• No results found

Geografie van Alles

Duizenden supporters PSV

bij regiobijeenkomst GIN-Zuid

Geografie van Alles

Allereerst gaf Van der Zee een aantal definities van big data om daarmee het referentiekader van iedereen enigszins gelijk te krijgen:

IBM “Any data that cannot be captured, managed, and/or processed using traditional data management components and techniques” Gartner “High-Volume, high-Velocity and high- Variety information that demands innovative forms of information processing for enhanced insight and decision making”

Geografie van Alles is gestoeld op enkele ontwikkelingen.

• Ontwikkeling van opslagcapaciteit voor allerhande data.

Van Petabyte, Zettabyte tot Brontobyte (10^22) en Geoptbyte (10^30)

• Ontwikkelingen van meer data, gestructu- reerd en ongestructureerd.

• Steeds meer databronnen, zoals sensoren. Smartphones met camera.

Hergebruik van data door het delen ervan. Bv social media.

• Grotere analysecapaciteiten doordat we over meer data beschikken, maar ook omdat we grotere en fijnmazige modellen en complexe algoritmes kunnen gebruiken. En de resultaten van de analyse worden weer als data hergebruikt.

• De mogelijkheid om verschillende datafor- maten te combineren.

• De ontwikkeling van sensoren, waardoor er een grotere resolutie ontstaat. Niet alleen de pixelhoeveelheid in camera’s, maar de resolutie van xyz en bijvoorbeeld tijd. De sensoren kunnen nu livestream video- beelden leveren.

• Daarnaast is er een verbreding van het meetspectrum van multispectraal naar hyperspectraal.

Met deze technische ontwikkelingen kunnen we nu toepassingen gaan bedenken en gebruiken. In zijn presentatie gaf Erik enkele voorbeelden. Drones, die op grote hoogte een haarscherp beeld van een hele stad als video- stream naar een controle centrum doorsturen. Maar denk ook aan zelfrijdende auto’s die met een groot aantal sensoren zijn uitgerust om door een goede “situational awareness” veilig en volgens verkeersregels te kunnen rijden. Of met scanners en sensoren de omgeving te scannen voor diverse doeleinden.

Naast voorbeelden en ontwikkelingen van ijzeren objecten, gaf Van der Zee voorbeelden van een zachte ontwikkeling. Hij noemde dit Facebook of Things.

Door verschillende sensoren in objecten of bij objecten te plaatsen, en deze te combineren met software en Wi-Fi, kunnen deze objecten intelligent gemaakt worden. Voorbeeld van een afvalbak, waarbij de vrije ruimte in de afvalbak gemeten wordt. Als deze een minimumwaarde bereikt, kan door een Facebook-bericht of tweet de ophaaldienst worden geïnformeerd. Ook kunnen sensorensignalen gecombineerd worden om een tweet te creëren. Bijvoorbeeld minimumwaarde en temperatuur in de afvalbak. De locatie van objecten is natuurlijk van belang. Niet alleen concrete objecten, maar zoals we in de geografie al kennen, ook van soft objecten Een parkeervak van anders gekleurde klinkers of van vier witte kalklijnen is in de geografie een object. Met een sensor en dus de locatie kan dit object worden opgenomen in de Facebook of Things om bijvoorbeeld zijn status van “vrij” of “bezet” aan te geven. Handig voor de naviga- tiesoftware en voorkomt rondjes rijden om een vrije parkeerplaats te vinden. Wat dan weer goed is voor het milieu. Door sensoren, objecten, big

Duizenden supporters PSV

bij regiobijeenkomst GIN-Zuid

Geografie van Alles

Ontvangst met koffie.

Aandachtige toehoorders voor Peter van de Crommert.

data en geografie te combineren, wordt een city een smart city.

Goed, al met al spiegelde Erik ons een beeld van de technische toekomst, waarin van alles mogelijk is. Ontwikkelingen gaan snel.

Wat tot nu toe nog niet belicht wordt in de wereld van big data, zijn de juridische aspecten als privacy, oneigenlijk gebruik en dergelijke. Het kenteken van mijn auto is herkenbaar op de video, die door de drone op 6km hoogte is opgenomen. Maar wil ik wel dat mijn kenteken herkend wordt?

Ook wordt data, die bijvoorbeeld voor milieu- doeleinden wordt opgenomen, doorgegeven aan of afgetapt door andere instanties. Hierover wordt de discussie nog gevoerd en er is nog geen sluitende wetgeving geregeld.

