• No results found

Feedback na de studiekeuzecheck is belangrijk

Figuur 30 Het belang van feedback na de studiekeuzecheck. N = 397.

Studiekeuzecheck niet gedaan? Dan ook weinig positieve verwachtingen Studenten die geen studiekeuzecheck hebben gedaan, verwachten er ook niet veel van.

Zo denkt 78% van de eerstejaars (hbo en wo) dat een studiekeuzecheck hun keuze niet zou beïnvloeden, Figuur 31 .

Figuur 31 Invloed van de studiekeuzecheck op de studiekeuze. N = 220.

24 Resultaten

Tips van studenten over hoe de studiekeuzecheck uitval kan voorkomen

We hebben studenten gevraagd wat zij een betere manier vinden dan de huidige studiekeuzecheck om uitval te voorkomen. De volgende tien aspecten kwamen vaker naar voren:

1. De studiekeuzecheck en het oriëntatieproces kan veel persoonlijker. Een (fysiek) gesprek met een studieadviseur of mensen van de opleiding vinden studenten een goed idee.

2. Meer feedback op de studiekeuzecheck. Veel studenten (77%) hebben vorig jaar een vragenlijst ingevuld als studiekeuzecheck, Figuur . Als reactie kregen ze vaak alleen een eindscore, maar daadwerkelijke feedback ontbrak.

3. Liever geen vragenlijsten. Veel vragenlijsten gaan nu over capaciteiten en veel minder over interesses. Terwijl studenten het lastig vinden vooraf in te schatten waar ze goed en minder goed in zijn. “Bij zo’n vragenlijst weet je van tevoren al precies wat ze willen horen, dus is het best verleidelijk om alleen maar daar naar te kijken en je antwoorden daarop te baseren,” aldus een student.

4. Geen online studiekeuzecheck, vinden studenten. Fysieke gesprekken zijn het best.

5. Laat zien hoe de studie werkelijk is. Proefstudeer- en meeloopdagen zijn goede manieren om uitval te voorkomen, mits deze ‘normale’ dagen uit het eerste jaar laten zien. De onderwijsinstellingen laten op

voorlichtingsmomenten vaak alleen de positieve kant van een opleiding zien, maar studenten hebben behoefte aan een realistisch beeld.

6. Een overzicht van de vakken die je in het eerste jaar krijgt, meer de inhoud van de studie laten zien. Redenen geven waarom de meeste studenten stoppen.

7. Meer inzicht in het programma en de werkdruk. Liever dus meelopen met eerstejaars in plaats van een proefcollege volgen dat speciaal voor hen is samengesteld. Ze willen, bijvoorbeeld oude (opgenomen) colleges bekijken of een oud tentamen inzien.

8. Sommigen opperen een ‘mee-studeerweek’. Anderen vinden dat meeloopdagen verplicht moeten worden.

9. Studenten geven aan dat het niet altijd duidelijk is hoe groot de stap is van de middelbare school naar het hoger onderwijs of middelbaar

beroepsonderwijs. Ze weten dan niet altijd wat er van hen wordt verwacht.

Bijvoorbeeld of voorkennis nodig is. Zij zouden daarin meer begeleiding wensen.

10. Makkelijker maken om over te stappen of te switchen.

Conclusie

In dit onderzoek hebben we in kaart gebracht hoe 1.064 eerstejaars online onderwijs hebben beleefd, of zij zijn uitgevallen of geswitcht en hoe zij hun studie-oriëntatie, zoals open dagen en de studiekeuzecheck hebben ervaren.

Corona en online onderwijs hebben volgens studenten bijgedragen aan uitval We hebben niet aan de hand van cijfers kunnen vaststellen dat eerstejaars vaker zijn geswitcht of uitgevallen door het online onderwijs, maar wel is het opvallend dat 85% van de studenten die is uitgevallen (gestopt, geswitcht of dit van plan zijn of hierover twijfe-len) zegt dat corona en het online onderwijs daaraan heeft bijgedragen.

Niet, leuk, te saai, anders dan verwacht, geen klik met medestudenten De vijf belangrijkste redenen om te switchen of stoppen volgens studenten:

1. De studie is niet leuk genoeg 2. Het is anders dan verwacht 3. Niet op mijn plek

4. De studie is te saai

5. Geen klik met medestudenten

Vooral voor mbo- en hbo-studenten voldoet de studie vaker niet aan de verwachting.

Hbo’ers voelen zich vaker niet op hun plek dan mbo’ers en wo’ers. Wo’ers vinden op hun beurt hun studie vaker niet leuk genoeg of te moeilijk.

