• No results found

3.3 Constructen en operationalisaties

3.3.3 Financiële prestatie-indicatoren

Nu de operationalisatie van de sportieve prestatie-indicatoren is toegelicht, zal er gekeken worden

naar de financiële prestatie-indicatoren waar in subparagraaf 2.1.4 ook over gesproken is. Bij de

‘financiële prestaties’ van een individuele speler wordt gerefereerd naar de bedragen die andere

BVO’s (bereid zijn te) betalen om een individuele speler over te nemen. Het gaat dus om

marktwaardes en transferbedragen. Bij de verzameling van deze gegevens is opnieuw gebruik

gemaakt van de website Transfermarkt.de.

In totaal worden er vier financiële prestatie-indicatoren gebruikt. (1) De eerste financiële

prestatie-indicator bestaat uit de transferwinst die de Eredivisieclub heeft geboekt voor een

individuele speler. De transferwinst wordt berekend door het verkoopbedrag te verminderen met

het aankoopbedrag. (2) De tweede indicator is een ratio van het verkoop- en aankoopbedrag: het

bedrag waarvoor de speler is gekocht wordt gedeeld door het bedrag waarvoor de speler is

aangekocht (mits de speler ook daadwerkelijk voor een transfersom is aangetrokken). Wanneer een

speler voor hetzelfde bedrag is gekocht en verkocht, bedraagt de ratio dus 1. (3) Vervolgens kijken

we naar de ontwikkeling in marktwaarde. De derde financiële prestatie-indicator wordt verkregen

door de marktwaarde bij de aankoop van de speler af te trekken van de marktwaarde op het

moment dat de speler is vertrokken. Dit levert een absoluut getal op en dat is de stijging in

marktwaarde die de speler heeft doorgemaakt tijdens zijn dienstverband. (4) De laatste financiële

indicator is de ‘ratio transfersommen’, waarbij de marktwaarde ten tijde van het vertrek van de

speler wordt gedeeld door de marktwaarde op het moment dat de speler binnen kwam bij de club.

De eerste twee indicatoren zijn dus gebaseerd op werkelijk betaalde transfersommen, terwijl

de laatste twee indicatoren zijn gebaseerd op de marktwaarde-indicaties van Transfermarkt.de. Er

zullen nu enkele cijfervoorbeelden worden gegeven, waarbij eerst gekeken wordt naar de twee

variabelen op basis van werkelijk betaalde transfersommen en vervolgens naar de twee variabelen

op basis van marktwaarde-indicaties. In Tabel 5 worden de eerste twee financiële

prestatie-indicatoren weergegeven (in de dikgedrukte kolommen) voor vier oud-spelers van SC Heerenveen.

Tabel 5: Voorbeeld van financiële prestatie-indicatoren, berekend aan de hand van werkelijk betaalde transfersommen. De getallen in de vetgedrukte kolommen worden meegenomen in de analyse.

Naam Aankoopbedrag Verkoopbedrag 1. Transferwinst 2. Ratio transfersommen

Bak Nielsen € 1.500.000 € 500.000 € -1.000.000 0,33

Grindheim € 2.200.000 ? ? ?

Paulo Henrique ? € 1.500.000 ? ?

Smarason € - € - € - ?

Bij Christian Bak Nielsen wordt een transferverlies van één miljoen euro genoteerd (verkoopbedrag –

aankoopbedrag = € 500.000 - € 1.500.000 = - € 1.000.000) en een ratio van 0,33 (verkoopbedrag /

aankoopbedrag = € 500.000 / € 1.500.000 = 0,33). We zien dat de Noorse middenvelder Christian

Grindheim voor een bedrag van 2,2 miljoen euro is aangetrokken, maar bij zijn verkoopbedrag zien

we een ‘missing value’. Dit kan komen doordat de speler voor een onbekend bedrag is

getransfereerd naar een andere club, maar in dit geval wordt het verkoopbedrag als onbekend

verondersteld omdat de speler aan het eind van het seizoen 2010/2011 nog steeds bij SC

Heerenveen actief was. Net als bij de andere prestatie-indicatoren wordt alleen data verzameld over

de periode vanaf het seizoen 2004/2005 tot en met 2010/2011. Transfers die na afloop van het

seizoen 2010/2011 hebben plaatsgevonden, blijven daarmee buiten beschouwing. Grindheim vertrok

in de zomer van 2011 weliswaar voor 750.000 euro naar FC Kopenhagen, maar deze transfer blijft

dus buiten beschouwing omdat de transfer van Grindheim eigenlijk voorafgaand aan het seizoen

2011/2012 heeft plaatsgevonden. Doordat er een ‘missing value’ wordt opgegeven bij het

verkoopbedrag, is de transferwinst ook onbekend en kan er ook geen ratio worden berekend.

