• No results found

Fasen in een opstelling

In document Opleiding Holistisch Therapeut (pagina 19-25)

3 Opstellingen

3.3 Fasen in een opstelling

Een opstelling kent een aantal fasen. Door deze fasen te onderscheiden, kun je de opbouw van de opstelling gemakkelijker laten verlopen. Je zult merken dat de fasen soms ook flink door elkaar lopen.

3.3.1 Voorbereiding

In de voorbereidingsfase besteed je aandacht aan wat jij nodig hebt om de opstelling goed te kunnen begeleiden. Je licht ook de cliënt en de eventuele andere deelnemers goed in, zodat iedereen weet wat hij kan verwachten. Tenslotte besteed je aandacht aan de voorbereiding van de ruimte. Soms gaat het om heel praktische en concrete zaken. Denk hierbij bijvoorbeeld een zaal die groot genoeg is, het aantal stoelen, koffie / thee, schoenen die niet piepen, kleding die bij je past, et cetera. Denk ook aan de energetische voorbereiding. Voel welke energie er nodig is om het proces soepeler te kunnen laten verlopen en zet deze energie in de ruimte. Voel wat er in jou gebeurt als je je voorstelt dat je met de opstelling bezig bent. Wat heb jij nodig om goed te kunnen begeleiden? Wat heeft de groep nodig?

Checklist voor de voorbereidingsfase

- Stem je af op de lege ruimte, die plek in jezelf waar het stil is, waar geen oordelen, verwachtingen of verlangens zijn.

- Stem je af op de persoon met wie je straks de opstelling gaat doen. Ook al is de persoon nog niet in de ruimte, je kunt toch al contact maken met deze persoon.

© 2022 ZoMa Opleidingen, Sonnedach 1, 6931 JA Westervoort Pagina 20 van 35

- Bereid jezelf voor op het begeleiden van een opstelling. Bijvoorbeeld door jezelf Reiki te geven, te mediteren of door middel van een aardingsoefening.

- Bereid de ruimte voor waarin je de opstelling gaat doen. Dit kan op fysiek niveau door het instellen van de juiste temperatuur, het neerzetten van de stoelen en eventuele accessoires. Je kunt de ruimte ook energetisch voorbereiden door bijvoorbeeld een kleur voor te stellen, een energetische schoonmaak te doen of bepaalde kwaliteiten in de ruimte te zetten.

- Je kunt een intentie neerzetten voor de opstelling. Hou deze open en algemeen, anders kan het zijn dat je te veel gaat sturen en beïnvloeden. Je kunt eventuele begeleiders of gidsen vragen om te ondersteunen.

- Je kunt ook rituelen uitvoeren die jou helpen om de opstelling optimaal te laten verlopen.

- Neem je rust.

3.3.2 Interview met de vraagsteller

In de tweede fase ga je met de cliënt (de vraagsteller) in gesprek om zijn vraag helder te krijgen en de elementen te bepalen die je gaat opstellen (de representanten). Houd deze fase zo kort mogelijk. In de opstelling zelf komt alle informatie boven tafel en wordt de oplossing zichtbaar. Het interview is er alleen voor om de juiste vraag te formuleren en de eerste elementen te bepalen. Als het nodig is, zal de opstelling aangeven dat er nog meer elementen bij moeten. Door het interview zorg je er ook voor dat de cliënt betrokken is en dat hij verantwoordelijkheid neemt voor zijn aandeel in de vraag.

Daarom is het van belang om de vraag altijd in de ik-vorm te formuleren en op zo’n manier dat de verantwoordelijkheid bij de cliënt ligt. Dus bijvoorbeeld: “Hoe kan ik beter omgaan met mijn

dominante baas?”, “Welke positie kan ik innemen in mijn relatie, zodat we minder ruzie hebben?” of

“Welke positie kan ik in mijn gezin van herkomst innemen, zodat ik geen last meer heb van mijn eetverslaving?” Bij het kiezen van de elementen heb je heel veel mogelijkheden. In een

familieopstelling begin je meestal met de vader, de moeder en eventuele broers en zussen. Later kan blijken dat een ander familielid een belangrijke rol heeft gespeeld, of dat er overleden kinderen zijn.

Ook een miskraam of een abortus is een overleden kind en hoort bij het systeem.

In organisaties kun je de verschillende functies opstellen, de afdelingen, de mensen zelf of bijvoorbeeld doelstellingen, marktbenaderingen of de klant. Tenslotte kun je ook hele abstracte zaken zoals dood, leven, dat wat gemist wordt of een bepaalde belemmering opstellen.

Wees hier creatief in en volg je intuïtie. In de uitleg van de cliënt zitten vaak veel aanwijzingen voor mogelijke elementen. Weet ook dat het systeem uiteindelijk vanzelf datgene zichtbaar maakt, wat zichtbaar moet worden.

