• No results found

Het onderzoek is opgezet door van 40 woningcorporaties de paragraaf van het jaarverslag dat het risicomanagement behandelt te screenen op de onderdelen die van invloed zijn op de kwaliteit van disclosure, voor de jaren 2008 (voor de crisis) en 2012. Tevens wordt een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine woningcorporaties.

Het onderzoek beperkt zich tot beoordeling van de kwaliteit van de risicomanagement paragraaf in het algemeen en organisatie als onderdeel van risk management paragraaf meer specifiek. De kwantiteit (RQT) wordt gemeten door het totaal aantal regels in de risicomanagement paragraaf te delen op het totaal aantal regels van de jaarverslag. Binnen de risicomanagement paragraaf wordt gekeken naar de relatieve aandacht voor het onderdeel organisatie (DEN). De kwaliteit wordt verder beoordeeld door voor drie onderdelen (DPT en OPR) het aantal regels te tellen. Allereerst wordt het aantal regels geteld dat indicaties geeft voor de richting van de impact van een risico. Daarnaast wordt het aantal regels geteld dat kwantitatieve of kwalitatieve informatie geeft over de impact. Tot slot wordt het aantal regels geteld waarin de woningcorporatie naast de constatering van een risico ook aangeeft dat er acties, beleid of programma’s zijn opgestart als antwoord op de blootstelling aan deze risico’s (zie bijlagen).

4.3 Variabelen

De kwantiteit van risicomanagement disclosure wordt gemeten door volgende twee variabelen.

1. RQT

De omvang van risicomanagement disclosure wordt gemeten door RQT (relatieve kwantiteit van disclosure). Deze is berekend op basis van het aantal regels tekst risicomanagement te delen door het totale regels in het jaarverslag.

2. DEN

Density kijkt specifiek naar relevante informatie op een bepaald onderdeel ten op zicht van het totale disclosure in het jaarverslag. Binnen het risicomanagement paragraaf wordt gekeken naar de relatieve aandacht voor het onderdeel organisatie (DEN).

DEN is berekend op basis van het aantal regels over organisatie binnen het risicomanagement disclosure te delen door het aantal regels van het risicomanagement paragraaf.

De kwaliteit van het risicomanagement disclosure wordt gemeten aan de hand van de volgende twee variabelen.

3. DPT (bestaat uit ECS en MSR)

De kwaliteit wordt gemeten door zogenaamde diepte. Deze bestaat uit twee elementen. De eerste betreft de impact van de geïdentificeerde risico’s in de toekomst (ECS, Economic Sign). ECS = 0 indien er geen informatie wordt gegeven over de impact van de geïdentificeerde

risico’s in de toekomst.

ECS = 1 indien in het jaarverslag wel deze informatie is gegeven.

Tweede betreft welke type prestatiemaatstaven er gebruikt worden om die impact te kwantificeren (MSR).

MSR= 2 indien er kwantitatieve maatstaven worden gebruikt; MSR = 1 indien er kwalitatieve maatstaven wordt gebruikt MSR = 0 is geen informatie.

4. OPR

OPR betreft de manier waarop het management omgaat het de geïdentificeerde risico’s. Men kan rapporteren dat er risico’s bestaan maar ook rapporteren dat er acties en programma’s om die risico’s aan te pakken of te vermijden.

OPR = 1 indien er informatie is gegeven over acties, beleid of programma’s. OPR = 0 indien geen informatie.

5 Onderzoeksresultaat

Aan de hand van analyse die op de data is gedaan, zal in deze paragraaf een antwoord gegeven worden om de twee gestelde hypotheses te verwerpen of te ondersteunen.

5.1.1 Hypothese I

Hypothese I: De omvang van risicomanagement disclosure van Nederlandse woningcorporaties in het jaarverslag van 2012 is toegenomen ten op zicht van het jaar 2008. De omvang van het risicomanagement disclosure is gemeten door het aantal regels tekst wat gewijd is aan het risicomanagement te delen door het totaal aantal regels van de jaarverslagen. In de onderstaande tabel 5.1 zijn de gemiddelden af te lezen tussen 2008 en 2012.