Bij Paulo Henrique zien we juist de tegenovergestelde situatie van Grindheim: het bedrag

waarvoor de Braziliaan werd aangetrokken is niet bekend, maar we weten wel dat hij voor anderhalf

miljoen werd verkocht. Hierdoor kan er geen transferwinst en ratio worden berekend. Kijken we ten

slotte naar Arnor Smarason, dan zien we dat hij transfervrij werd aangetrokken maar dat hij ook

transfervrij is vertrokken bij SC Heerenveen. De club heeft dus quitte gespeeld: er wordt een

transferwinst van nul euro geregistreerd, maar er kan geen ratio worden berekend. Er zou dan

immers gedeeld worden door het getal nul en dat is wiskundig niet toegestaan.

Bij de prestatie-indicatoren die gebaseerd zijn op werkelijk betaalde transfergelden, zien we

dus veel ‘missing values’. Van de 472 spelers is slechts in 222 gevallen een transferwinst

geregistreerd en bij de ratio van de transfersommen ligt dit aantal nog lager: bij slechts 76 spelers is

er een valide uitkomst van de ratio. Omdat er (zoals eerder gezegd) gebruik wordt gemaakt van ‘case

wise replacement’, betekent dit helaas dat dergelijke cases niet worden meegenomen in de dataset.

In dat kader zijn de laatste twee prestatie-indicatoren dus een zeer waardevolle aanvulling:

deze zijn namelijk gebaseerd op de marktwaarde-indicaties van Transfermarkt.de en deze site heeft

voor bijna elke speler wel een geregistreerde marktwaarde. Ter herinnering: de derde financiële

prestatie-indicator is de stijging (of daling) van de marktwaarde (uitgedrukt in euro’s) en de vierde

financiële prestatie-indicator is een ratio waarbij de ‘nieuwe’ marktwaarde (bij vertrek) wordt

gedeeld door de oude marktwaarde (toen de speler binnen kwam). In Tabel 6 staan de laatste twee

financiële prestatie-indicatoren weergegeven voor een viertal (oud-)spelers van FC Twente.

Tabel 6: Voorbeeld van financiële prestatie-indicatoren, berekend aan de hand van marktwaarde-indicaties. De getallen in de vetgedrukte kolommen worden meegenomen in de analyse.

Naam MW start MW eind 3. Abs. Stijging MW 4. Ratio MW

Mihaylov € 500.000 € 3.000.000 € 2.500.000 6,00

Parker € 1.300.000 € 900.000 € -400.000 0,69

Protasewicz ? € 100.000 ? ?

Shoukov € 1.000.000 € - € -1.000.000 0,00

In veel gevallen zien we een ontwikkeling zoals bij Nikolay Mihaylov of Bernard Parker, waarbij de

marktwaarde wordt geregistreerd op het moment dat de speler bij FC Twente kwam, gevolgd door

de marktwaarde op het moment dat de speler weer vertrok. Bij spelers die ook na het seizoen

2010/2011 nog onder contract staan bij de betreffende Eredivisieclub (zoals Mihaylov bij FC Twente),

is de marktwaarde-indicatie van medio 2011 geregistreerd. De absolute stijging (of daling) wordt

verkregen door de marktwaarde aan het eind van het dienstverband (of de marktwaarde van medio

2011, mits de speler nog actief is bij zijn club) te verminderen met de marktwaarde bij de start van

het dienstverband. Wanneer we deze bedragen op elkaar delen, vinden we de laatste ratiovariabele.

Bij Mihaylov zien we een transferwinst van 2,5 miljoen euro op en bij Parker een verlies van 4 ton: de

marktwaarderatio van beide spelers is respectievelijk 6 en 0,69 (een ratio van minder dan 1 wijst dus

op een daling van de marktwaarde).

Bij de Poolse middenvelder Michal Protasewicz zien we echter dat de marktwaarde bij

aanvang onbekend is. Dit komt vooral voor bij spelers die vanuit de jeugdopleiding doorstromen naar

het eerste elftal. De speler wordt in dat geval wel tot de eerste selectie gerekend, maar hij is nog niet

zo bekend waardoor er ook (nog) geen marktwaarde-indicatie wordt gegeven door Transfermarkt.de.

Wanneer de ‘oude’ marktwaarde onbekend is, levert dat ook ‘missing values’ op voor de absolute

stijging en voor de marktwaarderatio. Ten slotte zien we nog dat bij Dmitri Shoukov de marktwaarde

aan het eind op nul euro wordt ingeschat. Dit is ook logisch, aangezien de Russische middenvelder op

dat moment zijn professionele carrière heeft gestopt. Desondanks wordt er wel een

marktwaardeverandering en marktwaarderatio vastgesteld.