• No results found

3. Methode

Om te onderzoeken of de fotonovelle Rosa out of control in schriftelijke vorm of audiovisuele vorm een effectief communicatiemiddel kan zijn in de voorlichting over overgewicht en obesitas in Zuid-Afrika is een experiment uitgevoerd onder respondenten uit de omgeving van Kaapstad. Tevens is in dit onderzoek de in het EORM voorspelde werking van persuasieve mechanismen van narratieven getest. 150 respondenten zijn verdeeld over drie verschillende condities: een fotonovelleconditie, een videoconditie en een controleconditie. Met behulp van vragenlijsten zijn de respondenten vragen gesteld over onder meer kennis, attitude en gedragsintentie ten opzichte van overgewicht en obesitas. De verzamelde data zijn vervolgens statistisch geanalyseerd. In paragraaf 3.1 wordt het experimentele design verder toegelicht. In paragraaf 3.2 worden kenmerken van de respondenten uiteengezet. In paragraaf 3.3 wordt de procedure van het experiment besproken. Paragraaf 3.4 gaat verder in op het instrumentarium. In deze paragraaf worden het uitgevoerde vooronderzoek (§3.4.1), het experimentele materiaal (§3.4.2), de vragenlijst (§3.4.3) en de gemeten variabelen (§3.4.4) besproken. Tot slot wordt in paragraaf 3.5 ingegaan op de statistische analyse van de verzamelde data.

3.1 Experimenteel design

In dit onderzoek is een experiment uitgevoerd om enerzijds de effectverschillen tussen een fotonovelle en video te onderzoeken en anderzijds de persuasieve mechanismen bij de verwerking van een narratief te testen. Het experiment is uitgevoerd onder 150 respondenten uit Zuid-Afrika. Bij de verdeling van de respondenten is er gestreefd naar een zo gelijk mogelijke verdeling van de respondenten op het punt van etnische achtergrond. Zo is getracht een vergelijkbare verdeling van etniciteiten in iedere conditie te verkrijgen. Verder zijn de respondenten willekeurig verdeeld over drie condities, namelijk een fotonovelleconditie (N = 51), een videoconditie (N = 49) en een controleconditie (N = 50).

In het experiment is gebruik gemaakt van een tussenproefpersoon post-test only design. Er is specifiek gekozen voor een post-test only design om te voorkomen dat de toevoeging van een pretest een sturend effect zou hebben op de antwoorden van de respondenten in de posttest. De respondenten kregen allen ten minste één van de in dit experiment gebruikte narratieven te zien, de fotonovelle of de video. In de fotonovelleconditie is de respondenten gevraagd eerst de fotonovelle te lezen en vervolgens een vragenlijst in te vullen. Nadat de vragenlijst was afgerond en ingeleverd is de respondenten gevraagd de video te bekijken. Hierna werden zij via een tweede schriftelijke vragenlijst vier evaluatieve vragen gesteld over beide communicatiemiddelen. In de videoconditie is de respondenten gevraagd eerst de video te bekijken. Nadat zij een vragenlijst hadden ingevuld en ingeleverd, werden zij gevraagd de fotonovelle te lezen. Ook aan deze respondenten werden vier evaluatieve vragen gesteld over beide communicatiemiddelen. In de controleconditie werd de procedure omgedraaid en werden respondenten gevraagd eerst een vragenlijst in te vullen en vervolgens ofwel de fotonovelle te lezen ofwel de video te bekijken. Op die manier ontstonden er twee controlecondities: één waarin de fotonovelle werd gelezen (N = 23) en één waarin de video werd bekeken (N = 27). Tot slot is voor alle condities een aparte vragenlijst ontwikkeld. De gebruikte vragenlijsten in dit onderzoek worden verder toegelicht in paragraaf 3.3.2. Meer over de gevolgde procedure tijdens de uitvoering van het experiment is te vinden in paragraaf 3.5.

