• No results found

Extra apparatuur

In document OPEL KARL Gebruikershandleiding (pagina 116-135)

USB-speler

Aanwijzingen bij het gebruik van USB-apparatuur

. De werking kan niet worden gegarandeerd als u een USB-adapter gebruikt om een USB-apparaat voor massaop-slag met ingebouwde harddisk of een CF- of SD-geheugenkaart aan te sluiten. Gebruik een USB-stick of dataopslagapparaat met flashgeheugen.

. Pas op en voorkom ontlading van statische elektriciteit bij het aansluiten of losmaken met USB. Wanneer aansluiten en losmaken in korte tijd vaak worden herhaald, kan er een probleem ontstaan met het gebruik van het apparaat.

. De correcte werking is niet gegarandeerd wanneer het USB-apparaat geen metalen aansluitelement heeft.

. Aansluiten van USB-opslagap-paratuur van het i-Stick-type geeft mogelijk storingen door trillingen van de auto, daarom kan de werking ervan niet worden gegarandeerd.

. Wees voorzichtig en raak de USB-aansluiting niet aan met een voorwerp of enig deel van uw lichaam.

. Het USB-opslagapparaat wordt alleen herkend wanneer dit is geformatteerd in een FAT 16/

32-bestandsindeling. Alleen apparaten met een toegewezen grootte per eenheid van 512 byte/sector of 2.048 byte/sector kunnen worden gebruikt. NTFS-en andere bestandssystemNTFS-en worden niet herkend.

. Afhankelijk van het type en de opslagcapaciteit van het

USB-opslagapparaat en het type opgeslagen bestand, kan de tijd vereist voor herkenning van bestanden afwijken. In zo'n geval bestaat er geen probleem met het product, dus wacht tot de bestanden zijn verwerkt.

. Bestanden in sommige USB-op-slagapparaten worden soms niet herkend door compatibiliteitspro-blemen; aansluitingen met een geheugenlezer of een USB-hub worden niet ondersteund.

Controleer de werking van het apparaat in de auto voordat u dit gebruikt.

. Wanneer apparaten zoals een MP3-speler of digitale camera via een draagbare schijf worden aangesloten, zullen deze mogelijk niet normaal werken.

. Ontkoppel het USB-opslagappa-raat niet terwijl dit wordt

afgespeeld.

U kunt zo schade aan het product veroorzaken of de werking van het USB-apparaat gaat hierdoor achteruit.

. Ontkoppel het aangesloten USB-opslagapparaat nadat in de auto het contact is afgezet. Als u het contact afzet terwijl het USB-opslagapparaat is aange-sloten, kan het

USB-opslagap-116 Infotainmentsysteem

paraat beschadigd raken of in sommige gevallen niet normaal werken.

Voorzichtig Alleen USB-opslagmedia voor afspelen van muziek kunnen op dit product worden aangesloten.

De USB-aansluiting van het product mag niet worden gebruikt voor het opladen van USB-appa-ratuur, omdat de daarbij veroor-zaakte warmteontwikkeling de werking van de USB-aansluiting kan verslechteren of schade aan het product kan aanbrengen.

. Wanneer het logisch volume wordt gescheiden van een USB-apparaat voor massaop-slag, kunnen alleen de bestanden vanaf het bovenste niveau van het logisch volume als USB-muziekbestanden worden afgespeeld. Om deze reden dienen af te spelen muziekbestanden steeds te worden opgeslagen in het

bovenste-niveau volume van het apparaat. Muziekbestanden op sommige USB-opslagapparaten zullen mogelijk ook niet normaal afspelen wanneer een toepas-sing wordt geladen door binnen het USB-apparaat een afzonder-lijk volume te partitioneren.

. Muziekbestanden waarop DRM (Digital Right Management) van toepassing is, kunnen niet worden afgespeeld.

