Tabel G.1 Overzicht van de coderingen van de probleemitems
YY_ITEM1 Item 1 – Discussie over volledigheid offerte
YY_ITEM2 Item 2 – Offerte was niet conform bestek of aanvraag
YY_ITEM3 Item 3 – Discussie over Algemene Voorwaarden
YY_ITEM4 Item 4 – Discussie over start werkzaamheden of
YY_ITEM5 Item 5 – Overschrijding oplevertermijn of leverdatum
YY_ITEM6 Item 6 – Discussie over wisseling personeel op de bouwplaats
YY_ITEM7 Item 7 – Discussie over inzet buitenlandse werknemers
YY_ITEM8 Item 8 – Discussie over inschakeling van onderaannemers en/of ZZP'ers door
YY_ITEM9 Item 9 – Discussie over prijs / meer en minderwerk
YY_ITEM10 Item 10 – Discussie over geleverde / verwerkte hoeveelheden
YY_ITEM11 Item 11 – Discussie over Kwaliteit, ARBO, Veiligheid en Milieu
YY_ITEM12 Item 12 – Niet tijdig of onjuist aanleveren van benodigde werktekeningen en/of constructieberekeningen
YY_ITEM13 Item 13 – Niet tijdig of onjuist aanleveren van benodigde W KA gegevens, mandagstaten, G-rekeningovereenkomst en garantiecertificaten
YY_ITEM14 Item 14 – Onderaannemer/leverancier werkte volgens verkeerde tekeningen
YY_ITEM15 Item 15 – Onderaannemer/leverancier ging failliet
YY_ITEM16 Item 16 – Discussie over netheid van werken
YY_ITEM17 Item 17 – Afhandeling klachten nadat laatste betaling heeft plaatsgevonden
YY_ITEM18 Item 18 – Discussie over betalingen en betalingstermijnen
YY_ITEM19 Item 19 – Discussie over verstrekken bankgarantie
YY_ITEM20 Item 20 – Discussie over opruimen bouwplaats
YY_ITEM21 Item 21 – Discussie over inzet materieel of gebruik gereedschappen
YY_ITEM22 Item 22 – Discussie over garantie en onderhoudsperiode
YY_ITEM23 Item 23 – Discussie over inzet voldoende mensen op de bouwplaats
Codering antwoorden vraag 5.2.a tot en met vraag 5.2.w op basis van ruwe scores
0 = Niet van toepassing; 1 = Niet voorgedaan; 2 = Nauwelijks; 3 = In zekere mate; 4 = In grote mate; 5 = In zeer grote mate
Codering antwoorden vraag 5.2.a tot en met vraag 5.2.w op basis van vijfpunten Likertschaal
1 = Niet van toepassing; 1 = Niet voorgedaan; 2 = Nauwelijks; 3 = In zekere mate; 4 = In grote mate; 5 = In zeer grote mate
Codering antwoorden vraag 5.2.a tot en met vraag 5.2.w op basis van vijfpunten Likertschaal
0 = Niet van toepassing; 0 = Niet voorgedaan; 0 = Nauwelijks; 1 = In zekere mate; 1 = In grote mate; 1 = In zeer grote mate
Tabel G.2 Codering van de validiteitscriteria
YY_VAL1 Validiteitscriterium 1 – Mate waarin onderaannemer/ leverancier de gemaakte afspraken is nagekomen
Codering antwoorden vraag 5.1: 1 = Miniem; 2 = Nauwelijks; 3 = In zekere mate; 4 = In grote mate; 5 = In zeer grote mate
YY_VAL2 Validiteitscriterium 2 – Mate waarin respondent tevreden is over de prestaties van de onderaannemer/
leverancier, uitgedrukt in een rapportcijfer
Codering antwoorden vraag 5.4: rapportcijfer (1 tot en met 10)
YY_VAL3 Validiteitscriterium 3 – Mate waarin respondent de onderaannemer/leverancier zou aanbevelen aan anderen Codering antwoorden vraag 5.3: 1 = Beslist afraden; 2 = Afraden; 3 = Neutraal; 4 = Aanbevelen; 5 = Beslist aanbevelen
