• No results found

Fase D: Nazorg

In document Plan van aanpak asbestbrand (pagina 94-98)

toelichting overwegingen en aandachtspunten

6.5 Fase D: Nazorg

De belangrijkste activiteiten die in fase D (Nazorg) plaatsvinden zijn:

- voorlichting aan bevolking (laatste maal; zie §6.7)

- verslaglegging/rapportage - evaluatie

Het is aan te bevelen vanaf het uitbreken van de brand de gebeurtenissen en acties schrif- telijk in een verslag of rapport vast te leg- gen. Dit kan onder meer van belang zijn bij het afwikkelen van de schade, bij het eventu- eel verhalen van kosten en voor de evaluatie.

92

De evaluatie na afloop van de brand heeft tot doel na te gaan of de aanpak van de brand goed verlopen is en of verbeteringen moge- lijk zijn. Een evaluatie kan ertoe leiden dat het plaatselijke draaiboek voor de aanpak van asbestbranden wordt bijgesteld. Bij de evaluatie dienen bij voorkeur alle bij de aan- pak aanwezige partijen betrokken te worden. Afhankelijk van de situatie kunnen naast de bovengenoemde activiteiten tevens de vol- gende activiteiten in fase D plaatsvinden: - afhandelen schade (zie §6.8.5)

- indien nodig, verhalen kosten via

bestuursrechtelijke of privaatrechtelijke procedures (zie §6.8.4)

- strafrechtelijk onderzoek

Een strafrechtelijk onderzoek van de politie zal zich met name richten op de oorzaak van de brand en nagaan of het ontstaan van de brand het gevolg is van eventueel strafbare feiten. Indien de brand is aangestoken is het van belang de dader te achterhalen. Indien de brand niet is aangestoken is het van belang na te gaan of de eigenaar, huurder, exploitant of beheerder nalatig is geweest, waardoor de brand kan zijn ontstaan. Deze aspecten kunnen tevens van belang zijn bij de vraag wie welke kosten moet betalen.

6.6 Deskundigen

Bij de bestrijding van de effecten van een asbestbrand kunnen - naast de betrokken overheidsinstanties (zie hoofdstuk 7) - nog diverse andere deskundigen betrokken zijn, waaraan verschillende eisen gesteld worden. U vindt ze hieronder kort op een rij. In §6.4.3 wordt de procedure bij opdrachtverlening voor opruimwerkzaamheden beschreven. In §6.8.2 staan adviezen over wie in welke gevallen aan welke deskundigen opdracht zou moeten verlenen.

• Onafhankelijk asbestdeskundige:

- Is een asbestdeskundige bij een gespe- cialiseerd asbestonderzoeksbedrijf of - instantie (zie overzicht in bijlage 7) of beschikt aantoonbaar over vergelijkba- re deskundigheid.

- Voor asbestbranden, waarbij asbestverspreiding buiten het pand/terrein van de brand heeft plaatsgevonden (Cat. II en III, zie §6.3.3). Kan desgewenst door de brandweer ook worden ingeschakeld bij asbestbranden van Cat. I.

- Stelt, in overleg met de Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (ROGS) of Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) van de brandweer, het verspreidingsgebied vast, al dan niet na het (laten) doen van

nader onderzoek.

- Beoordeelt na afloop de kwaliteit van die werkzaamheden (voor de beoorde- ling kan ook voor een ander persoon gekozen worden).

- Staat ten dienste van alle betrokkenen en is verantwoording schuldig aan het Commando Plaats Incident (CoPI) en/of het beleidsteam.

• Asbestdeskundige van gecertificeerd inventarisatiebedrijf:

- Idem aan onafhankelijke asbestdes- kundige.

- Is in elk geval nodig bij alle asbest- branden, waarbij asbestverspreiding buiten het pand/terrein van de brand heeft plaatsgevonden ongeacht categorie.

- doet asbestinventarisatie en stelt asbestinventarisatierapport op. Zie ook §6.4.2.

- Bepaalt noodzaak van eventuele metingen en opruimwerkzaamheden en beoordeelt na afloop de kwaliteit van die werkzaamheden (voor de beoordeling kan ook voor een ander persoon gekozen worden).

• Gespecialiseerd laboratorium:

- Een voor monsterneming en analyses op de aanwezigheid van asbest toege- rust laboratorium, met een accreditatie van de Raad voor Accreditatie voor de desbetreffende verrichting (zie bijlage 7). Een aandachtspunt is dat voor ver- schillende verrichtingen m.b.t. asbest (zoals materiaalanalyse of analyse van luchtmonsters) verschillende accredi- taties worden verleend.

- Neemt monsters/voert analyses uit in het kader van een asbestbrand (zie ook §6.3.1).

• Deskundig asbestverwijderingsbedrijf: - Een bedrijf dat beschikt over een certi-

ficaat algemeen asbestverwijderen (zie bijlage 7). Asbestverwijderende bedrij- ven dienen bij de uitvoering van asbest- verwijderingswerkzaamheden op grond van het Asbestverwijderingsbesluit en het daarbij gewijzigde arbeidsomstan- dighedenbesluit over een dergelijk cer- tificaat te beschikken.

- Verricht opruimwerkzaamheden m.b.t. asbest na een asbestbrand.

- Verwijdert (sloopt), indien nodig, het restant van het in het bouwwerk/object aanwezige asbest.

94

• Verzekeringsexpert:

- Heeft een adviesfunctie richting

Commando Plaats Incident (CoPI) en/of beleidsteam, gedupeerde en verzeke- raar bij:

• het nemen van maatregelen;

• het inschakelen van deskundige bedrij- ven;

• het inschatten van de betaalbaarheid van de aanpak in relatie tot de verzeke- ring;

• het inschatten van aansprakelijkheid en betalingsverantwoordelijkheid;

• het beoordelen van offerte/prijsaf- spraken.

- Stelt de hoogte van de geleden schade, inclusief opruimingskosten, vast en rappor- teert zijn bevindingen aan zijn opdrachtge- ver (verzekeringsmaatschappij).

- Zorgt niet voor de afwikkeling van de scha- de of het verhalen van schadebedragen. - Heeft in de regel geen financieel mandaat

van verzekeraars.

- Wordt ingeschakeld via de

Verzekeraarshulpdienst-alarmcentrale. • Adviseur van de Milieu ongevallendienst

(MOD), Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM):

- Adviseert bij grote milieu incidenten. Kan adviseren over de te volgen meet en

monsternamestrategie en voert mon- stername uit of schakelt in asbest gespecialiseerde hulp in.

• Regionaal officier gevaarlijke stoffen (ROGS) c.q. Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) van de brandweer:

- Is degene bij de brandweer die verant- woordelijk is voor het maken van een eerste inschatting of er sprake is van een asbestbrand en voor het bepalen wat het verspreidingsgebied van vrijge- komen asbest is. Zie ook bijlage 3. - Is verantwoordelijk voor het zo nodig

(mede afhankelijk van de categorie van de brand) inschakelen van een onaf- hankelijk asbestdeskundige en een gespecialiseerd laboratorium en laat dit tot uitvoer brengen door de com- mandant ter plaatse (veelal officier van dienst).

- En kan, afhankelijk van de omstandig- heden, eventueel worden aangevuld door een deskundige c.q. meetplanlei- der van de Waarschuwings en

In document Plan van aanpak asbestbrand (pagina 94-98)