• No results found

Gerealiseerde buurtinitiatieven

Hieronder zullen twee tabellen met de tot nu toe gerealiseerde buurtinitiatieven getoond worden. Deze zijn afkomstig van de interviews, het buurtbudget-overzicht, en andere websites.

Alle activiteiten uit tabel 7 worden door de bewoners opgezet en gefinancierd. De activiteiten 1 tot en met 7 is van het Stadsdorp, wat in combinatie is met bewoners van de Helmersbuurt. Echter, bewoner 5 (2017) merkt op dat het behoorlijk goed verdeeld is op het gebied van aandeel Vondelbuurt bewoners. De laatste twee activiteiten zijn alleen van de Vondelbuurt. Daarbij is het opvallend dat bijna alle activiteiten gericht zijn op het sociale domein en dat er niks gebeurt in de openbare ruimte.

Tabel 7: Buurtinitiatieven overzicht Vondelbuurt. Bron: Zie kolom ‘bron’.

Naam Omschrijving Frequentie Type Bron

1. Eten bij de Griek Gezamenlijk eten bij Grieks restaurant op de Overtoom

incidenteel Sociaal Stadsdorp VondelHelmers

website

2. Eetgroep Groep van circa 6 mensen

eten samen bij iemand thuis

maandelijks Sociaal Stadsdorp VondelHelmers

website

3. Biografie avond Avond waarbij iemand vertelt over zijn eigen leven in zijn eigen huis

inactief Sociaal Stadsdorp VondelHelmers

website

4. Bird watching Groep van circa 15 mensen

die vogels kijken. Begon in de achtertuinen van de

maandelijks Sociaal Stadsdorp VondelHelmers

34 bewoners. Soms in de

buurt, soms niet. 5. Conversatie

Frans

Een bewoner geeft Franse taalles

onbekend Leren Stadsdorp VondelHelmers

website 6. Een leven met

kamermuziek

Avond waarbij iemand muziek speelt in zijn eigen huis

inactief Sociaal Bewoner 5

7. Generatie diner Groep van 38 mensen van verschillende generaties die gezamenlijk gaan eten

één keer op 7 april 2017

Sociaal Bewoner 5 en Stadsdorp

VondelHelmers website

7. Voor de draad ermee

Twee ervaren breisters gaven brei-les

onbekend Sociaal, leren Bewoner 5

8. Binnenbuurten Groep van circa 20 mensen

die dicht bij elkaar in de buurt wonen en elkaar toezeggen dat ze bereid zijn elkaar te ondersteunen in het geval dat iemand zorg nodig heeft (2 in de Vondelbuurt).

onbekend Sociaal, zorg

(solidariteit)

Bewoner 5 en Stadsdorp VondelHelmers website

9. Vrienden van de Vondelstraat

Een netwerk van 130 bewoners die kwesties aankaarten bij de gemeente

inactief Leefbaarheid Bewoner 4

In tabel 8 zijn de initiatieven 1 tot en met 5 zijn gerealiseerd doordat de bewoners zelf het idee hadden en eigen initiatief hebben genomen. Initiatief 6 tot en met 10 worden ook door de bewoners zelf uitgevoerd maar zijn wel ontstaan met behulp van Jorrit. Hij is een participatie- en activeringsmedewerker van organisatie Combiwel, die burgerparticipatie dus moet stimuleren. De vraag is dus in hoeverre deze ideeën en initiatieven echt uit de bewoners zelf zijn gekomen zonder ondersteuning van Jorrit. Zouden deze ook gerealiseerd zijn zonder hem?. Daarom en op basis van de kenmerken in 3.1.2 worden alleen de eerste vijf initiatieven meegenomen om onzekerheid te voorkomen. De gerealiseerde initiatieven zijn gedaan door bewoner 1 en 2, die beiden een hogere opleiding hebben genoten en een Nederlandse achtergrond hebben (bewoner 1 en bewoner 2, pers.comm., 2017). In tegenstelling tot de Vondelbuurt zijn de type bewonersinitiatieven gevarieerder. Alle initiatieven vinden in het buurt activiteitencentrum plaats, wat beschikbaar is gesteld door de gemeente als plaats voor activiteiten (faciliterend), in plaats van bij mensen thuis zoals in de Vondelbuurt.

35

Tabel 8: Buurtinitiatieven overzicht Kolenkitbuurt. Bron: Zie kolom ‘bron’.