G
370 Bouwen op een gemeenschappelijk verleden, aan een succesvolle toekomst
Tabel G.3 Codering van het sociale beheersingsmechanisme op macroniveau
XSB_VOXO Gemeenschappelijk verleden tussen organisaties
Codering antwoorden vraag 3.2.b: 0 = Geen verleden; 1 = Gemeenschappelijk verleden; 0 = W eet ik niet
XSB_DUURO Interactievariabele – duur van relaties tussen organisaties
Codering antwoorden jumpvraag 3.2.a.1: 0 = geen verleden; [antwoord] aantal jaren
XSB_FREQO Interactievariabele – frequentie waarmee organisaties elkaar in verleden hebben ontmoet
Codering antwoorden jumpvraag 3.2.a.3: 0 = Geen verleden; 1 = Één keer eerder; 2 = Incidenteel; 3 = Met enige regelmaat; 4 = Met grote regelmaat; 5 = Met zeer grote regelmaat
XSB_TVRDO Interactievariabele – mate waarin respondent tevreden was over gemeenschappelijk verleden tussen organisaties
Codering antwoorden jumpvraag 3.2.a.2: 0 = Geen verleden; 1 = Zeer ontevreden; 2 = Ontevreden; 3 = Redelijk tevreden; 4 = Tevreden; 5 = Zeer tevreden
XSB_TOEKO Gezamenlijke toekomstverwachting tussen organisaties
Codering antwoorden vraag 3.5.b: 1 = Zeker nooit meer; 2 = Zeer klein; 3 = Klein; 4 = Matig; 5 = Groot; 6 = Zeer groot
Tabel G.4 Codering van het sociale beheersingsmechanisme op microniveau
XSB_VIXI Gemeenschappelijk verleden tussen personen
Codering antwoorden vraag 3.2.a: 0 = Geen verleden; 1 = Gemeenschappelijk verleden; 0 = W eet ik niet
XSB_DUURI Interactievariabele – duur van relaties tussen personen
Codering antwoorden jumpvraag 3.3.1: 0 = Geen verleden; [antwoord] aantal jaren
XSB_FREQI Interactievariabele – frequentie waarmee personen elkaar in verleden hebben ontmoet
Codering antwoorden jumpvraag 3.3.2: 0 = Geen verleden; 1 = Één keer eerder; 2 = Incidenteel; 3 = Met enige regelmaat; 4 = Met grote regelmaat; 5 = Met zeer grote regelmaat
XSB_TVRDI Interactievariabele – mate waarin respondent tevreden was over eerdere samenwerking met personen bij leverancier/onderaannemer
Codering antwoorden jumpvraag 3.3.4: 0 = Geen verleden; 1 = Zeer ontevreden; 2 = Ontevreden; 3 = Redelijk tevreden; 4 = Tevreden; 5 = Zeer tevreden
XSB_TOEKI Gezamenlijke toekomstverwachting tussen personen (zakelijk en/of privé)
Codering antwoorden vraag 3.6: 1 = Zeker nooit meer; 2 = Zeer klein; 3 = Klein; 4 = Matig; 5 = Groot; 6 = Zeer groot
Tabel G.5 Codering van de relatietypen met gemeenschappelijk verleden op macro- en/of microniveau
XSB_VTYPA Dummy variabele – relatietype A – organisatie en personen hebben een gemeenschappelijk verleden Codering: XSB_VTYPA = 1 IF (XSB_VOXO = 1 AND XSB_VIXI = 1) ELSE XSB_VTYPA = 0
XSB_VTYPB Dummy variabele – relatietype B – organisatie hebben geen gemeenschappelijk verleden, maar de personen wel Codering: XSB_VTYPB = 1 IF (XSB_VOXO = 0 AND XSB_VIXI = 1) ELSE XSB_VTYPB = 0
XSB_VTYPC Dummy variabele – relatietype C – organisaties hebben een gemeenschappelijk verleden, maar de personen niet Codering: XSB_VTYPC = 1 IF (XSB_VOXO = 1 AND XSB_VIXI = 0) ELSE XSB_VTYPC = 0
