juni 2021
Onderzoek naar switchen, uitval en het effect van corona
Switchen en uitval
onder eerstejaars
studenten op het
mbo, hbo en wo
Inhoudsopgave
1 Inleiding 2
2 Methode 3
2.1 Opbouw onderzoek 3
2.2 Responsberekening 3
2.3 Steekproefsamenstelling 3
2.4 Data-analyse 4
3 Resultaten 5
3.1 Uitval onder eerstejaars 5
3.2 Eerstejaars tijdens corona 12
3.3 Ervaring met (online) open dagen 13
3.4 Ervaring met de studiekeuzecheck 17
4 Conclusies 23
5 Bijlage 25
6 Bronvermelding 26
Colofon 27
2 Inleiding
Corona heeft grote gevolgen gehad voor het onderwijs. In maart 2020 gingen hogescholen, universiteiten en het middelbaar beroepsonderwijs dicht.
Onderwijsinstellingen moesten op stel en sprong het onderwijs online inrichten.
Studenten die in september 2020 begonnen, hebben zich voor een deel online moeten oriënteren. Ook hun overstap van het voortgezet onderwijs naar het mbo of hoger onderwijs was bijna volledig online.
Wat zijn de gevolgen van alle online activiteiten voor eerstejaars? Wij hebben onderzocht hoe eerstejaars online onderwijs hebben beleefd en hoe zij hun studie- oriëntatie, zoals de studiekeuzecheck hebben ervaren. Zijn eerstejaars bijvoorbeeld vaker geswitcht of uitgevallen door het online onderwijs? Hoe hebben zij de begeleiding ervaren? En zien we bijvoorbeeld verschillen per niveau?
Al jaren schommelt het aantal eerstejaars dat switcht of uitvalt rond de 32 procent. In 2020 is dit weer iets toegenomen: 32.5% ten opzichte van 32.3% in 2019 (bron 1).
Opmerking vooraf
In dit onderzoek gebruiken we de term ‘uitvallers’. Dit omvat de groep studenten die aangeeft gestopt te zijn, dat van plan te zijn of erover te twijfelen. Het zijn dus ook studenten die overstappen naar een andere studie (switchers).
Inleiding
1
Aantal jongeren
Ingevuld 1.366
Buiten de doelgroep (scholier, tussenjaar of tweedejaars) 171
Aantal eerstejaars 1.195
Onvolledig en verwijderd 131
Netto respons 1.064
Tabel 1. Responsberekening. N = 1.366.
Opbouw onderzoek
In januari 2021 hebben we de online enquête gemaild naar 22.000 eerstejaars. Als compensatie voor het invullen maakten zij kans op een cadeaubon. Na drie weken zijn we begonnen met het analyseren van de antwoorden. De enquête bevatte ongeveer 25 vragen over studie-oriëntatie, de studiekeuzecheck en de effecten die corona op hun eerste studiejaar had.
Responsberekening
We hebben de enquête gestuurd naar eerstejaars studenten op het mbo, hbo en wo.
In totaal hebben 1.366 jongeren de enquête ingevuld, waarvan 1195 eerstejaars. (87%).
Van deze groep hebben we alleen de groep meegenomen die de enquête volledig heeft ingevuld. In totaal zijn dit 1.064 eerstejaars, Tabel 1.
Methode
2 2 .1
Steekproefsamenstelling
De steekproef omvat meer vrouwen dan mannen, Figuur 1.
Voor de analyse hebben we daarom een gewogen gemiddelde gebruikt (zie bijlage achterin).
•
In de steekproef heeft 36% vmbo gedaan, 26% havo en 38% vwo, Figuur 2.•
Van de eerstejaars heeft driekwart van de ouders/verzorgers ook gestudeerd. Bij 46% studeren broer(s) en/of zus(sen) ook. 15% van de jongeren is thuis de enige die studeert en daarmee eerstegeneratiestudent, Figuur 3.2 .3
2 .2
4
Verdeling naar geslacht
Studerende ouders, broers of zussen
Verdeling vooropleiding
Methode 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Ik ben de enige die thuis
studeert Mijn broer(s)/
zus(sen) studeren ook Mijn ouders/
verzorgers hebben ook
gestudeerd 76%
46%
15%
807
493
159 Vrouw Man Anders/onbekend
31%
1%
68%
vmbo havo vwo Vooropleiding het buitenland 38%
0%
36%
25%
Figuur 3 Studerende ouders, broers of zussen, N = 1.064.
