niet aan het vonnis is voldaan;
Gelet behalve op de aangehaalde wetsbepaling op art.
1000 Rv.;
Bevelen (zie onder art. 933) om bijgestaan door den griffier van het residentiegerecht vd. (c. q. door . . . . . . . van beroep Europeesch ambtenaar of be-ambte-, daartoe door ons aangewezen; of: daartoe op ons verzoek door het hoofd van plaatselijk bestuur aangewe-zen) de roerende goederen van den veroordeelde B. B., wonende te , in beslag te nemen tot zoodanig
bedrag als vermoedelijk noodig zal zijn om daarop de ver-oordeeling en de kosten der tenuitvoerlegging te verhalen.
Aldus gedaan te op door ons residenüerechter vd.
Proces-verbaai van executoriaal beslag.
In den jare 1900 en veertien, den twintigsten Maart, op last van den Residentierechter te naar aan-leiding van het verzoek van A. A., wonende te
tot tenuitvoerlegging van het vonnis van het residentie-gerecht te dd° gewezen tusschen hem als eischer en B. B.,- wonende te als gedaagde, welke last is gegeven bij bevelschrift dd° ,
c. q. op last van den residentierechter te in voldoening aan een verzoek daartoe van den
residentie-rechter te , gedaan bij missive dd° Jtfo. . . welke last enz.,
heb ik Jan Jansen, deurwaarder bij het resideintia gerecht te , wonende aldaar, (of : buitengewoon deurwaarder enz. zie onder art. 935),
bijgestaan door den griffier van het residentiegerecht vd.
(bij gestaan door daartoe bij bedoeld bevelschrift aangewezen),
mij begeven naar de woning van
B. B., wonende te , aldaar mijn exploit doende en sprekende met
en heb na onder vertoon van dat bevelschrift mijn voornemen daartoe bekendgemaakt te hebben wegens de bij meergemeld bevelschrift bedoelde veroordeeling en de kosten der tenuitvoerlegging in executoriaal beslag' geno-men de navolgende in het bezit van voornoemden B. B.
aangetroffen goederen : 1.
2.
o. enz. (nauwkeurige beschrijving der goederen, gelden en/of geldswaardige papieren),
welke in beslag genomen goederen ik in overleg met den bijstaanden ambtenaar (beambte)
met diens bewilliging aan den beslagene B. B. vd.
(c. q. met - g L bewilliging aan ^e echtgenoote aiens den huisgenoot
beslagene zich noemende ,. . ) ter bewa-ring heb overgelaten.
(e. q. wat die sub . . . . betreft met diens bewilliging aan den beslagene enz. ter bewaring heb overgelaten en wat de gereed© penningen en/of geldswaardige papieren aangaat ik bij mij heb gestoken teneinde die ten kantore van het hoofd van plaatselijk bestuur alhier over te gen of: zulks na overleg met den beslagene over te bren-gen naar ) .
of: heb doen overbrengen naar [Indien de beslagene tegenwoordig is :
Tevens heb ik deurwaarder aan den beslagene den in-houd van dit proces-verbaal medegedeeld].
Van al hetwelk ik ter plaatse voormeld en bijgestaan als voorschreven dit proces-verbaal heb opgemaakt het-welk door mij, den bijstaanden ambtenaar (beambte) en den met de bewaring der beslagen goederen belasten per-soon van vd. is onderteekend.
(c. q. hebbende de met de bewaring der beslagen goe-deren belaste persoon verklaard niet te kunnen teekenen aangezien hij de schrijfkunst niet machtig is.
De bewaarder, De bij staande ^ ^ g ^ , De deurwaarder
Voorts heb ik deurwaarder vd. aan den beslagene als met de bewaring der inbeslag genomen goederen belast een afschrift van het proces-verbaal verstrekt.
(c. q. aan den beslagene op zijn daartoe gedaan ver-zoek een afschrift van het proces-verbaal verstrekt en een tweede afschrift gelaten aan den bewaarder vd.).
