• No results found

Introductie:

In deze vragenlijst staan verschillende vragen en opdrachten. Die gaat u zo maken. Het duurt ongeveer een half uur. Met de vragenlijst krijg ik een beeld van uw kennis, hoe u over bepaalde dingen denkt en hoe u in bepaalde situaties handelt. De antwoorden worden anoniem verwerkt. De vragenlijst is bedoelt om de aan- of afwezigheid van een Licht Verstandelijke Beperking te screenen. Sommige vragen zullen voor u makkelijk zijn, sommige misschien wat lastiger.

Pak alvast het opgavenformulier, een papier en een pen, die hebben we straks nodig.

Participantnummer: Geboortedatum:

Geslacht: □ man □ vrouw □ neutraal Heeft u dyslexie of een andere lees- of

taalstoornis?

□ ja □ nee Ben je in Nederland geboren? Zo nee, hoe

lang woon je al in Nederland?

□ ja □ nee, ….. jaar Wat is de hoogste opleiding (school) die u

heeft afgemaakt?

□ VMBO-KB/BB/GT/TL □ mavo □ havo □ vwo □ mbo □ hbo □ wo □ anders……… Heeft u gezinsleden of familie waar u

naartoe kunt als u problemen heeft?

□ ja □ nee Hoe vult u uw vrije tijd in?

Hoeveel uur lichamelijke beweging heeft u per week?

□ 0-1 uur per week □ 1-3 uur per week □ 3 uur of meer per week Aan welke lichamelijke beweging doet u?

Heeft u een mobiele telefoon? □ ja □ nee Zo ja, waar gebruikt u uw mobiele

telefoon voor?

□ bellen □ berichten versturen □ videogesprekken □ social media □ agenda □ internetbankieren □ notities □ GPS □ spelletjes □ muziek luisteren □ films kijken □ mails versturen □ rekenmachine □ aankopen doen □ foto’s maken □ informatie opzoeken

Kan u lezen? □ ja □ nee Kan u schrijven? □ ja □ nee Heeft u kinderen? □ ja □ nee

UITLEG VRAAG ANTWOORD UITSLAG SCORE 1 C Overslaan wanneer de

persoon niet kan lezen.

De voorleestekst staat op het opgavenformulier. Houd tijdens het lezen het aantal fouten bij, door ze hiernaast aan te strepen.

Lezen- gebruik het opgavenformulier

Ik laat u nu een tekst zien die u mag voorlezen. Probeer dit zo goed en zo snel mogelijk te doen. Daarna stel ik u vragen. 1a) Wie zitten er allemaal op voetbal?

1b) Waarom wachten ze aan de rand van het voetbalveld?

1c) Wat moet David nog leren?

Onderstreep de gemaakte fouten:

David zit op voetbal. Jesse en Edwin ook. Ze staan aan de rand van het voetbalveld. Ze wachten op trainer Mohammed. Mohammed neemt de ballen mee. Als Mohammed er is, gaan ze beginnen. Ze pakken een bal en gaan overschieten. Eerst moet David met zijn rechtervoet schieten. Dat kan hij al goed. Met zijn linkervoet lukt het nog niet. Dat moet hij nog leren.

1a) 1b) 1c)

0 punten: 4 of meer fouten in het lezen, of kan niet lezen 1 punt: 1 tot 3 fouten in het lezen

2 punten: 0 fouten in het lezen

1a) David, Jesse en Edwin. Indien trainer Mohammed ook wordt opgenoemd, niet fout rekenen.

1b) Omdat trainer Mohammed er nog niet is en hij de ballen heeft.

1c) Met zijn linkervoet leren schieten.

0 punten: 0-2 antwoorden goed

1 punt: 3 antwoorden goed

(maximale score is 3)

2 C Overslaan wanneer de persoon niet kan lezen.

Dit is een schrijfopdracht. Lees de zinnen rustig voor. Indien nodig mag u de zinnen herhalen. De persoon schrijft de zinnen op op het

opgavenformulier.

