• No results found

1. Inleiding

1.2 Financiële verschillen t.o.v. najaarsnota

In deze paragraaf gaan wij nader in op de financiële verschillen in de jaarrekening ten opzichte van hetgeen wij in de najaarsnota hebben gemeld. Deze verschillen zijn als volgt te specificeren:

Hieronder vindt u per verschil een korte toelichting.

1. Toevoeging pensioenvoorziening voormalig wethouders (€ 797K nadeel)

Jaarlijks wordt € 150.000 aan de pensioenvoorziening voor voormalig wethouders gedoteerd. In 2015 is de dotatie echter hoger, met name door een extra dotatie van € 684.000 als gevolg van de verlenging van de pensioenleeftijd en de neerwaartse bijstelling van de rekenrente voor de actuariële waardeberekeningen tot 1,6%.

2. Actualisatie grondexploitaties bij jaarrekening 2015 (€ 10.059K voordeel)

Zoals gebruikelijk worden de grondexploitaties bij de jaarrekening opnieuw bekeken. Hierbij worden die zaken verwerkt die bij het opstellen van de jaarrekening bekend zijn. Denk hierbij aan financiële effecten van in 2015 gesloten overeenkomsten en onderhandelingsresultaten. Daarnaast zijn de budgetten bekeken en bijgesteld op basis van realisatie uitgaven in 2015 en aanbestedingsresultaten.

Dit alles heeft voor de jaarrekening 2015 geleid tot een positieve bijstelling van de grondexploitaties met ruim € 10 miljoen. Dit bedrag komt bovenop de eerdere resultaten van de bijstelling in 2015 met respectievelijk € 20,0 miljoen (raadsbesluit herziening grondexploitaties 2015) en de Najaarsnota € 2,7 miljoen verbetering). Totaal dus een verbetering van € 32,7 miljoen, waar in de primitieve begroting 2015 rekening werd gehouden met een stijging van de voorziening tekorten grondexploitaties met circa € 3,2 miljoen. Het totale voordeel in 2015 uit hoofde van de grondexploitaties was dus € 35,9 miljoen.

3. Hogere waardering Wilderszijde NIEGG jaarrekening 2015 (€ 1.600K voordeel)

In 2015 is de rente op de kapitaalmarkten verder gezakt. Dit heeft o.a. geleid tot een lagere disconteringsvoet voor de taxatie van het uit exploitatie genomen deel van Wilderszijde. De waarde per 31 december 2015 is hierdoor hoger uitgekomen dan begroot was voor 2015. Dit leidt in 2015 tot

een incidenteel voordeel van circa € 1,6 miljoen. De komende begrotingsjaren leidt dit tot een nadeel omdat in die jaren de disconteringsvoet ook lager is en daarmee een minder snelle stijging van de balanswaarde van Wilderszijde. Bij de bestemming van het jaarresultaat 2015 wordt dan ook voorgesteld het incidentele voordeel van € 1,6 miljoen te storten in de reserve NIEGG Wilderszijde.

4. Wet werk en bijstand minder lasten en meer baten (€ 597K voordeel)

Bij de najaarsnota is aangegeven dat een voordeel op de lasten van Wet werk en bijstand wordt verwacht als gevolg van een lagere toename van bijstandsgerechtigden dan begroot. Gezien de onzekerheid over het aantal te plaatsen statushouders is bij de najaarsnota besloten dit verwachte voordeel nog niet vrij te laten vallen. Uiteindelijk bleek dit voordeel zich wel voor te doen.

Daarnaast is dit voordeel veroorzaakt doordat de definitieve Rijksbijdrage voor het zogenoemde BUIG-budget (Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten) hoger is vastgesteld dan begroot.

5. Verschil Rijksbijdrage en realisatie participatie (€ 434K voordeel)

Voor Participatie (inclusief sociale werkvoorziening) in het kader van de 3 Decentralisaties zijn de uitgaven-budgetten begroot op basis het ontvangen budget vanuit de Algemene Uitkering, plus structureel € 200.000 uit de Kadernota 2012. Binnen Participatie is in werkelijkheid minder uitgegeven dan begroot. Positieve verschillen zitten op de uitgaven WSW (€ 128.380) en op Participatie (€ 306.221). Totaal voordeel € 434.601. Er is minder uitgegeven omdat binnen participatie in de loop van 2015 de groepsaanpak is opgestart en vervolgtrajecten naar re-integratie pas daarna, dus eind 2015, konden worden ingezet. In 2016 wordt geen overschot verwacht omdat het participatiebudget van rijkswege reeds fors is afgenomen.

