• No results found

Fiscale regelingen rondom de giftenaftrek in het buitenland

4.1 Inleiding

Het bestaan van de giftenaftrekregeling in Nederland is niet uniek. Veel landen beschikken over faciliteiten om het doneren aan goede doelen fiscaal te ondersteunen. Tot dusver heeft dit onderzoek zich beperkt tot de maatregelen in Nederland welke tot doel hadden het doneren te stimuleren. Omdat het mogelijk is dat er in andere landen andere fiscale instrumenten worden gebruikt, is er in dit onderzoek voor gekozen om bij de beoordeling van buitenlandse

alternatieven ook de belastingvrijstellingen voor de goede doelen mee te nemen.

Om deze reden wordt in dit hoofdstuk eerst ingegaan op de verdere fiscale voordelen voor ANBI´s in Nederland, welke ook gezien kan worden als een alternatief voor de

giftenaftrekregeling. Vervolgens wordt het totaalpakket aan fiscale voordelen in België, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten besproken waarbij de verschillen tussen de buitenlandse regelingen en Nederland worden aangegeven.

In de subconclusie wordt uiteindelijk antwoord gegeven op de derde deelvraag “Wat

zijn de voor- en nadelen van buitenlandse alternatieven ter bevordering van donaties?”.

4.2 Nederlandse positie ANBI’s naast de giftenaftrek

De invoering van de giftenaftrekregeling had kortweg gezegd als doel om de ANBI’s binnen Nederland te steunen. Ook via andere fiscale manieren is getracht dit doel te bereiken. Elke gift die een ANBI ontvangt is vrijgesteld van erf- of schenkbelasting. Hoewel de ANBI in Nederland de status heeft van rechtspersoon en dus normaal gesproken onderhevig zou zijn aan de Vennootschapsbelasting drijft zij geen onderneming zoals bedoeld in artikel 2-e jo. artikel 4 VPB 1969. Voor de ANBI betekent dit dat zij geen inkomstenbelasting en

vennootschapsbelasting hoeft te betalen.64 Ook de ingehouden dividendbelasting kan worden teruggevraagd door een ANBI. 65

4.3 Filantropie in België

4.3.1 De definitie van goede doelen in België

De term “Goed doel” is in België niet vastgelegd in de wet. Er zijn echter drie rechtsvormen

64 ‘Welke belastingvoordelen heeft een ANBI?’, Belastingdienst, www.belastingdienst.nl (zoek op Welke

belastingvoordelen heeft een ANBI?)

31

van goede doelen die wel gedefinieerd zijn in de Belgische wet, te weten de verenigingen zonder winstoogmerk (VZW), privé-stichtingen en stichtingen van openbaar nut. Een VZW wordt als zodanig erkend indien deze niet deelneemt aan industriële of commerciële

activiteiten en eveneens niet streeft naar materiële winst voor de leden.66 Deze definitie wordt niet strikt gehanteerd, aangezien een VZW incidenteel mag deelnemen aan commerciële activiteiten, als deze tenminste niet voortvloeien uit financiële belangen. Verwant met de VZW zijn de internationale verenigingen zonder winstoogmerk (IVZW). Deze verengingen hebben een internationaal interessegebied, maar worden slechts erkend als IVZW indien de verenigingen (feitelijk) gevestigd zijn in België. Verder dienen deze verenigingen aan dezelfde voorwaarden te voldoen als een VZW.67

De term “stichting” is in België sinds 2002 vastgelegd in de wet. In deze wet wordt onderscheid gemaakt tussen de privé-stichting en de stichting van openbaar nut. De stichting van openbaar nut moet een doelstelling hebben van filantropische, levensbeschouwelijke, religieuze, wetenschappelijke, artistieke, pedagogische of culturele aard. Ook een privé-

stichting dient een belangeloos doel na te streven, maar de Belgische wetgeving stelt hier geen eisen aan het doel zoals bij de stichting van openbaar nut.68 Beide stichtingen dienen

opgericht te worden via een authentieke akte. Voor de oprichting van een stichting van openbaar nut is tevens een koninklijk besluit tot erkenning vereist.