Schrijven – gebruik het opgavenformulier

Ik ga nu een paar zinnen voorlezen, die u vervolgens in het vak op mag schrijven. Probeer dit zo goed en zo snel mogelijk te doen. 2a) We gooien de vracht zand achter ons huis neer. 2b) De chauffeur moest ’s nachts uitwijken voor een hert met een groot gewei.

Controleer de geschreven zinnen. Is de zin niet gemaakt dan is de score 0. Fouten in hoofdletters en interpunctie tellen niet mee, maar de apostrof in ’s nachts wel.

2a)

0 punten: 1 of meer fouten, of niet gemaakt

1 punt: 0 fouten

2b)

0 punten: 2 of meer fouten, of niet gemaakt

1 punt: 0 of 1 fout

(maximale score is 2)

3 C Dit is een opdracht voor het korte termijn geheugen. Laat de woorden 30 seconden lang zien en dek de woorden vervolgens af of leg het uit het zicht. Indien de persoon de woorden hardop begint op te noemen, zegt u ‘U hoeft de woorden niet hardop op te noemen, probeer ze te onthouden’.

Korte termijn geheugen – gebruik het

opgavenformulier

30 seconden

Ik laat u straks verschillende woorden zien. Probeer deze woorden in u op te nemen en te onthouden. Als ik stop zeg, leggen we de woorden weg. Probeer dan zo veel mogelijk woorden die u nog weet op te noemen.

Zet een cirkel om de woorden die worden opgenoemd.

Voetbal – brievenbus – café – afspraak – stoplicht – kat – drempel – regen – brug – hond – deurbel – stoel – kapper – minister – koning

0 punten: ≤ 2 woorden 1 punt: 3 – 5 woorden 2 punten: ≥ 6 woorden

4 C Overslaan wanneer de persoon niet kan lezen.

De voorleestekst staat op het opgavenformulier. Houd tijdens het lezen het aantal fouten bij, door ze hiernaast aan te strepen. Indien er een woord wordt vergeten of extra wordt toegevoegd,

Lezen – gebruik het opgavenformulier

Ik laat u een tekst zien die u mag voorlezen. Probeer dit zo goed en zo snel mogelijk te doen. Daarna stel ik u vragen. 4a) Hoe kunt u uw parkeertijd betalen? 4b) Waar vindt u de code

Onderstreep de gemaakte fouten:

Het is mogelijk om het parkeren via de GSM te betalen. Als u uw auto heeft geparkeerd, meldt u zich via uw mobiele telefoon aan waarbij u de code gebruikt die op de parkeerborden en

0 punten: 4 of meer fouten in het lezen, of kan niet lezen 1 punt: 1 tot 3 fouten in het lezen

2 punten: 0 fouten in het lezen 4a) Via de GSM of mobiel. 4b) Op de parkeerborden en parkeerautomaten. 4c) Telefonisch afmelden.

onderstreep het eerstvolgende woord.

die u moet gebruiken bij het aanmelden?

4c) Wat doet u bij vertrek?

parkeerautomaten staat aangegeven. Bij vertrek meldt u zich telefonisch weer af. 4a) 4b) 4c) 0 punten: 0-2 antwoorden goed

1 punt: 3 antwoorden goed

(maximale score is 3)

5 C De sommen staan op het opgavenformulier. Wanneer de persoon niet kan lezen, mag u de sommen voorlezen. Als de persoon niet kan schrijven, mag u de gegeven antwoorden opschrijven.

Rekenen – gebruik het opgavenformulier

Op dit blad staan vier sommen. Zou u de antwoorden voor mij kunnen opnoemen?

Som 1 en 2 niet scoren

5a) 46- 29 = 5b) 7 X 8 = 5a) 0 punten: anders 1 punt: 17 5 b) 0 punten: anders 1 punt: 56 (maximale score is 2) 6 C Overslaan wanneer de persoon niet kan lezen.

