• No results found

DE CIVIELE PROCEDURE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE CIVIELE PROCEDURE"

Copied!
180
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VOOR HET RESIDENTIEGERECHT OP JAVA EN MADURA MET FORMULIEREN

SOOB

MR. C. SÜTHOFF

VOORZITTER VAN I)E LANDRADEN TE KLATEN EN BOJOLALl.

Boekhandel en Drukkerij v/h G. C. T. VAN DOEP & Co., Semarang — Soerabaia—'s-Gravenhage

1915.

(2)

0093 3588

1

(3)

DE CIVIELE PROCEDURE

voor het residentiegerecht op Java en Madura met formulieren.

DOOR

MR. 'C. S Ü T H O F F

Voorzitter van de Landraden te Klaten en Bojolali.

t /

V

Boekhandel en Drukkerij v/h G. G. T. VAN DORP & Co., Semarang-Soerabaia—'s-Gravenhage

V' voor *Qt

\ ^Ph v a n

(4)
(5)

Aanvankelijk was mijn plan slechts een aantal formu- lieren uit te geven ten dienste van hen die belast kunnen worden met het doen van exploiten in residentiegerecht- zaken. Door gemis van opleiding zijn de deurwaarders en die als zoodanig fungeeren dikwijls niet berekend voor hun taak. Ik achtte het daarom wenschelijk hun eenige hulp- middelen te verschaffen tot het behoorlijk verrichten van hun werkzaamheden.

Bij nader inzien echter meende ik tot eenigen meerde- ren arbeid te moeten besluiten teneinde ook anderen te kunnen gerieven. In de eerste plaats dacht ik daarbij aan mijn collega's, aan wie wellicht voorzooveel de jongeren aangaat eenige toelichting op het vierde boek van het Reglement op de Rechtsvordering niet onwelkom zal zijn en die allen gebaat kunnen zijn met een poging mijnerzijds om hen te ontheffen van het tijdroovend formuleeren—tel- kens weer — van de voor de residentiegerechtprocedure noodige beschikkingen. Ook heb ik gedacht aan den griffier van het residentiegerecht die als griffier van den Land- raad in Hekmeijer's Pormulierboek een wegwijzer vindt maar eiken leiddraad in residentiegerechtzaken mist.

Het boek kan door opname van een aantal modellen van rekesten, volmachten enz. ook met vrucht geraad- pleegd worden door den ontwikkelden leek die een een- voudige vordering heeft in te stellen en voor wien het inroepen van deskundige hulp zijn bezwaren heeft.

Ik hoop dat het werkje zijn weg moge vinden.

Klaten, April 1914.

C. SUTHOFF.

(6)

ALGEMEENE OPMERKINGEN

De instelling van residentiegerechten heeft plaats ge- had in 1901 bij Staatsblad 1901 No. 15.

De artikelen 116a t/m 1161 van het Reglement op de rechterlijke organisatie regelen plaats van vestiging, res- sort, personeel en bevoegdheid der residentiegerechten zoomede hooger beroep der door die gerechten gewezen vonnissen; het 4e boek van het Reglement op de Rechts- vordering regelt de procedure.

Voor de residentiegerechten in de Buitenbezittingen be- staan speciale regelingen, te vinden in de respectieve re- glementen tot regeling van het rechtswezen in de ver- schillende gewesten. Vele der hieronder op te nemen for- mulieren zijn m. m. te gebruiken bij de toepassing van overeenkomstige bepalingen voor deze gerechten.

(7)

VIERDE BOEK

van het Reglement op de rechtsvordering.

Van de rechtspleging in zaken welke ter kennisneming staan van de residentiegerechten.

EERSTE TITEL

Van de wijze van procedeeren in eersten aanleg.

Artikel 924.

De bepalingen van den eersten, tweeden (met uitzonde- ring van de vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en acht- tiende afdeeling), derden en tienden titel van het eerste boek, van den vierden titel eerste, tweede, vierde en vijfde afdeeling, en van den zesden titel, derde, vierde, negende, tiende, twaalfde en dertiende afdeeling van het derde boek worden, voor zoover zij vereenigbaar zijn met de bijzon- dere voorschriften van dezen titel van toepassing verklaard op het rechtsgeding bij de residentiegerechten.

Bij de toepassing van de als bijzondere regelen van pro- cedure aan te merken artikelen 925 t/m. 977, voorzooveel zij met de hieronder opgesomde onderwerpen verband hou- dende bepalingen bevatten, dient steeds geraadpleegd het bepaalde bij :

de artt. 1 t/m 21: van exploiten van dagvaarding enz;

», 22 ,, 33: van de terechtzittingen;

„ 34 „ 44: van de rechters en het wraken der- zelve ;

„ 46 „ 68 : van vonnissen in het algemeen ;

„ 70 „ 76: van vrijwaring;

„ 77 „ 91a : van vonnissen bij verstek en van verzet :

„ 92 „ 98 : van nietigheid ;

„ 99 „ 106: van de dagvaardingen;

„ 107 „ 127: van de verwering en het voldingen der zaak;

(8)

de

? ?

>t J7

y?

J)

77

) ?

j ;

Ï Î

>;>

>>

j ?

7 J

77

7)

artt

M

j ;

77

7}

) }

77

î ?

>J î >

>'

>;

? J

77

77

77

128

230 241 244 248 256 266 271

273 279 264

378 714 720 751 757

t/lH

7*

>>

J ï

J>

? J

77

J>

>>

; ?

j j

»

? j

135

239 243 247 255 265

270:

272:

278:

282 : 316:

384:

719:

727:

756:

763:

„ 809 „ 812

J »

77 j ?

77

Ï Ï

813

848 859 872

ï >

>>

815

858 865 892

„ „ 893 „ 898 De artikelsgewijze

van voorloopige verzoeken en van de exceptie van onbevoegdheid ;

van het hooren der partijen ; van incidenteele vorderingen ; van reconventie;

van het schorsen en het hervatten van het rechtsgeding;

van ontkentenis van gerechtelijke verrichtingen ;

van verwijzing naar een ander ge- recht en van jurisdictie kwestiën;

van het doen van afstand der in- stantie ;

van het vervallen der instantie;

van voeging en tusschenkomst;

van rechtspleging in zaken van koophandel ;

: van verzet door derden;

van het beslag tot revindicatie van roerende goederen;

: van inbeslagneming of arrest in handen van den schuldenaar;

van pandbeslag voor huren en pach- ten;

van beslag tegen schuldenaren die geen bekende woonplaats hebben en tegen vreemdelingen;

van aanbieding van betaling en ge- rechtelijke bewaargeving of consig- natie ;

van de machtiging eener getrouwde vrouw;

van dwanguitgifte van acten;

van rechtsweigering en evocatie;

van de toelating om kosteloos te procedeeren;

van voorloopig getuigenverhoor, behandeling der zoogenoemde bijzon-

(9)

dere regelen van procedure stelt in staat op de ermede vereenigbare bepalingen zooveel noodig de aandacht te vestigen.

Artikel 925.

1. Elke rechtsingang voor het residentiegerecht, waar- omtrent bij dezen titel geene uitzondering is gemaakt, vangt aan met een verzoekschrift door den eischer, of diens, overeenkomstig artikel 944 daartoe gemachtigde, onder- teekend, ingediend aan den bevoegden residentierechter, die daarmede handelt als in dezen titel is voorgeschreven.

2. Wanneer de eischer niet kan schrijven, kan hij zijne vordering mondeling voordragen aan den residentie- rechter, die haar in geschrift brengt of doet brengen. Deze bevoegdheid tot mondelinge voordracht geldt niet voor den gemachtigde.

3. Incidenten worden schriftelijk of mondeling ter te- rechtzitting aangebracht.

Zie voor de uitzondering art. 930.

Zijn partijen reeds voor den rechter verschenen, dan is geen „inleidend verzoekschrift" noodig. Wat de inci- denteele verderingen (zie art. 241 Rv.) betreft bepaalt het artikel zulks uitdrukkelijk. Ook b.v. de vordering in re- conventie wordt niet bij verzoekschrift, immers bij gele- genheid van het antwoord op den eisch, gedaan — zie hieromtrent de artt. 244 t/m 247 Rv.

F O R M U L I E R E N

van verzoekschriften door den eischer c. q. door eischers gemachtigde in te dienen aan den bevoegden (zie onder art 926) residentierechter.

Aan den Residentierechter

te 1) Geeft beleefd te kennen :

l) 'Aie hieronder art, 926.

(10)

Albert Alberts, van beroep . . . 2) wonende te

3) ;

c. q. voor wien in dezen handelt blijkens hierbij over- gelegde onderhandsche (notarieele) acte van algemeene (of bijzondere) lastgeving (of: blijkens acte van bijzondere lastgeving voor den griffier van het residentiegerecht al- hier) ddo zijn daartoe gemachtigde *) H. Hen- driks, wonende te 4);

dat 5) hij aan Berend Berends, van beroep 2) wonende te heeft verkocht en geleverd gelijk

deze van hem heeft gekocht en ontvangen de hieronder gespecificeerde goederen, zulks op de data en tegen de prijzen als daarnaast is vermeld t. w.

