• No results found

Artikel 6.11 Afwijkende regels voor recreatiebedrijven

5.5 Flora en fauna

Figuur 22: Uitsnede kaart ‘Archeologiebeleid’ gemeente Asten

Conform de beleidskaart archeologie ligt het zuidelijke deel van de planlocatie in categorie 5 en het noordelijke deel van de planlocatie in categorie 6. In categorie 6 gebieden is sprake van een lage archeologische verwachtingswaarde. Voor deze gebieden geldt geen onderzoeksplicht. In categorie 5 gebieden is op basis van de geomorfologische kenmerken en het minder grote bestand aan bekende vindplaatsen onder vergelijkbare omstandigheden de kans op het aantreffen van archeologische vindplaatsen minder hoog dan in categorie 3 of 4. Daarnaast kan ook de kans dat door vroegere (agrarische) activiteiten eventuele vindplaatsen zijn aangetast een rol spelen om het gebied onder te brengen in deze categorie. De vrijstellingsdrempel voor archeologisch onderzoek is bij deze categorie een bodemingreep met een oppervlakte van >2.500 m² en/of een diepte van 0,4 meter. Vrijstelling kan worden verleend als één of beide drempels niet worden overschreden.

Als gevolg van de voorgestelde herontwikkeling zal geen nieuwe bebouwing dieper dan 0,4 meter én groter dan 2.500 m² worden opgericht. Archeologisch onderzoek ten behoeve van de voorgestelde herontwikkeling is dan ook niet noodzakelijk. Met de beoogde ontwikkeling gaan geen archeologische waarden verloren.

5.5 Flora en fauna

5.5.1 Toets aan de Natura 2000 en de Vogel- en Habitatrichtlijn

Natura 2000 is het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden in de Europese Unie. Dit netwerk verbindt bestaande natuurgebieden die vallen onder de Europese Vogelrichtlijn- of de

Habitatrichtlijngebieden. De Vogel- en Habitatrichtlijn is bedoeld ter bescherming van bedreigde levensgemeenschappen van planten en dieren en bedreigde soorten van planten en dieren en hun leefgebieden. Voor wat betreft de soortenbescherming zijn de Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd in de Flora- en faunawet. Ten aanzien van de gebiedsbescherming is het de bedoeling dat plannen en projecten eenduidig en integraal worden getoetst op hun invloed op de te beschermen natuurwaarden in deze Vogel- en Habitatrichtlijngebieden.

Het meest dicht bij de planlocatie gelegen Natura 2000-gebied betreft het richtlijngebied ‘De Groote Peel’. Dit gebied is gelegen op een afstand van circa 1,3 kilometer van de planlocatie. Door de sanering van de ammoniakemissie van het bedrijf (3000 kg NH³) neemt de ammoniakdepositie op het Natura 2000-gebied af. Dit heeft een positief effect op het functioneren van de beschermde habitattypen. De beoogde nieuwe ontwikkeling (opslag en extensieve recreatie) heeft door de grote afstand tot het natuurgebied en de kleine schaal van de ontwikkeling geen invloed op het Natura 2000-gebied ‘De Groote Peel’. Navolgende figuur geeft de ligging van de planlocatie ten opzichte van dit Natura 2000-gebied weer.

Figuur 213: Ligging van de planlocatie ten opzichte van Natura 2000-gebied ‘De Groote Peel’

5.5.2 Natuurnetwerk Nederland

Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. In de wet heet dit de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied. De planlocatie is niet gelegen in het Natuurnetwerk Nederland. Op korte afstand ten westen van de planlocatie is de het provinciale Natuur Netwerk gelegen. De sanering van de intensieve veehouderij en herontwikkeling van deze bedrijfslocatie naar een recreatiebedrijf categorie 1 of 2 heeft een negatieve effecten op dit Natuur Netwerk. De sanering van de intensieve veehouderij en hiermee de verdwijning van de depositie heeft eerder een positief effect op natuurwaarden in de omgeving van de planlocatie.