Naam Omschrijving Jaartal en

frequentie

Type Bron

1. Gemeente perk Groep van 10 bewoners

hebben een groenperk opgezet en beheert het nu

onbekend Zelfbeheer van

groen Bewoner 1, bewoner 2, Jorrit 2. De Kolenkit Leeft buurtfeest Buurtfeest georganiseerd door bewoner 1. Dit jaar in samenwerking met gemeente en organisaties. Vorig jaar en de jaren ervoor alleen door de bewoner geïnitieerd en uitgevoerd.

sinds 2012 en jaarlijks

Evenement, sociaal Bewoner 1

3. Adoptant afvalbak Het onderhouden van een

afvalbak

regelmatig Leefbaarheid Bewoner 2

4. Zwerfafval acties Het opruimen van zwerfafval in de buurt

incidenteel Leefbaarheid Bewoner 2

5. Computerlessen Bewoner 1 gaf

computerlessen aan bewoners met een migratie- achtergrond

inactief Solidarieit en leren Bewoner 1, website

Kolenkitbuurt

6. Vrouwen van B.A.C.K.

Een groep vrouwen met migratie-achtergrond die samen activiteiten

organiseren om hun kennis en kunde op verschillende gebieden te vergroten en een bijdrage te leveren aan de wijk en stad

wekelijks Sociaal en

ontwikkeling

Bewoner 3 en website Kolenkitbuurt

7. Meat & eat Een groep van circa 20 mensen die in het buurtactiviteiten centrum (B.A.C.K.) eet minstens 2 jaar en eens in de twee weken

Sociaal Bewoner 1, bewoner

2, Jorrit en website Kolenkitbuurt

8. Naailessen Groep die samen leert naaien sinds 4 januari

2016 en wekelijks

Sociaal, leren Bewoner 3 en website

Kolenkitbuurt

9. Conversatielessen Taalles voor vrouwen met migratie-achtergrond

wekelijks Solidariteit, leren bewoner 1, website

Kolenkitbuurt

10. Breilessen Breilessen door bewoner

gegeven voor anderen

sinds 1 januari 2016 en wekelijks

Sociaal, leren website Kolenkitbuurt

en Jorrit

11. Hanging Baskets Plantenbakken aan

lantaarnpalen en planten voor gemeenteperk (zie 1.)

incidenteel Groen Buurtbuget Bos en

36

8. Discussie

In het gehele onderzoek zijn er al wat beschreven, maar in deze paragraaf worden de belangrijkste benoemd.

Voor de Kolenkitbuurt waren meer buurtbewoners als respondenten gewenst. Echter, na verschillende pogingen in combinatie met de beperkte tijd en het gebrekkig Nederlands spreken van benaderde bewoners is dat doel helaas niet bereikt. Het aantal interviews is te laag om statistisch onderbouwde conclusies te trekken, maar dit is ook niet de opzet van het onderzoek. Het onderzoek heeft voornamelijk een kwalitatief karakter en richt zich op de verhalen, ervaringen en percepties van de bewoners. Desalniettemin, zou meer tijd een oplossing kunnen bieden, waarbij er geïnvesteerd kan worden in het verdiepen van een andere taal (met name Turks of Marokkaans), het inhuren van een tolk, of dat er simpelweg meer tijd is om een band op te bouwen met de bewoners zodat zij zich comfortabel genoeg voelen om een gesprek met mij te voeren. Dit laatste ervaart Liem nu in de praktijk (Liem, pers.comm., 2017).

Daarbij is het mogelijk dat niet alle burgerinitiatieven, die gerealiseerd zijn, in dit onderzoek zijn meegenomen. Dit wordt ook in andere onderzoeken ervaren, zo benadrukt Hurenkamp et al. (2006) dat het vaak om duizenden initiatieven gaan en dat er niet zoveel over bekend is. Zoals ik het in de praktijk heb ervaren, is het moeilijk om deze te onderzoeken of te tellen, aangezien het om relatief kleine en informele initiatieven gaat. Hierbij vullen Hurenkamp et al. (2006) weer aan dat de kleinschaligheid, de lokale focus en het informele karakter van zo’n burgerinitiatief vaak onbekend is buiten de initiatiefnemers zelf. Daarom is het lastig geweest om data hierover te verzamelen en is er een mogelijkheid dat niet alle burgerinitiatieven zijn meegenomen in het onderzoek. Zo waren alleen de buurtbudgetten van 2016 beschikbaar en niet van de jaren daarvoor. Desalniettemin is er geprobeerd een zo compleet mogelijk beeld te schetsen omtrent de aantallen.