2008 X 2012Y Verschil

Woningcorporaties 0,035 0,0588 0,023

Tabel 5.1: N=40, gemiddeld kwantiteit risicomanagement

Om vast te stellen of het verschil in het gemiddelde tussen 2008 en 2012 statistisch significant is, gaan we dat testen aan de hand van T-toets. Uit steekproef volgt:

Kwantiteit risicomanagement disclosure 2008 2012

Gemiddelde 0,035 0,059 Variantie 0,001 0,001 Waarnemingen 40,000 40,000 Vrijheidsgraden 78,000 T- statistische gegevens -3,283 P(T<=t) tweezijdig 0,002 Tabel 5.2: T-toets: twee steekproeven met gelijke varianties en significatieniveau 1%

De uitkomst is zeer significant. De p-waarde is kleiner dan 0.01. We weten 99 procent zeker dat de omvang van risicomanagement disclosure in de jaarverslagen van woningcorporaties tussen 2008 en 2012 is toegenomen. De hypothese I kan worden aangenomen. Dit zou verklaard worden door enerzijds de verplichting daartoe sinds 2007 (governancecode) en anderzijds de invloed van het publiek vanwege ernstige incidenten van de afgelopen jaren.

Om verder inzicht te krijgen, wordt er in de onderstaande tabel een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine woningcorporaties.

2008 2012 verschil

Groot 0,049 0,062 0,013

Klein 0,022 0,056 0,034

Tabel 5.3: gemiddeld kwantiteit risicomanagement

Opvallend is dat bij kleine woningcorporaties de omvang van risicomanagement disclosure iets meer dan verdubbeld is in 2012 en bij grote woningcorporaties is dat licht toegenomen. Dit zou verklaard worden dat kleine woningcorporaties meer transparanter zijn dan grote woningcorporaties omdat ze redelijk in control zijn en weinig te verbergen hebben door hun kleinschaligheid en overzichtelijkheid. Andere reden is dat kleine woningcorporaties pas na 2008 zijn begonnen met van risicomanagement disclosure, de gemiddelde score in 2008 is lager dan bij grote woningcorporaties.

We willen vaststellen of het verschil in het gemiddelde 2008 (klein =0.022) en (groot =0.049) significant is. Onderstaande tabel geeft de uitslag van t-toets.

Verschil in kwantiteit disclosure in 2008 tussen groot en klein Groot 2008 Klein 2008

Gemiddelde 0,049 0,022 Variantie 0,001 0,001 Waarnemingen 20,000 20,000 Vrijheidsgraden 38,000 T- statistische gegevens 2,787 P(T<=t) tweezijdig 0,008 Tabel 5.4. T-toets: twee steekproeven met gelijke varianties, sigificantieniveau 1%

In de tabel 5.4 zien we dat p-waarde kleiner is dan 0.01. Het verschil is zeer significant. Dit zou verklaard worden dat grote woningcorporaties het risicomanagement eerder hebben ingevoerd dan kleine woningcorporaties. Mede naar aanleiding van corporate governacecode welke in 2007 van kracht is.

Tevens willen we het verschil in het gemiddelde tussen 2012 (groot = 0.062) en (klein 0.056) testen of het statistisch significant is. Onderstaande tabel geeft de uitslag van t-toets.

Verschil in kwantiteit disclosure in 2012 tussen groot en klein Groot 2012 Klein 2012

Gemiddelde 0,062 0,056 Variantie 0,001 0,001 Waarnemingen 20,000 20,000 Vrijheidsgraden 38,000 T- statistische gegevens 0,629 P(T<=t) tweezijdig 0,533 Tabel 5.5 T-toets: twee steekproeven met gelijke varianties, sigificantieniveau 5%

De p-waarde is groter dan 0.05 maar kleiner dan 0.1. Het verschil in 2012 is dus beperkt significant. Dat betekent dat kleine woningcorporaties in vier jaar tijd de grote corporaties hebben ingehaald in de omvang van risicomanagement disclosure.

Tevens wordt binnen de risicomanagement paragraaf gekeken naar de relatieve aandacht voor het onderdeel organisatie. Deze is gemeten door het totaal aantal regels tekst over organisatie te delen door het totaal aantal regels van risicomanagement paragraaf.

Uit de onderstaande tabel is de relatieve aandacht voor de organisatie binnen het risicomanagement af te lezen.