XSB_VTYPD Dummy variabele – relatietype D – organisatie en personen hebben geen gemeenschappelijk verleden Codering: XSB_VTYPD = 1 IF (XSB_VOXO = 0 AND XSB_VIXI = 0) ELSE XSB_VTYPD = 0
Bijlage G: Codering van de variabelen 371
Tabel G.6 Codering van de relatietypen met gezamenlijke toekomstverwachting op macro- en/of microniveau
XSB_TTYP1 Dummy variabele – relatietype I – organisatie en personen hebben een gezamenlijke toekomstverwachting Codering: XSB_TTYP1 = 1 IF (XSB_TOEKO = 1 AND XSB_TOEKI = 1) ELSE XSB_TTYP1 = 0
XSB_TTYP2 Dummy variabele – relatietype II – organisaties hebben geen gezamenlijke toekomstverwachting, maar de personen wel
Codering: XSB_TTYP2 = 1 IF (XSB_TOEKO = 0 AND XSB_TOEKI = 1) ELSE XSB_TTYP2 = 0
XSB_TTYP3 Dummy variabele – relatietype III – organisaties hebben een gezamenlijke toekomstverwachting, maar de personen niet
Codering: XSB_TTYP3 = 1 IF (XSB_TOEKO = 1 AND XSB_TOEKI = 0) ELSE XSB_TTYP3 = 0
XSB_TTYP4 Dummy variabele – relatietype IV – organisatie en personen hebben geen gezamenlijke toekomstverwachting Codering: XSB_TYP4 = 1 IF (XSB_TOEKO = 0 AND XSB_TOEKI = 0) ELSE XSB_TTYP4 = 0
Tabel G.7 Codering van de relatietypen met gemeenschappelijk verleden en/of gezamenlijke toekomstverwachting op macro- en/of microniveau
XSB_TYPA1 Dummy variabele – relatietype A.I
Codering: XSB_TYPA1 = 1 IF (XSB_VTYPA = 1 AND XSB_TTYP1 = 1) ELSE XSB_TYPA1 = 0 XSB_TYPB1 Dummy variabele – relatietype B.I
Codering: XSB_TYPB1 = 1 IF (XSB_VTYPB = 1 AND XSB_TTYP1 = 1) ELSE XSB_TYPB1 = 0 XSB_TYPC1 Dummy variabele – relatietype C.I
Codering: XSB_TYPC1 = 1 IF (XSB_VTYPC = 1 AND XSB_TTYP1 = 1) ELSE XSB_TYPC1 = 0 XSB_TYPD1 Dummy variabele – relatietype D.I
Codering: XSB_TYPD1 = 1 IF (XSB_VTYPD = 1 AND XSB_TTYP1 = 1) ELSE XSB_TYPD1 = 0 XSB_TYPA3 Dummy variabele – relatietype A.III
Codering: XSB_TYPA3 = 1 IF (XSB_VTYPA = 1 AND XSB_TTYP3 = 1) ELSE XSB_TYPA3 = 0 XSB_TYPC3 Dummy variabele – relatietype C.III
Codering: XSB_TYPC3 = 1 IF (XSB_VTYPC = 1 AND XSB_TTYP3 = 1) ELSE XSB_TYPC3 = 0 XSB_TYPD3 Dummy variabele – relatietype D.III
Codering: XSB_TYPD3 = 1 IF (XSB_VTYPD = 1 AND XSB_TTYP3 = 1) ELSE XSB_TYPD4 = 0 XSB_TYPD4 Dummy variabele – relatietype D.IV
Codering: XSB_TYPD4 = 1 IF (XSB_VTYPD = 1 AND XSB_TTYP4 = 1) ELSE XSB_TYPD4 = 0 Tabel G.8 Codering van de contractvormen
XRB_CONTR Er is een klassiek contract opgesteld
Codering antwoorden vraag 4.1: 0 = Geen schriftelijk contract; 1 = Schriftelijk contract
XRB_RELC Er is een relationeel contract
Codering antwoorden vraag 4.2: 0 = Geen relationeel contract; 1 = Relationeel contract
XRB_SO Er is een schriftelijke overeenkomst (klassiek en/of relationeel) of een strikt mondelinge overeenkomst Codering: XRB_SO = 1 IF (XRB_CONTR = 1 OR XRB_RELC = 1) ELSE XRB_SO = 0
Tabel G.9 Codering en constructie van monitoringprobleem ex ante
XRB_MPEA1 Item 1 – Gemak waarmee offertes vergeleken konden worden
XRB_MPEA2 Item 2 – Gemak waarmee offertes met andere inkoopopdrachten vergeleken konden worden