Een derde opmerking is dat er een vervolgonderzoek gewenst is omtrent de rol van professionals en organisaties die gericht zijn op participatie in een buurt. In de interviews met zowel de bewoners als de gemeenteambtenaren kwamen deze namelijk regelmatig aan bod. Op basis van de interviews, websites en mensen die ik in de buurt ben tegengekomen lijkt het dat organisaties en professionals een belangrijke rol spelen omtrent participatie in de Kolenkitbuurt. Deze organisaties bestaan dan niet uit bewoners en hebben ook nog andere projecten in andere buurten en steden, maar zij nemen de inwoners wel mee in het participeren. De vraag is dan ook in hoeverre professionals betrokken mogen zijn bij de totstandkoming van een bewonersinitiatief, zodat het nog steeds als actief burgerschap wordt beschouwd. Hier is nog weinig literatuur over en Oude Vrielink & van de Wijdeven (2011) benoemen dat er in de praktijk vrij weinig bekend is over de rol van professionals in een buurt. Verder onderzoek omtrent deze rol zou daarom nuttig en gewenst zijn.

37

9. Conclusie

Opleiding, inkomen en etniciteit die door Uitermark (2012), Engbersen et al. (2015) en Snel et al. (2015) als verklaring worden beschouwd voor de mate van burgerparticipatie, beschouwen de respondenten over het algemeen niet als invloed op de mate van burgerparticipatie en wenste daarover ook niet te generaliseren. Desalniettemin, zijn er terugkerende thema’s met betrekking tot deze indicatoren in hun verhalen. Deze zijn zowel de gebrekkige taalvaardigheid, de negatieve effecten van armoede, het gebrek aan een inkomen en diens bijkomende zorgen die de mate van burgerparticipatie belemmeren, als het assertieve gedrag van hoogopgeleide mensen die zich sneller en makkelijker verenigen, wat gunstig kan zijn bij het opzetten van initiatieven. Deze resultaten komen dus uiteindelijk zeer overeen met de theorieën van Uitermark (2012), Engbersen et al. (2015) en Snel et al. (2015).

De woonduur, het vertrouwen in de buurt, en zich thuis voelen in de buurt zijn motivaties die in de literatuur worden deze beschouwd als mogelijke verklaringen voor de mate van actief burgerschap. Echter, gebaseerd op de interviews in beide buurten worden deze drie indicatoren nooit benoemd. Hoewel inkomen en opleiding een belangrijke invloed hebben op de mate van burgerparticipatie en de buurten hierin aanzienlijk verschillen, blijken de onderliggende motivaties van de bewoners in beide buurten toch sterk overeen te komen. Het gaat vooral om het sociale aspect, namelijk het contact met de bewoners en de cohesie te versterken. In de praktijk verschillen de motivaties van de bewoners met de bestaande theorie van Tonkens & Verhoeven (2011).

De gemeente wenst een verschuiving naar meer actief burgerschap, maar in de praktijk is dat erg moeilijk. Ze nemen een faciliterende en stimulerende rol aan, maar er komen weinig initiatieven uit. Dit komt door de bovengenoemde belemmeringen van bewoners met een sociaaleconomisch zwakkere status. Maar ook doordat de bewoners geen contact opnemen, geen tijd of zin hebben en bijvoorbeeld ook weinig gebruik maken van het buurtbudget die de gemeente beschikbaar stelt. Het laatste kan liggen aan het feit dat een sociaaleconomisch sterke buurt minder afhankelijk daarvan is. Hoewel er dus naar meer burgerparticipatie gestreefd wordt, ziet de gemeente in dat er onvoldoende actief burgerschap plaatsvindt en zijn zij bezig om een buurtplatform op te zetten die de burgerparticipatie moet stimuleren.

Op basis van de getelde buurtinitiatieven blijkt dat er minder burgerparticipatie plaatsvindt in de Kolenkitbuurt dan in de Vondelbuurt. Er zijn respectievelijk vijf en negen buurtinitiatieven gerealiseerd tot nu toe. Dit laat zien dat er enorm weinig initiatieven over het algemeen gerealiseerd zijn, wat ook overeenkomt met de constateringen van van Berkel, De Kok, Liem, Jorrit, bewoner 1 Kolenkitbuurt en bewoner 6 van de Vondelbuurt. De hypothese, die in 5.1 is gesteld, dat in de Kolenkitbuurt minder burgerparticipatie plaatsvindt dan in de Vondelbuurt, omdat het een sociaaleconomisch en etnisch kwetsbaardere wijk is, wordt dus bevestigd.