Figuur 1 Verdeling naar geslacht, N = 1.058. Figuur 2 Verdeling naar vooropleiding, N = 1.064.
Verdeling naar niveau
0%
10%
20%
30%
40%
50%
wo hbo
Mbo 40%
26%
416 34%
277
363
Figuur 3A Verdeling naar niveau.
Data-analyse
We rapporteren over de data in percentages. Om te kijken of er een significant verschil is tussen groepen (bijvoorbeeld tussen verschillende niveaus) hebben we een Kruskall- Wallis of een Mann-Whitney U test uitgevoerd met IBM SPSS Statistics versie 26. Als significantieniveau hanteren we α = .05.
2 .4
6 Resultaten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Gaat niet stoppen Twijfelt om
te stoppen Gaat
stoppen Al gestopt
5% 4%
11%
79%
Resultaten
Uitval onder eerstejaars
Zijn er afgelopen jaar vanwege het online onderwijs meer studenten geswitcht of gestopt met hun studie? En wat was hun voornaamste reden?
Een op de vijf valt (mogelijk) uit
We zien dat een op de vijf studenten in onze dataset (20%) niet helemaal gelukkig is met de keuze. Zo is 5% al gestopt, geeft 4% aan te gaan stoppen en twijfelt 11%, Figuur 4. Alle niveaus schommelen rond de 20%, Figuur 5. Opvallend is dat van de uitvallers 85%
aangeeft dat het online onderwijs (door corona) hieraan heeft bijgedragen (Zie Figuur 8).
3
3 .1
Figuur 4 Percentage uitvallers. N = 1.062.
Percentage uitvallers
0%
5%
10%
15%
20%
25%
wo hbo
mbo
23% 22%
20%
Redenen om te switchen of stoppen
De belangrijkste redenen om te switchen of stoppen volgens studenten is dat de studie niet leuk genoeg is, dat het anders is dan verwacht, dat zij zich niet op hun plek voelen en dat het bovendien te saai is, Figuur 6.
Vooral voor mbo- en hbo-studenten voldoet de studie vaker niet aan de verwachting.
Hbo’ers voelen zich vaker niet op hun plek dan mbo’ers en wo’ers. Wo’ers vinden op hun beurt hun studie vaker niet leuk genoeg of te moeilijk.
Bijna 80% van de uitvallers geeft aan dat ze zich van tevoren redelijk tot goed hebben verdiept in de studies, Figuur 7. Aan hun oriëntatieproces ligt het dus niet, vinden zij.
Mbo’ers zijn daar iets minder stellig in. Veel studenten geven echter aan dat hun studie anders is dan verwacht. Zelf zeggen studenten dat na voorlichtingsmomenten niet altijd duidelijk is hoe de studie is ingedeeld en wat er van hen wordt verwacht.
Figuur 5 Percentage uitvallers per niveau. N = 221.
Percentage uitvallers per niveau
8
Niet leuk genoeg
Ander s dan
verw ach
t
Ik voelde me nie t op m
’n plek Te saai
Geen klik met medes
tuden
ten
Te theor etisch
Geen goed toek
oms tper
spectie f
Te moeilijkTe praktisch
Ik ben bang dat ik de capacit
eiten nie t
heb om dez e studie af
te mak en 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
53%
46%
63%
52%54%
35% 33%
54%
39%
20%
30% 33%
19%
29%
33%
20%22%
20%
11%
17%15%
19%
15%
11%9%12%
22%
5%3%6%
Mbo Hbo Wo
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
36%
41% 43%
34%
40% 41%
23%
14% 16%
2%
5%
0%
Mbo Hbo Wo
Figuur 6 Redenen voor uitvallers om te stoppen. N = 222.