XRB_MPEA3 Item 3 – Gemak waarmee prijs/kwaliteit verhouding tussen leveranciers vergeleken kon worden
Codering antwoorden jumpvraag 2.1.1: 0 = Geen offerte aangevraagd; 1 = Zeer moeilijk; 2 = Moeilijk; 3 = Neutraal; 4 = Gemakkelijk; 5 = Zeer gemakkelijk
XRB_MPEA Monitoringprobleem – ex ante
Codering: XRB_MPEA = XRB_MPEA1 + XRB_MPEA2 + XRB_MPEA3
372 Bouwen op een gemeenschappelijk verleden, aan een succesvolle toekomst
Tabel G.10 Codering en constructie van de contractschaal
XRB_ROIT1 Item 1 – prijsgerelateerde afspraken
XRB_ROIT2 Item 2 – planning en tijd
XRB_ROIT3 Item 3 – kwaliteit, ARBO, Milieu en Veiligheid
XRB_ROIT4 Item 4 – garanties en aansprakelijkheid
XRB_ROIT5 Item 5 – service, onderhoud en nazorg
XRB_ROIT6 Item 6 – te leveren prestaties
Codering antwoorden jumpvraag 4.1.4: 0 = Strikt mondelinge overeenkomst; 1 = Niet of nauwelijks gebonden;
2; 3; 4; 5 = Met handen en voeten gebonden
XRB_SO CONTRACTSCHAAL – is een interactievariabele en meet de mate waarin ruimte voor opportunistisch gedrag met schriftelijk contract wordt beperkt
Codering: XRB_SO = XRB_ROIT1 + XRB_ROIT2 + XRB_ROIT3 + XRB_ROIT4 + XRB_ROIT5 + XRB_ROIT6
Tabel G.11 Codering monitoringprobleem ex post
XRB_MPEP Monitoringprobleem – ex post: mate waarin gemaakte afspraken achteraf te controleren zijn
Codering antwoorden vraag 4.3: 1 = Niet; 2 = Nauwelijks; 3 = In zekere mate; 4 = In grote mate; 5 = In zeer grote mate
Tabel G.12 Codering specifieke kenmerken van de inkooptransactie
XTR_TYPE Aard van de inkooptransactie
Codering antwoorden vraag 1.1: 0 = Levering van (bouw)materialen; 1 = Onderaannemersdienst
XTR_PRIJS Financiële omvang van de inkooptransactie
Codering antwoorden vraag 1.3: [antwoord] geldbedrag in Euro
XTR_LOGP Logaritme van de financiële omvang van de inkooptransactie Codering: XTR_LOGP =log (XTR_PRIJS)
Tabel G.13 Codering en constructie van structuur en netwerkinbedding
XSN_BEKB Gemeenschappelijk bekende(n) bij hoofdaannemer
Codering antwoorden vraag 3.7: 0 = Geen gemeenschappelijk bekende(n) bij hoofdaannemer; 1 = Gemeenschappelijk bekende(n) bij hoofdaannemer
XSN_BEKL Gemeenschappelijk bekende(n) bij leverancier
Codering antwoorden vraag 3.7: 0 = Geen gemeenschappelijk bekende(n) bij leverancier; 1 = Gemeenschappelijk bekende(n) bij leverancier
XSN_BEKP Gemeenschappelijk bekende(n) buiten hoofdaannemer en leverancier
Codering antwoorden vraag 3.7: 0 = Geen gemeenschappelijk bekende(n) buiten bedrijf; 1 = Gemeenschappelijk bekende(n) buiten bedrijf
XSN_BEK Één of meer gemeenschappelijk bekende(n)
Codering: XSN_BEK = 1 IF (XSN_BEKB = 1 OR XSN_BEKL = 1 OR XSN_BEKP = 1) ELSE XSN_BEK = 0
XSN_PRVI Interactievariabele met XSB_VIXI – er is sprake van privé contact in het verleden
Codering antwoorden jumpvraag 3.3.3: 1 = Strikt zakelijk contact in het verleden; 2 = Strikt privé contact in het verleden; 3 = Zakelijk en privé contact in het verleden
XSN_PRIVE Privé contact in het verleden
Codering: XSN_PRIVE = 1 IF (XSN_PRVE = 2 OR XSN_PRVE = 3) ELSE XSN_PRIVE = 0
XSN_SCTOR Sector waarin hoofdaannemer werkzaam is