31

3.2 Respondenten

Voorliggend onderzoek richtte zich specifiek op vrouwen met één of meer kinderen. Daarmee is gekozen voor een doelgroep die zich vermoedelijk kan identificeren met het hoofdpersonage uit de gebruikte narratief: Rosa, een moeder van twee kinderen. Aangezien identificatie een belangrijk onderdeel is van dit onderzoek is ervoor gekozen om enkel moeders te laten deelnemen aan het experiment. Een voorwaarde voor deelname was dat de respondenten een goede beheersing van de Engelse taal zouden hebben. Om voldoende respondenten te kunnen vinden binnen de tijd die beschikbaar was voor het onderzoek, is besloten de respondenten een vergoeding van ZAR30,- aan te bieden. Het aanbieden van de vergoeding betekende voor de onderzoekers dat tijdens de selectie van respondenten goed moest worden gelet op de voorwaarden voor deelname. Vrouwen zonder kinderen of vrouwen die geen beheersing hadden van de Engelse taal werden uitgesloten van deelname. De werving van respondenten is tot stand gekomen via contactpersonen in verschillende gemeenschappen. Uiteindelijk zijn respondenten geworven in Kaapstad, Stellenbosch en verschillende plaatsen in de omgeving van deze steden zoals onder meer Eersterivier, Bellville, Durbanville en Brackenfell. In totaal namen 150 Zuid-Afrikaanse respondenten deel aan het onderzoek. Demografische gegevens van respondenten worden in tabel 1 weergegeven.

Schriftelijk Video Controle Totaal (%)

Steekproefomvang (N) 51 49 50 150 (100%)

Leeftijd

0 tot 29 jaar 15 8 17 40 (26,7%)

30 tot 49 jaar 29 28 23 80 (53,3%)

50 + 7 13 10 30 (20%)

Bereik 18 – 68 jaar 22 – 65 jaar 16 – 70 jaar 16 – 70 jaar

Gemiddelde leeftijd 36,4 jaar 42,7 jaar 36,7 jaar 38,6 jaar

Etniciteit Blank 9 10 11 30 (20%) Gekleurd 22 20 21 63 (42%) Zwart 20 19 18 57 (38%) Aantal kinderen 1 kind 18 13 23 54 (36%) 2 kinderen 20 22 17 59 (39,3%) 3 of meer kinderen 13 14 10 37 (24,7 %)

Gemiddelde aantal 2,06 kinderen 2,06 kinderen 1,88 kinderen 2 kinderen

BMI Ondergewicht < 18,5 kg/m2 1 1 2 4 (2,7%) Normaal gewicht 18,5 – 24,9 kg/m2 15 14 13 42 (28%) Overgewicht 25 – 29,9 kg/m2 15 13 18 46 (30,7%) Obesitas > 30 kg/m2 20 21 17 58 (38,7%) Gemiddelde BMI 29,4 kg/m2 30,0 kg/m2 27,6 kg/m2 29,0 kg/m2 Gezondheidsgeletterdheid Laaggeletterd Score 3,51 - 5 6 7 10 23 (15,3%) Geletterd Score 2,5 – 3,5 18 13 14 45 (30%) Hooggeletterd Score 1 – 2,49 27 29 26 82 (54,7%)

Gemiddelde geletterdheid 2,3 (hooggelett.) 2,3 (hooggelett.) 2,5 (geletterd) 2,4 (hooggelett.) Tevredenheid over eigen lichaam

Dunner willen zijn Score > 0 32 28 36 96 (64%)

Tevreden Score 0 13 18 12 43 (28,7%)

Dikker willen zijn Score < 0 6 3 2 11 (7,3%)

Gemiddelde tevredenheid 1,18 (dunner) 1,24 (dunner) 1,64 (dunner) 1,35 (dunner)