Relatieve aanacht voor onderdeel organisatie binnen

risicomanagement paragraaf 2008 2012 Gemiddelde 0,427 0,602 Variantie 0,097 0,077 Waarnemingen 40,000 40,000 Vrijheidsgraden 78,000 T- statistische gegevens -2,658 P(T<=t) tweezijdig 0,010 Tabel 5.6. T-toets: twee steekproeven met gelijke varianties, significantieniveau 5%

We weten met 99 procent zeker dat er stijgende ontwikkeling is voor de organisatie binnen woningcorporaties. Dit impliceert meer aandacht voor risicomanagement. Zoals Aedes zei, de

vereniging van woningcorporaties, dat woningcorporaties meer bewust zijn van een professionele aanpak van risicomanagement, en dat zij dit thema willen verbeteren.

5.1.2 Hypothese II

De tweede hypothese luidt:

Hypothese II: De kwaliteit van disclosure van risicomanagement van Nederlandse woningcorporaties in het jaar verslag van 2012 is toegenomen ten op zich van het jaar 2008

Om een antwoord te kunnen geven op de tweede hypothese, wordt de kwaliteit van disclosure van risicomanagement in de jaarverslagen gemeten door volgende drie onderdelen het aantal regels te tellen (zie bijlagen 1 en 2).

Allereerst wordt het aantal regels geteld dat indicaties geeft voor de richting van de impact van een risico. “Economic sign ” (ECS).

Ten tweede wordt het aantal regels geteld dat kwantitatieve informatie geeft over de impact. “type of measure” (MSR). Ten slotte wordt het aantal regels geteld waarin de het management aangeeft dat er acties, beleid of proramma’s zijn opgestart als reactie op de blootstelling aan deze risico’s. “Managerial approach” (OPR).

De ontwikkeling van de kwaliteit van het risicomanagement disclosure is af te lezen in de tabel 5.7, de gemiddelden tussen 2008 en 2012.

2008 2012 verschil

Woningcorporaties 3,69 6,62 2,92

Tabel 5.7 gemiddelde kwaliteit van risicomanagement

Aan de hand van T-toets willen we vaststellen of de kwaliteit van risicomanagement disclosure is toegenomen.

We willen vaststellen of deze toename significant is om een antwoord te geven op de tweede gestelde hypothese.

Uit de steekproef volgt:

Kwaliteit van risicomanagement disclosure 2008 2012

Gemiddelde 3,692 6,615 Variantie 17,502 41,206 Waarnemingen 26,000 26,000 Vrijheidsgraden 50,000 T- statistische gegevens -1,945 P(T<=t) tweezijdig 0,057 Tabel 5.8. T-toets: twee steekproeven met gelijke varianties, sigificantieniveau 5%

De p-waarde is groter dan de alfa van 0.05 maar wel kleiner dan 0.1. We weten 95 procent zeker dat de kwaliteit van risicomanagement disclosure is niet toegenomen. De hypothese II kan worden verworpen. De uitkomst is beperkt significant. Er kan dus gesteld worden dat de kwaliteit van risicomanagement disclosure van woningcorporaties beperkt is toegenomen in vier jaar tijd. Dit zou verklaard worden dat het risicomanagement binnen woningcorporaties nog in de ontwikkelingsfase is. Zoals Aedes dat aangaf dat het onderwerp risicomanagement nog rede;ijk nieuw is voor de woningcorporaties. Dit beeld is tevens bevestigd door monitoringscommissie van governancecode woningcorporaties.

In de analyse wordt ook er een onderscheid gemaakt tussen groot en klein, om te kijken of er een verschil is in de kwaliteit van disclosure tussen groot en klein in 2008. In onderstaande tabel zijn de gemiddelden af te lezen.

2008 2012 verschil

Groot 5,00 6,77 1,77

Klein 2,38 6,46 4,08

Verschil 2,62 0,31

We willen vast stellen of het verschil in het gemiddelde (2.62) in 2008 tussen groot en klein significant is. Onderstaande tabel geeft de uitslag van t-toets.

Verschil in kwaliteit disclosure in 2008 tussen groot en klein Groot 2008 Klein 2008

Gemiddelde 5 2,385 Variantie 25 7,756 Waarnemingen 13 13 Vrijheidsgraden 24 T- statistische gegevens 1,648 P(T<=t) tweezijdig 0,112 Tabel 5.10. T-toets: twee steekproeven met gelijke varianties, significantieniveau 5%

Het verschil in gemiddelde in 2008 is niet significant, p-waarde is hoger dan alfa van 0.1.