Figuur 7 Oriëntatie studies per niveau. N = 222.
Redenen om te stoppen met je studie
Heb je je voorafgaand aan je studiekeuze
genoeg in studies verdiept?
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
39%
58%
66%
39%
30%
23%
17%
9% 10%
6% 4%
1%
Mbo Hbo Wo
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
73%
50%
13%
34%
10% 12%
3% 4%
Op kamers Thuis wonen
Corona en het onlineonderwijs dragen volgens studenten bij aan switchen en uitval
Van de uitvallers geeft 85% aan dat het onlineonderwijs (door corona) daar zeker of enigszins aan heeft bijgedragen, Figuur 8. Onder mbo’ers is dat duidelijk minder het geval. We zien een verschil tussen studenten die thuis zijn blijven wonen en studenten die op kamers zijn gegaan. Van de studenten op kamers geeft 73% aan dat corona zeker heeft bijgedragen aan de uitval. De thuiswonende studenten zijn daarover iets minder stellig, Figuur 9.
Figuur 8 Stoppen met je studie door online onderwijs per niveau. N = 222.
Figuur 9 Stoppen met je studie, uitgesplitst in thuiswonend en op kamers. N = 222.
Heeft het online onderwijs (door corona) eraan bijgedragen dat je gestopt bent met je studie of dat van plan bent?
Thuiswonend of op kamers: stoppen met je studie of dat van
plan zijn door online onderwijs
10 Resultaten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
10%
16%
10%
40%
28%
19%
24%
35%
41%
22%
26%
31%
Mbo Hbo Wo Eerstejaars niet tevreden met de begeleiding
Een ruime meerderheid (59%) van de uitvallers is niet tevreden met de begeleiding voor de eerstejaars tijdens corona. Mbo’ers zijn het meest tevreden en wo’ers het minst, Figuur 10.
Figuur 10 Tevredenheid met begeleiding van uitvallers per niveau N = 222
Uitvallers: tevredenheid met begeleiding
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Door corona niet goed
kunnen oriënteren Geen vrienden
op nieuwe studie Online-
onderwijs saai Online kon
ik de stof niet goed volgen Ik miste
sociaal contact Onlineonderwijs
niet motiverend 81%
68%
52% 52%
27%
32%
Figuur 11 Redenen om te stoppen of switchen. N = 222.
Online onderwijs is niet motiverend
Voor de eerstejaars is een van de belangrijkste redenen om te stoppen of te switchen dat het online onderwijs niet motiverend is. Daarnaast miste 68% sociaal contact, kon de helft het online onderwijs niet volgen en vond het bovendien saai. Een derde geeft aan geen vrienden te hebben gemaakt tijdens de nieuwe studie, Figuur 11.
Redenen om te stoppen of te switchen
12 Resultaten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nee, zeker niet Nee,
niet echt Ja, enigszins
Ja, zeker 42%
23% 24%
10%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Geen reden Ik weet
het niet Te weinig
bege- leiding Minder
concen- tratie Minder
motivatie 57%
50%
30%
4%
0%
Studievertraging opgelopen
65% van de ondervraagden heeft studievertraging opgelopen door corona, Figuur 12.
Als belangrijke oorzaken noemen zij minder motivatie, minder concentratie en te weinig begeleiding, Figuur 13.
Figuur 12 Studievertraging opgelopen door corona. N = 221.
Figuur 13 Oorzaken van studievertraging door corona N = 221.
Studievertraging opgelopen door corona
Studievertraging opgelopen door
corona
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nooit Zelden
Soms Vaak
Altijd 6%
27%
41%
17%
9%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nooit Zelden
Soms Vaak
Altijd 7%
11% 10%
5%
40% 41%
27%25%
42%
32%
43%41%
7%
11%
18%
12%
4% 5%
7%
10%
Gestopt Ga stoppen Twijfel te stoppen Niet stoppen
3 .2
Eerstejaars tijdens corona
Jongeren voelden zich vaker eenzaam
Corona heeft invloed gehad op de mentale gezondheid van studenten. Driekwart van de eerstejaars voelde zich in meer of mindere mate eenzaam, Figuur 14. Dit aantal ligt nog veel hoger voor studenten die gestopt zijn (89%) gaan stoppen (84%) of daarover twijfelen (80%), Figuur 15.