Dit product kan USB-opslagap-paraten ondersteunen met een opslagcapaciteit tot 16 GB, maar beperkt tot 6.000 bestanden, 100 mappen en een mappen-structuur tot 8 niveaus. Een normaal gebruik kan niet worden gegarandeerd bij opslagappara-tuur die deze limieten

overschrijdt.

Als de laadtijd van het apparaat langer duurt dan normaal, moet u nadat u de USB hebt gefor-matteerd het FAT16/32-formaat gebruiken.

Aanwijzingen bij het gebruik van USB-muziekbestanden

. Beschadigde muziekbestanden kunnen tijdens afspelen worden onderbroken of worden mogelijk helemaal niet afgespeeld.

Over MP3-muziekbe-standen (WMA)

. Afspeelbare MP3-bestanden zijn de volgende:

‐ Transmissiesnelheid : 8 kbps

~ 320 kbps

. Dit product geeft MP3-bestanden (WMA) weer met mp3 of.wma (kleine letters) of.MP3 of.WMA (hoofdletters) als extensies bij de bestandsnaam.

. Dit product kan voor MP3-bes-tanden ID3 tag-informatie (versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3, 2.4)

weergeven over album, artiest etc.

Infotainmentsysteem 117

. Dit product kan MP3-bestanden afspelen die VBR gebruiken.

Wanneer een MP3-bestand van het VBR-type wordt afgespeeld, kan de resterende afspeeltijd afwijken van de werkelijk reste-rende afspeeltijd.

Afspeelvolgorde voor muziekbe-standen

Aansluiten van het USB-opslagap-paraat

Sluit het USB-opslagapparaat waarop muziekbestanden zijn opgeslagen aan op de USB-aan-sluiting.

118 Infotainmentsysteem

Zodra het product gereed is met het inlezen van de informatie op het USB-opslagapparaat, zal het automatisch beginnen afspelen.

Wanneer een niet-leesbaar USB-op-slagapparaat is aangesloten, verschijnt een foutmelding en schakelt het product automatisch naar de vorige gebruikte functie of naar de FM-radio.

Als het af te spelen USB-opslagap-paraat al aangesloten is, drukt u meerdere malen op MEDIA om de USB-speler te selecteren.

. Hij zal dan automatisch afspelen vanaf het punt waarop afspelen eerder werd onderbroken.

. Als er geen apparaat is aange-sloten, verschijnt "Geen media beschikbaar " met een

VERWIJDER- en KOPPEL-optie op het scherm.

. De weergegeven informatie omvat de bestandsnaam, mapnaam en de ID3 Tag-infor-matie die bij de song is opgeslagen.

Wanneer de ID3 Tag-informatie (zoals artiest, songtitel) werd toegevoegd aan

MP3-bestanden (WMA) voordat deze op een schijf werden gebrand, wordt deze informatie zoals ze is weergegeven door het infotain-mentsysteem.

Foutieve ID3 Tag-informatie kan niet worden gewijzigd of gecorri-geerd door het infotainmentsys-teem (ID3 Tags kunnen alleen op een pc worden gecorrigeerd).

Wanneer informatie bij songs de vorm heeft van speciale

symbolen of is beschreven in niet-beschikbare talen, wordt deze weergegeven als “****” of helemaal niet.

Afspelen van USB-muziekbe-standen beëindigen

Druk op RADIO of MEDIA om andere functies te selecteren.

Het afgespeelde bestand selec-teren

Druk op

g

/

d

tijdens het afspelen om het vorige of volgende bestand te selecteren.

Met de audio-afstandsbediening op het stuur kunt u eenvoudig

bestanden wisselen door op

g

/

d

te drukken.

Draai aan MENU om naar het gewenste bestand in de bestands-lijst te gaan en druk daarna op MENU om het onmiddellijk te veran-deren.

Het bestand snel vooruit spoelen of terugspoelen

Houd tijdens het afspelen

g

/

d

ingedrukt om het nummer terug te spoelen of snel vooruit te spoelen tot u de toets weer loslaat.