Verschil in kwaliteit disclosure klein tussen 2008 en 2012 Klein 2008 Klein 2012

Gemiddelde 2,385 6,462 Variantie 7,756 43,103 Waarnemingen 13 13 Vrijheidsgraden 24 T- statistische gegevens -2,061 P(T<=t) tweezijdig 0,058 Tabel 5.11.T-toets: twee steekproeven met gelijke varianties, sigificantieniveau 5%

We weten 95 procent zeker dat de kwaliteit van risicomanagement disclosure van kleine woningcorporaties is niet toegenomen. Het verschil in de kwaliteit disclosure tussen 2008 en 2012 is wel beperkt significant, de p-waarde is kleiner dan 0.1. Dit zou verklaard worden door de invoering van governancecode in 2007 enerzijds door de kleinschaligheid en overzichtelijkheid van kleine woningcorporaties omdat ze weinig risicovolle gebieds- en projectontwikkelingen hebben in vergelijking met grote woningcorporaties. Maar over algemeen hebben woningcorporaties nog werk te verrichten op het gebied van kwaliteit risicomanagement disclosure.

Naar aanleiding van de hierboven beschreven resultaten uit het onderzoek kan er worden gesteld dat hypothese I aangenomen kan worden en Hypothese II verworpen kan worden. Er kan geconcludeerd worden dat er over een tijdsbestek van vier jaar een duidelijke

ontwikkeling is te zien in de omvang van de risicoparagraaf terwijl de kwaliteit van risicoparagraaf beperkt is veranderd over deze periode.

De resultaten zijn deels conform de verwachting die al in het theoretische gedeelte is besproken. Na invoering van governancecode in 2007 zijn woningcorporaties verplicht te rapporteren over risico’s (omvang). Echter de kwaliteit van risicomanagement paragraaf is niet veranderd. De monitoringscommissie en Aedes geven aan dat nog werk te verrichten is op het gebied van risicomanagement door woningcorporaties. De conclusie van het onderzoek is dan dat hypothese 1 aangenomen kan worden en hypothese 2 verworpen kan worden.

6 Conclusie

In dit onderzoek werd de invloed van het publiek en de invoering van governancecode op de disclosure van risicomanagement door Nederlandse woningcorporaties onderzocht. De centrale vraag was “in hoeverre de omvang en de kwaliteit van risicomanagement disclosure is veranderd sinds 2007 bij Nederlandse woningcorporaties? In dit onderzoek zijn de jaarverslagen van de jaren 2008 en 2012 van veertig woningcorporaties gebruikt, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen grote en kleine woningcorporaties.

Het onderzoek heeft eenduidig antwoord op vraag of omvang en de kwaliteit van de disclosure is toegenomen tussen 2008 en 2012. De omvang van risicomanagement disclosure is toegenomen terwijl de kwaliteit van risicomanagement disclosure is beperkt toegenomen.

Op basis van de onderzoeksresultaten kan men veronderstellen dat de invoering van governancecode in 2007 en de daarop de invloed van het publiek middels het verscherpte toezicht effect hebben gehad op de omvang van risicomanagement disclosure.

De kwaliteit van disclosure is beperkt toegenomen, Kajuter en Winkler (2003) hebben geconstateerd dat in het algemeen de meeste ondernemingen niet voldeden aan de regelgeving omtrent de kwaliteit van risicomanagement disclosure, dit is ook het geval bij woningcorporaties in dit onderzoek. Dit zou ook verklaard worden doordat woningcorporaties geen aandeelhouders hebben, in een onderzoek van Deumes en Knechel (2008) kwam naar voren dat als een onderneming niet te maken heeft met grootaandeelhouders dat er minder wordt gerapporteerd omtrent het risicomanagement, dan wanneer er wel een paar grootaandeelhouders zijn. Dat betekent dat woningcorporaties nog werk te verrichten hebben op het gebied kwalitatieve risicomanagement disclosure zoals gesuggereerd door van Akkermans et al. (2007).

Een vervolgonderzoek zou interessant zijn om woningcorporaties specifieker in te delen naar hoofdstedelijk, stedelijk en regio. Want niet elke woningcorporaties bevindt zich in

dezelfde omgeving en loopt dezelfde risico’s. Op deze wijze kan er preciezer gekeken worden naar de ontwikkeling van kwaliteit van risicomanagement disclosure.

6.1.1 Beperkingen

In dit onderzoek is van uitgegaan dat meer disclosure van risicomanagement gelijk is aan juiste en betere informatie terwijl meer regels tekst nooit zal kunnen bevestigen dat er beter gerapporteerd wordt over de risico’s.

