• No results found

AFDELING 6.1 ALGEMEEN

§ 6.1.1 Algemeen

Artikel 6.1 (toepassingsbereik: activiteiten)

Dit hoofdstuk is van toepassing op het gebruik van bouwwerken.

Artikel 6.2 (toepassingsbereik: oogmerken) De regels in dit hoofdstuk zijn gesteld met het oog op:

a. het waarborgen van de brandveiligheid;

b. het beschermen van de gezondheid tegen schadelijke concentraties asbestvezels en formaldehyde; en

c. duurzaamheid, wat betreft:

1°. de beschikbaarheid en kenbaarheid van het energielabel en de uitvoering van daaraan verbonden aanbevelingen; en

2°. de keuring van airconditioningsystemen en stooktoestellen.

Artikel 6.3 (toepassingsbereik: normadressaat)

Aan de regels in dit hoofdstuk wordt voldaan door degene die het bouwwerk gebruikt. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.

Artikel 6.4 (specifieke zorgplicht: brandveilig gebruik van bouwwerken)

Degene die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat als gevolg van het gebruik een van de volgende situaties kan ontstaan, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden gevraagd om te voorkomen dat:

a. brandgevaar wordt veroorzaakt;

b. bij brand een gevaarlijke situatie wordt veroorzaakt;

c. de melding van, alarmering bij of bestrijding van brand wordt belemmerd;

d. het gebruik van vluchtmogelijkheden bij brand wordt belemmerd;

e. het redden van personen of dieren bij brand wordt belemmerd; en

Besluit bouwwerken leefomgeving – geconsolideerde versie

129

f. er op een andere manier gevaar voor de brandveiligheid ontstaat of voortduurt.

Artikel 6.5 (maatwerkvoorschriften)

1. Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over afdeling 6.2 en artikel 6.4, met uitzondering van bepalingen over meet- of rekenmethoden.

2. Een maatwerkvoorschrift op initiatief van het bevoegd gezag wordt alleen gesteld met het oog op het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, brandgevaar en ongevallen bij brand.

3. Een maatwerkvoorschrift op aanvraag van degene die het bouwwerk gebruikt kan worden gesteld met het oog op andere belangen dan bedoeld in artikel 6.2, onder a, voor zover de in dat artikel bedoelde belangen zich niet verzetten.

4. Een maatwerkvoorschrift over afdeling 6.2 kan alleen worden gesteld na een gebruiksmelding.

5. Een maatwerkvoorschrift over afdeling 6.2 kan alleen worden gewijzigd:

a. als een verandering van inzichten of van omstandigheden gelegen buiten het bouwwerk, die bij de beoordeling van de melding een rol hebben gespeeld dit noodzakelijk maken; of

b. op verzoek van degene die de activiteit verricht.

Artikel 6.5a (grondslag uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften)

Bij ministeriële regeling kunnen uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en

rekenvoorschriften worden gesteld over activiteiten waarop dit besluit van toepassing is, voor zover die regels zijn gesteld op grond van artikel 23.1 van de wet.

§ 6.1.2 Gebruiksmelding

Artikel 6.6 (aansturingsartikel)

De regels in deze paragraaf zijn op een gebruiksfunctie van toepassing voor zover deze in tabel 6.6 voor die gebruiksfunctie zijn aangewezen.

Besluit bouwwerken leefomgeving – geconsolideerde versie

130 Tabel 6.6

waarden

gebruiksmelding gegevens en bescheiden bij gebruiksmelding gegevens en bescheiden na gebruiksmelding maatwerkregels gebruiksmelding aanwezigheid

artikel 6.9 6.10 6.7

1. Het is verboden een bouwwerk te gebruiken zonder dit ten minste vier weken voor het begin van het gebruik van het bouwwerk te melden.

2. Het eerste lid is alleen van toepassing, als in het bouwwerk meer personen aanwezig zijn dan in tabel 6.6 is aangegeven.

3. Bij een nevengebruiksfunctie van een kantoor- of industriefunctie geldt in afwijking van tabel 6.6 een waarde van 150 personen.