(/• i ) c. q. de beraling van welke roerende goederen te had moeten geschieden1);

dat niettegenstaande herhaalde minnelijke aanmaningen °) Berends vd. nalatig biijft in de voldoening van het ter zake verschuldigd bedrag;

Reden waarom verzoeker UEdelachtbare beleefd ver- zoekt meergenoemden Berends te veroordeelen7) ter zake hiervoor omschreven aan hem, requestrant, tegen behoor-

lijke kwijting te betalen 8) de som van / met

2) Vermelding van het beroep is alleen dan noodig indien de vorderino- met het beroep in handelszaken b.v.) verband houdt.

3) Ingeval overeenkomstig art. 24 B. W. domicilie gekozen wordt; ten deze domicilie kiezende ter griffie van ten kantore van

• . . . zie art. 1007 al. 3 en ook art. 2 Ev.

*) Zie onder art. 944.

5) Zie voor den inhoud van het verzoekschrift art. 957.

6) Ingeval een sommatie is voorafgegaan: ondanks gerechtelijke som- matie blijken exploit van

7) Eventueel: bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad zonder borgtocht en bij lijfsdwang.

Zie de art. 54, 55, 56, 580, 581, 584 en 585 Ev.

Zie ook art. 511 (zaken van koophandel) en art. 1034 Ev.

8) Ingeval van art. 927 al. 3 - tegen ontvangstbewijs aftegeven ter geschatte waarde van f 300 — ; te verstaan dat hij zal kunnen volstaan met de betaling van dat bedrag vermeerderd met de wettelijke renten daarvan enz.

(11)

de wettelijke renten daarvan berekend tegen 6 ö/0" ' s j a a r s sedert den dag waarop de vordering geacht wordt te zijn ingesteld tot de voldoening en in de proceskosten.

den 1914.

't Welk doende (Handteekeni na).

Aan den Residentierechter te

Geeft beleefd te k e n n e n :

Albert Alberts, thans zonder beroep, verblijf houdende te ;

dat hij destijds en wel met ingang van de employé in dienst genomen is door den voor en namens na

te melden naamlooze vennootsehap optredenden en hande- lenden persoon van B. Berends, ^ „ ^ J ^ 6 administra- teur van de onderneming , behoorende aan de naamlooze vennootschap , gevestigd te . . . in Nederlandsch-Indië kantoor houdende t e . . . . bij . . . ., gede- legeerde van de Directie dier Maatschappij (of: in Ned.-Indië kantoor houdende te . . . . en op voormelde onderneming te . . . . , .) en zulks voor onbepaalden tijd tegen een maandelijksch salaris van / ;

dat hij op zonder geldige reden is ontslagen ; dat hij over de maand waarin hij is ontslagen alzoo over de maand . . , . , . zijn loon dog niet heeft ontvangen ;

dat hem competeert behalve het loon evenbedoeld een maand loond ad ƒ , aangezien voor de beëindiging der dienstbetrekking volgens gebruik een termijn van een maand had moeten zijn in acht genomen;

dat hij noch van den administrateur vd. noch van de naamlooze vennootschap voormeld betaling kan bekomen van het hem wegens gemelde arbeidsovereenkomst toeko- mend bedrag ad f ondanks herhaalde minnelijke aannaming ;

Reden waarom requestrant beleefd verzoekt dat het den

(12)

Residentierechter te behage meergenoemde naam- looze vennootschap te veroordeelen aan requestrant ter zake voorschreven tegen kwijting te betalen de som van / of zooveel minder als UEdelachtbare in goede justitie z a l v e r m e e n e n te behooren met de wettelijke renten daarvan berekend tegen 6% ' s j a a r s van den dag waarop de vordering geacht wordt te zijn ingesteld tot de voldoe- ning en in de proceskosten.

den 1914.

't Welk doen de

Een mondeling voorgedragen vordering is als volgt te formuleeren :

Op heden . . . dag, den , verschijnt voor ons, residentierechter te Albert Alberts, wonende te

, die onder mededeeling een vordering te willen instellen tegen Berend Berends, wonende te

verklaart niet te k u n n e n schrijven en mondeling de hier- volgende vordering voordraagt:

dat enz.

W a a r v a n deze aanteekening.

De Residentierechter vd.

(Handteékening)

Artikel 926.

1. De vorderingen, bedoeld bij artikel 116 ƒ van het Re- glement op de rechterlijke organisatie worden ingediend als volgt:

die onder de letters & 1 en 2, c e n d aan den residentie- r e c h t e r der plaats, waar het goed gelegen is ;

die onder letter e a a n den r e c h t e r bij artikel 971 van dit Reglement aangewezen ;

die echter letter f aan den r e c h t e r der plaats, waar het aanbod of de gerechtelijke bewaargeving moeten geschie- den, en als het aanbod of de gerechtelijke bewaargeving

(13)

in een aanhangig proces voorkomen aan den rechter bij wien dit proces aanhangig is ;

die onder letter g aan den rechter voor wien het geding- in conventie wordt gevoerd;

die onder letter h aan den residentierechter bij het derde lid van artikel 1036 van dit Reglement tot de kennisne- ming van het geschil a a n g e w e z e n ;

alle overige aan den residentierechter van de woon- plaats van den gedaagde; indien er m e e r gedaagden zijn dan één, aan dien der woonplaats van één h u n n e r ter keuze van den eischer. Staan de gedaagden tot elkander in de verhouding van hoofdschuldenaar en borg, dan wordt de vordering, behoudens het bepaalde bij het tweede lid v a n artikel 6 van het Reglement op de Rechterlijke Organisatie en het beleid der Justitie in Nederiandsch- Indië, ingediend aan den rechter der woonplaats van den hoofdschuldenaar of van één der hoofdschuldenaren ;

indien de gedaagde geene bekende woonplaats heeft op J a v a en Madura, aan den residentierechter van zijne werkelijke verblijfplaats aldaar ;

indien bij schriftelijke akte door den gedaagde woonplaats is gekozen, aan den residentierechter der werkelijke of gekozen woonplaats, ter keuze van den eischer.

2. Indien de vordering strekt tot betaling van verkochte en geleverde roerende goederen wordt zij ingediend aan den residentierechter van de woonplaats van den gedaag- de of aan dien der. plaats, waar de betaling had moet en geschieden, ter keuze van den eischer.

Art. 116 R.O. luidt: De residentierechters n e m e n kennis in eersten aanleg, in burgerlijke zaken, behoudens in de ge- vallen voorzien bij artikel 125 van de rechtervorderingen bij dit artikel onder de letter a tot en met A nader omschreven, ingesteld tegen Europeanen of met hengelijkgestelden, die woonplaats of werkelijke verblijfplaats hebben op J a v a en Madura, alsmede tegen zoodanige woon- of verblijfplaats heb- bende inlanders of met hun gelijkgestelden, die, voor zoover het onderwerp der vordering betreft, k r a c h t e n s wettelijke

(14)

bepalingen zijn of vrijwillig zich hebben onderworpen aan het voor Europeanen vastgestelde burgerlijke en handels- recht, te weten !

a. indien de vordering loopt over eene bepaalde waarde»

het bedrag van vijfhonderd gulden niet te boven gaande : 1°. van alle persoonlijke rechtsvorderingen, ook dan wanneer bij eene vordering tot betaling van interessen eener inschuld, de hoofdsom dezer inschuld meer dan vijfhonderd gulden bedraagt;

2°. van alle vorderingen tot betaling van erfpachten ; 3°. van alle vorderingentotopeisching van roerende zaken.

De bevoegdheid van den residentierechter houdt op:

1°. wanneer, bij verwering tegen eene der genoemde vorderingen, de rechtstitel wordt betwist, met het gevolg dat het geschil loopt over eene onbepaalde waarde of eene waarde, vijfhonderd gulden te bovengaand;

2 °. wanneer eene der genoemde vorderingen een gedeelte betreft hetzij van eene grootere geldsom hetzij van eene alge- meenheid van roerende zaken ende rechtstitel wordt betwist, met het gevolg dat het geschil loopt over eene onbepaalde waarde of eene waarde vijfhonderd gulden te bovengaande ;

b. over alle vorderingen, onverschillig over welke waarde zij loopen, wanneer zij strekken :

1°. tot vergoeding van schade, hetzij door menschen, hetzij door dieren toegebracht aan land, houtgewas, boom- tuin- ofveld vruchten ;

2°. tot zoodanig herstel van en tot. zoodanige vergoe- ding van schade aan gehuurde onroerende goederen, als volgens de wet ten laste van den huurder komt :

3°. tot voldoening van arbeidsloonen en tot uitvoering van arbeidsovereenkomsten.