De kosten zijn : De deurwaarder vd.,
Is bij bevelschrift gelast beslag te leggen op de licha-melijke roerende goederen van den schuldenaar onder an-deren berustend, dan gaat de deurwaarder naar het adres van dien ander b. v. D. D. en neemt die goederen in beslag aldus :
„en heb ik onder vertoon van dat bevelschrift mij al-daar laten aanwijzen de lichamelijke roerende goederen van B. B. vd. die zich bleken te bevinden. . . .
waarop ik na mededeeling van mijn voornemen daartoe wegens de bij meergemeld bevelschrift bedoelde
veroordee-ling en de kosten der tenuitvoerlegging in executoriaal be-slag heb genomen enz."
De residentieirechter gelast in zoo'n geval de aanzeg-ging van het beslag aan den schuldenaar. Die aanzegaanzeg-ging kan als volgt geschieden :
In den j are enz. (zie onder art. 935) Aangezegd
aan B. B., wonende te , mijn exploit doende enz. (zie onder gemeld art.)
dat. door mij, deurwaarder, op daartoe bij bevelschrift van den residentierechter te dd° ont-vangen last op den ten zijnen laste, zulks wegens zijne veroordeeling bij vonnis van het residentie-gerecht te dd° gewezen tusschen hem als gedaagde en A. A., wonendei te , als eischer, in executoriaal beslag zijn genomen de in na te melden proces-verbaal genoemde hem toebehoorende goederen on-der D. D., wonende te , berustend, zooals meer in het bijzonder blijkt uit mijn deswege opgemaakt proces-verbaal van executoriaal beslag van gemelden datum waarvan door mij een afschrift aan hem, exploit doende
en sprekende als boven, is gelaten.
De kosten zijn De deurwaarder vd.,
Zijn onder de roerende goederen van den schuldenaar aangetroffen en in beslag genomen titels van inschulden die niet aan toonder luiden (1>. v. een schuldbekentenis van IJ. IJ. te ) dan gelast de residemtierechter aanzegging van het beslag daarop aan den derden schul-denaar (IJ. IJ. vd.). Het exploit kan dan luiden:
In den j are qnz. (zie onder art. 935) Aangezegd
aan IJ. IJ., wonende te , mijn exploit doende enz.
dat door mij op daartoe van den Residentierechter te ontvangen last op ten huize van na te melden B. B., ten verzoeke van A. A., wonende
t e > i n executoriaal beslag zijn genomen een aantal roerende goederen van B. B., wonende te
wegens diens veroordeeling bij vonnis van het residentie'
§e r e d l t t e <M° , gewezen tusschen de-zen als gedaagde en A. A. vd. als eischer, en dat onder die goederen zich bevindt een schuldbekentenis ten laste van hem, IJ. IJ., vd. dd° , waarbij hij zich we-gens geleende gelden van B. B. vd. schuldig erkent een bedrag van / 200.—,
met verbod
van betaling daarvan aan geëxecuteerde B. vd. op straffe van onwaarde der betaling en
met mededeejing
dat de betaling geldig kan worden gedaan aan den resi-dentierechter vd.
'e k c s t e'n zijn: De deurwaarder vd.
Van toepassing zijn in dezen de artt. Rv.
451. Onverminderd de verbodsbepalingen en beper-kende voorschriften, welk© met opzigt tot het in beslag nemen van goederen bij bijzondere wettelijke verordenin-gen zijn of zullen worden vastgesteld, mag geen beslag op roerende goederen uit welken hoofd© ook, gedaan worden :
1°. op zaken, welke de wettelijk© bepalingen verklaren voor onroerend goed door bestemming;
2°. op het noodige bed en beddegoed van de personen tegen welke het beslag gedaan wordt, en van hunne bij hen inwonende kinderen, noch op de kleederen, waar-mede de eerstgenoemde en hunne kinderen gekleed en gedekt zijn;
3°. op de toerusting van personen in krijgsdienst, vol-gens hunne dienst en graad;
4°. op de gereedschappen van ambachtslieden en werk-lieden, tot hun persoonlijk bedrijf behoorende;
5°. op den in het huis voorhanden zijnden voorraad van spijs en drank, dienende tol de behoefd© van het huisge-zin, gedurende ©ene maand.