4.3.2 Heffing van belasting bij een VWZ of stichting

België kent drie belastingen waar de inkomsten van instellingen mee worden belast. Dit zijn de personenbelasting, vennootschapsbelasting en de rechtspersonenbelasting. Een VWZ of een stichting is in België vrijgesteld van de personenbelasting, omdat deze instellingen rechtspersoonlijkheid hebben en deze belasting alleen natuurlijke personen belast. Daarnaast zijn de VWZ en een stichting onder voorwaarden vrijgesteld van de vennootschapsbelasting. Zij mogen niet (regelmatig) deelnemen aan industriële of commerciële activiteiten en mogen niet streven naar winst. Een VWZ voldoet hier automatisch aan, aangezien dit dezelfde voorwaarden zijn om zich te kwalificeren als VWZ. Beide soorten stichtingen, de privé- stichting en de stichting van openbaar nut, dienen wel getoetst te worden aan deze voorwaarden. Indien zij hier aan voldoen worden zij net als een VWZ belast in de rechtspersonenbelasting en hiermee vrijgesteld van de vennootschapsbelasting.

66 Artikel 1 van de wet van 27 juni 1921 (België) 67 Artikel 46, 3° van de wet van 27 juni 1921 (België)

68 ‘Stichting van openbare nut’, (Belgische) Federale Overheidsdienst,

32

De rechtspersonenbelasting geldt in België voor rechtspersonen zonder winstoogmerk. Hierbij worden niet de algemene bedrijfsinkomsten (zoals donaties) belast, maar slechts een beperkt aantal andere bronnen. Dit zijn de inkomsten uit onroerende goederen, inkomsten uit kapitaal en roerende goederen en diverse inkomsten zoals meerwaarden op onroerende goederen.69 Het tarief is afhankelijk van het soort inkomsten en varieert tussen de 15 en 40 procent.70

België kent een bijzonder systeem voor de successierechten, een onderwerp welke in Nederland is ingevuld door middel van de erf- en schenkbelasting. De heffing voor de successierechten is toegekend aan de drie gewesten. In deze drie gewesten van België (Wallonië, Vlaanderen en de Regio Brussel) geldt een verschillend tarief voor de

successierechten. Kort samengevat zijn de successietarieven voor VZW’s en stichtingen vele malen lager zijn dan bij normale schenkingen en ervingen.71 De tarieven zijn gelegen tussen de 6.6 procent en 25 procent, terwijl voor anderen dan VZW’s en stichtingen het tarief kan oplopen tot 80 procent.72

4.3.3 Aftrek van giften

Onze zuiderburen hebben net als Nederland een progressief belastingstelsel, die binnen de personenbelasting wordt toegepast. Er bestaan vijf belastingschijven met een heffing variërend tussen de 25 procent en de 50 procent.73 Aftrek van giften is in België mogelijk voor een aantal instellingen die expliciet zijn opgenomen in artikel 104 van de Belgische Inkomstenbelasting 1992. Dit zijn onder andere universiteiten, wetenschappelijke onderzoek organisaties en het Rode Kruis. Daarnaast is ook aftrek mogelijk voor giften aan verenigingen of instellingen die zijn erkend door de Minister van Financiën of bij Koninklijk besluit. Hierbij vindt een overlap plaats met de stichtingen van openbaar nut, aangezien deze allemaal moeten zijn erkend bij Koninklijk besluit. Ook giften aan buitenlandse instellingen (binnen de EER) mogen als aftrekpost in de heffing worden betrokken. Zij dienen echter gelijkwaardig te zijn aan een goedgekeurde Belgische vereniging of instelling en in eigen land dienen zij ook

69 Artikel 181 Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (België) jo. Artikel 220 Wetboek van de

inkomstenbelastingen 1992 (België)

70 Artikel 225 Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (België) 71 Deblauwe e.a. 2015, p. 97-98

72 ‘Berekening van de successierechten’, Belgische Federale overheidsdiensten,

http://www.belgium.be/nl/belastingen/nalatenschap/berekening/

33