32

3.3 Procedure

De data voor dit onderzoek zijn verzameld in de Western Cape gedurende een periode van drie maanden, van april tot en met juni 2015. Voorafgaand aan het onderzoek moest toestemming worden verkregen van de Research Ethics Committee (REC) van de Universiteit van Stellenbosch. Hiervoor werd een gedetailleerd onderzoeksvoorstel aangeleverd dat werd geëvalueerd door drie leden van het REC. Na het verkrijgen van toestemming, werd gestart met het zoeken van participanten. Deze participanten werden gevonden via Facebookpagina’s voor moeders in de Western Cape, via The Parent Centre in Kaapstad, via contactenpersonen binnen het Language Centre in Stellenbosch, via contactpersoon Elisabeth van Niekerk en bij de HIV kliniek in Kayamandi, Stellenbosch. In eerste instantie probeerden de onderzoekers participanten samen te brengen om het onderzoek in (kleine) groepen af te nemen. In een aantal gevallen lukte dit en werd in groepsverband afgesproken op een locatie die voor de participanten goed bereikbaar was. In andere gevallen lukte dit niet en werd individueel met de participanten afgesproken.

Voorafgaand aan het onderzoek werd de respondenten gevraagd een verklaring te tekenen waarin onder andere werd gesteld dat deelname aan het onderzoek vrijwillig en anoniem was. Om respondenten niet te veel te beïnvloeden, werd in deze verklaring enkel verteld dat het ging om een onderzoek naar overgewicht en obesitas vanuit de Rijksuniversiteit Groningen. Vervolgens werden de condities willekeurig verdeeld over de respondenten.

Respondenten uit de fotonovelleconditie werd gevraagd om de fotonovelle te lezen en een teken te geven als zij klaar waren met lezen. De fotonovelle werd op dat moment door de onderzoekers ingenomen en de vragenlijst werd uitgedeeld. Er is bewust gekozen voor het innemen van de fotonovelle om te voorkomen dat respondenten bij het invullen van de vragenlijst de fotonovelle opnieuw zouden bekijken. Op deze manier werden de omstandigheden van het invullen van de vragenlijst gelijk gehouden voor enerzijds de fotonovelleconditie en anderzijds de videoconditie (waarin de video niet opnieuw kon worden bekeken). Na het invullen van de vragenlijst, werd deze ingenomen door de onderzoekers. De respondenten uit de fotonovelleconditie werd vervolgens gevraagd om een aantal minuten van de video te bekijken en tot slot nog drie vragen te beantwoorden waarin een vergelijking werd gemaakt tussen de fotonovelle en de video. Respondenten uit de videoconditie doorliepen dezelfde procedure, maar zij bekeken eerst de video en vervolgens – na het invullen van de vragenlijst - de fotonovelle. Respondenten uit de controleconditie werden verzocht direct een vragenlijst in te vullen. Zij kregen voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst geen narratief te zien. Nadat de vragenlijst was ingevuld en ingenomen werd hen ofwel de fotonovelle, ofwel de video getoond. Op deze manier ontstonden er twee controlecondities: één waarin de fotonovelle werd gelezen (N = 23) en één waarin de video werd bekeken (N = 27). Deze twee groepen vormden samen de controleconditie. Na het invullen van de vragenlijst en het zien van de narratief via één van de twee communicatiekanalen, volgden voor de controleconditie enkele afsluitende vragen met betrekking tot de aantrekkelijkheid en geloofwaardigheid van de narratief.

Alle vragenlijsten werden anoniem verwerkt. Er werd benadrukt dat respondenten tijdens het onderzoek onderling geen contact met elkaar mochten hebben. Voor vragen of opmerkingen konden respondenten te allen tijde terecht bij de onderzoekers. Omdat het echter de bedoeling was dat respondenten de fotonovelle en video zelfstandig bekeken, konden inhoudelijke vragen over dit materiaal tijdens de afname van het onderzoek niet behandeld worden. Vragen over de vragenlijst zelf en de invulling hiervan konden wel beantwoord worden. Na inname van de vragenlijsten werd gecontroleerd of alle vragen waren ingevuld. Daarnaast werd de respondenten gevraagd of zij nog vragen of opmerkingen hadden over het onderzoek. Na afloop van het onderzoek werden de respondenten bedankt en werd aan iedere respondent ZAR 30,- aangeboden.