452. Insgelijks kan er geen beslag gelegd worden:
1°. op de boeken betrekkelijk tot het beroep van den persoon tegen wien bet beslag gedaan wordt, tot de som van twee honderd gulden, te zijner keuze;
2°. op de werktuigen en gereedschappen, dienende tot eenig onderwijs, of beoefening van kunsten en wetenschap-pen, ten bedrage van dezelfde som, en te zijner keuze;
3°. eindelijk, op twee buffels, of twee runderen, of één paard, of twee zwijnen, of twee geiten, of vier schapen, ter keuze van dengene tegen wien het beslag gedaan wo-rdt, met het benoodigd© stroo en voeder voor dat vee gedu-rende eene maand.
Echter zullen de zaken in dit artikel opgenoemd, kun-nen worden in beslag genomen:
r . wegens levensbehoeften, verstrekt aan den persoon tegen wien het beslag gedaan i s ;
2°. wegens de gelden verschuldigd aan personen welke die voorwerpen vervaardigd, hersteld of verkocht hebben;
3°. wegens huren en pachten van onroerende goede-ren, waarin of waarop de gemelde zaken voorhanden zijn.
448. Bijaldien de deuren gesloten zijn, of de opening daarvan geweigerd wordt, gelijk mede bijaldien geweigerd wordt eenige kamer of stuk huisraad te openen, mitsga-ders wanneer bij niet-tegenwoordigheid van den persoon tegen wien het beslag geschiedt, er niemand gevonden wordt om hem te vertegenwoordigen, zal de ambtenaar door wien de deurwaarder wordt bijgestaan, bevoegd zijn om de deuren en het huisraad te doen openen.
Van hetgeen door, en in het bijzijn van dien ambte-naar, uit kracht van dit en de beide volgende artikelen, zal zijn verrigt, zal melding gemaakt worden in het pro-ces-verbaal van beslag.
De deurwaarder kan komen te staan voor de volgende moeilijkheden :
a. de deuren zijn gesloten of de opening ervan wordt geweigerd ;
b. men weigert eenige kamer of een stuk huisraad te openen;
c er is ter plaatse waar beslag zal gelegd worden nie-mand tegenwoordig noch de persoon tegen wien het be-slag geschiedt noch een vertegenwoordiger (b. v. een huisgenoot).
De bijstaande ambtenaar is alsdan bevoegd en op 's deur-waarders verzoek verplicht de deuren en/of het huis
te openen.
Van hetgeen krachtens dit artikel verricht is wordt in het proces-verbaal van beslag melding gemaakt b. v. aldus •
„Vervolgens verzocht ik, deurwaarder v d , aan B B vd. om evenbedoelde (een juist in beslag genomen) kast te openen teneinde mij in de gelegenheid te stellen mede de daarin zich bevindende goederen in beslag te nemen welk verzoek B. B., weigerde, waarop de bijstaande amb-tenaar door mij daartoe aangezocht die kast heeft
open-gebroken en ik toen in executoriaal beslag' heb genomen de volgende in die kast aanwezige goederen t. w."
Het kan voorkomen dat de deurwaarder geen goederen aantreft waarop beslag gelegd kan worden. Hij maakt alsdan op een :
Proces-verbaal non-bevinding.
In den jare enz. (zie hierboven formulier van een pro-ces-verbaal van executoriaal beslag)
heb ik enz.
bijgestaan enz.
mij begeven enz.
en deelde onder vertoon van dat bevelschrift mijn voor-nemen mede om wegens de bij meergemeld bevelschrift bedoelde veroordeeling en de kosten der tenuitvoerleg-ging zijn roerende goederen in executoriaal beslag te ne-men, waarop mij geantwoord werd dat hij, B. B., niemen-dal bezit; dat nl. de meubelen waarmee zijn woning ge-stoffeerd is gehuurd zijn van de firma G., gevestigd te
Vervolgens heb ik genoemde firma opgebeld en om inlichtingen verzocht, waarop iemand van die firma ter plaatse is gekomen en mij het betrekkelijk op
geviseerde huurcontract heeft vertoond.
Daarop ben ik deurwaarder onverrichterzake heengegaan.
Waarvan ik ter plaatse voormeld en bijgestaan als voor-schreven dit proces-verbaal heb opgemaakt hetwelk door mij en den bijstaanden ambtenaar is onderteekend.
Waarvan ik ter plaatse voormeld en bijgestaan als voor-schreven dit proces-verbaal heb opgemaakt hetwelk door mij en den bijstaanden ambtenaar is onderteekend.