Checklist voor het interview

- Stem je af op de vraagsteller. Wat je in de voorbereiding hebt gedaan, kun je nu vervolgen.

Gebruik al je zintuigen en heldere vermogens om informatie waar te nemen die van pas kan komen. Maak contact met de vraag van de vraagsteller. Op die manier kun je extra informatie

© 2022 ZoMa Opleidingen, Sonnedach 1, 6931 JA Westervoort Pagina 21 van 35

binnenkrijgen, naast datgene dat de vraagsteller vertelt. Maak in deze afstemming ook contact met het veld waarin je iedereen opstelt, de onderstroom.

- Maak een helder ‘contract’. Zorg dat de vraag duidelijk is en dat jij en de cliënt het eens zijn over wat de opstelling op moet leveren. Wil de vraagsteller bijvoorbeeld inzicht of wil jij een beweging, een verandering?

- Let erop dat de vraagsteller verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen vraag.

- Zorg er ook voor dat je de vraag zo formuleert dat deze gaat over wat de vraagsteller kan doen. Het gaat erom dat de opstelling gaat over de vraagsteller en niet over de andere betrokkenen.

- Wees je bewust van je eigen houding en verantwoordelijkheid. Een houding van niets willen bereiken, alles is goed en achterover leunen, levert vaak de beste resultaten op. Laat je intuïtie en de vraagsteller het werk doen.

- Check of de vraag zuiver is. Hierbij kun je denken aan:

- Wil de vraagsteller echt zijn eigen verantwoordelijkheid nemen?

- Is het een vraag waar jij je comfortabel bij voelt?

- Is de vraag niet te groot of juist te klein?

- Voelt het voor jou goed om met deze vraag aan de slag te gaan?

- Bij het bepalen van de elementen kun je gebruik maken van de elementen die de vraagsteller voorstelt. Daarnaast geeft je intuïtie vaak veel informatie over mogelijke elementen. Leg dit wel voor aan de vraagsteller.

- Daarnaast zitten er in het verhaal van de vraagsteller vaak veel aanknopingspunten voor elementen.

- Blijf ook tijdens het interview in contact met het lege midden. Zodra je merkt dat je hard gaat denken, voorover gaat leunen, iets op wilt lossen, resultaat wilt zien, haal dan diep adem en kom weer in het lege midden.

- Het kan zijn dat je eigen stukken tegenkomt in het verhaal van de vraagsteller. Parkeer deze en ga hier op een later moment mee aan de slag. Lukt het niet om ze te parkeren, overweeg dan om geen opstelling te doen met deze vraag.

- Bepaal in overleg met de vraagsteller welke vorm van opstellen je gaat doen. Ga je werken met vloerankers (matjes), met een tafelopstelling of kies je voor een andere vorm, bijvoorbeeld met menselijke representanten?

- Vloerankers: bij het werken met vloerankers komt de vraagsteller echt in beweging. Hij ondergaat heel letterlijk en fysiek de opstelling. Ook de fysieke interventies, zoals buigen, bewegen en omarmen, zijn directer. Met veel elementen wordt deze vorm lastiger. Een specifieke vorm van het werken met vloerankers is het werken met representanten. Meer hierover in paragraaf 3.5.

© 2022 ZoMa Opleidingen, Sonnedach 1, 6931 JA Westervoort Pagina 22 van 35

- Tafelopstelling: bij een tafelopstelling krijgt de vraagsteller meer overzicht. Hij kan zaken gemakkelijker van een afstandje aanschouwen en zo dingen zien die hij anders niet zou zien. Maar ook hier voelt hij zijn lijf wat er gebeurt als er een beweging plaatsvindt. Het is wel anders dan bij het werken met vloerankers. Deze vorm van opstellen is zeer geschikt voor grote aantallen representanten. Bij een tafelopstelling wordt er namelijk gebruik gemaakt van een tafel waarop kleine objecten (poppetjes, blokjes, steentjes etc.) als elementen c.q. representanten dienen, zo veel als nodig zijn.

3.3.3 De opstellingsfase

In de opstellingsfase worden de representanten voor de verschillende elementen opgesteld. Je kunt de representanten als begeleider zelf opstellen, je kunt dit door de cliënt laten doen of je kunt de representanten zichzelf laten opstellen. Gebruik hierbij ook je intuïtie en de mate van betrokkenheid van de cliënt. Door als begeleider zelf de representanten op te stellen, kun je dat wat je intuïtief voelt direct in actie omzetten. Wanneer de cliënt de representanten opstelt, ontstaat er meer verbinding tussen hem en zijn opstelling. Door de representanten zichzelf te laten opstellen, kan het zijn dat je meteen al een paar stappen verder in de opstelling bent. Wat het beste is, hangt af van de situatie.