33

3.4 Instrumentarium

Zoals verteld in paragraaf 3.1, is in dit onderzoek de werking van persuasieve mechanismen van narratieven onderzocht door middel van een experiment met drie verschillende condities. In paragraaf 3.3.1 het vooronderzoek worden toegelicht. In paragraaf 3.3.2 zal vervolgens het experimentele materiaal dat is ontwikkeld voor de fotonovelle- en videoconditie worden toegelicht. Paragraaf 3.3.3 zal ingaan op de vragenlijsten die zijn ontwikkeld voor de verschillende condities en in paragraaf 3.3.4 zullen de variabelen die gemeten zijn, worden toegelicht.

3.4.1 Vooronderzoek

Voorafgaand aan het experiment zijn de fotonovelle, de video en de vragenlijsten in een vooronderzoek getoetst op begrijpelijkheid. Aan dit vooronderzoek namen zeven respondenten uit de beoogde doelgroep deel. Deze respondenten zijn uitgesloten van deelname aan het daadwerkelijke experiment.

Drie respondenten is gevraagd om de stellingen uit de vragenlijst hardop voor te lezen. Na iedere stelling werd de respondent gevraagd of de stelling duidelijk en begrijpelijk was. Daarbij werd extra aandacht besteed aan woorden en zinnen die door de onderzoekers al waren geclassificeerd als ‘mogelijk problematisch’. Na afloop van de vragenlijst werd een korte discussie gestart over de vragenlijst in het algemeen. Hierbij werden onder andere de vormgeving van de vragenlijst besproken. Problemen en opmerkingen over de vragenlijsten die tijdens het vooronderzoek naar voren kwamen, zijn door de onderzoekers genoteerd. De overige vier respondenten in het vooronderzoek is gevraagd het experimentele materiaal te bekijken en vervolgens de vragenlijst in te vullen. Twee respondenten bekeken de fotonovelle en twee respondenten bekeken de video. Hierbij werd de duur van het experiment opgenomen. Tevens is na afloop van het experiment gevraagd of het materiaal en de vragenlijsten duidelijk en begrijpelijk waren. Wederom werden problemen en opmerkingen over het materiaal en de vragenlijsten door de onderzoekers genoteerd. Tot slot is aan alle zeven respondenten gevraagd of zij naast de genoemde opvattingen over ondergewicht, overgewicht en obesitas in de vragenlijst nog andere (volgens hun) heersende opvattingen wisten te noemen. Deze opvattingen zijn genoteerd en na afloop van het vooronderzoek heeft dit geresulteerd in de toevoeging van enkele stellingen in de vragenlijsten. Een voorbeeld hiervan is de toevoeging van de stelling “I believe being skinny is a sign of stress”.

Op basis van het commentaar en de suggesties van de respondenten in het vooronderzoek zijn aanpassingen doorgevoerd in het materiaal en de vragenlijsten. Zo zijn enkele stellingen op een andere manier geformuleerd, zijn enkele stellingen toegevoegd en is de vormgeving van de vragenlijst aangepast. Een overzicht van de doorgevoerde aanpassingen naar aanleiding van het vooronderzoek is te vinden in bijlage I.

3.4.2 Materiaal

In dit onderzoek zijn twee experimentele condities getest en vergeleken met een controleconditie. In de fotonovelleconditie werd de narratief Rosa out of control getest via een fotonovelle. In de videoconditie werd dezelfde narratief getest in de vorm van een video. Respondenten in de controleconditie kregen pas na afloop van deelname de fotonovelle of video te zien.

Fotonovelleconditie

De fotonovelle wordt in verschillende onderzoeken genoemd als effectief communicatiemiddel in voorlichting over gezondheidsproblemen (Unger et al., 2013; Boyte & Pilisuck, 2012; James et al., 2005). Unger et al (2013, p398) definiëren fotonovelles als ‘small booklets that portray a dramatic story using photographs and captions’. In dit onderzoek is de bestaande fotonovelle Rosa out of control gebruikt. De fotonovelle is in 2012 in Los Angeles ontwikkeld onder leiding van Mel Baron van de USC School of Pharmacy voor Amerikaanse Latino’s met het doel kennis en informatie te verstrekken over overgewicht en obesitas. De fotonovelle is uitgegeven in pocketformaat met een Engelstalige- en

34 Spaanstalige versie van het verhaal in één. In voorliggend onderzoek is de fotonovelle ingezet in een andere doelgroep om te bepalen of de fotonovelle geschikt is voor deze doelgroep. Aangezien het ontwikkelen van een nieuwe fotonovelle speciaal voor dit onderzoek te complex zou zijn en tevens te veel tijd zou kosten is besloten de reeds bestaande fotonovelle te testen.