Figuur 14 Eenzaamheid tijdens corona. N = 1.058.
Figuur 15 Eenzaamheid uitvallers vergeleken met studenten die doorstuderen. N = 1.058
Eenzaamheid tijdens corona
Verschil uitvallers en doorstudeerders:
eenzaamheid tijdens corona
14 Resultaten 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
19%
33% 32%
37%
31%
23%
19%
6%
Uitvallen Niet uitvallen Een meerderheid heeft wel nieuwe vrienden gemaakt
Een meerderheid van de eerstejaars heeft ondanks corona toch nieuwe studievrienden gemaakt. Uitvallers zijn daar aanmerkelijk minder vaak in geslaagd. De helft van de uitvallers lukte het nieuwe contacten op te doen, tegenover 70% van de studenten die doorstuderen, Figuur 16.
Figuur 16 Nieuwe vrienden maken: uitvallers vergeleken met studenten die doorstuderen. N = 1.059.
3 .3
Ervaringen met (online) open dagenDe meeste studenten bezochten fysieke voorlichtingsactiviteiten Aangezien de maatschappelijke effecten van corona pas vanaf maart 2020 voelbaar waren, hebben veel studenten zich nog wel fysiek kunnen oriënteren. Bijna 90% van de eerstejaars geeft aan dat ze zich ondanks corona zeker of enigszins goed hebben kunnen oriënteren, Figuur 17. Mogelijk zien we hier komend jaar nog meer of andere effecten van.
80% bezocht fysieke open dagen 12% woonde online open dag bij.
1 op de 10 studenten heeft geen open dagen bezocht, Figuur 18.
Nieuwe studievrienden onder eerstejaars
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Nee, zeker niet Nee,
niet echt Ja,
enigszins Ja, zeker
54%
33%
11%
2%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
80%
36%
19%
12% 11%
5% 5%
2% 2%
Fysieke open dag
Fysieke meeloopdag Fysieke pr
oefstudeer dag
Online open dag Geen
voorlich
tingsdagen Webinar
Online Q&
A me t studen
ten o f via chat
Online pr oefstudeer
dag
Online meeloopdag
Figuur 17 Oriëntatie tijdens corona. N = 1.064.
Figuur 18 Hoe hebben studenten zich kunnen oriënteren? N = 1.064.
Ik heb me ondanks corona goed kunnen oriënteren op de opleiding van mijn keuze
Manieren om je te oriënteren op je studie
16 Resultaten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nee, maar dit heeft mijn keuze
niet beïnvloed Nee, en
hierdoor heb ik niet de goede
keuze kunnen
maken Ja, maar
dit heeft mijn keuze
niet beïnvloed Ja, en
hierdoor heb ik de goede keuze
kunnen maken
43% 41%
1%
16%
Hulp van thuis
:meer dan 80% van de studenten krijgt hulp van thuis bij het maken van hun studiekeuzeTerwijl veruit de meeste studenten hulp van thuis krijgt bij het maken van hun studiekeuze (84%), heeft minder dan de helft hiervan het gevoel dat dit hun keuze beïnvloedt, Figuur 19 .
Wo’ers krijgen minder vaak hulp van thuis (79%) dan studenten op het mbo (87%) en het hbo (85%), Figuur 20 . Wo’ers vinden het vaakst dat hulp van thuis hun keuze niet beïnvloedt. Hbo’ers en mbo’ers zijn positiever over hulp van thuis met betrekking tot hun studiekeuze, Figuur 20
Figuur 19 Hulp van thuis bij de studiekeuze. N = 1.060.