Bij het opstellen worden de representanten in het veld geplaatst. Dit kan een ruimte zijn waar mensen in neergezet worden, maar ook een tafel waar poppetjes of steentjes opgesteld worden. Het is fijn om bij niet-menselijke representanten een kijkrichting aan te geven, zodat je weet wie

waarnaar kijkt.

3.3.4 De testfase

In de testfase sta je helemaal open voor wat er is. Je bent nieuwsgierig en gaat onderzoeken wat zich aandient. De eerste stap is dat je alle representanten vraagt hoe het met hen is op deze plek. Ook kun je vragen met wie ze wel en met wie ze geen verbinding hebben en hoe ze die verbinding ervaren. Houd dit rondje kort. Het gaat erom dat je een eerste indruk krijgt van wat er speelt. Begin en eindig met de representant van de vraagsteller. Na het rondje kan er bij deze heel veel zijn veranderd of gebeurd. Vervolgens check je bij de vraagsteller wat zijn reactie is op wat hij heeft gezien en gehoord. Houd ook dit kort. Het gaat erom dat de vraagsteller aangehaakt blijft en het gevoel heeft dat hij in zijn eigen ‘film’ of ‘verhaal’ zit. Je kunt nu expliciet om toestemming vragen om met deze uitgangsopstelling verder te gaan. Dit vergroot de betrokkenheid van de vraagsteller, maar is niet altijd nodig. Vervolgens laat je alle representanten hun innerlijke beweging volgen. Als hierbij mensen in een cirkel terecht komen, bijvoorbeeld de een loopt achter de ander aan en de ander loopt weer weg , dan benoem je wat je ziet en vraag je of ze voor nu toch even stil kunnen blijven staan. Vervolgens vraag je weer iedereen uit. Je kunt op verschillende manieren onderzoeken wat de dynamieken zijn die hier spelen. Ook hier geldt: volg je intuïtie en de signalen van het systeem.

© 2022 ZoMa Opleidingen, Sonnedach 1, 6931 JA Westervoort Pagina 23 van 35

Mogelijke interventies in de testfase

- Vragen hoe het met de representanten is en wat ze ervaren op die plek en in relatie tot de andere representanten.

- Nieuwe posities. Door als begeleider een representant op een andere plek te zetten, kun je onderzoeken wat er gebeurt en wat het effect op de anderen is. Dit geeft je weer nieuwe informatie. Hierbij kan het soms zinvol zijn om de druk op te voeren. Daar waar je spanning of druk voelt in de opstelling, verhoog je de druk, door bijvoorbeeld de vraagsteller dichter bij een representant te zetten of juist verder weg.

- Het laten doen van uitspraken. Door de representanten uitspraken te laten doen, kun je bepaalde zaken testen. Door een vader bijvoorbeeld te laten zeggen: “Ik ben de vader en jij bent mijn zoon”, kun je zien of de rangorde in het systeem klopt. Door een representant te laten zeggen: “Jouw problemen zijn jouw verantwoordelijkheid”, kun je testen of iemand de verantwoordelijkheid van een ander overneemt en daarmee de balans tussen geven en ontvangen verstoort. De uitspraak: “Ik zie je” of “Je hoort erbij” helpt om inzicht te krijgen of iedereen een plek heeft in het systeem.

- Inbrengen van een extra representant. In de testfase kan het ook duidelijk worden dat er iets of iemand in het systeem ontbreekt. Dit kan door de representanten letterlijk worden gezegd, of het kan zijn dat een representant naar een plek op de grond of in de verte staart. Ons advies is om op dat moment direct al een extra representant in te brengen en op die plek te zetten. In deze fase wil je onderzoeken aan welke systeemvoorwaarden niet is voldaan en welke

dynamieken als gevolg daarvan zijn ontstaan. In paragraaf 3.3 vind je een beschrijving van deze dynamieken.

3.3.5 De oplossingsfase

Geleidelijk aan zal je merken dat de testfase overgaat in de oplossingsfase. Dit is vaak niet een heel duidelijk onderscheid. Het doel van de oplossingsfase is dat er een nieuwe balans in het systeem ontstaat, waarbij iedereen zijn of haar goede plek vindt. Bert Hellinger, de grondlegger van het systemisch werk, noemt dit ‘de balans van de liefde’. In deze fase kun je iets directiever en sturender zijn. Er zijn verschillende manieren om de balans te herstellen. Laat je leiden door wat het systeem, de representanten en jouw intuïtie aangeven. Volg daarbij het ritme van de opstelling. Houd ook contact met de vraagsteller. Daar kun je ook veel informatie vandaan halen over wat er nodig is of wat een bepaalde interventie voor effect heeft.