De beoordeling van een aantal jaarverslagen is subjectief geweest, vooral bij een aantal kleine woningcorporaties die geen apart risicoparagraaf hebben opgenomen in het jaarverslag. Als een andere onderzoeker hetzelfde onderzoek zou doen, zou hij/zij mogelijk niet tot dezelfde conclusie komen.

7 Literatuur

Abraham, S., & Cox, P. (2007). Analysing the determinants of narrative risk information in UK FTSE 100 annual reports. The British Accounting Review, 39, 227-248.

Anthony, R. N., & Govindarajan, V. (2007). Management control systems, 12 edition, Boston McGraw- Hill.

Bebchuk, L., & Weisbach, M.S. (2010). The state of corporate governance research. The

review of financial studies, 23, 939 –961.

Beretta, S., & Bozzolan,S. (2004). A framework for the analysis of firm risk communication. The International Journal of Accounting, 39, 265-288.

Boelhouwer, P. (2001). Trends in Dutch Housing Policy and the Shifting Position of the Rented Sector. Urban Studies, 39, 219-235.

Cools, K. (2006). Controle is goed, vertrouwen nog beter: over bestuurders en corporate Governance, 2e editie, Koninklijke Van Gorcum B.V.

Deumes, R., & Knechel, W.R. (2008). Economic Incentives for Voluntary Reporting on Internal Risk Management and Control Systems. Auditing. journal of practice &

theory, 27, 35-66.

Dey, A. (2008). Corporate Governance and Agency Conflicts. Journal of Accounting

Research, 46, 1143-1181.

Eccles, R.G., & Mavrinac, S.C. (1995). Improving the corporate disclosure process. Sloan

Management Review Cambridge, 31, 11-25.

Emanuels, J., & Munnik, W. de. (Juni, 2006). Enterprise Risk Management, een

risicobeheersingssysteem voor organisaties. Maandblad voor Accountancy en

Bedrijfseconomie, 294-298.

Groot, J. de. (2006). Accounting for risks – verantwoording en verslaggeving over risicomanagement. Controllers Magazine, 12, 28 – 31.

Groot, J. de., & Bakker, M. (Januari, 2011). Woningcorporatierisico’s in beeld. PriceWaterhouseCoopers.

Hermalien, B.E., & Weisbach, M.S. (2010). Information Disclosure and Corporate Governance.

Hofstede, G. (1981). Management control of Public and Not-for-Profit Activities. Accounting,

Kajüter, P., & Winkler, C. (2003). Die Risikoberichterstattung der DAX100-Unternehmen im Zeitvergleich, Zeitschrift für internationale und kapitalmarktorientierte Rechnungslegung, 3, 217−228.

Lajili, K., & Zeghal, D. (2005). A content analysis of risk management disclosures in

Canadian annual reports. Canadian Journal of Administrative Sciences, 22, 125-142. Linsley, P.M., & Shrives, P.J. (2006). Risk reporting: A study of risk disclosures in the

annual reports of UK companies. British Accounting Review, 38, 387-404.

Merchant, K.A., & van der Stede, W. A. (2007). Management control systems: performance measurement, evaluation and incentives. London: Pearson Education.

Michelon, G., & Beretta, S., & Bozzolan, S. (2008). Disclosure on Internal Control systems as a substitute of Alternative Governance Mechanisms, Working Paper.

Overmeeren, A.J. van. (2007). Visitatie van woningcorporaties. OTB Research Institute

for the Built Environment.

Simons, R. (1995). Levers of control: how managers use innovative control systems to drive strategic renewal. Boston Harvard Business School Press.

Vaassen, E.H.J., & Beek, A. (1997). Administratieve organisatie in internationaal perspectief. Tijdschrift voor Bedrijfsadministratie, 101, 223-229.

Wallage, P., & van Leeuwen, O. (Oktober, 2007). De zoektocht naar meer transparantie. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 469-479.

Internet

Aedes (2011), GovernancecodeWoningcorporaties, http://www.aedes.nl/binaries/downloads/

governance/120726-governancecode-2011.pdf.

Centraal Fonds Volkhuisvesting (2010), verslag financieel toezicht woningcorporaties, http:// www.cfv.nl/media_dirs/2598/media_files_data/verslag_financieel_toezicht_woningcor poraties_2010_voor_website.pdf.

Comissie de Boer (2005), Lokaat wat kan en centraal wat moet, http://www.vtw.nl/files/media publicaties /2005Lokaalwatkanetc CommissieDeBoer.pdf.