Het verschil is niet groot, maar een groot deel van de oorzaak kan te vinden zijn in inderdaad de sociaaleconomisch zwakkere status van de Kolenkit bewoners. Het blijkt dat die bewoners toch meer hulp nodig hebben bij het opzetten van initiatieven, omdat zij niet weten hoe zij zoiets moeten opzetten, de taal niet spreken en daarom al problemen ervaren of het feit dat het geen prioriteit in verband met de hoge armoede. De gerealiseerde initiatieven in de Kolenkitbuurt zijn namelijk ook van hoogopgeleide en Nederlandse bewoners in de buurt. Er wordt hulp aangeboden door professionele organisaties, maar dan is het de vraag in hoeverre het nog vanuit de bewoners zelf komt. Indien initiatieven met behulp van organisaties, zoals Cascoland, WoW of Operatie Periscoop,

38 zouden worden meegenomen in dit onderzoek, dan zou de Kolenkitbuurt de Vondelbuurt overtreffen. De gerealiseerde initiatieven in de Vondelbuurt zijn zelfstandig bedacht, opgezet en gefinancierd door de bewoners en zijn dus compleet afhankelijk. Daarbij moet gesteld worden dat het type burgerparticipatie verschilt tussen de gerealiseerde initiatieven in de buurten. In de Vondelbuurt zijn ze alleen maar op het sociale aspect gericht en niet op de openbare ruimte, wat wel het geval is in de Kolenkitbuurt.

In andere vergelijkende onderzoeken kan gekeken worden of deze bevestigde hypothese ook klopt en zo kan men tot een eventuele generalisatie of algemene trend komen omtrent de mate van actief burgerschap. De gemeente kan zich hier dan ook op aanpassen, door het juiste aan te bieden aan het type buurt. Het kan dan in de vorm van een buurtbudget, advies geven of juist eerst het onderliggende probleem die actief burgerschap belemmeren (armoede, taalvaardigheden) te verlichten of op te lossen. Het huidige beleid, ‘Ruimte voor burgers in West’, om meer derde generatie participatie te realiseren wordt moeilijk bereikt door de bovengenoemde kwesties. Er vindt wel eerste en tweede generatie plaats, maar de derde blijkt nog net een stap te ver. Het doel wat in het beleidsdocument gewenst is, wordt dus op het moment niet behaald en heeft veel tijd nodig. De hypothese (zie 5.1) is bevestigd en verder onderzoek kan bekijken of dit ook in andere buurten klopt. Burgerparticipatie is een omvangrijk onderzoeksgebied, waarbij vooral derde burgerparticipatie een vrij nieuw en lastig fenomeen is om te onderzoeken. Dit onderzoek moet daarom als een indicatief onderzoek gezien worden en als vergelijkingsmateriaal functioneren.

39

10. Referentielijst

Activiteiten Buurtbudget 2016 Gebiedsteam Bos & Lommer.

file:///C:/Users/Carmen/Downloads/activiteiten_buurtbudget_2016_gebiedsteam_bos_lommer%20( 1).pdf (geraadpleegd 8 juni 2017).

Berg, E. M., Houwelingen, P., Hart, J. J. M., & Ross, J. A. (2011) Informele groepen: verkenningen van

eigentijdse bronnen van sociale cohesie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Booi, H., Bicknese, L., Slot, J. (2015) Gebiedsanalyse 2015 Overkoepelende analyse. Amsterdam : Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek.

Bryman, A. (2012) Social Research Methods. Oxford: Oxford University Press. Centraal Bureau voor de Statistiek (2017) Kerncijfers wijken en buurten 2016.

http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=83487ned&D1=0-1,3-4,11,16-17,31,33- 35,72,77,80,90,93,99,101,104&D2=960,1050-1051&HDR=T&STB=G1&VW=T (geraadpleegd op 4 juni 2017).

Engbersen, G., Snel, E. and 't Hart, M (2015) Mattheüs in de buurt : over burgerparticipatie en ongelijkheid in steden. Rotterdam: Kenniswerkplaats Leefbare Wijken.

Gemeente Amsterdam (z.j.). Gebiedsagenda Bos en Lommer Stadsdeel West 2015. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.

Gemeente Amsterdam (z.j.) Kolenkit: vernieuwing https://www.amsterdam.nl/projecten/kolenkit/ (geraadpleegd 18 april 2017).