Mogelijke interventies om een nieuwe balans te laten ontstaan

- Nieuwe plekken. Je kunt representanten een nieuwe plek geven. Deze plek kun je intuïtief voelen of zien. Je kunt ze ook een plek geven op basis van de ordeningsprincipes in een opstelling:

- De vader staat rechts van de moeder.

© 2022 ZoMa Opleidingen, Sonnedach 1, 6931 JA Westervoort Pagina 24 van 35

- De kinderen staan van oud naar jong tegenover de ouders, waarbij het oudste kind het dichtste bij moeder staat.

- Overleden kinderen zitten aan de voeten van de ouders of staan op hun plek in de rij kinderen.

- Opa’s en oma’s staan achter de ouders.

- Representanten uitspraken laten doen. Deze noemen we ‘verlossende uitspraken’, omdat ze vaak ruimte creëren in de opstelling. Het formuleren van uitspraken vraagt oefening. In het boek ‘Vonken van Verlangen’2 staat een groot aantal uitspraken genoemd. Ook

representanten zeggen vaak zinnen die je kunt herformuleren in een verlossende uitspraak.

Het gaat erom dat de uitspraak:

o kort en krachtig is,

o de verantwoordelijkheid daar legt waar hij hoort te liggen, en o waardevrij geformuleerd is.

Je kunt representanten op energetisch niveau een opdracht geven. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Maak maar eens contact met de woede”. Of: “Kun je vanuit je hart contact maken met die persoon?”. Voel hierbij wat voor jou en de representanten past.

- Het teruggeven van een last. Soms merk je dat de vraagsteller een last van iemand anders draagt. Dan kan het zinvol zijn om deze last heel fysiek te maken door bijvoorbeeld een steen, een kratje met spullen of een stapel boeken te nemen en deze aan de vraagsteller te geven.

Deze geeft deze last vervolgens terug aan de persoon bij wie deze hoort. Daarbij laat je de vraagsteller de volgende zin uitspreken: “Hierbij geef ik je je last terug. Sorry dat ik hem van je heb afgenomen. Ik deed het uit liefde, maar hij is echt van jou”.

- Stilte, rust, niets doen is vaak een hele waardevolle interventie met veel effect. Laat de tijd haar werk doen. Zeker als representanten elkaar in de ogen kijken, kan wachten heel veel effect hebben.

- Inbrengen van de vraagsteller. Je kunt ervoor kiezen om de vraagsteller zelf in de opstelling te brengen om hem dieper te laten ervaren wat er gebeurt. Dit doe je vaak op het moment dat de vraagsteller een stap moet zetten of een uitspraak moet doen. Je kunt ervoor kiezen de vraagsteller daarna weer uit de opstelling te halen. Vaak werkt het ook prima om de vraagsteller in de opstelling te laten.

3.3.6 Afronding

Op een gegeven moment voel je dat “de ziel is geraakt en de essentie van de opstelling boven tafel is” (Bert Hellinger). Dit is vaak het moment om de opstelling af te ronden. Het is daarbij goed om te checken of alle representanten een goede plek hebben. Je kunt ook aangeven dat er ergens nog iets speelt, maar dat je het voor nu hierbij wil laten. Wij adviseren om de vraagsteller een innerlijke foto te laten maken van de opstelling. Bij een tafelopstelling kan de cliënt ook echt een foto maken.

2 Vonken van Verlangen, W. Veenbaas en J. Goudswaard, Uitgeverij Phoenix Opleidingen TA/NLP BV

© 2022 ZoMa Opleidingen, Sonnedach 1, 6931 JA Westervoort Pagina 25 van 35

Sommigen vinden dat heel fijn. Vervolgens ontslaat de vraagsteller alle representanten en stappen ze uit de opstelling. De neiging kan ontstaan om dat wat er gebeurt is te bespreken, te analyseren en te verklaren. Onze ervaring is dat dit niet helpend is voor je klant. Een opstelling werkt op onderbewust niveau nog een tijdje door. Het is wel goed om de cliënt de gelegenheid te geven nog wat te zeggen of op te merken. Zodra het analyseren wordt, kun je het beter afbreken. Hetzelfde geldt voor dat wat representanten of toeschouwers nog willen zeggen.

3.3.7 Nazorg

Net zoals bij de voorbereiding is het goed om na afloop jezelf weer in een andere modus te zetten.

Eventueel kun je ook energieën schoonmaken of weg laten gaan. Wellicht zijn er thema’s van jezelf in de opstelling aangeraakt waarmee je nog aan de slag wilt. Je kunt ook de deelnemers nog wat nasturen en de gelegenheid geven vragen te stellen. Zeker voor de vraagsteller adviseren we de mogelijkheid te bieden om nog contact op te nemen. Opstellingen kunnen soms effecten hebben waar iemand niet direct wat mee kan. Dan is het fijn als hij ergens terecht kan.

In document Opleiding Holistisch Therapeut (pagina 19-25)