Onder „arbeidsovereenkomst" wordt hier verstaande over- eenkomst tusschen een arbeider en een werkgever, waarbij de arbeider tegen loon zijne arbeidskracht, onverschillig of het arbeid des geestes dan wel lichamelijken arbeid geldt, geheel of voor een gedeelte, voor zekeren tijd ter beschik- king stelt van den werkgever. Als werkgever wordt niet beschouwd de Regeering van Nederlandsch-Indië ;

(15)

c. van alle vorderingen, onverschillig over welke waarde zij loopen, wegens aanmatiging, zoo door verplaatsing van scheidsteekenen als anderszins, van gronden, boomen, heg- gen, slooten, afleidingen en belemmeringen van waterloo- pen en waterleidingen, binnen 's jaars en ten nadeele van rechthebbenden op naar inlandsch recht bezeten gronden gepleegd ;

d. van vorderingen, strekkende :

1°. tot ontruiming van gehuurde onroerende goederen, wegens geëindigde huur, zonder onderscheid van het be- drag der huur, tenzij de huurder een schriftelijk bewijs van bestaande, vernieuwde of verlengde huur, eene waar- de van zeshonderd gulden, over het jaar berekend, te bo- ven gaande, in het geding brengt ;

2°. tot ontbinding van huur van onroerende goederen en tot ontruiming dientengevolge ter zake van wanbetaling der huurpenningen, indien die verschuldigde en niet be- taalde huurpenningen niet meer dan zeshonderd gulden bedragen ;

e. van de vordering tot vanwaardeverklaring van een gelegd beslag, wanneer dit berust op eene tot hunne be- voegdheid behoorende vordering en bij de voorschriften betreffende de rechtspleging voor den residentierechter is toegelaten, alsmede van de vordering tot opheffing van zoodanig beslag;

f. van de vordering tot vanwaarde- of tot nietigverkla- ring van een aanbod van betaling of van eene gerechte- lijke bewaargeving, wanneer de waarde der zaak of der geldsom, die aangeboden of in bewaring gesteld is, de som van vijfhonderd gulden niet te boven gaat;

g. van de vordering in reconventie, die, wat het onder- werp des geschils betreft, tot hunne bevoegdheid behoort, ook dan wanneer het beloop dier vordering, gevoegd bij dat van de vordering in conventie, die bevoegdheid te boven gaat ;

h. van alle vorderingen, naar aanleiding van geschillen over of bij de tenuitvoerlegging van vonnissen, voor zoo- veel die tenuitvoerlegging krachtens de voorschriften be-

(16)

treffende de rechtspleging voor den residentierechter bij de residentiegerechten moet geschieden.

Wordt het inleidend verzoekschrift gezonden aan een anderen residentierechter dan die bij 't onderwerpelijk artikel is aangewezen, dan is die residentie rechter ver- plicht zich onbevoegd te verklaren — zie art. 951 al. 2 en 3 en art. 972 al. 2 en 3, zoomede art. 945 bis.

Zie ook art. 928 al. 3 en 4.

Artikel 927.

1. Het verzoekschrift, of het ingevolge artikel 925 twee- de lid opgemaakte geschrift moet inhouden :

lo. de namen en woonplaatsen van den eischer en van den gedaagde, alsmede, indien het verzoek door een ge- machtigde wordt gedaan, van dien gemachtigde ;

2o eene aanduiding van het onderwerp der vordering en datgene wat gevorderd wordt;

3o. indien hetgeen gevorderd wordt niet bestaat in de betaling van eene geldsom en de bevoegdheid van den residentierechter afhankelijk is van de waarde der vor- dering, de schatting der waarde van het gevorderde, met betaling van welk bedrag vermeerderd met de wettelijke interessen de gedaagde kan volstaan. Deze schatting is on- noodig, indien aan de vordering tot opeisching van roerend goed een revindicatoir beslag is voorafgegaan en ook in- dien de vordering strekt tot ontruiming.

2. De akte van volmacht moet bij het verzoekschrift, indien het door een gemachtigde is onderteekend worden overgelegd.

Zie onder art. 925. Indien de eischende of verwerende partij een corporatie, maatschap of handelsvereeniging is zal hare benaming moeten worden uitgedrukt, art. 8 sub 2o Rv. ; haar woonplaats is de plaats harer vestiging.

Indien inde gevallensub a, e, ƒ en g van art. 116/'R. O.

het patitum niet bestaat in de betaling eener geldsom, moet om de bevoegdheid boven allen twijfel te stellen

(17)

geschat worden de waarde van het gevorderde met de betaling waarvan (vermeerderd met de wettelijke interes- sen) volstaan kan worden, behalve wanneer rechtstreek- sehe executie van het vonnis mogelijk is n. 1. bij van- waardeverklaring van een revindicatoir beslag, zie art- 971 en ook art: 972.

Ook ingeval van toewijzing van een vordering tot ont- ruiming van onroerend goed (sub d van art. 116 / R . O.), als wanneer rechtstreeksche executie mogelijk is (zie art.

1033), is zoodanige schatting niet noodig.

Zie ook art. 939.

Tegen aanhouding van de acte van bijzondere lastgeving is uit den aard der zaak geen bezwaar. Generale volmach- ten worden na vertoon teruggegeven of teruggezonden.

Artikel 928.

1. Verzoekschriften, welke niet aan de bij het vorig artikel gestelde eischen voldoen of waarbij de volmacht niet is overgelegd, worden aan den eischer in persoon of diens gemachtigde met mondelinge of schriftelijke opgave van redenen ter verbetering of aanvulling dan wel ter bijvoeging van de volmacht teruggegeven of gezonden en in afwachting daarvan niet aangeteekend in het register bedoeld in artikel 941.

2. De mondelinge voordracht wordt eerst in geschrifge- bracht, wanneer de eischer de gegevens heeft verstrekt om aan de in het vorig artikel gestelde vereischten tevoldoen.

3. Terugzending bij gemotiveerde beschikking heeft plaats, en de in het eerste lid bedoelde aanteekening wordt achterwege gelaten, wanneer het verzoekschrift bij een anderen residentierechter had moeten worden ingediend of wanneer het al dadelijk duidelijk is dat de ingediende vordering ten aanzien van het onderwerp des geschils behoort tot de bevoegdheid van een anderen rechter.

4. Indien de vordering mondeling is ingediend, kan, in de bij het vorig lid bedoelde gevallen, de residentierechter het in geschrift brengen daarvan bij gemotiveerde beschik- king weigeren.

(18)

5. Van de beschikkingen, in de twee voorgaande leden bedoeld, is hooger beroep toegelaten.

6. De krachtens het derde en vierde lid genomen be- schikkingen en de daarop gevallen beslissingen in hooger beroep worden aangeteekend in het register bedoeld in artikel 941.

Doet het geval in de I e al. van 't onderwerpelijk art.

zich voor, dan kan 's residentierechters brief l u i d e n : A. Alberts te. .

H. Hendriks qq. A. Alberts te. . ter verbetering

ter aanvulling teruggezonden zijn rekest ter bijvoeging volmacht

ddo , houdende een vordering tegen B. Berends te , onder mededeeling

dat het rekest abusievelijk . . . . dat het rekest niet inhoudt . . . .

den 1914. De Residentierechter te

(Handteekening).

In het geval van al. 3 kan de beschikking luiden

Wij residentierechter te ; Gezien het rekest ddo. . . . van A. Alberts, wonende

te . . . , houdende een vordering tegen

Overwegende dat ^a t r eke st had moeten worden ingediend bij onzen blijkt dat de ingediende vordering behoort tot de ambtgenoot te

bevoegdheid van den Raad van Justitie te . . . °P §r o n d d a t • Gelet op de betrekkelijke wetsbepalingen;

Beschikkende

Zenden het rekest aan requestrant terug.

Aldus gedaan te , den 1914 De Residentierechter vd.

(Handteeken ing).

Zie onder art. 926 hierboven.

Zie voor het hooger beroep van de in het art. bedoelde beschikkingen art. 980 v. v.

(19)

Artikel 929.

1. Van de vordering wordt door den griffier onverwijld aanteekening gehouden in het register bedoeld in artikel 941. Ten dage waarop die aanteekening heeft plaats gehad, wordt de vordering geacht ingesteld te zijn.

2. De residentierechter bepaalt daarna den dag en het uur, waarop de zaak voor het residentiegerecht zal dienen en doet partijen oproepen, teneinde alsdan te verschijnen, vergezeld van de getuigen, die zij wenschen te doen hooren en met medebrenging van de bewijsstukken, waarvan zij zich willen bedienen.

3. Bij de oproeping van den verweerder wordt hem tevens een afschrift der vordering uitgereikt met aanzeg- ging dat hij daarop, desverkiezende vóór of op den rechtsdag bij door hem of door zijn gemachtigde onderteekende schrif- tuur kan antwoorden.

4. Van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde beschikking wordt aanteekening gehouden in het daar vermelde register, alsmede op de minuut der vordering.

