• No results found

Financiële voor en nadelen

In document Mudarabah financiering in Nederland (pagina 43-47)

Hoofdstuk 5 Practische uitwerking

5.1 Financiële voor en nadelen

5.1.1 Aannames

In bijlage 2 en 3 zijn cijfervoorbeelden gegeven van financiering door middel van respectievelijk het aangaan van een lening en mudarabah. Bij het uitwerken van deze cijfervoorbeelden heb ik een aantal aannames gedaan:

- De lening/financiering wordt aan het eind van december 2008 verkregen. Het geld wordt meteen geïnvesteerd in inventaris en in een verbouwing van het (gehuurde) pand. Omdat dit pas eind december plaatsvindt, wordt pas per 2009 over deze vaste activa afgeschreven. Nieuwe investeringen worden aan het einde van het jaar gedaan en pas in het volgende boekjaar afgeschreven. De vaste activa worden in 10 jaar afgeschreven en hebben geen restwaarde.

- Een gedeelte van de verbouwing is ingebracht door zelfwerkzaamheid van Latifa. Dit bedrag van 40.000 euro is op de balans als verbouwing geactiveerd. In geval van het aangaan van mudarabah wordt er voor dit bedrag een vordering opgenomen op de balans. Deze vordering is uiteraard rentevrij.

- De onderneming gaat van start per 1 januari 2009, wel zijn al een aantal voorraden ingekocht. De factuur voor deze rekening is per 31 december nog niet betaald en wordt daarom geboekt op de post crediteuren. Er wordt geen rente geheven over de crediteuren.

- De lening bij de bank bevat een borgstelling. De lening bedraagt 250.000 euro en heeft een looptijd van 10 jaar. De aflossingen en de rentebetalingen vinden per kwartaal plaats. Het interestpercentage per kwartaal bedraagt 1,8 procent.

- Er zijn drie verschillende scenario’s (laag, gemiddeld en hoog) met betrekking tot de winsten mogelijk. De verandering van de winsten is alleen afhankelijk van de omzet en de kosten van de omzet (welke bepaald vast percentage vormt van de omzet). Op basis daarvan en de op basis van de verandering van de overlopende posten heb ik de balansen opgesteld. Hieruit kunnen vervolgens de kasstromen opgemaakt worden.

- In dit cijfervoorbeeld wordt geen rekening gehouden met de omzetbelasting.

- Als er een negatief banksaldo ontstaat, wordt dit opgevangen door een kortlopend krediet. Dit kortlopende krediet is rentevrij en wordt meteen afgelost zodra er weer liquide middelen beschikbaar zijn.

- Als het eerste jaar een lage, gemiddelde of een hoge winst heeft, dan ga ik er vanuit dat deze trend in de daarop volgende jaren gevolgd wordt.

- In geval van mudarabah ben ik er van uit gegaan dat de winsten worden uitgekeerd ten gunste van de rabb al-mal en Latifa en dat de verliezen ten laste van het eigen vermogen gebracht worden. Immers, de rabb al-mal heeft recht op alle activa bij beëindiging van de relatie en hij draagt de schulden (in ieder geval tot zijn ingebrachte bedrag). Als de schulden ten laste van het eigen vermogen gebracht worden, worden ze indirect gedragen door de rabb al-mal.

- In geval van mudarabah is de winst verdeling 60% voor de mudarib en 40 % voor de rabb al-mal. Omdat er geen standaard ‘winstverdelingsformule’ bestaat en er in de wet geen duidelijke regels bestaan omtrent de winstverdeling ben ik uitgegaan van de wijze die Abdul Gafoor in het interview aan heeft gegeven. Bij deze wijze (zoals in hoofdstuk 3 ook al is besproken) is de mate is waarin het kapitaal van de rabb al-mal een bijdrage levert aan gerealiseerde winst een belangrijke determinant van de winstverdeling. Ik ben er vanuit gegaan dat het kapitaal een minder grote bijdrage levert aan de te realiseren winst dan de inspanning en de expertise die de ondernemer inbrengt. Deze verwachting uitgedrukt in percentages levert een winstverdeling op van 60 % voor de ondernemer en 40 % voor de financiële instelling.

- De kosten en de winst die de rabb al-mal maakt (servicekosten etc.) worden gedekt door de winst uit de mudarabah relatie. Latifa hoeft dus geen extra bijdrage te betalen.

- De jaarwinst wordt alleen uitgekeerd als er voldoende liquide middelen aanwezig zijn.

5.1.2 Vergelijking winst voor belasting en verdeling

De aannames die in de vorige paragraaf zijn vermeld, zijn uitgewerkt tot een cijfervoorbeeld. In het cijfervoorbeeld zijn de beginbalans en de resultatenrekening, de balans en het kasstroomoverzicht van de eerste vijf jaren opgenomen. De winsten die uit de resultatenrekening voortkomen voor de lening en mudarabah voor belasting zijn hieronder in een tabel opgenomen:

Lening

Mudarabah

Winsten voor verdeling en belasting (lening en mudarabah)

De dikgedrukte cijfers geven aan dat er sprake is van een verlies. De cijfers zijn op 1 cijfer na de komma afgerond.

