• No results found

Figuur 36: luchtFotoomgeving PesthuisennieuwBouw naturalis Biodiversity centre Figuur 37czichtoPnaturalisvanaFdestationsziJde: hiPPocratesPad

Figuur 37azichtoPnaturalisavanaFdePlesmanlaan

Figuur 37BzichtoPnaturalisavanaFdePlesmanlaan

Ensemble

Het Naturalis-ensemble bestaat uit verschillende onderdelen: het Pesthuis, de nieuwbouw en de loopbrug, die hier in relatie tot elkaar en de omgeving worden behandeld.

De ruimtelijke omgeving waarin Verheijen aan de slag moest, had een weinig overzichtelijke structuur. Het was (en is) een gebied waar twee karakters bijeenkomen. Aan de ene kant het stationsgebied, met ziekenhuis en universiteit, aan de andere kant het Bio Science Park met voornamelijk kantoor/industrie-functies. Verheijen heeft geprobeerd beide te reorganiseren en tegelijkertijd zowel de gewenste autonomie van het Pesthuis te handhaven als de Darwinweg een duidelijke vorm te geven. Dit deed hij door de groene scheg , inclusief Pesthuis, als een stedenbouwkundige scharnier in te zetten. Om de groene ruimte effectief te maken, gebruikt hij het middel van inkadering, onder andere door het aanzetten van de wandwerking van de panden aan de Darwinstraat, waar de nieuwbouw onderdeel van uitmaakt (fig. 39,40).

Het Pesthuis komt in een stedenbouwkundige kamer te liggen en wordt vrijgespeeld in de groene scheg. De autonome ligging van het Pesthuis in de museumtuin (Bosch en Slabbers) wordt verder aangezet door de herstelde dubbele omgrachting, geaccentueerd met lanen van kastanjes.[133] Ook de omkadering door hogere stedenbouwkundige wanden aan de oost- en westzijde dragen bij aan de vorming van de ruimte. Aan de oostzijde

[133] Slabbers, Steven (1996) Een Museumpark voor Leiden in: Groen; vakblad voor groen in stad en landschap jg.52 no. 2 pp.9-12;Bosch en Slabbers (1998) Museum Naturalis [online] via http://www.bosch-slabbers.nl/

Projecten/72

ligt de Darwinstraat met zijn twintig meter hoge straatwand inclusief Naturalis. Verheijen introduceerde hier met de nieuwbouw een nieuwe rooilijn voor het ‘museumpark.’

Aan de westelijke kant wordt de wand gevormd door het Academisch Ziekenhuis Leiden (AZL) - inmiddels het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en de medische faculteit van het LUMC (dit complex, ontworpen door EGM architecten, is in 2005 opgeleverd). [134]

De nieuwbouw wordt stedenbouwkundig op verschillende manieren ingebed. Ze is fysiek onderdeel van de wand aan de Darwinstraat, maar ook de gebruikte materialisering van Naturalis wordt voortgezet in de gevel van het naast gelegen kantoor (het Darwinhouse, ook door Verheijen ontworpen). Zo wordt de wandwerking benadrukt. Naturalis is het hoekgebouw van het Bio Science Park gebied en ook daarvan wordt in het ontwerp gebruik gemaakt. De gevelbekleding van het door Naturalis gevormde bouwblok wordt de hoek om gehaald, naar de Plesmanlaan. Zo wordt niet alleen de compositie van het gebouw stabieler, ook de stedenbouwkundige structuur van het achterliggende gebied wordt verstevigd. De materialisering van de gevels aan de Plesmanlaan, in metaal maar ook terracotta, wordt verderop in die straat herhaald en het terracotta komt ook terug in het dak van het Pesthuis, waarop het is geïnspireerd. Zo wordt aan deze Plesmanlaan een stedenbouwkundig ritme mee gegeven.

De nieuwbouw van het NNM is onderdeel van de stedenbouwkundige wand. Maar het gebouw fungeert

[134] EGM architecten [online] www.egm.nl en Architectenweb (2009) LUMC Onderzoeksgebouw, Leiden [online] via http://www.architectenweb.nl/

aweb/projects/project.asp?PID=12505 beide bezocht op 23 aug. 2013

ook, en de toren in het bijzonder, als baken voor zowel automobilisten op de Plesmanlaan, een belangrijke toegangsweg tot het centrum van Leiden, als voor treinreizigers die het vanuit de trein al zien liggen. Ook vanuit het centrum van Leiden is de toren, met de letters NATURALIS en het kunstwerk van Giny Vos, hoog genoeg om vanuit verschillende punten zichtbaar te zijn. De toren vormt derhalve een stedenbouwkundig oriëntatiepunt (fig.

37a,b,c) waarmee het museum zich aan de buitenwereld presenteert.

Conceptueel is het gehele complex een aaneenschakeling van functionele volumes: het Pesthuis, de loopbrug en de nieuwbouw. De gebouwdelen van het ensemble hebben vanuit contextueel oogpunt een sterke schil. Verheijen probeert door het accentueren van een analogie een verbinding te leggen tussen het oude en het nieuwe. De geslotenheid van de collectietoren refereert, met een beetje goede wil, aan het introverte karakter van het Pesthuis, en de kwadranten van de binnentuin van het Pesthuis de onderlegger zijn voor de plattegrond van de nieuwbouw.

De terracotta gevelbekleding van de nieuwbouw is afgeleid van de dakpannen van het Pesthuis.[135] Tenslotte wordt letterlijk een functionele verbinding tussen oud en nieuw gemaakt door de loopbrug. De aansluiting van de brug op het Pesthuis is echter een probleem gebleven. Vanwege de onschendbaarheid van het monument is de brug in contrast ontworpen en prikt ze niet door de gevel van het Pesthuis heen maar schampt ze deze zijdelings. Al steekt de brug wel

[135] Verheijen (1998) Dynamiek en samenhang van het leven moeten ook in het gebouw weerspiegelen in: Spijkerman, Patrick ed. (1998) Naturalis Rijksgebouwen 010. Rotterdam: Uitgeverij 010

Figuur 38: actueleFoto PesthuisennieuwBouw naturalis Biodiversity center

dwars door de ‘voorbouw’ van de nieuwbouw heen, het blijft een zelfstandig volume binnen het ensemble.

Om het ensemble verder tot een geheel te smeden is ook het museumpark ingezet. Deze moest als inhoudelijk verlengstuk van het museum functioneren,[136] Dit werd destijds door Bosch en Slabbers vertaald in het patroon van vierkanten, geïnspireerd op de binnentuin van het Pesthuis.

Een nieuw ontwerp door LOLA landschapsarchitecten (2009) laat de structuur met referentie naar het Pesthuis en de kwadranten van de nieuwbouw echter helemaal los.

[136] Bosch en Slabbers (1993) Plantoelichting ontwerp omgeving Pesthuis / NNM Leiden d.d. 21 juni 1993 RGD Archief PRM060013