Codering antwoorden vraag 6.1: 0 = B&U-sector; 1 = GWW-sector
Bijlage G: Codering van de variabelen 373
Tabel G.14 Codering actorattributen van hoofdaannemingsbedrijf en leverancier/onderaannemer
XCV_LFTD Leeftijd respondent
Codering antwoorden vraag 7.3: [antwoord] in jaren
XCV_FREQI Frequentie waarmee individu gelijkwaardige inkooptransacties heeft verricht
Codering antwoorden vraag 1.4.a: 1 = Nooit eerder ingekocht; 2 = Soms; 3 = Regelmatig; 4 = Vaak; 5 = Ieder project
XCV_FREQO Frequentie waarmee inkopende organisatie gelijkwaardige inkooptransacties heeft verricht
Codering antwoorden vraag 1.4.b: 1 = Nooit eerder ingekocht; 2 = Soms; 3 = Regelmatig; 4 = Vaak; 5 = Ieder project
XCV_GROTA Grootte van het hoofdaannemingsbedrijf
Codering antwoorden vraag 3.1.a: 1 = 1 tot 21 werknemers; 2 = 21 tot 101 werknemers; 3 = 101 en meer
XCV_GROTL Grootte van de leverancier/onderaannemer
Codering antwoorden vraag 3.1.b: 1 = 1 tot 21 werknemers; 2 = 21 tot 101; 3 = 101 en meer
Tabel G.15 Codering dimensies van Kraljic-matrix
XCV_PERC Aandeel van de inkooptransactie in totale bouwsom van het bouwproject Codering: XCV_PERC = (XTR_PRIJS / XCV_BWSMP)
XCV_$PRJC Bijdrage van het inkoopresultaat in relatie tot het totale projectresultaat
Codering antwoorden vraag 1.7: 1 = Zeer gering; 2 = Gering; 3 = Neutraal; 4 = Groot; 5 = Zeer groot
XCV_RISKP Belang van tijdige levering in relatie tot het tijdig opleveren van het bouwproject aan de opdrachtgever
Codering antwoorden vraag 1.8: 1 = Onbelangrijk; 2 = Nauwelijks belangrijk; 3 = Van redelijk belang; 4 = Van groot belang; 5 = Van zeer groot belang
XCV_RISKT Belang dat het benodigde tekenwerk op tijd beschikbaar is, zodat de werkzaamheden op tijd kunnen starten Codering antwoorden vraag 1.9: 1 = Onbelangrijk; 2 = Nauwelijks belangrijk; 3 = Van redelijk belang; 4 = Van groot belang; 5 = Van zeer groot belang
XCV_MKBUY Mogelijkheid om goederen of diensten zelf te vervaardigen
Codering antwoorden vraag 1.11: 1 = Zeer eenvoudig; 2 = Eenvoudig; 3 = Moeilijk; 4 = Zeer moeilijk; 5 = Onmogelijk
XCV_RISKM Aantal alternatieve leveranciers/onderaannemers
Codering antwoorden vraag 1.10: 1 = 10 of meer; 2 = 7 t/m 9; 3 = 4 t/m 6; 4 = 1 t/m 3; 5 = 0
XCV_KRAL1 KRALJIC DIMENSIE 1 – INKOOPAANDEEL
Codering: Factor gebaseerd op factoranalyse, met varimaxrotatie, uitgevoerd op de variabelen XCV_PERC, XCV_$PRJC, XCV_RISKP, XCV_RISKT, XCV_MKBUYen XCV_RISKM. De variabelen XCV_PERCen XCV_$PRJC laden hoog op deze factor.
XCV_RISK1 KRALJIC DIMENSIE 2 – RISICOFACTOR 1
Codering: Risicofactor 1 gebaseerd op factoranalyse, met varimaxrotatie, uitgevoerd op de variabelen
XCV_PERC, XCV_$PRJC, XCV_RISKP, XCV_RISKT, XCV_MKBUY en XCV_RISKM. De variabelen XCV_RISKP en
XCV_RISKT laden hoog op deze factor.
XCV_RISK2 KRALJIC DIMENSIE 2 – RISICOFACTOR 2
Codering: Risicofactor 2 gebaseerd op factoranalyse, met varimaxrotatie, uitgevoerd op de variabelen
XCV_PERC, XCV_$PRJC, XCV_RISKP, XCV_RISKT, XCV_MKBUY en XCV_RISKM. De variabelen XCV_RISKM en
XCV_MKBUY laden hoog op deze factor.
