• No results found

Gebruik de school als partner om meer omkadering te bieden

In document Kruimels op het Internet (pagina 139-142)

communicatie: een brede bekendmaking

2 Gebruik de school als partner om meer omkadering te bieden

De school is de plek bij uitstek om quasi alle kinderen en jongeren te bereiken. Omkadering door de school geeft bovendien autoriteit aan een hulplijn en maakt ze meer vertrouwenswekkend.

Kinderen en jongeren, de expertengroep en de bestaande meldpunten benadrukken allen het belang van de school als omgeving om hulplijnen bekend te maken: via de school is een zeer brede groep kinderen en jongeren te bereiken, én er kan omkadering voorzien worden door leerkrachten en andere volwassenen.

De diversiteit in de doelgroep (leeftijd, etniciteit, geslacht, sociale context…) maakt het moeilijk om ‘alle’ kinderen en jongeren te bereiken via de meeste media en campagnemiddelen. Zeker de meest kwetsbare groepen worden dan vaak moeilijk bereikt. Werken via scholen en

schoolgerelateerde media, kan dit probleem nooit oplossen, maar toch een zeer brede doelgroep bereiken.

Tegelijk zijn er bijvoorbeeld de vroegtijdige schoolverlaters, die een kwetsbare groep zijn omdat aan het stopzetten van de school vaak een psychosociale problematiek gelinkt is (Tele-Onthaal, enquête bij meldpunten). De groep is te bereiken via kanalen die contact hebben met deze jongeren: VDAB (werking voor schoolverlaters, voor jongeren met moeilijkheden (GTB),…), OCMW’s,…

2.1 Neem 1712 op in de schoolagenda en op online schoolplatformen

Jongeren geven zelf aan dat de (papieren of digitale) klasagenda een steeds raadpleegbaar medium is, en dat je er in principe alle jongeren mee kunt bereiken. Weten dat er een lijst met hulplijnen staat, zorgt ervoor dat je niet vanuit het niets moet zoeken.

Omdat het met kinderen te maken heeft en de meeste kinderen op school zitten, in België toch: als het in je schoolagenda staat en je hebt ooit een probleem, dan zie je dat staan en dan weet je dat. En die heb je toch 5 van de 7 dagen op zak. Op zo’n plaats zou dat moeten staan, want ik ga nooit met de bus dus ik zou dat nooit in een bushokje zien staan. (Jongeren) Je kan het altijd op agenda’s laten drukken van een school, dat is wel handig hé. Een school is toch nog altijd de beste plek. (Jongeren)

 dit kan in de schoolagenda’s vrij goedkoop op een pagina met hulplijnen en met een vermelding op een speciale dag (bijvoorbeeld de dag tegen geweld)

 op onlineplatformen zoals Smartschool en Gimme (lagere school) kunnen banners of buttons geplaatst worden. Deze plaftormen worden door kinderen (en hun ouders) vaak intensief gebruikt

Advies voor een kindvriendelijk 1712

140

Smartschool agenda: nuttige telefoonnummers is een standaard pagina in de papieren agenda

Scenario 1: 1712 site & nummer – scenario 2: eerder site: daar zien ze dan contact

Breng 1712 ook op een meer onverwachte manier aan: als deel van een schoolopdracht – cijfers rond geweld in een wiskundehandboek opnemen, bijvoorbeeld. Dat is iets wat wel werkt als het daarbij ook omkaderd wordt met korte informatie over 1712.

7 Ondersteunende communicatie: een brede bekendmaking

141

2.2 Bied leerkrachten en andere volwassenen materiaal om het promotie- of campagnemateriaal te kunnen omkaderen

Diensten worden gekender én vertrouwder als er een zeker persoonlijk contact mee geweest is:

door er al eens te zijn langs geweest met school, doordat er iemand in de klas is over komen vertellen, doordat ze de persoon die er werkt kennen of al eens gezien hebben (Beelen en Van Hecke, 2012). Voor een hulplijn die te bereiken is via telefoon, mail of chat is dit niet mogelijk, maar een uitgebreide uitleg over het thema, de aanpak en de bedoeling van de hulplijn, kan, samen met bijvoorbeeld het bezoeken van de website, een soortgelijk effect hebben.

Voorbeeldcase: de ROTkaart, met omkadering

In het Kortrijkse bestaat de ROTkaart (‘Rap-Onze-Telefoon-kaart’), een kaartje met op voor- en achterzijde diverse telefoonnummers en websites waar jongeren met vragen of problemen terecht kunnen. Alle scholieren uit de middelbare scholen krijgen dit kaartje, waar in de school ook uitleg over wordt gegeven (door leerkrachten of door het JIP). Het kaartje past in de portefeuille.

Omdat het handig te bewaren is, omdat iedereen het heeft en omdat het over heel diverse lijnen en sites gaat, is de drempel van schaamte tot een minimum herleid. Dit idee vonden jongeren erg aantrekkelijk: omdat je het bijhoudt, is het altijd boven te halen, ook als het voor iemand anders is.

Advies voor een kindvriendelijk 1712

142

Als je iemand kent, je kan dat afgeven aan die persoon hé. Dat je die kan helpen. Je kan ook gewoon op het internet gaan, maar dan moet je dat allemaal nog opzoeken. Nu heb je die sites hier staan. (Tieners).

Jongeren vinden papieren communicatie zeker waardevol en hebben er over het algemeen meer vertrouwen in dan in online-informatie (Schamp e.a., 2013). Anderzijds worden folders makkelijk meteen weggegooid als ze niet meteen van toepassing zijn of ze in een overdaad van materiaal worden aangeboden. Voor dergelijk materiaal en dus ook voor de ROTkaart is het van groot belang dat jongeren het niet ‘zomaar’ in hun handen gestopt krijgen.

De school is de ideale plek om dergelijke initiatieven te omkaderen met een uitgebreide uitleg.

De school bereikt in principe alle kinderen en jongeren, en leerkrachten hebben de autoriteit om een dergelijk kaartje wél een zekere waarde te geven.

Als dat meegegeven wordt door leerkrachten of een vertrouwenpersoon, dan is dat niet zomaar iets wat je gevonden hebt op het internet, er zijn wel meer mensen die daar op ingaan. (Ervaringsdeskundigen)

Ik denk als je een keer een info-avond doet, in het 3de jaar bijvoorbeeld, dat moet niet in meerdere jaren zijn. Dan zou dat al enorm veel helpen, gewoon om jongeren te laten zien dat het bestaat en waar je heen kan gaan. (Jongeren)

Uitleg in de klas, zodat je weet waarover het gaat, is dus onontbeerlijk.

-Ja ik vind dat leerkrachten er ook over zouden mogen praten. In een van de scholen had elke klas een klastitularis en dan hadden we zelfs één uur per week of zo dat er zo sociale les werd gegeven. En als er dan ook zo’n dingen in zouden verwerkt zijn, zou dat wel heel goed zijn.

Zodat de kinderen het kennen.

Als de klas het daar gewoon over zou kunnen hebben over wat je zou doen in bepaalde situaties of zo. Zonder dat je slachtoffer hoeft te zijn. Zodat ook mensen hun vriendjes kunnen helpen wanneer het nodig is en ze op de hoogte zijn. (Ervaringsdeskundigen)

Bij de ROTkaart hoort een uitgebreide handleiding voor leerkrachten, met informatie over elke hulplijn.

In document Kruimels op het Internet (pagina 139-142)