Hulp van thuis bij kiezen van een
studie
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Nee, maar dit heeft mijn keuze
niet beïnvloed Nee, en hierdoor
heb ik niet de goede keuze kunnen maken Ja, maar dit
heeft mijn keuze niet beïnvloed Ja, en hierdoor
heb ik de goede keuze kunnen maken
46% 48%
36%
41%
37%
43%
2% 0% 1%
12% 15%
21%
Mbo Hbo Wo
Figuur 20 Hulp van thuis bij de studiekeuze per niveau. N = 1.060.
Hulp van thuis bij de studiekeuze per niveau
18 Resultaten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
nee Ja
64%
36%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Nee Ja, geen
eactie Ja, niet
gekregen Ja, gekregen
32%
0% 0%
68%
3 .4 Ervaringen met de studiekeuzecheck
Het hoger onderwijs biedt een studiekeuzecheck aan om te kijken of de studie wel echt bij de aankomend student past. Het is een soort laatste check voor de definitieve keuze en onder meer bedoeld om het aantal uitvallers en switchers terug te dringen. Het hoger onderwijs is vrij om te bepalen of zij de studiekeuzecheck of matching aanbieden en in welke vorm. Studenten mogen een negatief advies naast zich neerleggen. Maar dat wordt hen wel afgeraden. Van de eerstejaars heeft 64% van de hbo- en wo-studenten een studiekeuzecheck gedaan. Ruim een derde heeft geen studiekeuzecheck gehad, Figuur 21 .
Van de studenten die een studiekeuzecheck hebben gekregen, heeft een derde die zelf aangevraagd. Slechts 0.4% heeft de studiekeuzecheck wel aangevraagd maar niet gekregen of geen reactie ontvangen, Figuur 22 .
Figuur 21 Studiekeuzecheck gehad. N = 621.
Figuur 22 Studiekeuzecheck aangevraagd en al dan niet gekregen. N = 621.
Studiekeuzecheck gehad?
Studiekeuzecheck zelf aangevraagd
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
(Digitale) vragenlijst Proefcollege
Toets Gesprek
24% 25%
16%
77%
Waaruit bestaat de studiekeuzecheck?
Van de groep studenten die een studiekeuzecheck heeft gehad, kreeg 77% een (digitale) vragenlijst. 24% had een gesprek, 25% een toets en 16% een proefcollege, Figuur 23.
Figuur 23 Vorm van de studiekeuzecheck. N = 399.
Twee op de drie eerstejaars (63%) die een studiekeuzecheck heeft gedaan, heeft hierdoor enigszins of zeker de juiste studiekeuze kunnen maken. Voor ruim een derde geldt dat niet. Hbo’ers konden door de studiekeuzecheck vaker bepalen of dit de juiste studie voor hen was wo’ers (resp. 70% en 59%), Figuur 24 en 25.
Waaruit bestond de studiekeuzecheck?
Heb je door je studiekeuzecheck de juiste keuze kunnen maken?
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Nee, zeker niet Nee,
niet echt Ja,
enigszins Ja, zeker
14%
49%
32%
5%
Figuur 24: ‘Heb je door je studiekeuzecheck de juiste keuze kunnen maken?’ N = 399.
20 Resultaten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
17%
12%
41%
53%
46%
26%
36%
4% 5%
Hbo Wo
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
7%
16%
52%
40%
29%
45%
8%
4%
Uitvallers Niet uitvallers
Figuur 25 Bepalen van de juiste studiekeuze door de studiekeuzecheck per niveau, N = 399
Meer dan de helft van de uitvallers (53%) heeft door de studiekeuzecheck niet kunnen vaststellen of dit de juiste studie voor hen was. Van de doorstudeerders kon een derde (33%) dit niet bepalen.
Kon je door de studiekeuzecheck bepalen of dit de juiste studie voor je was?
Kon je door de studiekeuzecheck bepalen of dit de juiste studie voor je was?
Figuur 26 ‘Kon je door de studiekeuzecheck bepalen of dit de juiste keuze was?’ per uitvallers/ niet-uitvallers, N = 397.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
19% 18%
43% 44%
29% 30%
8% 8%
Hbo Wo
Uitval voorkomen met de studiekeuzecheck?