Na deze zeer interessante uiteenzetting over Big Data, Smart Cities en Internet of Everything was het de buurt aan Peter van de Crommert(DITSS) om uit te leggen hoe het in de praktijk werkt. DITSS heeft met leveranciers van sensortechno- logie Stratumseind aangekleed met sensoren tot een living lab. Zoals aan het begin van het verhaal al gezegd, is Stratumseind het middelpunt van Eindhovens uitgangsleven. Al eerder zijn er camera’s voor het monitoren van de openbare orde en veiligheid opgehangen. De centrale meldkamer kan hierdoor wel sneller, maar nog steeds reactief reageren.

DITSS heeft in Stratumseind een groot aantal andere sensoren, zoals warmtecamera’s, micro- foons, bewegingssensoren, objectentellers en richtingssensoren laten installeren. Daarnaast zijn er van Philips lichtarmaturen met een groot aantal LED-lampen opgehangen. Hiermee kan elke kleur licht worden gecreëerd.

In het living lab worden alle signalen van deze sensoren samengevoegd en op een geografisch lay-out van het Stratumseind live geprojecteerd. Hierdoor is een actueel beeld van geluid, hoogte van geluid en soort geluid, aantal mensen, richting van beweging van mensenmassa, weers-

omstandigheden en dergelijke te produceren. Dit actuele beeld geeft de mogelijkheid om pro- actief te reageren. Bijvoorbeeld door agenten op een juiste plaats te positioneren. Of door de kleur van de verlichting aan te passen. Hierdoor kunnen mogelijke opstootjes in de kiem gesmoord kun- nen worden. Het living lab is een proeftuin van technologie en met het gebruik van licht zijn al grote vorderingen gemaakt. Zo schijnt blauw licht kalmerend te werken.

Op het gebied van privacy wist Peter van de Crommert nog te melden, dat voor een stage- opdracht twee studenten van de Aeres Hoge- school in Almere een signaalbord hebben ont- wikkeld, dat de passanten opmerkzaam maakt, dat ze door sensoren geobserveerd worden. Later dit jaar wordt dit signaal onthuld.

Tinus Kanters(DITSS) leidde het praktijkdeel in. De deelnemers moesten in groepen van 4 of 5 in het Stratumseind de sensoren gaan zoeken en op kaart vastleggen. Omdat de PSV-supporters zich al in grote schare buiten op de terrassen hadden verzameld, werd het

zoekgebied tot het oostelijke gedeelte van Stratumseind beperkt.

De OOV-camera’s zijn voor iedereen herken- baar. Maar geluidscamera’s, thermometers en andere sensoren vallen, als je door Stratumseind loopt, niet zo op. Door actief te kijken naar richels, dakgoten en lantaarnpalen werden de sensoren toch gevonden. Een groep had zelfs de camera in de flappen- tap als sensor genoteerd.

Met een broodje, kop soep en een drankje werd de zeer geslaagde regiobijeenkomst GIN-Zuid afgesloten.

De volgende GIN-Zuid bijeenkomst zal naar verwachting rond april 2017 worden gehouden.

De bijeenkomst werd mede mogelijk gemaakt door: Agel adviseurs, Antea groep, Meten in Beeld, Ruimteschepper, Voort en Intergision. Sjaco Lensen, Peter van de Crommert, Richard Hendriks, Douwe Blanksma, Lineke Geluk en Frank Langelaan (tevens auteur van dit verslag).

Broodje, soep en drankje na afloop. Kijkje in het Living Lab van DITSS.

Ik ben een fanatiek wandelaar. Ik probeer per week aan minstens 100.000 stappen te komen. Het nadeel van wande- len is dat het toch wel heel veel tijd in beslag neemt. Het is heerlijk om in die tijd je verstand op nul te zetten of om juist eens wat langer over een bepaald onderwerp na te denken. Maar, als je zoveel wandelt als ik dan komt het voor dat je je gewoonweg tijdens de wandeling verveelt. Ik was deze zomer dan ook heel blij met een game die je tijdens het wandelen kunt spelen. Ik ben verslaafd geraakt aan Pokémon GO.

 

Op zich is Pokémon GO geen spannend spel. Je gaat in de echte wereld op zoek naar virtuele monstertjes die je vervolgens met een Pokémon-bal kunt vangen. Je gooit deze ballen naar Pokémon in augmented reality. Nieuwe ballen vind je weer op speciale plaatsen waar je naar toe kunt lopen, zogenaamde PokéStops. Als je voldoende Pokémon hebt gevangen kun je ze sterker maken en met ze vechten en trainen in Gyms. Meer is het niet. Toch ben ik het spel gaan proberen.