374 Bouwen op een gemeenschappelijk verleden, aan een succesvolle toekomst
Tabel G.16 Codering en constructie van de temporele inbedding van individu in netwerkstructuur
XCV_BOUW Verleden – Aantal jaren werkzaam in de bouwnijverheid Codering antwoorden vraag 7.1.a: [antwoord] in jaren
XCV_BEDR Verleden – Aantal jaren werkzaam bij het bedrijf Codering antwoorden vraag 7.1.b: [antwoord] in jaren
XCV_FUNC Verleden – Aantal jaren werkzaam in de functie Codering antwoorden vraag 7.1.c: [antwoord] in jaren
XCV_TBOUW Toekomst – Verwacht aantal jaren nog werkzaam te zijn in de bouwnijverheid Codering antwoorden vraag 7.2.a: [antwoord] in jaren
XCV_TBEDR Toekomst – Verwacht aantal jaren nog werkzaam te zijn bij het bedrijf Codering antwoorden vraag 7.2.b: [antwoord] in jaren
XCV_TFUNC Toekomst – Verwacht aantal jaren nog werkzaam te zijn in de huidige functie Codering antwoorden vraag 7.2.c: [antwoord] in jaren
XCV_VERL Factor die het verleden in het netwerkstructuur representeert
Codering: XCV_VERL = Factor 1 die voortvloeit uit factoranalyse met varimaxrotatie, uitgevoerd op de variabelen
XCV_BOUW XCV_BEDR XCV_FUNC XCV_TBOUW XCV_TBEDR XCV_TFUNC XCV_TOEK Factor die toekomstverwachting in netwerkstructuur representeert
Codering: Factor 2 die voortvloeit uit factoranalyse met varimaxrotatie, uitgevoerd op de variabelen XCV_BOUW, XCV_BEDR, XCV_FUNC, XCV_TBOUW, XCV_TBEDRen XCV_TFUNC
Tabel G.17 Codering bouwspecifieke variabelen
XCV_BORG Bouworganisatievorm volgens glijdende schaal van Jansen
Codering antwoorden vraag 6.2: 1 = Klassieke driehoek van het bouwrecht; 2 = Bouwteam; 3 = ‘Bahama-model’
XCV_BSTK Specificatie van het bouwproject volgens bestek (of technische omschrijving)
Codering antwoorden vraag 6.15: 1 = Traditioneel bestek; 2 = Verwoording van PvE in een technische omschrijving; 3 = Prestatiebestek; 4 = Geen bestek; 5 = Anders, namelijk [antwoord]
XCV_QBSTK Kwaliteit van het bestek
Codering antwoorden vraag 6.16: [antwoord] rapportcijfer
XCV_BSTK2 Specificatie met technische omschrijving programma van eisen Codering: XCV_BSTK2 = 1 IF XCV_BSTK = 2 ELSE XCV_BSTK2 = 0
XCV_QBST2 Interactievariabele met XCV_BSTK2 – Kwaliteit van de technische omschrijving programma van eisen Codering XCV_QBST2 = XCV_QBSTK IF XCV_BSTK2 = 1
XCV_BSTK3 Specificatie met prestatiebestek
Codering: XCV_BSTK3 = 1 IF XCV_BSTK = 3 ELSE XCV_BSTK3 = 0
XCV_QBST3 Interactievariabele met XCV_BSTK3 – Kwaliteit van prestatiebestek Codering: XCV_QBST3 = XCV_QBSTK IF XCV_BSTK3 = 1
XCV_BSTK4 Specificatie volgens traditioneel bestek
Codering: XCV_BSTK4 = 1 IF XCV_BSTK = 1 ELSE XCV_BSTK4 = 0
XCV_QBST4 Interactievariabele met XCV_BSTK4– Kwaliteit van traditioneel bestek Codering: XCV_QBST4 = XCV_QBSTK IF XCV_BSTK4 = 1
XCV_VRIJH Mate waarin keuzevrijheid t.a.v. toe te passen (bouw)materialen en leveranciers/onderaannemers werd beperkt Codering antwoorden vraag 2.7: 1 = Volledige vrijheid; 2 = Veel vrijheid; 3 = Tamelijk veel vrijheid; 4 = W einig vrijheid; 5 = Geen vrijheid
XCV_VOORG Mate waarin onderaannemer/leverancier was voorgeschreven door opdrachtgever, bestek of anderszins
Codering antwoorden vraag 4.4: 1 = Niet; 2 = Nauwelijks; 3 = In zekere mate; 4 = In grote mate; 5 = In zeer grote mate
Bijlage G: Codering van de variabelen 375
Tabel G.17a Codering bouwspecifieke variabelen (vervolg Tabel G.17)
XCV_AANB Wijze waarop project door opdrachtgever is aanbesteed c.q. mate waarin marktwerking wordt nagestreefd Codering antwoorden vraag 6.3: 0 = Eigen ontwikkeling/risico; 1 = Tarief- of regiewerk; 2 = Enkelvoudige uitnodiging / “één-op-één” / “uit de hand”; 3 = Onderhandse aanbesteding na selectie; 4 = Onderhandse aanbesteding; 5 = Openbare aanbesteding na selectie; 6 = Openbare/publieke aanbesteding
XCV_GGND Gunningscriterium van de opdrachtgever
Codering antwoorden vraag 6.4: 0 = EVA; 1 = Laagste prijs
XCV_MPRIX Geldwaarde van de inkooptransactie in relatie tot de gebruikelijke marktprijs
