• No results found

Expertmeeting bevolkingskrimp

Donderdag 9 juni 2011

14:00 – 17:00 uur

Radboud Universiteit Nijmegen

Deelnemers expertmeeting 9 juni 2011

Deelnemer Instelling

Léon Kaagman Provincie Zeeland

Gijsbert Borgman Ministerie Infrastructuur en Milieu

Aldert de Vries Ministerie van Binnenlandse Zaken

André Teunissen Provincie Gelderland

Tycho Lam Hekkelman advocaten en notarissen

Ralph Frins Promovendus omgevingsrecht

Tonny Nijmeijer Radboud Universiteit Nijmegen (Hoogleraar Bestuursrecht)

George de Kam Radboud Universiteit Nijmegen (Bijzonder hoogleraar maatschappelijk ondernemen met grond en locaties)

98

Aanleiding

De aanleiding van de expertmeeting was om te brainstormen over het onderzoeksvoorstel ‘omgaan met krimp’ en ervaringen uit wisselen met betrekking tot bevolkingskrimp. Momenteel kampen de provincies Groningen Zeeland en Limburg met hevige bevolkingsdaling. Tijdens de expertmeeting zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest. Bevolkingskrimp is veelal sociologisch van aard. Tevens is er een interdisciplinaire werking tussen planologische en juridische vraagstukken. De kennis over bevolkingsdaling is bij sommige overheden nihil. Volgens Leon Kaagman van de provincie Zeeland, zou de kennis over bevolkingsdaling gebundeld moeten worden zodat de bewustwording en de kennis over bevolkingskrimp verspreid en verbeterd wordt. Het besef moet bij overheden inzichtelijke worden gemaakt.

Het juridische systeem in Nederland is veelal goed op orde met betrekking tot het instrumentarium. Maar het juridische systeem is altijd gericht op groei geweest. De tijden van bevolkingsgroei is niet meer aan de orde in de drie Nederlands krimpgebieden. Het instrumentarium zou daarbij moeten worden aangepast en meer gericht worden op de krimpende bevolking. Bijvoorbeeld het publiekrechtelijke instrument convenant stelt juridisch niets voor. Er kan geen sanctie worden opgelegd en dus niets dwangmatig worden afgedwongen. Zo heeft het Planbureau voor de Leefomgeving geconstateerd dat Parkstad Limburg vele malen een convenant hebben opgesteld maar zijn afspraken niet nagekomen en hebben toch woningbouw gerealiseerd. Waardoor er toch nog woningbouw gerealiseerd werd in het krimpgebied. Ook het financiële instrumentarium is teveel gericht op groei. Er werd in het verleden nooit gedacht aan het slopen van woningbouw omdat de vraag naar woningen altijd hoog was, dus automatisch gedacht werd in groei. Vandaag de dag is die situatie anders. In de krimpgebieden daalt de vraag naar woningen een kunnen woningbouwprojecten niet meer altijd gerealiseerd worden. Dit brengt hoge kosten met zich mee. Momenteel zitten er in de praktijk nog veel wetten in de weg, omdat het systeem gericht is op groei. Hierin zou een verandering moeten plaats vinden. Het besef en de bewustwording bij bestuurders, overheden en wetten makers moet sterker worden.

Andre Teunissen van de provincie Gelderland gaf aan dat provincies allereerst de regie binnen de provincie op orde moet krijgen en verschillende voorzieningen in stand moet houden voordat op een goede manier met bevolkingsdaling kan worden omgegaan. Op deze manier wordt de bewustwording sterker bij overheden. Dit sluit aan bij het stand punt van minster Donner. Minister Donner geeft aan dat hij een regierol weg gelegd ziet voor provincies die kampen met krimp. Het proces tot een goede regionale samenwerking moet dus goed in orde zijn.

Instrumentarium meer gericht op krimp

Terugkomend op het instrumentarium, is de omgang van instrumenten niet voldoende. De omgang van het juridisch instrumentarium en de manier waarmee wordt omgegaan met het bestuurlijk vraagstuk moet veranderd worden. Zoals eerder vermeld werd, is het gehele systeem nog te veel gericht op (bevolkings)groei. Het instrumentarium wat momenteel gehanteerd wordt, is wel toepasbaar maar zou moeten worden aangepast en wat meer gericht is op krimp, en toepasbaar wordt voor het omgaan van krimp. Het is dan de vraag welke instrumenten ingezet kunnen worden, die bruikbaar zijn om met bevolkingskrimp om te gaan.