Zie art. 45 R. O.

Zie voor het register onder art. 941.

FORMULIER

van de beschikking in dit art. bedoeld:

Wij residentierechter te ;

Gelezen het rekest van A. Alberts, wonende te ; geregistreerd onder No. , ddo. , houdende eene

vordering tegen B. Berends wonende te ; Gelet op art. 929 al. 2 en 3 Rechtsvordering;

Bepalen dat die zaak voor het residentiegerecht te , zitting houdende in het Landraadgebouw nabij

aldaar, zal dienen op.... dag, den , des voor- middags te ure ;

Verstaan partijen op te roepen teneinde alsdan voor het residentiegerecht vd. te verschijnen vergezeld van de ge- tuigen die zij wenschen te doen hooren en met medebrenging van de bewijsstukken waarvan zij zich willen bedienen,

Gelasten

(20)

den deurwaarder hij het residentiegerecht vd- a) . . . . wonende te den (buitengewoon) deurwaarder bij den Raad van Justitie te

(aangesteld in . . •) wonende te bij afwezigheid )van een deurwaarder als \ den persoon van . wo- , .. , . (, , n , . . . on., „i i nende te . . . die tot net bi] belet > bedoeld bn art. 933 al. 1 i d o e n y a n h e t e x p l o i t b i j

bij ontstentenis ) Rechtsvordering. ' dezen wordt aangewezen op grond dat binnen tien palen van de plaats ( blijkens missive van~üët

F , , ., n j „ I hoofd van plaatselijk be- waar het exploit moet worden gedaan geen 1 g t u u r d d _F_ _ i g a a D g e. deurwaarder is gevestigd. J w ez e n

partijen

om de oproeping van eischer te doen ; gedaagde

[Verstaan voor de oproeping van -0.e d a a g.( i e ' d e t u s"

schenkomst in te roepen ^ van onzen ambtgenoot ») te ]

Verstaan dat tegelijk met zijn oproeping aan verweerder een afschrift der vordering worde uitgereikt met aanzeg- ging dat hij daarop desverkiezende vóór of op den rechtsdag bij door hem of door zijn gemachtigde onderteekende schrif- tuur kan antwoorden.

Bepalen dat de tijd welke tusschen de oproeping van partijen en den rechtsdag verloopen moet op . . . . vrije dagen 1S) wordt gesteld.

Aldus gedaan te . . . . •

den 1914.

De Residentierechter vd.

(Handteekening).

Van deze beschikking wordt aanteekening gehouden in het register (zie art. 941) en op de vordering.

9) Zie art. 933.

'o) Zie art. 934.

») Men kan volstaan met aanbieding voor het noodige van een afschrift der beschikking aan den ambtgenoot, vergezeld eventueel van een afschrift van het introductief rekest.

") Zie art. 931. In spoedeisehende gevallen, bij de beschikking te ver- melden, mag de termijn korter zijn. De termijnen in zaken van koophan- del (artt. 294 t/m 316) gelden niet voor de Residentiegerechten. Zoo noo- dig kan altijd overwogen worden „daar het onderweipelijk een spoed- eischend geval betrefc." Zie ook art. 15 Rv.

(21)

Artikel 930.

In zaken, tot de bevoegdheid van het residentiegerecht behoorende, waarin eene onmiddellijke beslissing wen- schelijk en mogelijk is, k a n de résidentierechter op het daartoe strekkend mondeling verzoek van den eischer, wanneer de gedaagde vrijwillig is verschenen, onmiddellijk tot de behandeling en beslissing overgaan.

Zie onder art. 925.

Eventueel te nemen beschikking van den résidentierechter:

Wij résidentierechter te ;

Gehoord het mondeling verzoek van Albert Alberts, van beroep . . . . , wonende te . . . , houdende om on- middellijk tot de behandeling en beslissing over te gaan van zijn vordering tegen den vrijwillig v e r s c h e n e n Berend Berends, van beroep , , . . , wonende t e . . . , luidende die v o r d e r i n g : dat enz.

Overwegende dat de zaak tot onze bevoegdheid behoort, dat een onmiddellijke beslissing wenschelijk en mogelijk is en dat gedaagde vrijwillig is v e r s c h e n e n ;

Gelet op art. 930 R e c h t s v o r d e r i n g ;

Besluiten tot de onmiddellijke behandeling en be- slissing van de vordering over te gaan.

Gedaan te den . . . . 1914.

De Résidentierechter vd.

(Handteekening).

De vrijwillige verschijning van verweerder m a a k t het introductie! rekest en de rechtdagbepaling met oproe- ping voor partijen tegen dien dag overbodig.

Het vonnis wordt in het openbaar uitgesproken. Zie art. 29 R. O.

Artikel 931.

Bij de bepaling v a n den rechtsdag, wordt door den ré- sidentierechter rekening gehouden met den afstand tus- schen de woon- of verblijfplaats van partijen en de plaats, waar het residentiegerecht zitting houdt, en mag, behalve in spoedeischende gevallen, bij de beschikking als zoo-

(22)

danig te vermelden, de tijd, welke tusschen de oproeping van partijen en den rechtsdag verloopen moet, op niet minder dan drie vrije dagen worden gesteld.

Zie noot 12 onder art. 929.

Artikel 932.

1. Alle oproepingen, aanzeggingen, beteekeningen en in het algemeen alle exploiten, welke voor den geregelden gang der zaak noodig zijn, geschieden door tusschenkomst en op last van den residentierechter door een tot het doen van exploiten bevoegden persoon.

2. Geene oproepingen, aanzeggingen of beteekeningen behoeven te geschieden aan hen, die blijkens het proces- verbaal der zaak ter terechtzitting, waarop de desbetref- fende uitspraken of beschikkingen genomen zijn, in persoon of bij gemachtigde tegenwoordig waren.

Oproepingen worden gelast in de gevallen genoemd in de art. 929, 949 al. 2, 950, 953 laatste al., 959, 964, 966, 967, 968, 975, 990, 1004, 1006 en 1027 Rv.

Over aanzeggingen handelen de artt. 936, 946 al. 3, 968, 985, 995, 1002, 1012 en 1014 Rv.

Zie over beteekeningen de art. 985 en 987 Rv.

Onder exploiten welke -voor den geregelden gang der zaak noodig zijn moeten ook begrepen worden die bedoeld bij de art. 999, 1000, 1008, 1024 en 1033.

Zie voor de formulieren onder de betrekkelijke artikelen.

Eenige algemeene vereischten vindt men in art. 935.

De residentierechter, wiens tusschenkomst en last ge- vorderd wordt is die binnen wiens rechtsgebied het exploit moet worden gedaan.

Tot het doen van exploiten zijn met uitzondering van alle anderen bevoegd zij die bevoegd verklaard zijn bij art. 933. Indien het exploit door een onbevoegd persoon is beteekend, is de rechter verplicht de nietigheid ervan in alle Jgevallen uit te spreken, art. 97 Rv. Vgl. art.

1868 B. W.

Zie voor het proces-verbaal der terechtzitting art. 940.

(23)

Het laatste lid van het art. moet als een uitzondering op den regel van art. 936 worden beschouwd.

Artikel 933.

1. De deurwaarders bij de residentiegerechten en bij de Europeesche rechtbanken zijn bevoegd tot het doen der bij de rechtspleging voor het residentiegerecht gevorderde exploiten, die tot tenuitvoerlegging van vonnissen daaron- der begrepen.

2. Bij afwezigheid, belet of ontstentenis van zoodanige deurwaarders alsmede wanneer binnen tien palen van de plaats, waar het exploit binnen het rechtsgebied van den residentierechter moet worden gedaan, geen deurwaarder is gevestigd, kan door den residentierechter of te diens verzoeke door het hoofd van het plaatselijk bestuur, een geschikt en vertrouwd persoon tot het doen der vereischte exploiten worden aangewezen.

Zie omtrent de deurwaarders bij de Europeesche recht- banken de art. 193 t/m 203 R. O.

De gewone deurwaarders worden benoemd en ontslagen door den Directeur van Justitie, de buitengewone deurwaar- ders worden in elke residentie naar mate der behoefte door den Resident benoemd, die ook tot hun ontslag bevoegd is.

De bijzondere voorschriften betrekkelijk de deurwaar- ders bij de residentiegerechten zijn vastgesteld bij Staats- blad 1895 No. 204. Die deurwaarders worden door den Di- recteur van Justitie benoemd.

De bevoegdheid der deurwaarders is beperkt tot het ressort van het rechterlijk college of gerecht waarbij zij zijn aangesteld. Indien het exploit gedaan wordt aan den beteekende in persoon (art. 935), moet derhalve de plaats waar zulks is geschied in het exploit vermeld worden, zulks op straffe van nietigheid (art. 97).

Eerst ingeval van afwezigheid, belet of ontstentenis van zoodanige deurwaarders alsook wanneer binnen tien palen van de plaats waar het exploit binnen het ressort van den residentierechter moet worden gedaan geen deurwaarder

(24)

is gevestigd, kan een „geschikt en vertrouwd persoon"

tot het doen van het noodige exploit worden aangewezen.