6. Verschil Rijksbijdrage en realisatie nieuwe WMO (€ 1.027K voordeel)

Ook voor de nieuwe WMO zijn in het kader van de 3 Decentralisaties de uitgaven-budgetten realistisch begroot. Tussen de begrote uitgaven-budgetten en de inkomsten vanuit de Algemene Uitkering zat op begrotingsbasis een overschot van € 425.815. Dit bedrag is als positieve stelpost opgenomen in de begroting en geeft in deze verschillenanalyse een voordeel. Binnen de nieuwe WMO is in werkelijkheid minder uitgegeven dan begroot op de afzonderlijke budgetten. Positieve verschillen zitten met name op de WMO-begeleiding en op vervoer begeleiding. Totaal voordelen € 824.347. Daarnaast is er meer uitgegeven dan begroot op de PGB’s voor de nieuwe WMO en zijn de ontvangsten CAK en eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen lager uitgevallen. Totaal nadelen € 223.469. Per saldo is er een voordeel op de nieuwe WMO van € 1.026.693.

7. Verschil Rijksbijdrage en realisatie Jeugd (€ 607K nadeel)

Voor de nieuwe jeugdzorg in het kader van de 3 Decentralisaties zijn de uitgaven-budgetten realistisch begroot. De begrote uitgaven-budgetten lagen € 746.639 hoger dan de inkomsten vanuit de Algemene Uitkering. Dit bedrag is boekhoudkundig als negatieve stelpost opgenomen in de begroting en geeft in deze verschillenanalyse een nadeel. De uiteindelijke realisatie levert een positief resultaat op ten opzichte van de begrote uitgaven van € 139.741. Het negatieve verschil met de inkomsten vanuit de algemene uitkering is daarmee gedaald naar € 606.898.

8. Post onvoorzien (€ 250K voordeel)

Dit bedrag was wel begroot, maar is de praktijk niet nodig gebleken.

9. Budgetten niet besteed die worden overgeheveld (€ 1.186K voordeel)

Een aantal incidentele budgetten voor 2015 is nog niet volledig besteed en zorgen dus voor een voordelig effect op het saldo van de begroting 2015. In de najaarsnota 2015 is hiervan reeds kort melding gemaakt. Voorgesteld wordt, omdat de activiteiten voor deze budgetten in 2016 doorlopen, dit bedrag over te hevelen. Voor een nadere toelichting op dit voorstel wordt verwezen naar hoofdstuk 8.

10. Formatie en inhuurbudgetten (€ 750K voordeel)

In de jaarrekening 2015 is een voordeel van € 750K zichtbaar op personele budgetten (ca. 3% van de totale omvang). Een en ander vloeit voornamelijk voort uit deels niet of later ingevulde vacatures dan gepland. In 2015 zijn ten opzichte van eerdere jaren relatief veel vacatures opengesteld, het meeste in het sociaal domein (3D's). De wervingstrajecten verliepen op veel plaatsen moeizaam in verband met een overvraag op de arbeidsmarkt, waardoor invulling is vertraagd. Het tijdelijk inhuren op de betreffende vacatures bleek niet altijd mogelijk te zijn of was gezien de duur niet effectief.

Inmiddels zijn alle vacatures vanuit het jaar 2015 ingevuld.

11. Voorziening gevels (€ 1.465K nadeel)

Enige tijd geleden is geconstateerd dat de gevels van het gemeentehuis aan renovatie toe zijn. Dit is in het verleden getracht te verhalen op de aannemer, echter deze is inmiddels failliet. Aangezien deze renovatie noodzakelijk is, dienen wij deze kosten zelf te nemen. Hiervoor hebben wij bij deze jaarrekening een voorziening gevormd.

12. Vrijval voorziening baggeren (€ 1.080K voordeel)

In 2015 is de werkwijze voor baggeren gewijzigd. Er wordt risicogericht gebaggerd in plaats van planmatig. Hierdoor is een inschatting voor de kosten voor de komende jaren lastig te maken. Als gevolg hiervan voldoet deze voorziening niet meer aan de vereisten van de BBV en dient deze vrij te vallen.

13. Overige mee- en tegenvallers (€ 363K voordeel)

Het restant betreft het saldo van een groot aantal verschillende posten. Voor de gedetailleerde toelichting verwijzen wij naar de verschillenanalyse per programma in hoofdstuk 6.