Kaagman vertelde tijdens de expertmeeting dat de provincie Zeeland geen verordeningen meer maakt sinds de nieuwe Gedeputeerde Staten. Meneer Kaagman vraagt zich af of provincies wel een provinciale verordening willen maken of kunnen provincies de provinciale verordening niet maken. Wat zou er dan in een verordening moeten worden opgenomen, een kwalitatief woningbouwprogramma. Er zou bijvoorbeeld een positief scenarium ontwikkeld kunnen worden, wat op groei is gericht maar als de situatie veranderd moet het scenarium aangepast kunnen worden wat dan bijvoorbeeld gericht is op krimp. Op deze manier wordt krimp erkend bij overheden en bestuurder.

Onderstaande “driehoek” is tijdens de expertmeeting ontstaan. De driehoek geeft weer dat bevolkingskrimp meerdere invalshoeken heeft. Het onderzoek ‘omgaan met krimp’ is breder inzetbaar, het is niet alleen toepasbaar op woningbouw maar ook voorzieningen in stand houden enzovoort. In Duitsland zijn

99 veel private partijen en beleggers actief op de markt. Die partijen houden zich bezig met het leefbaar een aantrekkelijk houden van een (krimp) gebied. En ze proberen niet in een negatieve spiraal terecht te komen.

Financiering

Door bevolkingsdaling kunnen woningbouwprojecten stagneren of zelfs stop gezet worden. Dit brengt financiële risico’s met zich mee. Er ontstaan financiële problemen. Momenteel worden veel bestaande woningen gesloopt in krimpgebieden. Het slopen van woningbouw levert financieel niets op. Integendeel, het brengt alleen maar kosten met zich mee. De vraag is dan, wie draait op voor deze kosten? De BLS (Besluit Locatiegebonden Subsidie) zal in de loop van de tijd niet meer toereikend zijn. Deze subsidie regeling was bruikbaar om de woningmarkt nog enigszins in beweging te brengen.

Woningbouw

Provincie Zeeland heeft momenteel een overschot aan woningen. Door commerciële bedrijven wordt geen woningbouw meer gerealiseerd. Tegenwoordig wordt er, als er woningbouw wordt gerealiseerd, door woningcorporaties woningbouw gerealiseerd. Parkstad Limburg heeft momenteel een regeling, als er een woning gebouwd wordt in het krimpgebied, worden er twee woningen gesloopt.

Wgr plus regio

Parkstad Limburg is de enige krimpregio met een samenwerkingsverband met de status Wgr plus. De plus gaat in de toekomst verdwijnen. Regio’s hebben van oudsher een belangrijke taak met betrekking tot ruimtelijke ordening en dus ook bevolkingskrimp. Momenteel is nationaal gezien ruimtelijke ordening van de baan en niet meer van groot belang. De provincies Groningen en Zeeland bevatten geen samenwerkingsverband. Provincie Zeeland is bezig met meer regionale voorzieningen zoals een ziekenhuis in Goes, en een bioscoop in Vlissingen. Op deze manier heeft de regio als geheel profijt van de voorzieningen en wordt er onderling niet geconcurreerd. Provincie Gelderland heeft ook een samenwerkingsverband met de status Wgr plus en wordt de KAN (Knooppunt Arnhem Nijmegen) regio genoemd. In deze provincie lopen de verschillen in groei en krimp zeer uiteen. De Achterhoek is een gebied waar momenteel bevolkingsdaling een grote impact heeft op de voorzieningen en de woningmarkt. De corporaties hebben daar altijd een belangrijke functie gehad. De KAN regio heeft eigen beleid zoals het KWP en de RPP. De provinciale verordening die de provincie opstelt verwijst dan ook naar het Wgr plus regio. De regio verdeeld dan de woningenbouw die gerealiseerd mag worden en de provincie. Wellicht komt naar voren dat in de Achterhoek weinig tot geen woningbouw mag worden gerealiseerd en in de stedelijke gebieden wel woningbouw wordt gerealiseerd.

Tot slot is het Ministerie momenteel bezig met het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen. Wellicht is het gebruik van een soortgelijke SER ladder bruikbaar als hulpmiddel om met krimp om te gaan en te achterhalen welke instrumenten ingezet kunnen worden. Een ander aandachtspunt is dat de markt nog ontbreekt in het onderzoeksplan. Er zou meer aandacht besteedt kunnen worden aan de markt.

Juridisch

Maatschappelijk Bestuurlijk

100