Infotainmentsysteem 119

Wanneer u de toets loslaat, begint het bestand aan normale snelheid te spelen.

Het USB-menu gebruiken

Druk op MENU tijdens het afspelen van het bestand om naar het USB-menu te gaan.

Draai aan MENU om naar de gewenste menuoptie te gaan en druk op de knop MENU om de betreffende optie te selecteren of naar het detailmenu van de optie te gaan.

. Map bekijken : Ga naar de modus Map bekijken en ga naar de vorige of volgende map.

. - Shuffle : Zet de shuffle-functie aan of uit.

Bladeren/indexeren apparaat . Bladeren wordt niet ondersteund

tot het indexeren van het aange-sloten apparaat voltooid is.

. Als de bladerfunctie tijdens het indexeringsproces wordt geselecteerd, verschijnt de pop-up "Functie niet

onder-steund door indexering Gebruik bestand bekijken om door te inhoud te bladeren ".

. Wanneer een enkel apparaat met meer dan 6.000 nummers is aangesloten, verschijnt de pop-up "Indexeervolume media vol Gebruik Bestand bekijken of verwijder het andere apparaat ".

USB verwijderen

Verwijder het USB-apparaat vanuit de USB-aansluiting.

Als het USB-apparaat verwijderd is, toont het systeem het bericht Geen verbinding voor elke bron op het display en behoud de huidige status tot het apparaat opnieuw wordt aangesloten.

Het menu Media transfer protocol (MTP) gebruiken

Alleen opladen : Selecteer de oplaadoptie van het MTP-apparaat.

Het MTP-apparaat wordt opgeladen en het systeem toont het pop-up-be-richt wanneer het is aangesloten.

. De standaardinstelling is Alleen opladen.

. Wanneer de optie Alleen opladen is geselecteerd in het instelmenu Media Transfer Protocol (MTP), wordt de audio-bron niet veranderd en wordt het aangesloten apparaat alleen opgeladen.

. Als u naar USB-modus overgaat terwijl u het apparaat oplaadt, wordt een oplaadbericht met indicatie van de oplaadactiviteit getoond op het display. In dit geval, begint het systeem de bestanden op het apparaat niet te indexeren.

. Het is mogelijk dat opladen door sommige MTP-apparaten niet wordt ondersteund.

Alleen muziekmap scannen ; Selecteer de optie Muziekmap scannen voor het MTP-apparaat.

Het systeem kan Artiestennaam/

Naam nummer/Verlopen tijd van het huidige nummer weergeven en naar de afspeellijst op het MTP-appa-raat gaan.

120 Infotainmentsysteem

Alle mappen scannen ; Selecteer de optie Alle mappen scannen voor het MTP-apparaat.

. Het duurt langer om het apparaat te indexeren dan de instelling Alleen muziekmap scannen. De duur is afhankelijk van de smartphone en de bestanden/mappen op de smart-phone.

. Bij sommige telefoons met Media Transfer Protocol (MTP) kan het zoeken naar muziek lang duren.

. Als het telefoonscherm vergren-deld is, kunt u niet naar muziek zoeken. Om op de telefoon naar muziek te gaan, moet u het telefoonscherm ontgrendelen.

Als u het abnormale apparaat aansluit, werkt het systeem wellicht niet goed.

iPod-speler

De iPod-speler aansluiten

Sluit het iPod-apparaat waarop de muziekbestanden zijn opgeslagen aan op de USB-aansluiting.

Sommige iPod/iPhone-productmo-dellen worden wellicht niet onder-steund.

Als u het abnormale apparaat aansluit, werkt het systeem wellicht niet goed.

Sluit de iPod alleen op dit product aan met aansluitkabels die door iPod-producten worden onder-steund. Andere verbindingskabels zijn niet bruikbaar.

. In sommige gevallen kan de iPod worden beschadigd wanneer het contact wordt uitgezet terwijl de iPod nog is aangesloten.