Lezen – gebruik het opgavenformulier

Op dit blad staan zinnen. De zinnen staan in de verkeerde volgorde. Bekijk de zinnen en zet ze in de goede volgorde voor een logisch verhaal. Lees voor mij het verhaal in de juiste volgorde voor.

Jan en Sara voetballen op het plein. Ze schieten de bal zo hard mogelijk naar elkaar toe. Dan krijgt Jan de bal in zijn gezicht. Zijn neus begint gelijk te bloeden. Zodra ze dat ziet, rent Sara naar Jan toe.

Volgorde:

0 punten: verhaal is niet in de juiste volgorde

1 punt: verhaal is in de juiste volgorde na verbetering 2 punten: verhaal is in een keer in de juiste volgorde

7 C Als u €6,95 moet afrekenen bij de supermarkt, hoeveel krijgt u dan terug van €10,-?

Bedrag: 0 punten: anders 1 punt: €3,05

8 C Ik noem straks drie woorden op. Probeer de woorden in dezelfde volgorde te onthouden. Na een paar opdrachten ga ik u vragen om de woorden te herhalen. De woorden zijn: fiets, pen en broek.

Zijn de woorden opgenoemd? Zijn de woorden in de juiste volgorde opgenoemd?

0 punten: nul tot twee woorden zijn opgenoemd. 1 punt: drie woorden zijn opgenoemd, maar niet in de juiste volgorde.

2 punten: drie woorden zijn in de juiste volgorde

opgenoemd. 9 C Kunt u het volgende woord

in losse letters achteruit spellen?

>> STORM

Spelling (noteer ook of de persoon zichzelf corrigeerde):

0 punten: niet correct 1 punt: correct na zelfcorrectie 2 punten: meteen correct

10 C Kunt u het volgende woord in losse letters achteruit spellen?

>> HORLOGE

Spelling (noteer ook of de persoon zichzelf corrigeerde):

0 punten: niet correct 1 punt: correct na zelfcorrectie 2 punten: meteen correct

8* Kunt u de drie woorden die ik een paar vragen terug aan u stelde in de juiste volgorde herhalen?

/

11 C Hoeveel euro kost een liter melk ongeveer?

Bedrag: 0 punten: anders

1 punt: €0,60 tot en met €2,- 12 C Hoeveel euro kosten zes

eieren ongeveer?

Bedrag: 0 punten: anders

1 punt: €1,- tot en met €2,- 13 C U moet deze week nog een

cadeau kopen,

boodschappen halen en u wilt nog uit eten. Waar moet u zeker geld aan uitgeven?

Antwoord: 0 punten: anders

1 punt: boodschappen of eten

14 C Hoe betaalt u een jas via internet?

Antwoord: 0 punten: anders

1 punt: vooruit betaling door middel van een factuur – acceptgiro - achteraf betalen

door middel van een factuur – iDEAL-onder rembours - Credit Card - automatische incasso - PayPal 15 C Stel, de trein zou om 14.48

uur vertrekken, maar de trein heeft 20 minuten vertraging. Hoe laat vertrekt de trein?

Antwoord: 0 punten: anders 1 punt: 15.08 uur

16 C Gebruik bij vastlopen de agenda

Stel, u bent op 3 januari bij de dokter en u wilt een vervolgafspraak over 3 weken, wanneer (op welke datum) is dit dan?

Noteer ook of de persoon gebruik maakt van de agenda.

Datum:

0 punten: anders

1 punt: 24 januari na gebruik van agenda

2 punten: 24 januari

17 C Gebruik bij vastlopen de agenda

Stel, u bent op 19 januari bij de dokter en u wilt een vervolgafspraak over 3 weken, wanneer (op welke datum) is dit dan?

Noteer ook of de persoon gebruik maakt van de agenda.

Datum:

0 punten: anders

1 punt: 9 februari na gebruik van agenda

2 punten: 9 februari

18 C Gebruik bij vastlopen de agenda. Indien de persoon in eerste instantie 10 maart zegt, vraagt u op welke dag dit is.

Stel, op donderdag 6 maart heeft u last van buikpijn, over vier dagen heeft u een afspraak bij de dokter. Op welke dag is dit dan?