In de 26 pagina’s tellende beeldroman wordt het verhaal verteld van de alleenstaande moeder Rosa en haar twee kinderen, dochter Vanesa en zoon Eddie. Zij hebben allen overgewicht, maar zien niet in dat dit schadelijke gevolgen voor hun gezondheid met zich mee kan brengen. Rosa ziet wel dat haar kinderen mollig zijn, maar ze denkt dat dit juist gezond is. Nadat Rosa wordt aangesproken op het gewicht van haar kinderen door de gymleraar van haar zoon en door haar zus Esperanza, begint zij te twijfelen aan de leefstijl van haar gezin. Ze komt er gaandeweg achter welke gevolgen overgewicht kan hebben voor de gezondheid. Na een bezoek aan de dokter besluit ze de eetgewoonten van haar gezin aan te passen en een gezondere leefstijl aan te nemen. Tot slot ziet de lezer dat Rosa en dochter Vanessa samen naar fitness gaan en dat zoon Eddie en zijn tante Esperanza de gezonde snacks in de koelkast inspecteren.

Om te voorkomen dat eventuele effectverschillen tussen beide kanalen aan de verhaalkarakteristieken toegeschreven zouden kunnen worden, is getracht beide narratieven zo gelijk mogelijk te houden. Aangezien het voor de onderzoekers gemakkelijker en minder tijdrovend was om de fotonovelle aan te passen, is ervoor gekozen om deze af te stemmen op de video. De aanpassingen aan de fotonovelle bestaan voor een groot deel uit het vervangen van Spaanse woorden zoals ‘hola mijo’ en ‘tia’ door Engelse woorden als ‘hi Eddie’ en ‘aunt’. Daarnaast zijn ook typisch Spaanse namen als ‘Hermanita’ en ‘Cecilia’ vervangen door ‘Esperanza’ en ‘Susan’. Verder ontbreekt een deel van de narratief in de video, namelijk het deel waarin Rosa met een therapeut praat over haar ex-man en haar drang om te eten wanneer ze emotioneel is. Dit deel is ook uit de fotonovelle gehaald. Tot slot is in dit onderzoek bij zowel de fotonovelle en de video de vraag & antwoordsectie weggelaten, omdat dit onderdeel mogelijk de persuasieve effecten van de narratief zou kunnen beïnvloeden. Alle doorgevoerde aanpassingen en de uiteindelijk gebruikte fotonovelle zijn te vinden in respectievelijk bijlage II en bijlage III.

Videoconditie

De video is in 2013 op basis van de fotonovelle ontwikkeld onder leiding van Gabriela Lopez de Dennis. In de video wordt dezelfde narratief weergegeven met de afbeeldingen die in de fotonovelle zijn gebruikt. Deze afbeeldingen verschijnen één voor één op het scherm. Naast de eerder genoemde verschillen tussen fotonovelle en video heeft de video een ingesproken voice-over en enkele muzikale effecten. Daarnaast worden sommige afbeeldingen met speciale effecten gepresenteerd, bijvoorbeeld met een zoom of pan. Een ander mogelijk belangrijk verschil tussen de fotonovelle en de video is het tempo van het bekijken van de narratief. In dit onderzoek konden respondenten in de fotonovelleconditie zelf bepalen in welk tempo de narratief gelezen werd. Tevens konden zij terug bladeren of vooruit bladeren. Respondenten in de videoconditie moesten zich echter schikken naar het tempo van de video. Zij kregen niet de optie om bepaalde videobeelden nogmaals te bekijken. De duur van de video in dit onderzoek is 19 minuten.