Behalve in het geval van art. 1024 al. 3 kan de deur- w a a r d e r of de ,,geschikte en v e r t r o u w d e " persoon i n l a n d er

zijn. Zie de art. 20, 21 en 60 Rv.

's Residentierechters last luidt alzoo:

Gelasten :

den deurwaarder bij het Residentiegerecht v.d. wonende te

den (buitengewoon) deurwaarder bij den Raad van Justitie Te (aangesteld ia ) wonende te . . . bij afwezigheid\van een deurwaarder Iden persoon van . . . •

bij belet [als bedoeld bij art. 933 al. ljwonende te die bij ontstentenis 'Rechtsvordering r » t het doen van het ex-

: z [ploit bi] dezen wordt aan- op grond dat binnen tien palen van de >gewezen.

plaats waar het exploit moet worden [blijkens missive van het gedaan geen deurwaarder is gevestigd ihoofd van plaatselijk be-

stuur dd is aan- gewezen

om

Artikel 934.

1. W a n n e e r een exploit, een getuigenverhoor of een e andere rechtshandeling moet geschieden buiten het rechts- gebied van den residentierechter, die van de zaak kennis neemt, roept hij daartoe de tusscbenkomst in van zijnen ambtgenoot, ook buiten J a v a en Madura, binnen wiens ge- bied de handeling moet v e r r i c h t worden, of, indien de handeling moet verricht respectievelijk binnen het rechts- gebied van den landraad te Makassar of in de residentie Oostkust van Sumatra, van den raad van justitie te Ma- kasser dan wel van dien te Medan.

2. Hij, wiens tusschenkomst is ingeroepen, geeft aan die op.

dracht gevolg en stelt den rechter van wien de opdracht uit- ging onverwijld met zijne verrichting of bevinding in kennis.

De beschikking kan l u i d e n :

het doen van het noodige exploit Verstaan voor het bevolen getuigenverhoor

het (doen) verrichten van het noodige de tusschenkomst in te roepen van

onzen ambtgenoot te den Raad van Justitie te

(25)

Men kan volstaan met de aanbieding voor het noodige van een afschrift der beschikking.

Artikel 935.

1. Van alle exploiten, die betreffende de tenuitvoerleg- ging van het vonnis daaronder begrepen, wordt schrifte- lijk relaas in de Nederlandsche taal of in het maleisch met latijnsche karakters geschreven opgemaakt, waarvan afschrift aan den beteekende in persoon of te zijner woon- plaats wordt uitgereikt en het origineel aan den residen- tierechter ter hand gesteld of door tusschenkomst van het hoofd van het plaatselijk bestuur toegezonden wordt.

2. Indien echter de gedaagde, nadat hem de oproeping, in artikel 929 bedoeld, is beteekend, ophoudt woonplaats of werkelijke verblijfplaats op Java en Madura te hebben zonder aldaar voor de verdere behandeling der zaak woon- plaats te hebben gekozen, zullen alle verdere in het eerste lid bedoelde voor hem bestemde exploiten, worden aange- plakt aan de hoofddeur van het kantoor van het hoofd van het plaatselijk bestuur en zal een tweede afschrift worden beteekend aan het hoofd van het plaatselijk be- stuur der bovengenoemde woon- of verblijfplaats, die het, zoo mogelijk, aan den gedaagde zal doen toekomen.

Van elk exploit wordt afschrift gelaten, bij meer dan één gedaagde aan elk der gedaagden (behalve echtelieden niet van tafel en bed of goederen gescheiden) — art. 4 Rv.

Het origineel wordt den residentierechter ter hand gesteld of dezen toegezonden door tusschenkomst van het hoofd van plaatselijk bestuur.

Het afschrift zal bij dengene die het ontvangen heeft als oorspronkelijke dagvaarding gelden — art. 1 al. 2.

Het afschrift wordt gelaten:

1. aan den beteekende in persoon; daar blijken moet dat de deurwaarder bevoegd was moet de plaats waar het exploit is gedaan vermeld worden.

2. aan de woonplaats van den beteekende; en alsdan aan hem zelf, aan iemand van zijn huisgenooten of (zie

(26)

art. 3 Rv.) aan het hoofd van plaatselijk bestuur c. q. den hoogst in rang aanwezigen ambtenaar of beambte op het plaatselijk bureau, die het oorspronkelijk stuk en het af- schrift kosteloos met vermelding van den datum zal moeten teekenen. Tenzij de wet uitdrukkelijk anders bepaalt staat de gekozen woonplaats met woonplaats gelijk, zie art. 2 Rv- en art. 926 slot voorl. al. Zie ook art. 944 laatste al.

3. ten kantore van het hoofd van plaatselijk bestuur der laatste woon- of werkelijke verblijfplaats van den gedaag- de tegelijk met aanplakking van het exploit aan de hoofd- deur van het kantoor van genoemden ambtenaar mits de eerste oproeping (in art. 929 bedoeld) hem beteekend is aan die laatste woon- ot werkelijke verblijfplaats en hij zonder op Java en Madura voor de verdere behandeling der zaak woonplaats te hebben gekozen ophoudt aldaar woon- of werkelijke verblijfplaats te hebben.

Hier volgen eenige belangrijke artt. handelende over exploiten :

Art. 6 Rv. De dagvaardingen en alle andere exploiten zul- len gedaan worden op de wijze als volgt:

1°. ten aanzien van den Gouverneur-Generaal, in za ken hem bijzonder aangaande, aan den persoon of ten kantore van den resident van Batavia ; 2°. ten aanzien van de regeering van Nederlandsch-

Indië, als vertegenwoordigende den lande, aan den persoon of ter woonplaats van het hoofd van het betrokken departement;

3«. ten aanzien van residentie- of plaatselijke besturen, openbare instellingen of stichtingen en zedelijke lichamen, aan den persoon of ter woonplaats van het hoofd des bestuurs, of ter plaatse waar het bestuur deszelfs zitting of kantoor houdt;

ten aanzien van vennootschappen van koophandel, aan haar gemeenschappelijk kantoor, en, zoo er geen is, aan den persoon of de woonplaats van een der besturende vennooten ; en na de ontbinding, aan den persoon of de woonplaats van een der vereffenaars ;

b°.

(27)

6°. ten aanzien van den boedel eens gefailleerden, of van iemand die in staat van kennelijk onvermogen is verklaard, aan de weeskamer, of aan den per- soon of de woonplaats van derzel ver met de curatele over den boedel belasten agent;

Art. 7 Rv. Ten aanzien van overledenen kunnen de dagvaar- dingen worden gedaan aan de gezamenlijke erfge- namen en in ééns, zonder uitdrukking van namen of woonplaatsen, ter laatste woonplaats van den overledene; edoch niet langer dan gedurende zes maanden na het overlijden.

Zie ook de art. 17 en 18 Rv.

De kosten worden op de exploiter) bekend gesteld-zie tarief hierachter.

FORMULIER

van een exploit (van oproeping als bedoeld bij art. 929):

In den jare 1900 en veertien, den , op last van den Residentierechter te , (in [voldoening aan een verzoek daartoe van den Residentierechter te

gedaan bij missive van no ), heb ik Jan Jansen, deurwaarder bij het Residentiegerecht

t e > (o f: buitengewoon deurwaarder bij den Raad

van Justitie te aangesteld voor . of:

bij afwezigheid

biJ b e l e t van een deurwaarder als bedoeld bij art:

bij ontstentenis

933 al: 1 Rechtsvordering daartoe door voornoemden resi- dentierechter aangewezen; of: op grond dat binnen tien palen van de plaats waar het exploit moet worden gedaan geen deurwaarder is gevestigd daartoe door voornoemden residentierechter aangewezen) wonende a l d a a , r

te Opgeroepen

(1.) Albert Alberts, van beroep , wonende te , mijn exploit doende ter hoofdplaats , aldaar sprekende met en afschrift van dit exploit latende aan hem in persoon;

(28)

of: mijn exploit doende te zijner woonplaats, aldaar spre"

kende m e t en afschrift van dit exploit latende aan hem in persoon (zijn huisgenoot zich noemende . . . . ) ;

of: ter zake domicilie gekozen hebbende ter hoofdplaats , ten Kantore van den Assistent-Resident van , aan dat gekozen domicilie mijn exploit doende, sprekende

met en afschrift van dit exploit latende aan ; of: a a n wiens woonplaats ik noch hemzelf noch iemand

van zijn huisgenooten heb aangetroffen, zijnde ook na her- haald roepen en kloppen de huisdeuren gesloten gebleven, w a a r n a ik mij onverwijld heb begeven naar het hoofd van plaatselijk bestuur te . , . . . (bij belet—bij ontsten- tenis — of bij afwezigheid van het hoofd van plaatselijk qestuur te . . . . naar den Commies—1™ Klerk—op diens bureau) ten diens kantore, alwaar ik gesproken heb met ZEdelGestrenge — ZEdele — aan wien ik het afschrift heb ter hand gesteld en die het afschrift en het oorspron- kelijk exploit heeft gedagteekend en geteekend ;