4. Bij het bepalen van het in het tweede lid bedoelde aantal personen worden personen in een in artikel 4.79 bedoelde niet-besloten ruimte buiten beschouwing gelaten.

5. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder bouwwerk ook verstaan een gedeelte daarvan dat is bestemd om afzonderlijk te worden gebruikt.

Artikel 6.8 (gegevens en bescheiden bij gebruiksmelding)

1. Een gebruiksmelding wordt ondertekend en bevat de volgende gegevens en bescheiden:

a. de naam en het adres van de melder en, als dat van toepassing is, van de gemachtigde om te melden;

b. de dagtekening;

c. het adres, de kadastrale aanduiding of ligging van het bouwwerk; en

d. een situatieschets met noordpijl met een schaal die niet kleiner is dan 1:1.000, en per bouwlaag een plattegrondtekening met een schaal die niet kleiner is dan 1:100 bij een gebouw met een vloeroppervlakte van minder dan 10.000 m² en niet kleiner dan 1:200 bij een grotere bruto-vloeroppervlakte. Op de plattegrondtekening of een bijlage daarvan is aangegeven:

1°. schaalaanduiding;

2°. per bouwlaag: hoogte van de vloer boven meetniveau, gebruiksoppervlakte, maximaal aantal personen;

Besluit bouwwerken leefomgeving – geconsolideerde versie

131 3°. per ruimte:

i. vloeroppervlakte;

ii. gebruiksfunctie;

iii. bij ruimten voor meer dan 25 personen, de hoogste bezetting van die ruimte; en iv. opstelling van inventaris en van inrichtingselementen als bedoeld in dit besluit;

4°. met aanduidingen van de plaats van, voor zover deze aanwezig zijn:

i. brand- en/of rookwerende scheidingsconstructies;

ii. vluchtroutes;

iii. draairichting van deuren als bedoeld in artikel 3.121;

iv. zelfsluitende deuren als bedoeld in artikel 3.123;

v. sluitwerk van deuren als bedoeld in de artikelen 3.122 en 6.21;

vi. vluchtroute-aanduidingen;

vii. noodverlichting;

viii. oriëntatieverlichting als bedoeld in artikel 3.103;

ix. brandmeldcentrale en brandmeldpaneel;

x. brandslanghaspels;

xi. mobiele brandblusapparaten;

xii. droge blusleidingen;

xiii. brandweeringang;

xiv. sleutelkluis of –buis; en xv. brandweerlift;

5°. de aard en de plaats van de brandveiligheidsinstallaties. De aanduidingen zijn conform NEN 1413 voor zover deze norm daarin voorziet; en

6°. bij toepassing van een gelijkwaardige maatregel bij de regels van afdeling 6.2 en paragraaf 6.5.1: gegevens en bescheiden waarmee de gelijkwaardigheid aannemelijk wordt gemaakt.

2. Bij een gebruiksmelding voor tijdelijk of seizoensgebonden gebruik van een bouwwerk wordt door de melder aangegeven voor welke periode of voor welke tijdvakken in een kalenderjaar het gebruik is beoogd.

3. Een gebruiksmelding kan betrekking hebben op meerdere bouwwerken op hetzelfde terrein of op met elkaar samenhangende terreinen.

Artikel 6.9 (gegevens en bescheiden na gebruiksmelding)

Als door het veranderen van het bouwwerk waarvoor eerder een gebruiksmelding is gedaan een afwijking ontstaat van de bij die melding verstrekte gegevens en bescheiden, worden de gewijzigde gegevens en bescheiden ten minste vier weken voor die verandering verstrekt.

Artikel 6.10 (maatwerkregels gebruiksmelding)

Een maatwerkregel kan worden gesteld over artikel 6.7. Met deze maatwerkregel kan alleen worden afgeweken van het in tabel 6.6 aangegeven aantal personen voor de celfunctie, de gezondheidszorgfunctie en de logiesfunctie gelegen in een logiesgebouw.