Voldoende voorlichtingsactiviteiten gedaan

Een grote meerderheid van de uitvallers geeft aan zich voldoende tot goed te hebben voorbereid op hun studie. Deze lichting heeft zich nog voor corona grotendeels fysiek kunnen oriënteren. 80% bezocht fysieke open dagen, ruim een derde fysieke meeloopdagen en 19% proefstudeerdagen. Toch is er na de voorlichtingsactiviteiten nog veel onduidelijk. Veel studenten geven aan dat studies anders zijn dan verwacht, niet leuk en saai zijn.

Niet tevreden over de begeleiding

Een ruime meerderheid (59%) van de uitvallers is niet tevreden met de begeleiding voor de eerstejaars tijdens corona. Mbo’ers zijn het meest tevreden en wo’ers het minst.

Online onderwijs is niet motiverend

Voor de eerstejaars is een van de belangrijkste redenen om te stoppen of te switchen dat het online onderwijs niet motiverend is (81%). Daarnaast miste 68% sociaal contact. De helft kon het online onderwijs niet goed volgen en vond het bovendien saai. Een derde geeft aan geen vrienden te hebben gemaakt in de nieuwe studie.

4

26 Conclusie

Studievertraging

65% van de ondervraagden heeft studievertraging opgelopen door corona, Figuur 13.

Als belangrijke oorzaken noemen zij minder motivatie, minder concentratie en te weinig begeleiding.

Meer eenzaamheid onder uitvallers

Dat jongeren eenzaam waren tijdens corona is geen verrassing. Wel is het opvallend dat het aantal eenzame jongeren veel hoger is onder de studenten die gestopt zijn (89%) gaan stoppen (84%) of daarover twijfelen (80%). Hoewel een meerderheid van de eerstejaars ondanks corona toch nieuwe studievrienden heeft gemaakt, zijn uitvallers daar aanmerkelijk minder goed in geslaagd. Slechts de helft van de uitvallers lukte het nieuwe contacten op te doen, tegenover 70% van de studenten die doorstuderen.

Effectiviteit van de studiekeuzecheck

Het hoger onderwijs biedt een studiekeuzecheck aan om te kijken of de studie wel echt bij de aankomend student past. Het is een soort laatste check voor de definitieve keuze en bedoeld om het aantal uitvallers en switchers terug te dringen. Het hoger onderwijs is vrij om te bepalen of zij de studiekeuzecheck aanbieden en in welke vorm. Studenten mogen een negatief advies naast zich neerleggen. Van de eerstejaars heeft 64% hbo- en wo-studenten een studiekeuzecheck gedaan. Ruim een derde heeft géén studiekeuzecheck gehad.

Een derde kan door de studiekeuzecheck niet vaststellen of de juiste keuze is gemaakt.

De meest voorkomende vorm van de studiekeuzecheck is een (digitale) vragenlijst (77%). 24%

had een gesprek, 25% een toets en 16% een proefcollege.

Het grootste deel van de eerstejaars (63%) die een studiekeuzecheck heeft gedaan, heeft hierdoor enigszins of zeker de juiste studiekeuze gemaakt. Voor ruim een derde geldt dat niet.

Meer dan de helft van de uitvallers (53%) heeft door de studiekeuzecheck niet kunnen vaststellen of dit de juiste studie voor hen was. Van de doorstudeerders kon een derde (33%) dit niet bepalen.

Hbo’ers ervaren de studiekeuzecheck vaker als nuttig dan wo’ers. Van de hbo-studenten vond 70% het effectief en van de wo- studenten 59%.

Bijna de helft van de uitvallers (47%) vindt de studiekeuzecheck geen goede manier om uitval te voorkomen. Een iets groter aantal uitvallers (52%) vindt het wel een goede manier.

Doorstudeerders zijn positiever over het nut van de studiekeuzecheck (66% vindt het goed en 35% niet).

Een op de vijf krijgt geen feedback na afloop

De meeste studenten (58%) krijgen feedback na afloop van de studiekeuzecheck. Toch ontvangt 1 op de 5 studenten dat niet. Eenzelfde percentage weet dit niet meer. Dit is opvallend omdat het belangrijkste onderdeel van de studiekeuzecheck nu juist is dat onderwijsinstellingen aankomend studenten helpen bepalen of zij de juiste keuze hebben gemaakt. 82% van de eerstejaars die een studiekeuzecheck heeft gehad, vindt feedback belangrijk. Studenten vinden dat de huidige studiekeuzecheck in de vorm van digitale vragenlijsten vaak te onpersoonlijk en te oppervlakkig is.