Het is duidelijk dat de winstcijfers in geval van mudarabah hoger liggen dan de winstcijfers in geval van het aangaan van de lening. Dit is het gevolg van de interestkosten die zich wel bij de lening, maar niet bij mudarabah voordoen.

5.1.3 Vergelijking winst na belasting en verdeling

De winstcijfers zijn hierboven nog niet gecorrigeerd voor belasting en ook is de verdeling van de winst in geval van mudarabah nog niet toegepast. De winsten, ongeacht of ze uitgekeerd worden of niet, zullen belast worden in box 1. De verliezen zijn voorwaarts verrekenbaar bij voor bezwaar vatbare beschikking (art. 3.153 IB). Aangezien de rabb a-mal de verliezen voor zijn rekening neemt, kan de voorwaartse verliesverrekening voor de ondernemer in geval van financiering door middel van mudarabah niet toegepast worden.

Er is, zoals eerder ook al is aangegeven, in geval van financiering door middel van mudarbah een winstverdeling van 60/40 % gehanteerd. De mudarib maakt hierbij aanspraak op 60% van de winst. De belastingheffing vindt pas plaats nadat de mudarib en de rabb al-mal de winsten onderling verdeeld hebben.

Hieronder is een tabel toegevoegd met de winstcijfers in geval van de lening en mudarabah na verdeling en belasting:

Laag Gemiddeld Hoog Laag Gemiddeld Hoog

Jaar 1 -24800 -4987,5 1825 -7600 12212,5 19025

Jaar 2 -10802,5 9010 15822,5 4722,5 24535 31347,5

Jaar 3 -4309,7 13727,8 24977,8 9415,3 27452,8 38702,8

Jaar 4 3990 32677,5 46146,3 15915 44602,5 58071,3

Lening Mudarabah

Laag Gemiddeld Hoog Laag Gemiddeld Hoog

Jaar 1 -24800 -4987,5 1197,2 0 4806,8 7488,2 Jaar 2 -10802,5 2638,8 10379,6 1858,8 9657 12193,8 Jaar 3 -4309,7 9005,4 15774,6 3705,9 10805,4 14755,6 Jaar 4 3990 20243,6 28055,4 6264,2 16810,5 21499,4 Jaar 5 1989,5 17795,4 29468,9 4768,3 14714 21721

De getallen zijn op 1 cijfer na de komma afgerond.

Uit de bovenstaande kolommen kan opgemaakt worden dat de winsten in geval van de lening in eerste instantie lager uitvallen dan de winsten in geval van mudarabah. Hier tegenover staat dat de winsten in geval van de lening sneller stijgen. Dit is te verklaren doordat de interestkosten steeds verder zullen dalen terwijl de winstverhouding tussen de mudarib en de rabb al-mal hetzelfde zal blijven. Naarmate de winsten dus hoger worden, zal het bedrag van de interestkosten in verhouding lager worden terwijl de winstverdeling, welke uigedrukt is in een percentage, in verhouding gelijk zal blijven. Het gevolg is dat de winst na belasting en verdeling hoger zal zijn in geval van een lening ten opzichte van mudarabah als het bedrag dat de rabb al-mal opstrijkt hoger is dan de interestkosten. Echter, als de ‘beloning’ van de rabb al-mal lager ligt dan de interestkosten, dan zal de winst na belasting in geval van mudarabah in principe hoger zijn.

In geval van de lening bij het lage scenario zal een liquiditeitsprobleem optreden omdat het banksaldo aan einde van het derde boekjaar negatief zal zijn. Bovendien zal de winst, in geval financiering door middel van de lening als het lage scenario zich voordoet, pas uitgekeerd kunnen worden aan het einde van het vijfde jaar terwijl bij mudarabah de winst al aan het einde van het tweede jaar uitgekeerd kan worden. De keuze voor de lening zal dus meer risico met zich meebrengen dan de keuze voor mudarabah. Een opstartfase met lage tot gemiddelde winsten zou bij een lening meteen een liquiditeitsprobleem kunnen opleveren terwijl dit bij mudarabah niet het geval is.

Het volgende mag niet uit het oog verloren worden: Het geschetste beeld zal er anders uit zien als de lening na 10 jaar afgelost is en als er geen interest betalingen meer gedaan hoeven worden. In dat geval is Latifa de enige eigenaar van de onderneming en zullen alle activa, mocht de onderneming opgeheven worden, aan haar toebehoren. In geval van mudarabah zal Latifa nimmer aanspraak kunnen maken op de activa. Zij deelt alleen mee in de winst.

In document Mudarabah financiering in Nederland (pagina 43-47)

GERELATEERDE DOCUMENTEN