Codering antwoorden vraag 1.5: 1 = Sterk boven de gebruikelijke marktprijs; 2 = Boven gebruikelijke marktprijs;
3 = Gelijk, kwam overeen met de gebruikelijke marktprijs; 4 = Onder gebruikelijke marktprijs; 5 = Sterk onder gebruikelijke marktprijs
XCV_MRKTP Prijsniveau waarvoor bouwproject door hoofdaannemer is aangenomen
Codering antwoorden vraag 6.5: 1 = Zeer slecht; 2 = Slecht; 3 = Voldoende; 4 = Goed; 5 = Zeer goed
XCV_ERVOP Frequentie waarmee opdrachtgever bouwwerken op de markt brengt
Codering antwoorden vraag 6.6: 1 = Nog nooit eerder; 2 = Zelden; 3 = Soms; 4 = Regelmatig; 5 = Zeer vaak
XCV_VOXOP Gemeenschappelijk verleden tussen aannemer en opdrachtgever – macroniveau
Codering antwoorden vraag 6.7: 1 = Nog nooit eerder; 2 = Zelden; 3 = Soms; 4 = Regelmatig; 5 = Zeer veel
XCV_VIXOP Gemeenschappelijk verleden tussen personen van aannemer en opdrachtgever – microniveau
Codering antwoorden vraag 6.8: 1 = Nog nooit eerder; 2 = Zelden; 3 = Soms; 4 = Regelmatig; 5 = Zeer veel
XCV_ROPKA Toekomstverwachting tussen hoofdaannemer en opdrachtgever – macroniveau
Codering antwoorden vraag 6.9: 1 = Zeer klein; 2 = Klein; 3 = Matig; 4 = Groot; 5 = Zeer groot
XCV_TIXIP Toekomstverwachting tussen personen van hoofdaannemer en opdrachtgever – microniveau Codering antwoorden vraag 6.10: 1 = Zeer klein; 2 = Klein; 3 = Matig; 4 = Groot; 5 = Zeer groot
XCV_VERLP Gemeenschappelijk verleden tussen hoofdaannemer en opdrachtgever Codering: XCV_VERLP = (XCV_VOXOP + XCV_VIXOP) / 2
XCV_TOEKP Gezamenlijke toekomst tussen hoofdaannemer en opdrachtgever Codering: XCV_TOEKP = (XCV_ROPKA + XCV_TIXIP) / 2
XCV_BWSMP Totale bouwsom van het bouwproject
Codering antwoorden vraag 6.13: [antwoord] in Euro
XCV_COMB Het bouwproject wordt uitgevoerd in een bouwcombinatie
Codering antwoorden vraag 6.14: 0 = Geen bouwcombinatie; 1 = Bouwcombinatie
H
(Non)responsgegevens
Tabel H.1 Overzicht (non)responsgegevens, ingedeeld naar grootteklasse van het hoofdaannemingsbedrijf en de sector waarin deze werkzaam is 294
TOTAAL B&U-sector GWW-sector
BOUW Klein Middel Groot Totaal
sector Klein Middel Groot Totaal sector
STEEKPROEFKADER 37.496 28.868 1.292 194 30.354 6.471 550 121 7.142
1. Contact gezocht 11.332 3.935 641 169 4.745 5.587 860 140 6.587
(a) Geen gehoor 4.159 1.550 73 13 1.636 2.364 146 13 2.523
(b) Antwoordapparaat 642 272 10 1 283 348 8 3 359
(c) Onjuist telefoonnummer 712 301 14 10 325 348 32 7 387
2. Telefonisch contact gelegd 5.819 1.812 544 145 2.501 2.527 674 117 3.318
(d) Niet aanwezig 790 246 28 11 285 435 62 8 505
(e) Geen doelgroep 899 215 19 3 237 562 80 20 662
3. Bereikbaar én doelgroep 4.130 1.351 497 131 1.979 1.530 532 89 2.151
(f) Geen e-mail/internet 518 217 6 2 225 262 31 0 293
4. Online bereikbaar én
doelgroep 3.612 1.134 491 129 1.754 1.268 501 89 1.858
(g) Geen medewerking 1.629 570 117 22 709 734 161 25 920
5. Verzonden invitaties per
e-mail verstuurd: 1.983 564 374 107 1.045 534 340 64 938
(h) aan respondent (Code 1) 948 307 187 42 536 236 136 40 412
(i) via collega (Code 2) 1.035 257 187 65 509 298 204 24 526
Ontvangen vragenlijsten, volgens gegevens ontleend aan:
(a) ingevulde vragenlijsten 448 122 83 69 275 55 52 42 150
(b) inlogcode c.q. steekproefkader 448 102 111 56 269 71 82 26 179
Responspercentages op basis van:
1. Telefonisch bereikbare doelgroep 10,9% 7,6% 22,3% 42,8% 13,6% 4,6% 15,4% 29,2% 8,3%
2. Online bereikbare doelgroep 12,4% 9,0% 22,6% 43,3% 15,3% 5,6% 16,4% 29,2% 9,6%
3. Verzonden invitaties 22,6% 18,1% 29,7% 52,3% 25,7% 13,3% 24,1% 40,6% 19,1%
Controlevragen gesteld aan
nonresponsgroep 233 123 5 0 128 92 12 1 105
294 Van de 1.983 verzonden invitaties per e-mail is in 1.050 (53%) vragenlijsten gevraagd naar een inkooptransactie met een bestaande leverancier/onderaannemer, terwijl in 933 (47%) vragenlijsten is gevraagd naar een inkooptransactie met een nieuwe leverancier/onderaannemer.