Noteer ook of de persoon gebruik maakt van de agenda.

Dag:

0 punten: anders

1 punt: maandag na gebruik van agenda of maandag na herhaling van vraag op welke dag het zou zijn

2 punten: maandag 19 C Klokkijken – gebruik het

opgavenformulier

19a) Hoe laat is het op deze klok (digitaal)? 19b) Hoe laat is het op deze klok (analoog)?

19a) Tijd: 19b) Tijd:

0 punten: anders 1 punt: 11.59 - elf uur negenenvijftig - een (minuut) voor twaalf

0 punten: anders

1 punt: 11.07 – 23.07 - zeven (minuten) over elf

(maximale score is 2)

20 C Indien de persoon niet kan schrijven, wijst hij of zij de plaatjes aan en noteert u de cijfers onder de plaatjes.

Juiste volgorde – gebruik het opgavenformulier

U ziet hier drie plaatjes. De plaatjes staan in de verkeerde volgorde. Bekijk de plaatjes en zet ze in de goede volgorde voor een logisch verhaal. Noem mij de juiste volgorde op.

Volgorde: 0 punten: anders 1 punt: 2 – 3 – 1

21 S Emoties – gebruik het opgavenformulier

U ziet hier vijf gezichten en vijf emoties. Elk gezicht heeft een cijfer. Zoek de juiste emotie bij het gezicht. Zet achter elke emoties het juiste cijfer.

Verdrietig: Vrolijk: Tevreden: Bang: Boos: 0 punten: anders

1 punt: verdrietig = 3, vrolijk = 5, tevreden = 1, bang = 2, boos = 4

22 C Wat is de overeenkomst tussen een bloem en een boom, op welke manieren zijn ze gelijk aan elkaar?

Antwoord: 0 punten: ruiken lekker / zien er mooi uit / hebben allebei een stam

1 punt: staan allebei in het bos / in de tuin / groeien allebei / hebben allebei water of zonlicht nodig / hebben allebei bladeren / hebben allebei wortels 2 punten: het zijn allebei planten / het behoort allebei tot de natuur / het behoort

allebei tot fauna / het zijn allebei levende organismen / bevatten allebei fotosynthese 23 C Doorvragen indien de

persoon één voorbeeld geeft.

Stel, u ziet een kind van 3 jaar in een vijver vallen. U bent de enige die het ziet. Wat doet u?

Antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat de persoon het kindje uit de vijver haalt, om hulp roept, kijkt of het kindje ongedeerd is;

0 punten: als de persoon geen stappen onderneemt om het kindje uit de vijver te halen 1 punt: als het kindje uit de vijver wordt gehaald 2 punten: als het ook vervolgstappen neemt, zoals kijken of het kind ongedeerd is, ouders zoeken,

hulpdiensten inschakelen 24 C Doorvragen indien de

persoon één voorbeeld geeft

Stel, uw buurman is op vakantie, maar ’s avonds ziet u vreemde mensen met zaklantaarns door zijn huis schijnen. Wat doet u?

Antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat de politie gewaarschuwd wordt, de buurman gewaarschuwd wordt

0 punten: als de persoon geen stappen onderneemt om iemand te waarschuwen 1 punt: als het alleen de politie belt

2 punten: als het zowel de politie belt en de buurman waarschuwt of wacht totdat de politie er is, vreemde mensen in de gaten houdt

25 C Waarom is het hebben van een vaste baan belangrijk?

Antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat de vaste lasten betaald kunnen worden en het zekerheid geeft. 0 punten: omdat dat hoort, voor tijdsvulling

1 punt: voor het betalen van rekeningen

2 punten: het geven van zekerheid voor de toekomst, vast inkomen

26 C Stel, u heeft op een dag allerlei afspraken. U moet boodschappen halen, naar werk of school, u heeft afgesproken met een vriend en u moet de afwas nog doen. Hoe pakt u dit aan?

Antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat er wordt gepland, zoals prioriteiten maken, welke taak het eerst gedaan moet worden, welke het meeste tijd kost, vriend afbellen, taken uithanden geven.

0 punten: beginnen zonder er over na gedacht te hebben, alleen de leuke dingen doen 1 punt: prioriteiten stellen, afweging maken van de duur van de afspraken, taken uit handen geven, vriend afbellen, eerst aan je afspraken houden en dan pas andere dingen doen. 27 C Stel, uw neef heeft Antwoord: Een antwoord waaruit blijkt

gevraagd of u zaterdag kunt helpen met het opruimen van de schuur. Een dag later wordt u uitgenodigd om met uw vrienden rond diezelfde tijd naar de bioscoop te gaan. U wilt liever naar de bioscoop, maar u heeft al met uw neef afgesproken. Wat gaat u doen?

dat de afspraak wordt nagekomen.

Een antwoord waaruit blijkt dat de neef of de vrienden word(t)(en) afgebeld. 0 punten: naar de bioscoop gaan of neef helpen zonder de ander af te zeggen 1 punt: naar de bioscoop gaan of neef helpen en de ander afbellen, inschatting maken in de noodzaak over de hulp met de neef, vragen waarom de neef het zelf niet doet, afspraak is afspraak 28 C Stel, u bent een opdracht

aan het maken op uw werk of op school, maar u snapt iets niet. Wat gaat u doen?

Antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat de persoon om hulp gaat vragen aan een docent, bij studiegenoten of bij collega’s, of mogelijkheden opzoekt op internet.

0 punten: stoppen met de opdracht of maar iets doen 1 punt: om hulp vragen of zoeken naar een oplossing via bijv. internet of een hulpboek 29 C Stel, u wilt een

verjaardagsfeest organiseren. Wat moet er allemaal geregeld worden?

Antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat er mensen uitgenodigd moeten worden, er

boodschappen gehaald moeten worden, er een tijd en plaats afgesproken moet worden, voldoende

stoelen/glazen/borden, decoratie, huis schoonmaken.

Mensen uitnodigen moet sowieso opgenoemd worden, indien dit niet wordt opgenoemd een score van 0 geven.

0 punten: ≤ 1 antwoord 1 punt: ≥ 2 antwoorden 30 C Stel, u krijgt vanmiddag de

burgemeester op bezoek, maar u moet uw huis nog schoonmaken. Uw toilet, slaapkamer, woonkamer en keuken zijn nog vies. Welke twee ruimtes moeten als eerst worden schoongemaakt?

Antwoord: 0 punten: anders

1 punt: toilet en woonkamer

31 S Stel, u bent met iemand in gesprek en hij of zij wordt verdrietig en begint te huilen. Wat doet u?

Antwoord: 0 punten: grapje maken, over een ander onderwerp beginnen, emotie niet herkennen of ontwijken 1 punt: een antwoord waaruit blijkt dat de persoon de emotie bij de ander herkent, reflecteert, ander gaat troosten, zoals te vragen of het gaat, een knuffel te geven, een

zakdoek aan te reiken. 32 S Stel, u bent met iemand in

gesprek over de laatste keer dat u verdrietig was en u vindt het fijn om uw verhaal te kunnen doen. De ander kijkt vaak op zijn horloge. Wat doet u?

Antwoord: 0 punten: weg lopen, over een ander onderwerp beginnen, onderwerp afkappen 1 punt: een antwoord waaruit blijkt dat de persoon de ander aanspreekt op zijn gedrag, zoals heb je geen tijd? Waarom kijk je telkens op je horloge? Heb je me wel gehoord?

33 S Als de persoon antwoord ‘Aan zijn gedrag’, vraag dan door hoe dit gedrag er uit ziet.

Hoe merkt u aan een vriend dat hij verdrietig is?