62% van de eerstejaars studenten die een studiekeuzecheck hebben gedaan, vindt dit een (enigszins) goede manier om uitval te voorkomen. Meer dan een derde vindt het geen goede manier. Er zit weinig verschil tussen de niveaus, Figuur 27 .
Vind je de studiekeuzecheck een goede manier om uitval te voorkomen?
Figuur 27 Studiekeuzecheck is een goede manier om uitval te voorkomen per niveau. N = 400.
Bijna de helft van de uitvallers (47%) vindt de studiekeuzecheck geen goede manier om uitval te voorkomen. Een iets groter aantal uitvallers (52%) vindt het wel een goede manier.
Doorstudeerders zijn positiever over het nut van de studiekeuzecheck (66% vindt het goed en 35% niet).
22
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Weet ik niet meer Nee
Ja
57% 59%
18% 21% 24%
21%
Hbo Wo
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nee, zeker niet Nee, niet echt
Ja, enigszins Ja, zeker
7%
22%
45% 44%
33%
29%
17%
6%
Uitvallers Niet uitvallers
Vind je de studiekeuzecheck een goede manier om uitval te voorkomen?
Figuur 28 ‘Vind je de studiekeuzecheck een goede manier om uitval te voorkomen?’ per uitvallers/
niet-uitvallers, N = 397.
Twintig procent ontvangt geen feedback
De meeste studenten (58%) krijgen feedback na afloop van de studiekeuzecheck. Toch ontvangt 1 op de 5 studenten dat niet. Eenzelfde aantal weet het niet meer, Figuur 29. Dit is opvallend omdat een onderdeel van de studiekeuzecheck is dat onderwijsinstellingen een advies geven of de aankomend student de juiste keuze heeft gemaakt.
Studenten hechten er ook belang aan. 82% van de eerstejaars die een studiekeuzecheck hebben gehad, vinden feedback (enigszins) belangrijk, Figuur 30 .
Feedback gekregen na de studiekeuzecheck
Figuur 29. Feedback na de studiekeuzecheck per niveau. N= 398
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Nee, zeker niet Nee,
niet echt Ja, enigszins
Ja, zeker 2%
21%
50%
28%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Nee, zeker niet Nee,
niet echt Ja, enigszins
Ja, zeker 42%
39%
16%
3%
Zou een studiekeuzecheck jouw studiekeuze beïnvloed hebben?
Feedback na de studiekeuzecheck is belangrijk
Figuur 30 Het belang van feedback na de studiekeuzecheck. N = 397.
Studiekeuzecheck niet gedaan? Dan ook weinig positieve verwachtingen Studenten die geen studiekeuzecheck hebben gedaan, verwachten er ook niet veel van.
Zo denkt 78% van de eerstejaars (hbo en wo) dat een studiekeuzecheck hun keuze niet zou beïnvloeden, Figuur 31 .
Figuur 31 Invloed van de studiekeuzecheck op de studiekeuze. N = 220.
24 Resultaten
Tips van studenten over hoe de studiekeuzecheck uitval kan voorkomen
We hebben studenten gevraagd wat zij een betere manier vinden dan de huidige studiekeuzecheck om uitval te voorkomen. De volgende tien aspecten kwamen vaker naar voren:
1. De studiekeuzecheck en het oriëntatieproces kan veel persoonlijker. Een (fysiek) gesprek met een studieadviseur of mensen van de opleiding vinden studenten een goed idee.
2. Meer feedback op de studiekeuzecheck. Veel studenten (77%) hebben vorig jaar een vragenlijst ingevuld als studiekeuzecheck, Figuur . Als reactie kregen ze vaak alleen een eindscore, maar daadwerkelijke feedback ontbrak.
3. Liever geen vragenlijsten. Veel vragenlijsten gaan nu over capaciteiten en veel minder over interesses. Terwijl studenten het lastig vinden vooraf in te schatten waar ze goed en minder goed in zijn. “Bij zo’n vragenlijst weet je van tevoren al precies wat ze willen horen, dus is het best verleidelijk om alleen maar daar naar te kijken en je antwoorden daarop te baseren,” aldus een student.