 

Zoals ik al zei heb je tijdens het wandelen veel tijd om na te denken. Combineer dat met Pokémon GO en je gaat jezelf vanzelf dingen afvragen. Welke data gebruiken ze voor de kaart waarop je loopt? Hoe hebben ze uitgevonden waar je het beste PokéStops kunt plaatsen? Pokémon verschijnen in je buurt. Hoe bepalen ze waar en wanneer dat gebeurt? Ik ben op het internet gaan struinen en dan blijkt er een hele community zich af te vragen hoe dit werkt. Er zijn vele blogs, artikelen en discussieforums te vinden. 

Het leuke is dat heel veel dingen rond Pokémon GO een directie relatie hebben met ons werkveld. Zo zijn de Poké- Stops heel interessante POI’s. Ze zijn gemaakt met een eerdere app van de maker achter Pokémon GO, Niantic. De achterlig- gende dataset is middels crowd-sourcing gemaakt. Iedere PokéStop is een opvallende plek. Er staat vaak een kunstwerk of een opvallend bord. De Pokémon zelf worden op plekken geboren (spawning) waar ze zich thuis voelen. Magikarp is te vinden bij sloten en rivieren omdat het een vis is. Pidgey, een duif, is vooral in stedelijk gebied te vinden. Je zou dit Poké- topografie kunnen noemen. Pokémon komen tevoorschijn als je bij ze in de buurt komt. Ik denk dan direct aan buffers met een afstand en geofencing. Je wordt ook nog eens beloond als je een bepaalde afstand hebt gelopen omdat je tijdens het lopen eieren uitbroedt. De app doet dus aan tracking en tracing.

 

Een paar weken nadat het spel uitkwam, kwamen er websites waarop je op een kaart kon zien waar de Pokémon zaten en hoelang ze daar nog bleven zitten. PokéVision was één van deze websites, gebouwd door een paar jongens die elkaar graag wilden helpen bij het vinden van Pokémon. Ze hadden onze basiskaart gekozen om daarop te laten zien waar ze zaten. De kaart bleek niet alleen voor de kleine groep vrienden nuttig. In een paar dagen liep het aantal hits per dag

op tot 4 miljard. Zo raak je ineens erg betrokken bij de hype. Voordeel was dat we onze schaalbaarheid optimaal konden testen.

 

Met nog fanatiekere op Pokémon jagende collega’s dan ikzelf zijn we gaan kijken of we nog een stap verder kunnen gaan in het combineren van de geo-wereld met de Pokémon- wereld. Zo is er een app waar Pokémon-jagers kunnen aan- geven waar zij Pokémon hebben gezien. We zijn de website achter de app gaan bestuderen en hebben uitgevonden hoe we deze zogenaamde sightings realtime binnen konden halen zodat we ze als een laag in verschillende toepassingen kunnen gebruiken. Vervolgens zijn we de sightings ook in een big database gaan opslaan. Met behulp van heatmaps en hotspotanalyses op deze data hebben we heel interes- sante patronen ontdekt. Zo zie je waar bepaalde zeldzame Pokémon vaker verschijnen, ook wel een nest genoemd. Ook kun je heel goed zien waar veel spelers bij elkaar komen omdat de kans op zeldzame Pokémon daar groot is. Kijkduin en het Vondelpark zijn duidelijk heel populair. Al met al een heel leuke manier om nieuwe innovatieve GIS-technologieën optimaal te testen. We ontdekken steeds weer nieuwe toepas- singen.

 

Al met al zit er veel meer achter Pokémon GO dan je in eerste instantie zou denken. Ik heb ook best wel een aantal ideeën over wat er nog meer mee zou kunnen. Het zou leuk zijn als de makers van het spel nog meer geo-gerelateerde dingen aan het spel gaan toevoegen. Maar zelfs als ze dat niet gaan doen blijf ik nog wel even verslaafd. Pokémon GO geeft je een reden om steeds weer een stukje verder te wandelen om toch nog net die laatste Pokémon te vangen die je nog niet hebt. “Gotta catch ’em all!!!”

Jeroen van Winden

Chief Technology Officer Esri Nederland jvanwinden@esri.nl

Column

Jer

oen

van W

inden

PokéGeografie

Verslag

Vijf dagen lang spelen met data en kaarten en sprekers uitnodigen die je zélf wil horen: in augustus vond