Gemeente Amsterdam (z.j.) Gebiedsanalyse 2015 Oud-West/De Baarsjes Stadsdeel West. Amsterdam: Gemeente Amsterdam

Gemeente Amsterdam (z.j.) Gebiedsanalyse 2016 Oud-West/De Baarsjes Stadsdeel West. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.

Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek Informatie en Statistiek (z.j.) Kerncijfers in buurten, 1 januari 2017 https://www.ois.amsterdam.nl/feiten-en-cijfers/# (geraadpleegd 3 juni 2017) Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek Informatie en Statistiek (2016) Stadsdelen in cijfers 2016 http://www.ois.amsterdam.nl/pdf/2016_stadsdelen_in_cijfers.pdf (geraadpleegd 8 juni 2017). Gemeente Amsterdam Stadsdeel West (2012) Ruimte voor Burgers in West. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.

Gemeente Amsterdam West (2014) Gebiedsanalyse Bos en Lommer. Amsterdam: Gemeente Amsterdam West.

Gemeente Amsterdam West (z.j.) Bos en Lommer Gebiedsplan 2017. Amsterdam: Gemeente Amsterdam West.

Gemeente Amsterdam – Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. (2016). Wonen in Amsterdam 2015 Leefbaarheid.

file:///C:/Users/Carmen/Downloads/wia_2015_factsheet_leefbaarheid%20(3).pdf (geraadpleegd op 25 februari 2017).

40 Het Parool (2009) Kolenkit slechtste buurt van het land. Het Parool, 9 februari 2009.

Houwelingen, P. van, Boele, A., & Dekker, P. (2014) Burgermacht op eigen kracht? Een brede verkenning van ontwikkelingen in burgerparticipatie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Hurenkamp, M., & Rooduijn, M. (2009). Kleinschalige burgerinitiatieven in perspectief. In Dekker, P. & Hart, J. van. (red) Vrijwilligerswerk in meervoud. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau: 197- 215.

Hurenkamp, M., Tonkens, E. & Duyvendak, J.W. (2006). Wat burgers bezielt. Een onderzoek naar burgerinitiatieven. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam/NICIS Kenniscentrum Grote Steden. Jonker, J.J.H. (2008) Ambtelijke perspectieven op burgerparticipatie: over opvattingen en opzetten. Twente: University of Twente.

Kilic, M. (2008) Derde generatie burgerparticipatie, hoe doe je dat?. Amersfoort: Twynstra Gudde. Lenos, S., Sturm, P., Vis, R. (2006) Burgerparticipatie in gemeenteland. Quick scan van 34

coalitieakkoorden en raadsprogramma’s voor de periode 2006 – 2010. Amsterdam: Instituut voor Publiek en Politiek.

Mayntz, R. (2003). From government to governance: Political steering in modern societies. Summer

Academy on IPP, 7-11.

Oude Vrielink, M. & Wijdeven, T., van de. (2011) Ondersteuning in Vieren, Beleid en Maatschappij, 4: 438-455.

Overzicht buurtbudget Oud-west en de Baarsjes 2016.

file:///C:/Users/Carmen/Downloads/buurtbudget_overzicht_baarsjes_en_oud-west_2016%20(2).pdf (geraadpleegd 8 juni 2017)

Roberts, N. (2004). Public deliberation in an age of direct citizen participation, The American review of public administration, 4: 315-353.

Reus, H., Eggink, B., Pruijser, M., Dorresteijn, W., & Trienekens, S. (2011) Kolenkit-Cascoland Verslag impact onderzoek naar Kolenkitproject van kunstenaars-collectief Cascoland. Amsterdam:

Hogeschool van Amsterdam.

Snel, E., Hoogmoed, K., & Odé, A. (2015) Actief burgerschap en leefbaarheid in Rotterdam, Bestuurswetenshappen, 70-84.

Swyngedouw, E. (2005) Governance innovation and the citizen: the Janus face of governance- beyond-the-state, Urban studies, 42(11), 1991-2006.

Tonkens, E. & Verhoeven, I. (2011). Bewonersinitiatieven: proeftuin voor partnerschap tussen burgers en overheid. Een onderzoek naar bewonersinitiatieven in de Amsterdamse Wijkaanpak. Amsterdam, Nederland: Universiteit van Amsterdam/Stichting Actief burgerschap.

Uitermark, J (2012) De zelforganiserende stad. In: Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (red.). Toekomst van de stad. Den Haag, Nederland: Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur: 5- 10.

41 literatuur. Tilburg/Den Haag: TSPB/BZK.

11. Bijlagen

GERELATEERDE DOCUMENTEN