H
378 Bouwen op een gemeenschappelijk verleden, aan een succesvolle toekomst
Tabel H.2 Gemiddeld rapportcijfer voor tevredenheid over prestaties van leveranciers/onderaannemers 295
Sector en grootteklasse Aantal observaties per (non)responsgroep
Gemiddeld rapportcijfer
x
Standaarddeviatie sx
Totaal Responsgroep n = 426 7,53 0,966
Nonresponsgroep n = 233 7,47 0,891
B&U-Sector Responsgroep n = 259 7,49 0,998
Nonresponsgroep n = 233 7,43 0,829
B&U Kleinbedrijf Responsgroep n = 99 7,57 0,971
Nonresponsgroep n = 123 7,42 0,809
B&U Middenbedrijf Responsgroep n = 106 7,42 1,077
Nonresponsgroep n = 5 7,80 1,304
B&U Grootbedrijf Responsgroep n = 54 7,50 0,885
Nonresponsgroep n = 0 n.b. n.b.
GWW-Sector Responsgroep n = 167 7,57 0,914
Nonresponsgroep n = 233 7,51 0,962
GWW Kleinbedrijf Responsgroep n = 66 7,67 0,917
Nonresponsgroep n = 92 7,53 1,000
GWW Middenbedrijf Responsgroep n = 76 7,53 0,824
Nonresponsgroep n = 12 7,33 0,651
GWW Grootbedrijf Responsgroep n = 25 7,48 1,159
Nonresponsgroep n = 1 8,00 n.v.t.
Kleinbedrijf Responsgroep n = 165 7,61 0,948
Nonresponsgroep n = 215 7,47 0,895
Middenbedrijf Responsgroep n = 182 7,47 0,979
Nonresponsgroep n = 17 7,47 0,874
Grootbedrijf Responsgroep n = 79 7,49 0,972
Nonresponsgroep n = 1 8,00 n.v.t.
295 Indeling naar sector en grootteklasse is voor de ‘responsgroep’ ontleend aan de gegevens uit het steekproefkader, omdat de nonresponsgroep eveneens op basis van deze gegevens is ingedeeld. Een indeling van de responsgroep naar sector en grootteklasse op basis van gegevens uit de vragenlijst leidt overigens tot marginale verschillen.
Bijlage H: (Non)responsgegevens 379
Tabel H.3 Verschillen tussen (non)responsgroep wat betreft voorkeur voor persoon of bedrijf waarmee zaken wordt gedaan, ingedeeld naar sector en grootteklasse 296
Sector en rekening houdende met een benodigd minimum van 30 observaties per cel, een variantieanalyse verricht op: (1) het totale bestand; (2) B&U-sector; (3) B&U Kleinbedrijf; (4) GWW-sector; (5) GWW Kleinbedrijf en (6) Kleinbedrijf. In alle gevallen worden significante verschillen (p-waarde < .010) gevonden tussen de nonresponsgroep en de responsgroep. In Tabel H.3 wordt hiervan een overzicht gegeven. Hoewel uit deze tabel de indruk zou kunnen ontstaan dat binnen de nonresponsgroep de voorkeur voor het bedrijf sterker wordt naarmate het hoofdaannemingsbedrijf groter wordt, zijn de verschillen niet significant.
296 Indeling naar sector en grootteklasse is voor de ‘responsgroep’ ontleend aan de gegevens uit het steekproefkader, omdat de nonresponsgroep eveneens op basis van deze gegevens is ingedeeld. Een indeling van de responsgroep naar sector en grootteklasse op basis van gegevens uit de vragenlijst leidt overigens tot marginale verschillen.