Antwoord: 0 punten: geen concrete antwoorden, zoals dat zie ik gewoon of dat voel ik aan. 1 punt: een antwoord waaruit blijkt dat de persoon begrijpt dat het zichtbaar kan zijn in verbale en non-verbale signalen. Voorbeelden zijn doordat de ander het letterlijk vertelt, doordat hij huilt, doordat hij zich terugtrekt, doordat hij stiller wordt, doordat hij boos wordt, doordat hij een pruillip krijgt. 34 S Wat doet u als u nieuwe

mensen ontmoet?

Antwoord: 0 punten: wachten totdat anderen naar de persoon toe gaan, wachten totdat de persoon wordt voorgesteld. Initiatief moet vanuit een ander komen.

1 punt: een antwoord waaruit blijkt dat de persoon zich voorstelt, praat over het werk of over de privé situatie. Initiatief moet vanuit de persoon komen. 35 S Wat doet u als u een

portemonnee uit iemand zijn tas ziet vallen?

Antwoord: 0 punten: geld uit de portemonnee halen, portemonnee zelf houden, portemonnee laten liggen. 1 punt: Een antwoord waaruit blijkt dat de persoon zijn best doet om het terug te brengen naar de eigenaar, zoals de portemonnee naar de politie brengen, de portemonnee mee naar huis nemen en een bericht op facebook plaatsen of in de supermarkt achterlaten dat je de portemonnee hebt gevonden. 36 S Wat doet u als u heel erg

boos bent op uzelf?

Antwoord: 0 punten: vermijding, automutilatie, externaliserend gedrag

1 punt: een antwoord waaruit blijkt dat de persoon zijn emoties kan reguleren, zoals afleiding zoeken, verdrietig worden, de ander laten weten waarom de persoon boos is, een oplossing zoeken voor datgene waar de persoon boos door geworden is.

boos bent op iemand anders?

externaliserend gedrag, weglopen, de ander vermijden 1 punt: Een antwoord waaruit blijkt dat de persoon zijn emoties op een adequate manier reguleert, zoals zijn boosheid uit te spreken naar de ander, bij oplopende emoties weg gaan van de situatie, later terugkomen op de situatie, de ander laten weten waarom de persoon boos is.

38 S Stel, u bent aan het fietsen en u rijdt per ongeluk tegen een stilstaande auto van iemand anders aan. De auto heeft een kras door de val. Wat doet u?

Antwoord: 0 punten: kijken of niemand mij gezien heeft, doorfietsen 1 punt: een antwoord waaruit blijkt dat de persoon de eigenaar op de hoogte probeert te brengen, zoals een briefje achterlaten met contactgegevens, aanbellen bij een van de huizen om te vragen of zij weten wie de eigenaar is.

39 S Doorvragen als er wordt geantwoord met: ‘ik spring er tussen’. Vraag om welke reden er tussen wordt gesprongen.

Stel, u bent met een vriend naar een café en uw vriend krijgt ruzie met iemand anders. Er wordt geslagen en geschreeuwd. Wat doet u?

Antwoord: 0 punten: mengen in de ruzie, terugslaan, terug schreeuwen, op een later moment de ander terugpakken, de ander buiten opwachten.

1 punt: een antwoord waaruit blijkt dat de persoon zijn vriend of vriendin op een adequate manier probeert te beschermen, zoals de ruzie proberen te sussen zonder geweld, de vriend of vriendin uit de situatie te halen, vragen om hulp, security roepen. 40 S Stel, u heeft haast en rijdt

met de auto. U ziet een verkeersbord waarop staat dat u de straat niet in mag. Wat doet u?

Antwoord: 0 punten: Doorrijden, verkeersbord negeren. 1 punt: een antwoord waaruit blijkt dat de persoon zich aan de verkeersregels houdt. 41 S Wat kan er gebeuren als u

uw persoonlijke gegevens op internet zet?

Antwoord: 0 punten: Niks, dan weten anderen hoe ik heet. 1 punt: Een antwoord waaruit blijkt dat er mensen met verkeerde bedoelingen er