• No results found

Externe veiligheid

In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) zijn regels gesteld. Het Bevi heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in bedrijven tot het aanvaarde maximum te beperken.

Het gaat daarbij om het beperken van de kans op en effect van een ernstig ongeval vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen binnen inrichtingen. Op vergelijkbare wijze zijn de aanvaardbare risico's, verbonden aan transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en het transport door

buisleidingen, vastgelegd in het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de daarbij behorende regelingen.

Het doel wordt in Bevi, Bevt en Bevb vertaald naar de begrippen plaatsgebonden risico en groepsrisico:

Plaatsgebonden risico (PR): Risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als een kans per jaar dat een persoon onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen een inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Groepsrisico (GR): Cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een

ongewoon voorval binnen de inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

In Bevi, Bevt en Bevb zijn de risiconormen (plaatsgebonden risicoafstanden) wettelijk vastgelegd. Binnen deze afstanden mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht. Beperkt kwetsbare objecten mogen alleen onder zwaarwegende motieven binnen deze risicoafstanden. Er is in Bevi, Bevt en Bevb geen harde norm voor het groepsrisico vastgesteld. Voor het groepsrisico geldt een verantwoordingsplicht.

Om te bepalen of het aspect externe veiligheid belemmeringen oplevert voor de realisatie van het plangebied is de risicokaart geraadpleegd:

Uitsnede risicok aart (Bron: Risicok aart.nl)

Op basis van deze risicokaart kunnen de volgende conclusies getrokken worden:

In of nabij het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig waarvan de invloedssfeer zich uitstrekt tot in het plangebied;

In of nabij het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig;

De A50 behoort tot het Basisnet - weg. Dit houdt in, dat deze weg benut wordt voor het transport van gevaarlijke stoffen. Aan weerszijden van de weg is een plasbrandaandachtsgebied met een breedte van 30 meter aanwezig is. Het plangebied ligt geheel buiten deze zone.

Terzijde kan nog opgemerkt worden, dat in het bestemmingsplan voor het tankstation het volgende is opgenomen in de paragraaf externe veiligheid:

"Een tank station zonder LPG is geen Bevi-inrichting. Voor tank stations zonder lpg-installatie ligt de risicocontour niet buiten de inrichting. Uit het oogpunt van externe veiligheid vormt het tank station dan ook geen belemmering voor de woningen in de nabijheid van de planlocatie. Het aspect externe veiligheid is geen beperk ende factor voor het onderhavige plangebied" (einde citaat).

Het plan is ter advisering voorgelegd aan de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland. De Veiligheidsregio heeft schriftelijk gereageerd. Hun reactie is als Bijlage 15 in deze toelichting

opgenomen. De Veiligheidsregio concludeert, dat het voornemen past binnen de normen van het Besluit

Afbeelding: Plangebied met invloedsgebied A50 (Bron: Signaleringsk aart)

Daarnaast valt het plangebied geheel binnen het invloedsgebied toxische stoffen. Dit betekent, dat zich één van de volgende scenario's zou kunnen voordoen:

Explosie: bij een explosie van een tankwagen met brandbaar gas komt naast hittestraling ook een drukgolf vrij waardoor schade aan de bebouwing kan optreden en hierdoor beschadigd raakt. Een explosie is echter van korte duur en ook de door de explosie ontstane brand is heftig, maar kort. De brandweer zal sneller in de nabijheid van de bron op kunnen treden. De overige hulpdiensten kunnen pas na toestemming van de leidinggevende van de brandweer handelend optreden. Geadviseerd wordt om grote glasoppervlakten aan de zijde van de A50 bij de realisatie te beperken. Een dichte gevel geeft de meeste weerstand, maar zal mogelijk esthetisch niet acceptabel zijn.

Toxische wolk: Bij een toxisch scenario zijn er twee opties: bij een verwachte kortdurende blootstelling van minder dan 4 uur is binnen schuilen met de ramen en deuren gesloten en mechanische ventilatie uit de beste oplossing. Indien de te verwachten blootstelling langer dan 4 uur is, verdient ontruimen de voorkeur.

Gelukkig is het plangebied goed van 2 zijden bereikbaar. Ook is er in de omgeving voldoende bluswater beschikbaar, hetgeen op onderstaande afbeelding goed te zien is:

Afbeelding: Waterwinning in de omgeving van het plangebied (Bron: GISviewer VNOG) Ten aanzien van de zelfredzaamheid met de Veiligheidsregio nog het volgende op:

De rijksoverheid heeft voor het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten een nagenoeg landelijk dekkend netwerk van WAS-palen neergezet. Dit Waarschuwings- en Alarmeringsstelsel (WAS) wordt maandelijks getest (1e maandag van de maand). Waarschuwen bij een dreigende ramp is op die manier voldoende geborgd. Logischerwijs staan de WAS-palen opgesteld in gebieden die de meeste personen herbergen. Het plangebied valt geheel buiten het bereik van deze WAS-palen.

De zelfredzaamheid van de aanwezige mensen binnen het bestemmingsplan kan vergroot worden door het gebruik van NL-alert. Burgers zullen dan zelf het initiatief moeten nemen om hun mobiele telefoon hiervoor geschikt te maken (zie: http://www.crisis.nl/nl-alert). De zelfredzaamheid van de gebruikers in het plangebied kan verder worden vergroot door hen te attenderen op deelname aan ‘Stan the CPR network’ [voorheen Hartveilig Wonen]. Dit is een hulpsysteem waarbij vrijwilligers opgeroepen kunnen worden om iemand te reanimeren (met AED), in afwachting van een ambulance. Deelname aan ‘Stan the CPR network’ kan levens redden. Geadviseerd wordt om de toekomstige gebruikers te wijzen op deze mogelijkheden.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid hoeft niet nader onderzocht te worden en vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling. De adviezen van de Veiligheidsregio worden dankbaar ter harte genomen.