Centraal Fonds Volkshuisvesting (2007), Vertrouwen in vermogen, http://www.cfv. nl/ media_dirs/47/media_files_data/vertrouwen_in_vermogen.pdf.

Centraal Fonds Volkshuisvesting (2011), Corporaties in Perspectief, http://www.cfv.nl/

Centraal Fonds Volkshuivesting (2008), Nieuwe financiële beoordelingsmethodiek, http:// www.cfv.nl/media_dirs/33/media_files_data/brochure_nieuwe_methodiek.pdf. Commissie-Glasz (1998), Naar profesioneel toezicht, http:// www.vtw.nl /files/media/

publicaties/1998_Naar_professioneel_toezicht_Commissie_Glasz.pdf. Commissie-Hoekstra (2012), http://www.aedes.nl/binaries/downloads/toezicht/

20130114-eindrapportage-commissie-kaderstelling-en.pdf.

Commissie Tabaksblat (2003), Beginselen van deugelijk ondernemingsbestuur en best practise bepalingen https://www.nhg.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/

organisatie/code_tabaksblat.pdf.

COSO (1994), Internal control Integrated Framwork, http://www.snai.edu/cn/service/Library

/book/0-framework-final.pdf.

COSO (2004), risk management – Integrated Framework, http://www.coso.org/publications/ Erm/coso_erm_executivesummary.pdf.

SOX (2002), Summary of Sarbanes-Oxley Act, http://www.swlearning.com/accounting/ Ingram/accounting_3e/summary_of_sarbanes.pdf.

OCDE (2004), Principles of Corporate Governance, http://www.oecd.org/corporate/ca/

corporategovernanceprinciples/31557724.pdf. Jaarverslagen Mitros Jaarverslag 2008 Mitros Jaarverslag 2012 Pré Wonen Jaarverslag 2008 Pré Wonen Jaarverslag 2012 Stadgenoot Jaarverslag 2008 Stadgenoot Jaarverslag 2012 Staedion Jaarverslag 2008 Staedion Jaarverslag 2012

Stichting Acantus Groep Jaarverslag 2008 Stichting Acantus Groep Jaarverslag 2012 Stichting Actium Jaarverslag 2008

Stichting Actium Jaarverslag 2012 Stichting AlleeWonen Jaarverslag 2008 Stichting AlleeWonen Jaarverslag 2012 Stichting de Alliantie Jaarverslag 2008 Stichting de Alliantie Jaarverslag 2012 Stichting Elkien Jaarverslag 2008 Stichting Elkien Jaarverslag 2012 Stichting Havensteder Jaarverslag 2008 Stichting Havensteder Jaarverslag 2012

Stichting KleurrijkWonen Jaarverslag 2008 Stichting KleurrijkWonen Jaarverslag 2012 Stichting Lefier Jaarverslag 2008

Stichting Lefier Jaarverslag 2012 Stichting Nijestee Jaarverslag 2008 Stichting Nijestee Jaarverslag 2012 Stichting Parteon Jaarverslag 2008 Stichting Parteon Jaarverslag 2012 Stichting Portaal Jaarverslag 2008 Stichting Portaal Jaarverslag 2012 Stichting Stadlander Jaarverslag 2008 Stichting Stadlander Jaarverslag 2012 Stichting Vestia Groep Jaarverslag 2008 Stichting Vidomes Jaarverslag 2008 Stichting Vidomes Jaarverslag 2012 Stichting Wonen Zuid Jaarverslag 2008 Stichting Wonen Zuid Jaarverslag 2012 Stichting WonenBreburg Jaarverslag 2008 Stichting WonenBreburg Jaarverslag 2012 Stichting Woonbedrijf ieder1 Jaarverslag 2008 Stichting Woonbedrijf ieder1 Jaarverslag 2012 Stichting Woonbedrijf SWS.HhvI Jaarverslag 2008 Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl Jaarverslag 2012 Stichting Woonconcept Jaarverslag 2008

Stichting Woonconcept Jaarverslag 2012 Stichting Woonplus Schiedam Jaarverslag 2008 Stichting Woonplus Schiedam Jaarverslag 2012 Stichting Woonpunt Jaarverslag 2008

Stichting Woonpunt Jaarverslag 2012

Stichting Woonstad Rotterdam Jaarverslag 2008 Stichting Woonstad Rotterdam Jaarverslag 2012 Stichting Woonzorg Nederland Jaarverslag 2008 Stichting Woonzorg Nederland Jaarverslag 2012 Stichting Ymere Jaarverslag 2008