(c. q. 2. Berend Berends 13), van beroep , wonende te , mijn exploit doende enz. zie boven)

om te verschijnen voor het Residentie gerecht te . . , . . . het Landraadgebouw aldaar . . . zitting houdende m , -, - -^

net daartoe bestemd gebouw te , op . . . . dag, den

1914, des voormiddags ten . . . ure, vergezeld van de . . ,. hij wen seht

getuigen die —r. ; te doen hooren en met mede- zij wenschen

brenging der bewijsstukken w a a r v a n .. . , bedie- zij zich willen

nen teneinde tegenwoordig te zijn bij de behandeling van door eerst- tegen laatstgenoemde

door Cornelis Cornelissen te . . . tegen hen het residentiegerecht evengemeld ingestelde vordering.

m , , ., d e u r w a a r d e r

l e v e n s heb ik—— •— voornoemd exploit doende td. d e u r w a a r d e r

'3) Oproepingen vau, aanzeggingen en beteekeningen aan meerdere personen geschieden bij één en hetzelfde exploit, behalve wanneer de deurwaarder onbevoegd zou worden tct het doen van het exploit.

(29)

en sprekende als gemeld aan ^ ^ B e r ^ n d ^ d . ieder van hen

gereikt afschrift van de ingestelde vordering met aanzeg- ging dat —-— op die vordering desverkiezende vóór of hij

Z1J

op den rechtdag bij door-, '•—of door p11 gemachtigde (n)

hen hun ° v '

onderteekende schriftuur - r - antwoorden.

De kosten zijn :

k u n n e n

De d e u r w a a r d e r fd d e u r w a a r d e r

( Handteéken ing ) Zoo mogelijk informeere de d e u r w a a r d e r alvorens een v e r r e reis te ondernemen of de persoon aan wien een exploit moet worden gedaan (nog) zijn woon- of verblijf- plaats heeft daar waar hij die volgens het inleidend ver- zoekschrift (c. q. opgave van den residentierechter die de tusschenkomst heeft verzocht) heeft. Indien zekerheid wordt verkregen dat de persoon niet (meer) aldaar woont of verblijft, rapporteert de deurwaarder het aan den resi- dentierechter die de last verstrekte. In het andere geval begeeft de d e u r w a a r d e r zich naar de opgegeven plaats c. q. maakt hij een relaas op volgens onderstaand model :

In den j a r e 1900 en veertien den . . . . heb i k . . . . Jan Jansen, d e u r w a a r d e r bij het Residentiegerecht te

(of: buitengewoon d e u r w a a r d e r bij den Raad van Justitie bij afwezigheid te . . . . , aangesteld voor ; bij b e l e ~ ' van

bij ontstentenis een d e u r w a a r d e r als bedoeld bij a r t : 933 a l : 1 Rechtsvor- dering daartoe door voornoemden residentierechter aan- gewezen ; of: op grond dat binnen tien palen van de plaats waar het exploit moet worden gedaan geen d e u r w a a r d e r is gevestigd daartoe door voornoemden residentierechter

. , aldaar

aangewezen) wonende ; te . . .

ingevolge bekomen last van den residentierechter te . . .

(30)

(c. q. in voldoening aan een daartoe strekkend verzoek van den residentierechter te gedaan bij missive van no ), om op te roepen :

Berend Berends, van beroep employé van en wonende op de onderneming . . . . , district . . . . afdeeling . . . ;

teneinde te verschijnen ter terechtzitting van het Resi- dentiegerecht te . . . . op . . . . dag, den 1914, mij begeven n a a r d e onderneming vd. en heb aldaar tevergeefs naar het adres van Alberts vd- gezocht ; vervolgens ben ik deurwaarder gegaan naar de administrateurs-woning al- daar en heb den administrateur persoonlijk gevraagd naar de woon- of verblijfplaats van meergenoemden Alberts, waarop ik ten antwoord kreeg dat deze reeds twee maan- den geleden de onderneming metterwoon heeft verlaten en zijn tegenwoordige woon- of verblijfplaats hem, admi- nistrateur, niet bekend is.

„j ., deurwaarder

Waarvan ik —— — dit relaas heb opgemaakt op rd. deurwaarder

dag en datum voorschreven.

De kosten zijn : De — deurwaarder fd.

(Handteekening) FORMULIER

van een exploit (van beteekenïng memorie van antwoord 987 Rv.) te doen indien zich voordoet het

geval bedoeld bij art. 935 al. 2.

In den j a r e 1900 en veertien, den

op last van den Residentierechter te .. .., (in vol- doening aan een verzoek daartoe van den Residentierechter te

- gedaan bij missive van . no. ), heb ik J a n Jansen, d e u r w a a r d e r bij het Residentiegerecht

te ..., (of buitengewoon d e u r w a a r d e r bij den Raad van Justitie te , aangesteld voor ; of: bij afwezigheid

bij belet van een d e u r w a a r d e r als bedoeld bij art:

bij ontstentenis

(31)

933 al : 1 Rechtsvordering daartoe door voornoemden resi- dentier echter a a n g e w e z e n ; of: op grond dat binnen tien palen van de plaats waar het exploit moet worden gedaan geen deurwaarder is gevestigd daartoe door voornoemden

residentierechter aangewezen) wonende ,

beteekend

aan Berend Berends, voorheen, toen hem de oproeping werd beteekend om tegenwoordig te zijn bij de behande-

ling van de zaak van Albert Alberts, wonende te , tegen hem voor het Residentiegerecht te , woon-

achtig in de wijk te , sedert blijkens me- dedeeling van het hoofd van plaatselijk bestuur aldaar naar Europa vertrokken en opgehouden hebbende woonplaats en werkelijke verblijfplaats te hebben op J a v a en Madura zon- der aldaar voor de verdere behandeling der zaak woonplaats te hebben gekozen, appellant van het in die zaak door ge- noemd Residentie-gerecht gewezen vonnis ddo. . . . no. . . .

afschrift van de memorie van antwoord van den ge- appelleerde Albert Alberts Y(]- met de daarbij overgelegde bescheiden, mijn exploit doende :

a. ten kantore van het hoofd van plaatselijk bestuur te , s p r e k e n d e met Z. W. Edel Gestrenge in per- soon, aan wien ik afschrift van dit exploit heb gelaten.

b. door aanplakking van dit exploit aan de hoofddeur van het kantoor van het hoofd van plaatselijk bestuur vd-

De —p deurwaarder v<i.

De kosten zijn : td.

(Handteekening).

Het hoofd van plaatselijk bestuur zal het exploit zoo mogelijk aan belanghebbende doen toekomen. Een alge- meene regel hoe te handelen in zulke gevallen is gegeven in art. 2 Rv.

(32)

Artikel 936.

Alle vonnissen en beschikkingen worden door aanzeg- gingen ter kennis van de betrokkenen gebracht.

Op den regel, in dit artikel vervat, kan de slotbepaling van art. 932 beschouwd worden te zijn de uitzondering.

De 3e al. van art. 946 is feitelijk overbodig, immers con- form den regel in het onderwerpelijk artikel.

De bepaling houdt verband met de termijnen die vast- gesteld zijn voor het doen van verzet en het aanteekenen van appel (art. 83 en 980 v.v.) Indien elke voorziening tegen het vonnis uitgesloten is door stilzwijgende of uitdrukke- lijke berusting, is de aanzegging van het vonnis, welke steeds min of meer kostbaar is, m. i. onnoodig. Bovendien aan wien moeten de kosten worden gevraagd ? De trium- phant die voldaan is heeft bij de aanzegging geen belang, de succumbeerende partij die betaald heeft zal bezwaar hebben nog meer kosten te voldoen. De griffier die ze voorschiet zal indien geen executie gevraagd wordt geen verhaal hebben, immers onder griffierechten (zie tarief artt.

2 en 5) zijn ze niet te brengen.

In den j a r e enz, (zie onder art. 935) aangezegd

aan Berend Berends, van beroep , wonende te . . . . , mijn exploit doende (zie onder art, 935)

het (verstek) vonnis van het Residentie gerecht te

dd. No. . . . gewezen tusschen Albert Alberts, van beroep . . . wonende te als eischer en hem, den beteekende, als gedaagde, bij de uitspraak w a a r v a n hij niet tegenwoordig is geweest en w a a r v a n het dictum luidt:

(f. i.)

. De kosten zijn : De —— d e u r w a a r d e r fd.

( Handteekening).

Artikel 937.

1. Alle vonnissen en beschikkingen, welke aan het

(33)

eindvonnis voorafgaan, worden niet afzonderlijk opgemaakt, maar alleen op het proces-verbaal der zitting aangeteekend.