Navolgende figuur geeft een uitsnede van de kaart met het Natuurnetwerk Nederland voor de omgeving van de planlocatie.

Figuur 22: Uitsnede kaart Natuurnetwerk Nederland voor de omgeving van de planlocatie

5.5.3 Toets aan Flora- en faunawet

De Flora- en faunawet heeft tot doel in het wild levende planten en dieren te beschermen met het oog op de instandhouding van soorten. Om de instandhouding van de wettelijke beschermde soorten te waarborgen, moeten negatieve effecten op die instandhouding voorkomen worden. Welke soorten beschermd zijn, staat in de Flora- en faunawet en diverse besluiten en regelingen ter uitwerking daarvan. Beschermde soorten kunnen overal voorkomen. Bij de totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan waarbij functies gewijzigd worden, moet worden voorkomen dat conflicten met Flora- en faunawet ontstaan en dient dus vooraf een beoordeling in het kader van de Flora- en faunawet plaats te vinden.

Met de beoogde herontwikkeling zal de huidige agrarische bedrijfsvoering worden omgezet naar een recreatief bedrijf met opslagruimte. De in de huidige situatie aanwezige bedrijfsbebouwing wordt intensief gebruikt ten behoeve van de varkenshouderij, de aanwezigheid van beschermde flora en fauna waarden wordt om die reden niet aannemelijk geacht. Met de sloop van deze bebouwing zullen dan ook geen waarden op het gebied van flora en fauna verloren gaan. De nieuw op te richten bebouwing zal binnen het huidige bouwblok opgericht worden. Met de beoogde herontwikkeling wordt de landschappelijke inpassing versterkt. Om die reden is niet te verwachten dat flora en fauna waarden verloren zullen gaan met de beoogde herontwikkeling.

Uit een flora en fauna onderzoek dat bijgevoegd wordt bij deze ruimtelijke onderbouwing wordt aangegeven hoe moet worden omgegaan met sloop- en bouwwerkzaamheden, ter voorkoming van verstoring van eventuele flora- en fauna waarden in de aanwezige omliggende beplanting.

5.6 Geluid

De Wet geluidhinder (Wgh) biedt geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) bescherming tegen geluidhinder van wegverkeerslawaai bij de aanleg/wijziging van wegen of bij de bouw van woningen in de buurt van wegen. De reikwijdte van de Wgh is beperkt tot een geluidszone langs wegen. Binnen deze geluidszone zijn de regels van de Wgh van toepassing. De systematiek van de zonering Wet geluidhinder voor wegverkeer houdt in dat langs een (toekomstige) verkeersweg een

geluidszone ligt waarbinnen in een aantal situaties bescherming wordt geboden aan geluidsgevoelige bestemmingen. Ingevolge de Wet geluidhinder is een accommodatie voor extensieve verblijfsrecreatie geen geluidgevoelige bestemming en hoeft daarmee dan ook niet getoetst te worden.

Er is sprake van een grote afstand van geluidbronnen op het terrein (parkeerplaatsen, buitenterrein, vakantieappartementen) tot woningen van derden. Overlast van geluidbronnen op het terrein zullen daardoor niet plaatsvinden. De opslag van ultra-light geeft geen geluidsoverlast. Het rijden met trailers met daarin een ultra-light is ook geen activiteit die zal leiden tot overschrijding van geluidsnormen bij nabijgelegen voor geluid gevoelige objecten. Hetzelfde geldt voor wat betreft de verkeersaantrekkende werking op de openbare weg (het verkeer van en naar de locatie). De exploitatie van het varkensbedrijf geeft meer (zwaar) transportbewegingen dan een vakantieverblijf.

Hoewel het aantal auto-bewegingen zal toenemen, leidt dit niet tot verkeersoverlast. De planlocatie wordt via de bestaande inritten ontsloten op de Veluwsedijk. De verwachting is dat eventueel extra verkeersbewegingen zullen opgaan in het heersende verkeersbeeld.

In document Ruimtelijke onderbouwing Veluwsedijk 1 (pagina 32-35)