Wanneer het iPod-product niet in gebruik is, maak dit dan los van het product terwijl het contact is uitgezet.

Infotainmentsysteem 121

. Zodra het product gereed is met het inlezen van de informatie op de iPod, zal het automatisch afspelen.

. Wanneer een niet-leesbare iPod is aangesloten, verschijnt hierover een foutmelding en schakelt het product automatisch naar de vorige gebruikte functie of naar de FM-radiofunctie.

Als de af te spelen iPod al is aange-sloten, drukt u meerdere malen op MEDIA om de iPod player te selec-teren.

. Hij zal dan automatisch afspelen vanaf het punt waarop afspelen eerder werd onderbroken.

. De bij dit product gebruikte afspeelfuncties en de items voor informatieweergave op de iPod-speler kunnen afwijken van de iPod als het gaat om de afspeelvolgorde, werking en getoonde informatie.

De afspeelfuncties van de iPod worden op dezelfde wijze bediend als bij het afspelen van USB-be-standen.

Afspelen van de iPod stoppen Om het afspelen te stoppen drukt u op RADIO of MEDIA om andere functies te selecteren.

Het iPod-menu gebruiken

Druk op MENU tijdens het afspelen van het bestand om naar het iPod-menu te gaan.

Draai aan MENU om naar de gewenste menuoptie te gaan en druk op de knop MENU om de betreffende optie te selecteren of naar een detailmenu over de optie te gaan.

. Blader naar "Naam apparaat" : Selecteert een item uit de lijst namen zoals Afspeellijsten, Artiesten, Albums, Nummers, Genres, Audioboeken en Componisten.

. - Shuffle : Zet de shuffle-functie aan of uit.

De iPod verwijderen Verwijder de iPod vanuit de USB-aansluiting.

Wanneer de iPod verwijderd is, gaat het systeem automatisch terug naar de eerder gebruikte functie of de FM-radio.

AUX-ingang

Een externe audiospeler aansluiten

Sluit de audio-uitgang van de externe audiospeler aan op de AUX-ingang.

. Het infotainmentsysteem schakelt automatisch naar de ingang voor extern geluid (AUX) zodra de externe audiospeler wordt aangesloten.

122 Infotainmentsysteem

Druk op MEDIA om over te schakelen naar de ingang voor extern geluid als het externe audio-systeem al was aangesloten.

Draai aan

P

om het volume aan te passen.

Personaliseren

Het menu Instellingen gebruiken voor personalisering

. Instellingenmenu's en -functies kunnen afwijken, afhankelijk van het voertuigmodel.

. Het instelmenu bevat een gedetailleerde lijst voor het relevante instelmenu of de werkingsstatus.

. Als de betreffende lijst met details nog een andere gedetail-leerde lijst heeft, kunt u deze actie herhalen.

Selecteer Instellingen in het Menu >

draai aan MENU om naar de gewenste menuoptie te gaan > druk op MENU om naar het detailmenu van de optie te gaan.

De tijd en datum instellen Tijd instellen : Stel handmatig de uren en minuten in voor het huidige tijdstip.

. Druk op MENU om naar Tijd instellen in het menu Tijd en datum te gaan.

. Druk op - om het tijdsformaat 12 UUR of 24 UUR te selecteren.

. Draai aan MENU om het uur te veranderen, druk daarna op MENU om naar de Minutenin-stelling te gaan.

. Draai aan MENU om de minuut te veranderen, druk daarna op MENU om naar de instelling AM of PM te gaan.

. Draai aan MENU om AM of PM te selecteren, druk daarna op MENU om de tijdsinstelling te voltooien. Wanneer u op MENU drukt, wordt het menu Tijd en datum automatisch weerge-geven.

Datum instellen : Stel handmatig het huidige jaar, de huidige maand of datum in.

Druk op MENU om de ingestelde datum in het menu Tijd en datum in te voeren.