2. Het vonnis, waarbij de r e c h t e r zich onbevoegd verklaart, wordt onder de eindvonnissen gerekend.

Zie over vonnissen in het algemeen de artt. 46 t/m 68, w a a r v a n er hier volgen :

Art. 48. De regter kan alvoerns de zaak bij eindvonnis te beslissen, eene praeparatoire of een e interlocutoire uit- s p r a a k doen.

Voor praeparatoir worden gehouden vonnissen en bevel- schriften, welke gegeven zijn tot instructie der zaak, en welke s t r e k k e n om het proces in staat van wijzen te brengen, zonder dat zulks op de zaak ten principale van e e n i g e n invloed kan zijn.

Voor interlocutoir worden gehouden vonnissen en bevel- schriften waarbij de regter, alvorens regt te doen, een bewijs, een onderzoek of eene instructie beveelt, w a a r v a n de beslissing der zaak zelve kan afhankelijk zijn.

Art. 50. De r e c h t e r s moeten bij h u n n e beraadslagingen van ambtswege de regtsgronden aanvullen, welke niet dooi- de partijen mogten zijn aangevoerd.

Zij zijn verpligt regt te doen op alle gedeelten van den eisch.

Het is h u n verboden uitspraak te doen omtrent zaken welke niet zijn geëiscbt, of meer toe te wijzen dan geêischt is geworden.

Art. 58. Al wie bij vonnis in het ongelijk gesteld wordt, zal in de kosten verwezen worden. Echter zullen de kosten in het geheel of ten deele gecompenseerd mogen worden tusschen echtgenooten, bloedverwanten in de regte linie, broeders en zusters of aangehuwden in denzelfden graad, mitsgaders indien partijen over en weder op eenige punten in het ongelijk zijn gesteld. Ook zal de r e c h t e r de kosten die noodeloos w e r d e n a a n g e w e n d of veroorzaakt k u n n e n laten voor r e k e n i n g der partij die ze aanwendde of ver- oorzaakte.

Bij provisionele, praeparatoire en interlocutoire vonnissen

(34)

kan de uitspraak over de kosten tot het eindvonnis worden voorbehouden.

Zie voorts art. 974 v. v.

FORMULIER VAN EEN VONNIS.

No.

De Residentierechter te . . . , residentie . . ., r e c h t s p r e k e n d e in burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van Albert Alberts, wonende te . . . eischer

contra

Berend Berends, wonende te . . . , gedaagde.

De Residentie rechter vd. ; Gehoord partijen ;

Gezien te stukken ;

Ten aanzien van de daadzaken.

Overwegende dat het inleidend verzoekschrift l u i d t : (f. i.)

Overwegende dat de rechtdag is bepaald op heden en de oproeping van partijen tegen heden is gelast, wat die van gedaagde betreft onder uitreiking van een afschrift-vorde- r i n g ;

Overwegende dat op heden partijen in persoon ter te- rechtzitting zijn v e r s c h e n e n ;

Overwegende dat na voorlezing ervan door eischer bij de vordering hierbovenbedoeld is volhard en gedaagde mondeling heeft geantwoord dat hij de vordering v a n eischer als juist en gegrond e r k e n t ;

Overwegende dat toen vonnis is g e v r a a g d ; Ten aanzien van het r e c h t :

Overwegende dat de vordering als erkend behoort te worden toegewezen ;

Gelet op de art. 924 v. v. 974 v. v. v a n het Reglement op de Rechtsvordering;

(35)

Rechtdoende Wijst eischer zijn vordering toe ;

Veroordeelt mitsdien den gedaagde om ter zake hierbo- ven omschreven aan eischer tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen 14)

Veroordeelt hem nog in de kosten des gedings tot heden begroot op

Aldus gedaan op heden, . . . . dag den . . . . 1900 en veertien, door ons Mr , residentierechter en ten zelfden dage in het openbaar uitgesproken bij monde van ons, in tegenwoordigheid van den griffier van het resi- dentiegerecht en van partijen.

De Griffier. J)e Residentierechter.

F O R M U L I E R van een verstekvonnis.

De Residentierechter te . . . enz. (zie het vorige formulier) ;

De Residentierechter v. d.;

Gehoord den eischer;

Gezien de s t u k k e n ;

Ten aanzien der d a a d z a k e n :

Overwegende dat het inleidend verzoekschrift luidt: (f. i.) Overwegende dat de r e c h t d a g is bepaald op heden en de oproeping van partijen tegen heden is gelast, wat die van gedaagde betreft onder uitreiking van een afschrift- vordering ;

u) Verklaart goed en van waarde het bij proces-verbaal dd

door den deurwaarder bij het Residentiegerecht op de roerende goederen van gedaagde gelegd beslag.

Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij (zie noot 7) voorraad m e t borgtocht zonder

(zie art. 1034) niettegenstaande hooger beroep en bij lijfsdwang mits indien de lijfsdwang bij voorraad wordt ten uitvoergelegd zekerheid worde ge- steld voor de vergoeding van kosten, schaden en interessen waartoe de arrestant mocht worden veroordeeld (al. 2 art. 1019), aan te bieden binnen 8 dagen en aan te nemen of te betwisten binnen 8 dagen nadat die zal zijn aangeboden.

(36)

Overwegende dat eischer in persoon is verschenen doch gedaagde niet is verschenen noch in persoon noch bij ge- gemachtigde ;

Overwegende dat voorgelezen is het relaas van oproe- ping van den deurwaarder bij het residentiegerecht te . .

dd waaruit blijkt dat gedaagde met in- achtneming van den termijn van . . . vrije dagen behoorlijk is opgeroepen om op heden ter terechtzitting te verschijnen en dat hem bij die gelegenheid een afschrift- vordering is uitgereikt met aanzegging dat hij daarop desverkiezende vóór of op den rechtdag bij door hem of zijn gemachtigde onderteekende schriftuur kan antwoorden;

Overwegende dat vervolgens eischer verstek heeft ge- vraagd tegen den behoorlijk opgeroepen doch niet versche- nen gedaagde;

Overwegende dat daarop, de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen zijnde, het gevraagde ver- stek in verleend;

Overwegende dat alstoen de vordering is voorgelezen en eischer daarbij persisteerende vonnis heeft gevraagd ;

Ten aanzien van het recht:

Overwegende dat de vordering niet onrechtmatig of on- gegrond is voorgekomen zoodat zij behoort te worden toe- gewezen ;

Gelet op de art. 924 v.v., 974 v.v. en art. 78 v.v. van het Reglement op de Rechtsvordering;

Rechtdoende :

Wijst eischer zijn vordering toe ; Veroordeelt mitsdien enz.

Aldus enz. in tegenwoordigheid van en van eischer.

De griffier De residentierechter.

F O R M U L I E R

van een interlocutoir vonnis hetwelk op het proces- verbaal der zitting (art. 940) wordt aangeteekend.

De residentierechter besluit vervolgens alvorens ten definitieve te beslissen het navolgend interlocutoir vonnis te wijzen;

(37)

De Residentierechter vd.;

Gehoord partijen ; Gezien de s t u k k e n ;

Ten aanzien der daadzaken enz.

Ten aanzien van het r e c h t : O. enz.

O. dat mitsdien de vordering hoewel niet volledig be- wezen niet geheel van bewijs is ontbloot en dat ter sup- pletie daarvan eischer de eed behoort te worden opgelegd,dat:

Gelet op de betrekkelijke wetsbepalingen ; Alvorens ten definitieve te beslissen:

Dragen eischer op den navolgenden suppletoiren eed uit te z w e r e n : (f. i.)

Verstaan dat die eed zal worden uitgezworen op dag, den 1900 en veertien in tegenwoordigheid van den gedaagde, althans deze behoorlijk daartoe opge- roepen (zie art. 932 al. 2) :

Reserveeren de kosten tot de einduitspraak.

Dartiien Aldus enz. in tegenwoordigheid van en van — —

eischer Na een interlocutoir vonnis luiden de daadzaken in het vonnis ten principale :

Ten aanzien der d a a d z a k e n :

Overnemende de uiteenzetting daarvan in het op heden tusschen partijen gewezen en in haar tegenwoordigheid uitgesproken interlocutoir vonnis, w a a r v a n het dictum luidt: [f. i.]

En wijders:

Overwegende enz.

Artikel 938.

Partijen k u n n e n van de vonnissen en van de in het vorig artikel bedoelde aanteekeningen inzage en op hare kosten afschriften bekomen.

Zie Tarief hierachter.

Zie voorts artt. 853 v. v. Rv.

(38)

Artikel 939.

W a n n e e r de veroordeeling tot iets anders strekt dan tot de betaling van eene geldsom en bovendien niet voor rechtstreeksche tenuitvoerlegging vatbaar is, zal het von- nis moeten behelzen de waardeering op een geldswaardig bedrag met welker voldoening de v e r w e e r d e r kan vol- staan.