4. Geen online studiekeuzecheck, vinden studenten. Fysieke gesprekken zijn het best.
5. Laat zien hoe de studie werkelijk is. Proefstudeer- en meeloopdagen zijn goede manieren om uitval te voorkomen, mits deze ‘normale’ dagen uit het eerste jaar laten zien. De onderwijsinstellingen laten op
voorlichtingsmomenten vaak alleen de positieve kant van een opleiding zien, maar studenten hebben behoefte aan een realistisch beeld.
6. Een overzicht van de vakken die je in het eerste jaar krijgt, meer de inhoud van de studie laten zien. Redenen geven waarom de meeste studenten stoppen.
7. Meer inzicht in het programma en de werkdruk. Liever dus meelopen met eerstejaars in plaats van een proefcollege volgen dat speciaal voor hen is samengesteld. Ze willen, bijvoorbeeld oude (opgenomen) colleges bekijken of een oud tentamen inzien.
8. Sommigen opperen een ‘mee-studeerweek’. Anderen vinden dat meeloopdagen verplicht moeten worden.
9. Studenten geven aan dat het niet altijd duidelijk is hoe groot de stap is van de middelbare school naar het hoger onderwijs of middelbaar
beroepsonderwijs. Ze weten dan niet altijd wat er van hen wordt verwacht.
Bijvoorbeeld of voorkennis nodig is. Zij zouden daarin meer begeleiding wensen.
10. Makkelijker maken om over te stappen of te switchen.
Conclusie
In dit onderzoek hebben we in kaart gebracht hoe 1.064 eerstejaars online onderwijs hebben beleefd, of zij zijn uitgevallen of geswitcht en hoe zij hun studie-oriëntatie, zoals open dagen en de studiekeuzecheck hebben ervaren.
Corona en online onderwijs hebben volgens studenten bijgedragen aan uitval We hebben niet aan de hand van cijfers kunnen vaststellen dat eerstejaars vaker zijn geswitcht of uitgevallen door het online onderwijs, maar wel is het opvallend dat 85% van de studenten die is uitgevallen (gestopt, geswitcht of dit van plan zijn of hierover twijfe- len) zegt dat corona en het online onderwijs daaraan heeft bijgedragen.
Niet, leuk, te saai, anders dan verwacht, geen klik met medestudenten De vijf belangrijkste redenen om te switchen of stoppen volgens studenten:
1. De studie is niet leuk genoeg 2. Het is anders dan verwacht 3. Niet op mijn plek
4. De studie is te saai
5. Geen klik met medestudenten
Vooral voor mbo- en hbo-studenten voldoet de studie vaker niet aan de verwachting.
Hbo’ers voelen zich vaker niet op hun plek dan mbo’ers en wo’ers. Wo’ers vinden op hun beurt hun studie vaker niet leuk genoeg of te moeilijk.
Voldoende voorlichtingsactiviteiten gedaan
Een grote meerderheid van de uitvallers geeft aan zich voldoende tot goed te hebben voorbereid op hun studie. Deze lichting heeft zich nog voor corona grotendeels fysiek kunnen oriënteren. 80% bezocht fysieke open dagen, ruim een derde fysieke meeloopdagen en 19% proefstudeerdagen. Toch is er na de voorlichtingsactiviteiten nog veel onduidelijk. Veel studenten geven aan dat studies anders zijn dan verwacht, niet leuk en saai zijn.
Niet tevreden over de begeleiding
Een ruime meerderheid (59%) van de uitvallers is niet tevreden met de begeleiding voor de eerstejaars tijdens corona. Mbo’ers zijn het meest tevreden en wo’ers het minst.
Online onderwijs is niet motiverend
Voor de eerstejaars is een van de belangrijkste redenen om te stoppen of te switchen dat het online onderwijs niet motiverend is (81%). Daarnaast miste 68% sociaal contact. De helft kon het online onderwijs niet goed volgen en vond het bovendien saai. Een derde geeft aan geen vrienden te hebben gemaakt in de nieuwe studie.
4
26 Conclusie
Studievertraging
65% van de ondervraagden heeft studievertraging opgelopen door corona, Figuur 13.