Druk op - om het datumformaat te selecteren. Het formaat toont: DD/

MM/JJJJ : 15 okt. 2014 MM/DD/JJJJ : okt. 15. 2014 JJJJ/MM/DD : 2014. okt. 15

Infotainmentsysteem 123

. Draai aan MENU om de maand te veranderen, druk daarna op MENU om naar de Daginstelling te gaan.

. Draai aan MENU om de dag te veranderen, druk daarna op MENU om naar de Jaarinstelling te gaan.

. Draai aan MENU om het jaar te veranderen, druk daarna op MENU om de datuminstelling te voltooien. Wanneer u op MENU drukt, wordt het menu Tijd en datum automatisch weerge-geven.

Tijd en datum automatisch instellen.

Druk op - om de Instellingsmodus van tijd te selecteren in het menu Tijd instellen.

. Uit (handmatig) : Activeert de handmatige modus.

. Aan-Mobiel netwerk : Zet de functie synchroniseren met mobiele netwerklok aan of uit.

. Aan-RDS : Zet de functie synchroniseren met RDS aan of uit.

Klank instellen

. Zie pagina 7 voor meer details.

Autovolume instellen

Met Autovolume wordt het audiovo-lume aangepast aan de snelheid of het omgevingsgeluid van de auto.

. Uit : Autovolume werkt niet.

. Laag : Een volumecurve van het lage bereik die wordt gebruikt om het audiovolume aan te passen wanneer de rijsnelheid verandert.

. Midden-Laag : Midden-Laag past het audiovolume ongeveer aan op het bereik tussen het respectievelijk laag en midden.

. Midden : Een volumecurve van het middenbereik die wordt gebruikt om het audiovolume aan te passen wanneer de rijsnelheid verandert.

. Midden-Hoog : Midden-Hoog past het audiovolume ongeveer aan op het bereik tussen het respectievelijk midden en hoog.

. Hoog : Een agressievere volumecurve die wordt gebruikt om het audiovolume aan te passen wanneer de rijsnelheid verandert.

Maximaal opstartvolume instellen Stel handmatig de bovengrens in voor het opstartvolume.

Taal instellen

Draai aan MENU de Voertuiginstel-lingen in het Instelmenu > druk op MENU > draai aan MENU Talen te selecteren > druk op MENU om naar het detailmenu van de optie te gaan.

Selecteer de gewenste taal voor weergave.

Terugkeren naar fabrieksinstel-lingen

Draai aan MENU de Voertuiginstel-lingen in het Instelmenu > druk op MENU > draai aan MENU Terug-keren naar fabrieksinstellingen te

124 Infotainmentsysteem

selecteren > druk op MENU om naar het detailmenu van de optie te gaan.

Zet alle functies terug op de standaardinstellingen.

Software-informatie

Draai aan MENU de Voertuiginstel-lingen in het Instelmenu > druk op MENU > draai aan MENU Softwa-re-informatie te selecteren > druk op MENU om naar het detailmenu van de optie te gaan.

Toont de huidige softwareversie en de DAB-softwareversie.

Telefoon

Bluetooth (Bluetooth-aan-sluiting)

Over Bluetooth

Over draadloze Bluetooth-techno-logie

. Draadloze Bluetooth® -techno-logie verwijst naar een netwerk-technologie op korte afstand die een frequentie van 2,45GHz gebruikt om verschillende apparaten binnen een bepaalde afstand met elkaar te verbinden.

. Draadloze Bluetooth® -techno-logie wordt ondersteund door PC's, externe apparaten, Bluetooth®-telefoons, PDA's, diverse elektronische apparaten en automobielomgevingen en verstuurt gegevens aan hoge snelheid zonder dat aansluiting via een kabel nodig is.

. Bluetooth®Hands-free verwijst naar een apparaat waarmee de gebruiker gemakkelijk met

mobiele Bluetooth®-telefoons kan bellen via het multimedia-systeem.