Stichting Ymere Jaarverslag 2012 Vivare Jaarverslag 2008

Vivare Jaarverslag 2012 Welbions Jaarverslag 2008 Welbions Jaarverslag 2012

Wonen Limburg Jaarverslag 2008 Wonen Limburg Jaarverslag 2012

Woningcorporatie Domijn Jaarverslag 2008 Woningcorporatie Domijn Jaarverslag 2012 Woningstichting De Woonplaats Jaarverslag 2008 Woningstichting De Woonplaats Jaarverslag 2012 Woningstichting Eigen Haard Jaarverslag 2008

Woningstichting Eigen Haard Jaarverslag 2012 Woningstichting Haag Wonen Jaarverslag 2008 Woningstichting Haag Wonen Jaarverslag 2012 Woningstichting Rochdale Jaarverslag 2008 Woningstichting Rochdale Jaarverslag 2012 Woningstichting Servatius Jaarverslag 2008 Woningstichting Servatius Jaarverslag 2012 Woonbron Jaarverslag 2008

Woonbron Jaarverslag 2012 WoonFriesland Jaarverslag 2008 WoonFriesland Jaarverslag 2012

Woonstichting De Key Jaarverslag 2008 Woonstichting De Key Jaarverslag 2012 Stichting Vestia Groep Jaarverslag 2012

8 Bijlagen Data Kwaniteit Risicomanagement disclosure Relatieve aandacht voor organisatie binnen risicomanagement paragraaf Kwaliteit risicomanagement disclosure

Aantal Groot 2008 Groot 2012 Groot 2008 Groot 2012 Groot 2008 Groot 2012

1 0,0440 0,0550 0,5758 0,2369 3 4 2 0,0558 0,0363 0,5814 0,3789 2 2 3 0,0142 0,0566 0,3333 0,3977 5 9 4 0,0237 0,0422 0,4571 0,6644 0 0 5 0,0167 0,0336 0,4722 0,9679 10 10 6 0,1273 0,1225 0,8038 0,7402 3 5 7 0,0230 0,0221 0,0000 0,4524 12 16 8 0,0196 0,0963 0,3651 0,5248 2 2 9 0,0398 0,0453 0,2222 0,5517 0 0 10 0,0624 0,0581 0,7009 0,2456 5 6 11 0,0331 0,0735 0,3662 0,1143 7 15 12 0,0812 0,0297 0,5580 1,1930 16 19 13 0,0488 0,0682 0,9506 0,9368 0 0 14 0,1007 0,0527 0,4176 0,8750 Klein 2008 Klein 2012 15 0,0580 0,0861 0,3462 0,7714 2 6 16 0,0660 0,0981 0,7824 0,7744 2 2 17 0,0037 0,0320 0,8696 0,3567 2 9 18 0,0342 0,1106 0,7805 0,4000 0 0 19 0,1167 0,0898 0,7933 0,8355 2 8 20 0,0040 0,0299 0,0000 0,8548 1 6 Aantal Klein 2008 Klein 2012 Klein 2008 Klein 2012 2 10

21 0,0117 0,0650 0,1667 0,4393 22 0,0000 0,0278 0,0000 0,8519 1 1 23 0,0000 0,1205 0,0000 0,3898 0 0 24 0,0065 0,0393 0,6429 0,7654 3 4 25 0,0043 0,0247 1,0000 1,0000 6 19 26 0,0000 0,0145 0,0000 1,0000 10 19 27 0,0680 0,0990 0,2330 0,3421 0 0 28 0,0342 0,0322 0,0000 0,2185 29 0,0409 0,0606 0,1324 0,5568 30 0,0273 0,1015 0,3636 0,1574 31 0,0343 0,0563 0,3966 0,8681 32 0,0820 0,1124 0,4568 0,5216 33 0,0202 0,0591 0,4528 0,3759 34 0,0374 0,0341 0,6944 0,8133 35 0,0065 0,0656 0,7143 0,3030 36 0,0425 0,0546 0,2174 0,5078 37 0,0135 0,0147 0,0000 0,7879 38 0,0074 0,0317 1,0000 0,4643 39 0,0040 0,0812 0,2143 0,4500 40 0,0000 0,0186 0,0100 1,0000

GERELATEERDE DOCUMENTEN