Als belangrijke oorzaken noemen zij minder motivatie, minder concentratie en te weinig begeleiding.
Meer eenzaamheid onder uitvallers
Dat jongeren eenzaam waren tijdens corona is geen verrassing. Wel is het opvallend dat het aantal eenzame jongeren veel hoger is onder de studenten die gestopt zijn (89%) gaan stoppen (84%) of daarover twijfelen (80%). Hoewel een meerderheid van de eerstejaars ondanks corona toch nieuwe studievrienden heeft gemaakt, zijn uitvallers daar aanmerkelijk minder goed in geslaagd. Slechts de helft van de uitvallers lukte het nieuwe contacten op te doen, tegenover 70% van de studenten die doorstuderen.
Effectiviteit van de studiekeuzecheck
Het hoger onderwijs biedt een studiekeuzecheck aan om te kijken of de studie wel echt bij de aankomend student past. Het is een soort laatste check voor de definitieve keuze en bedoeld om het aantal uitvallers en switchers terug te dringen. Het hoger onderwijs is vrij om te bepalen of zij de studiekeuzecheck aanbieden en in welke vorm. Studenten mogen een negatief advies naast zich neerleggen. Van de eerstejaars heeft 64% hbo- en wo-studenten een studiekeuzecheck gedaan. Ruim een derde heeft géén studiekeuzecheck gehad.
Een derde kan door de studiekeuzecheck niet vaststellen of de juiste keuze is gemaakt.
De meest voorkomende vorm van de studiekeuzecheck is een (digitale) vragenlijst (77%). 24%
had een gesprek, 25% een toets en 16% een proefcollege.
Het grootste deel van de eerstejaars (63%) die een studiekeuzecheck heeft gedaan, heeft hierdoor enigszins of zeker de juiste studiekeuze gemaakt. Voor ruim een derde geldt dat niet.
Meer dan de helft van de uitvallers (53%) heeft door de studiekeuzecheck niet kunnen vaststellen of dit de juiste studie voor hen was. Van de doorstudeerders kon een derde (33%) dit niet bepalen.
Hbo’ers ervaren de studiekeuzecheck vaker als nuttig dan wo’ers. Van de hbo-studenten vond 70% het effectief en van de wo- studenten 59%.
Bijna de helft van de uitvallers (47%) vindt de studiekeuzecheck geen goede manier om uitval te voorkomen. Een iets groter aantal uitvallers (52%) vindt het wel een goede manier.
Doorstudeerders zijn positiever over het nut van de studiekeuzecheck (66% vindt het goed en 35% niet).
Een op de vijf krijgt geen feedback na afloop
De meeste studenten (58%) krijgen feedback na afloop van de studiekeuzecheck. Toch ontvangt 1 op de 5 studenten dat niet. Eenzelfde percentage weet dit niet meer. Dit is opvallend omdat het belangrijkste onderdeel van de studiekeuzecheck nu juist is dat onderwijsinstellingen aankomend studenten helpen bepalen of zij de juiste keuze hebben gemaakt. 82% van de eerstejaars die een studiekeuzecheck heeft gehad, vindt feedback belangrijk. Studenten vinden dat de huidige studiekeuzecheck in de vorm van digitale vragenlijsten vaak te onpersoonlijk en te oppervlakkig is.
5 Bijlage Weegfactor
Vrouw 721 0.7378
Man 326 1.6319
Anders 14
28
Bron 1: Tweede Kamerbrief van min OCW (8 oktober 2020) Betreft Toegankelijk hoger onderwijs: selectie en beleidsreactie Monitor beleidsmaatregelen 2019-2020 (p.9)
6
Bronvermelding
Bronvermelding
Colofon
Voor meer informatie over dit onderzoek of over andere onderzoeken, neem contact op met ons door een e-mail te sturen naar insights@qompas.nl
A P
T E
Qompas BV Postbus 1100 2302 BC Leiden
071 581 55 81 info@qompas.nl
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder bronvermelding gebruikt worden.
© 2021 Qompas, Leiden