Dit art. correspondeert met het bepaalde bij art. 927 sub 3°. Bij gebreke van de voorgeschreven w a a r d e e r i n g zou het vonnis niet te e x e c u t e e r e n zijn.

Zie overigens het aangehaald art.

Artikel 940.

1. De griffier m a a k t van elke zaak een afzonderlijk doorloopend proces-verbaal op, waarin de namen en woon- of verblijfplaatsen van partijen en van h a r e gemachtigden of raadslieden, alsmede het volgnummer der zaak in het in artikel 941 bedoelde register en de datum van iedere terechtzitting worden vermeld.

2. In dat proces-verbaal wordt, behoudens het bepaalde bij de artikelen 969 en 970, al het ter terechtzitting voor- gevallene vermeld.

3. Dat proces-verbaal wordt door den residentierechter en den griffier binnen tweemaal vier en twintig uren na iedere terechtzitting of verrichting onderteekend.

4. Indien hetzij de residentierechter, hetzij de griffier zich in de onmogelijkheid bevindt om het proces-verbaal te onderteekenen, wordt daarvan door dengene, die niet in dat geval verkeert, op dat stuk molding gemaakt.

No, . . . [nommer van de zaak-zie art. 941].

Proces-verbaal der openbare terechtzitting van het Re- sidentiegerecht te . . . . residentie .. ., rechtsprekende in burgerlijke zaken, gehouden op . . . . dag, d e n . . . . 1914.

Tegenwoordig:

. .. . , residentierechter.

, griffier.

(39)

Nadat de terechtzitting door den Residentierechter is ge- opend en openbaar verklaard, wordt afgeroepen de zaak van:

Albert Alberts, van b e r o e p . . . wonende te , eischer.

Contra

Berend Berends, van beroep . . . wonende te , gedaagde.

Partijen zijn in persoon verschenen.

Wordt enz.

\Turiof d e z e beslissing . . , . .,

IN adat —d i t u i t B t e ]— m het openbaar is uitgesproken, sluit de residentierechter de terechtzitting.

En is hiervan opgemaakt dit proces-v er baal dat door den residentierechter en den griffier is onderteekend (dat door den residentierechter is onderteekend, bevindende de grif- fier wegens ziekte zich in de onmooglijkheid het proces- verbaal te onderteekenen).

De griffier: De residentierechter:

Vervolg-proces-verbaal der openbare terechtzitting enz.

in zake als boven, gehouden op . . . . Tegenwoordig enz.

Nadat de terechtzitting enz. wordt de zaak afgeroepen.

Partijen enz.

Het proces-verbaal bevat behalve wat hierboven reeds is bekend gesteld :

de voorlezing van en het persistit bij de vordering;

het antwoord van gedaagde ; de r e p l i e k :

de dupliek;

de vonnissen en beschikkingen aan het eindvonnis voor- afgaande; de inhoud der verklaringen van getuigen en of van deskundigen (behalve ingeval van een beslissing in hoogste ressort-zie art. 969);

de aard enz van de gerechtelijke plaatsopneming (behalve in geval van een beslissing in hoogste ressort art. 970);

al hetgeen verder ter terechtzitting voorvalt.

(40)

Register van bij het Residentiegerecht te

residentie aanhangige of afgedane burgerlijke zaken over het jaar 1914.

(behoort bij art. 941).

(41)
(42)

-a 'S

a S

a; co

g m

7 3 J * P <u a

> — a,

bD 'O as o . as O r -

& 'f

t , c«

O T 3

• a

c j ' o o «s a> o

Oagteekening.

•a c a 2 S 73 » I

bjo-d. « i a o,—, <

' M ° S? C

•M S « Ï .

•g «J S3 Ä .;

O . B S

-a a

"II«

H « t )

•S

S i g S a

& D * M C3 H S 3 ' O Ä t-. bJD

« H U « - r - <U CO ' a

« rt C3 —j

> If I? SP

CD ( y )

c

bjO CS ' O to

>

ho a i

•o .a « c S feC

° 'O

Dagteekening.

4. 6.

03 !

a c A K es S

. 5 >• j d bu çs b i — ÇS D ^ «

'C . _

a 3 :n>

C8 o Ä SC

So

c3

«s 9.

(43)
(44)

Artikel 941.

1, De griffier is bovendien verplicht een algemeen re- gister aan te houden, waarin alle bij het residentiegerecht- aanhangige zaken, elke zaak onder een afzonderlijk n u m m e r , worden ingeschreven met de n a m e n der partijen alsmede van h a r e gemachtigden of raadslieden, zoo zij die mochten hebben.

2. In dat register wordt, met vermelding der dagtee- teekening, kortelijk aanteekening gehouden van het in elke zaak voorgevallene en van de daarin genomen be- slissingen.

Zie het model van dat algemeen register hiernevens.

Artikel 942.

1. De residentierechter is bevoegd en verplicht tot al- datgene. waartoe de president van den raad van justitie of de raad van justitie bij de toegepaste bepalingen be voegd en verplicht is verklaard, en verricht zelf de taak waarvoor de benoeming van rechters-commissarissen aldaar is toegelaten of voorgeschreven.

2. Hetzelfde geldt voor den griffier van het residentie- gerecht ten aanzien v a n al datgene, waartoe d e grif- fiers bij de raden van justitie bevoegd of verplicht zijn

verklaard.

Zie o. m. de art. 17, 18, 31,299 v. v. 714, 720, 751, 759 (tegelijk met de laatste 4 artt. zie art. 971), 815 en 872 (tegelijk met het laatste art. zie art. 973).

Om hun belangrijkheid mogen de artt: 31 en 815 hier, een plaats vinden.

Art. 31. De regter kan in alle gevallen, en in eiken stand der zaak, w a n n e e r dezelve hem voor minnelijke schikking vatbaar schijnt, hetzij op verzoek v a n partijen of van ééne derzelve, hetzij ambtshalve, partijen gelasten om in persoon of door of met derzelver practizijns, voor hem of voor één of meer regters-commissarissen te ver- schijnen, ten einde eene vereeniging te beproeven.

(45)

Indien eene minnelijke schikking tot stand komt, wordt, wanneer partijen zulks verlangen, een proces-verbaal op- gemaakt en geteekend door partijen, of derzelver tot dat

einde bijzonderlijk gemagtigden, in welk proces-verbaal de verbindtenissen, die partijen ten gevolge dier schik- king op zich nemen, worden uitgedrukt.

De uitgifte van dit proces-verbaal geschiedt in execu- torialen vorm.

Indiër geen minnelijke schikking tot stand komt, bepaalt de rechter den dag waarop de zaak weder ter rolle zal worden opgeroepen.

Art. 815. Wanneer in een rechtsgeding tegen eene ge- trouwde vrouw de man is opgeroepen om haar te mach- tigen en deze niet verschijnt zal de rechter die machti- ging verleenen.

F O R M U L I E R

van een proces verbaal van minnelijke schikking.

Proces-verbaal van minnelijke schikking.

Op heden. . . . dag, den . . . 1900 en veertien, verschenen in persoon voor ons, residentierechter te . . . . , residentie . . . . , bijgestaan door den griffier van het residentiegerecht aldaar,

Albert Alberts, en van beroep . . , wonende te . . , eischer in de bij inleidend verzoekschrift ddo . . . . bij het residentiegerecht vd. aanhangig gemaakte vor- dering, geregistreerd onder no

Berend Berendsen, van beroep wonende te

• • . • , gedaagde in die zaak,

welke partijen ons als civiele rechter verzochten een vereeniging te beproeven tof : welke partijen wij als civiele rechter ambtshalve hebben beproefd te vereenigen), waar- na een minnelijke schikking is tot stand gekomen waar- van op verlangen van partijen proces verbaal is opge- maakt als volgt:

Comparant gedaagde verbindt zich tegenover eischer om aan dezen op . . . dag, den . . . 1914, ten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gaat overeenkomstig artikel 28 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten over tot het verkiezen van een voorzitter

aantal uitgebrachte stemmen, waarvan aantal geldige stemmen en aantal blanco en ongeldige;. waarbij kandidaat 1 : aantal

overeenkomstig artikel 27, laatste lid van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, over tot het aanstellen van

Het centraal kerkbestuur, bijeengeroepen door de voorzitter, gaat overeenkomstig artikel 27, laatste lid van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en

Alle stembureauleden zijn verantwoordelijk voor het correct en volledig invullen van het proces-verbaal. Na afloop van de telling van de stemmen ondertekenen alle stembureauleden

Als het gaat om een mobiel stembureau, noteer dan elke locatie waar het stembureau voor kiezers open was en houd per locatie de openingstijden bij.. Adres of

Met het proces-verbaal legt het stembureau verantwoording af over het verloop van de stemming en over de telling van de stemmen.. Op basis van de processen-verbaal wordt de

Als het gaat om een mobiel stembureau, noteer dan elke locatie waar het stembureau voor kiezers open was en houd per locatie de openingstijden bij.. Adres of