Voordat u de Bluetooth-eenheid aansluit

. Voordat u de hoofdeenheid op de mobiele telefoon aansluit, moet u controleren of de mobiele telefoon Bluetooth-functies ondersteunt.

. Zelfs als de telefoon Bluetooth Wireless Technology onder-steunt, wordt de telefoon niet in een zoekactie gevonden als deze is ingesteld op verborgen modus of als Bluetooth is uitgezet.

. Schakel de verborgen modus uit of zet Bluetooth aan voordat u de hoofdeenheid zoekt of er verbinding mee wilt maken.

. Als u automatisch verbinden gebruikt, wordt de Bluetooth-te-lefoon automatisch verbonden met het systeem als u het contact aan zet.

Infotainmentsysteem 125

. Als u geen automatische verbin-ding wilt met uw Bluetooth-appa-raat, moet u de Bluetooth-functie op het Bluetooth-apparaat uit zetten.

. Parkeer de auto wanneer u de eenheid op uw mobiele telefoon wilt aansluiten.

. Afhankelijk van de telefoon is het mogelijk dat de Bluetooth--verbinding af en toe wegvalt.

Volg deze stappen om het opnieuw te proberen.

‐ Zet de Bluetooth®-functie in uw mobiele telefoon UIT/AAN en probeer het opnieuw.

‐ Zet de mobiele telefoon UIT/

AAN en probeer het opnieuw.

‐ Verwijder de batterij volledig uit de mobiele telefoon, herstart en probeer het opnieuw.

‐ Herstart deze eenheid en probeer het opnieuw.

‐ Verwijder alle gekoppelde apparaten, koppel ze en probeer het opnieuw.

. Het volume en de kwaliteit van de handenvrije oproep kunnen afhankelijk van de mobiele telefoon verschillen.

. Het koppelen van Bluetooth-ap-paraten en het gebruik van Bluetooth-functies worden niet ondersteund wanneer de auto rijdt. U moet uw auto eerst parkeren.

. Het proces van bestanden downloaden kan afhankelijk van de mobiele telefoon verschillen.

Zie de gebruikersgids van de fabrikant van de mobiele telefoon als er problemen zijn die niet in deze handleiding aan bod komen.

. Aangezien een draadloze aansluiting van Bluetooth een bereik van 10 meter kan hebben, is het mogelijk dat uw

Bluetooth-apparaat automatisch verbinding maakt met het systeem, ook al bevindt het apparaat zich niet in de auto.

Neem dit in acht, vooral wanneer u Bluetooth-apparaten met het infotainmentsysteem wilt

koppelen of verbinden en er andere Bluetooth-apparaten binnen bereik zijn.

. Deze eenheid gebruikt het nieuwste systeem van digitale ruis- en echo-onderdrukking om de beste klankhelderheid met weinig of geen vervorming te geven. In sommige omstandig-heden is het echter mogelijk dat u toch nog een beetje echo en ruis hoort in de auto. Voor het beste resultaat wordt het aanbe-volen om de autovensters gesloten te houden wanneer u handenvrij belt.

. Deze eenheid gebruikt de volgende Bluetooth-profielen:

‐ Phone Book Access Profile (PBAP)

‐ Hands Free Profile (HFP)

‐ Advanced Audio Distribution Profile (A2DP)

‐ Audio Video Remote Control Profile (AVRCP)

. Als de Bluetooth-profielen niet overeenkomen, geeft het systeem de pop-up "Actie niet

126 Infotainmentsysteem

ondersteund door dit apparaat

" weer op het display (bijv. het apparaat kan de draaiknop MENU niet bedienen).

Als u het abnormale apparaat aansluit, werkt het systeem wellicht niet goed.

Voordat u de modus Bluetooth--muziek gebruikt

Voordat u de modus Bluetooth--muziek gebruikt

In document OPEL KARL Gebruikershandleiding (pagina 116-135)