Controleconditie

In de controleconditie werd de respondenten gevraagd om een vragenlijst in te vullen. Zij kregen in tegenstelling tot respondenten in de andere experimentele condities voorafgaand aan deze vragenlijst geen narratief te zien. De vragen in de controleconditie richtten zich voornamelijk op kennis, attitude en gedragsintentie ten opzichte van overgewicht en obesitas. Aangezien respondenten bij het invullen van de vragenlijst niet waren beïnvloed door eventuele persuasieve effecten van de narratief, zijn de resultaten binnen deze conditie gebruikt als basis voor het meten van eventuele effecten in de andere experimentele groepen.

35 Behalve naar kennis, attitude en gedragsintentie is de respondenten ook gevraagd naar demografische gegevens en naar opvattingen over ondergewicht, overgewicht en obesitas. Omdat respondenten voorafgaand aan de vragenlijst geen narratief te zien kregen, konden zij geen vragen beantwoorden over de meeste variabelen uit het EORM. Enkel de variabele waargenomen kwetsbaarheid is meegenomen in de vragenlijst. Nadat de antwoorden waren ingeleverd, kregen respondenten wel een narratief te zien, ofwel in de vorm van de fotonovelle ofwel in de vorm van de video. Afsluitend werden de respondenten nog enkele evaluatieve vragen gesteld over de narratief.

3.4.3 Vragenlijst

In dit onderzoek zijn door middel van schriftelijke vragenlijsten data verzameld met betrekking tot verschillende variabelen. In navolging van Moyer-Gusé (2008), Duizer (2014) en Kenkhuis (2015) is specifiek voor deze methode van gegevensverzameling gekozen omdat dit cijfermatige data oplevert. Deze data zijn geschikt gebleken voor de analyse van de persuasieve werking van narratieven volgens het EORM. Rekening houdend met de validiteit van dit onderzoek is besloten om gegevens van een groot aantal respondenten te verzamelen. Uiteindelijk is gestreefd naar een totaal van 150 respondenten. Om dit aantal respondenten te behalen is het gebruik van schriftelijke vragenlijsten in dit onderzoek verkozen boven het afnemen van interviews. Met behulp van vragenlijsten konden meerdere respondenten tegelijkertijd deelnemen aan het experiment. Daarnaast is op deze manier de mogelijke invloed van de onderzoekers - invloed die kan optreden bij het afnemen van interviews - beperkt.

De vragenlijsten die voor dit onderzoek ontwikkeld zijn, bestonden uit stellingen en enkele open vragen. De respondenten konden in de meeste gevallen met behulp van vijfpunts Likertschalen aangeven in hoeverre zij het oneens of eens waren met een stelling of in hoeverre zij de stelling onwaarschijnlijk of waarschijnlijk achtten. De Likertschalen liepen in alle gevallen in dezelfde richting, met de meest negatieve antwoordoptie links en de meest positieve antwoordoptie rechts. In het geval van de kennisvragen over overgewicht en obesitas bestonden de antwoordmogelijkheden uit ‘True’, ‘False’ en ‘I don’t know’. Er is gekozen voor het gebruik van gesloten vragen omdat deze vragen voor laaggeletterden – die moeite hebben met schrijven - makkelijker te beantwoorden zijn dan open vragen. Daarnaast is gekozen voor gesloten vragen omdat op deze manier de vraag- en antwoordalternatieven voor iedere respondent gelijk waren en de kans op interpretatiefouten tijdens de analyse beperkt is (Baxter & Babbie, 2004: 170). Tot slot is er gekozen voor vragen in gesloten vorm om de duur van het experiment te beperken.

De vragenlijsten zijn - net als het materiaal - in het Engels opgesteld. De vragenlijsten zijn voorafgaand aan het experiment door een Engelse moedertaalspreker gecontroleerd. Vervolgens zijn de vragenlijsten opnieuw in het vooronderzoek getest op begrijpelijkheid. Uit dit vooronderzoek kwam