SECTIE VII. EVOLUTIE VAN DE HUISARTSEN WORKFORCE 2004-2016
Figuur 2a. Evolutie van het aantal huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) volgens gewest van activiteit, 2004-2016
Figuur 2b. Evolutie van het totaal aantal VTE's van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) volgens gewest van activiteit, 2004-2016
Richtlijnen ter interpretatie - Figuren 2a en 2b
Figuren 2a en 2b geven de evolutie weer met betrekking tot de activiteit van de huisartsen.
Figuur 2a geeft de evolutie weer van het aantal huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR = Practising) volgens gewest van activiteit, van 2004 tot 2016.
Figuur 2b laat de evolutie zien van het totaal aantal voltijdse equivalenten (VTE) van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR = Practising) volgens gewest van activiteit, van 2004 tot 2016.
In elke figuur worden vervolgens de geobserveerde aantallen per gewest van activiteit weergegeven. Om de drie gewesten van activiteit van elkaar te kunnen onderscheiden, wordt er gewerkt met kleurcodes die in een legende worden verklaard.
Het gewest van activiteit voor de huisartsen met een werknemer -of gemengd statuut is het gewest van de werkgever waarbij de huisarts de meeste arbeidsprestaties levert. Het gewest van activiteit voor huisartsen met een zelfstandig statuut is het gewest van de woonplaats.
! Merken we op dat het in de figuur 2b gaat over het totale VTE-volume en niet over een gemiddeld VTE. Deze totalen zijn afhankelijk van de activiteit enerzijds en van het totaal aantal actieven anderzijds.
! Een mogelijke knik in de evoluties tussen 2013 en 2014 bij zowel de individuen als de VTE's wordt veroorzaakt door een evolutie van het detailniveau in de beschikbare gegevens. Sinds 2014 is niet enkel de hoofdzetel van de werkgever aanwezig in de geraadpleegde
gegevensbron maar ook informatie wat betreft de specifieke, lokale vestiging waar de werknemer in kwestie werkzaam is. Het voornaamste gevolg van deze verbetering van gegevenskwaliteit betreft een verschuiving van de gerapporteerde werkplaats van het Brussels gewest naar de twee andere gewesten.
Toelichting
Tot de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) behoren de beroepsactieve huisartsen (PA) die zijn ingeschreven bij de RSVZ op 31/12/20xx met minstens 5% van het mediaan terugbetaald bedrag (van de referentiegroep van de 45-54 jarigen) uitgekeerd door het RIZIV op basis van prestaties in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen voor het jaar 20xx of op 31/12/20xx aanwezig zijn in de gegevensbank van RSZ+ met minstens 0.1 jaarlijks VTE en een activiteit binnen een gezondheidszorgsector.
Totaal VTE-volume gepresteerd door de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR):
Het VTE van de personen in de gezondheidszorgsector met een zelfstandige activiteit wordt berekend aan de hand van het aantal geboekte terugbetaalde RIZIV-prestaties op jaarbasis. Een voltijdse, zelfstandige betrekking wordt gelijkgesteld aan de geobserveerde mediaan van het totale geboekte bedrag in de referentiegroep in het jaar in kwestie. De gehanteerde methodologie wordt verder gedetailleerd in het inleidende hoofdstuk.
Het VTE van de bezoldigde personen in de gezondheidszorgsector komt overeen met de som van de gepresteerde activiteitsgraad tijdens het laatste trimester van het jaar in het RSZ+-kader bij alle werkgevers met een NACE-code in de gezondheidszorgsector. De gepresteerde activiteitsgraad voor elke werkgever werd aangeleverd door de datawarehouse AM&SB.
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 45
Figuur 3a. Vergelijking van de leeftijdspiramides van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR), voor de gewesten, 2016 t.o.v 2004
Vlaams Gewest PR
Waals Gewest PR
Brussels Hoofdstedelijk Gewest PR
Buitenland of onbekend PR
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 47
Figuur 3b. Vergelijking van de leeftijdspiramides van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR), voor de gemeenschappen, 2016 t.o.v 2004
Vlaamse gemeenschap PR
Franse gemeenschap PR
Figuur 3c. Vergelijking van de leeftijdspiramides van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR), voor België, 2016 t.o.v 2004
België PR
Richtlijnen ter interpretatie - Figuren 3a, 3b en 3c
Om een beeld te geven van de evolutie van de workforce tussen 2004 en 2016 geven de bovenstaande grafieken de leeftijdspiramides weer (met ander woorden het aantal beroepsbeoefenaars verdeeld naar leeftijdscategorie en geslacht) voor de twee jaren in kwestie, en dit voor elk gewest van activiteit (a), elke gemeenschap (b) en België (c).
De gekleurde leeftijdspiramide is die voor het jaar 2016, terwijl de leeftijdspiramide voor 2004 in grijstinten wordt weergegeven. Links en rechts van de piramide worden de absolute aantallen voor respectievelijk de mannen en de vrouwen weergegeven voor elke
leeftijdscategorie. Opnieuw geldt hier dat de gekleurde cijfers deze zijn voor 2016, terwijl de grijze cijfers de aantallen uit 2004 weergeven.
Boven de piramide vinden we de globale evolutie van het aantal beroepsbeoefenaars tussen 2004 en 2016 terug, uitgedrukt als percentage, en dit voor de mannen (in het blauw), de vrouwen (in het rood) en voor de twee geslachten samen (in het zwart, centraal). Bij voorbeeld,
‘2016 = +30% 2004’ betekent dat het aantal beroepsbeoefenaars in 2016 toenam met 30% ten opzichte van het aantal beroepsbeoefenaars in 2004.
Het gewest van activiteit voor de huisartsen met een werknemer -of gemengd statuut is het gewest van de plaatselijke inplanting (lokale vestiging) of, bij het ontbreken van deze informatie, het gewest van de maatschappelijk zetel (hoofdzetel) van de werkgever waarbij de huisarts de meeste arbeidsprestaties levert. Het gewest van activiteit voor huisartsen met een zelfstandig statuut is het gewest van de woonplaats.
De gemeenschap waartoe een individu behoort wordt bepaald op basis van de taal van het behaalde diploma of, indien deze informatie ontbreekt, de contacttaal.
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 49
Tabel 20a. Evolutie van enkele kenmerken van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) volgens gewest van activiteit, 2004-2016
BHG PR Gesl. Leeftijd Nationaliteit
N %
vrouw
%
<45
% 45<60
% 60+
% 50+
% 65+
% N-BE
% N-BE diploma
'04 2.101 37,51 35,51 56,35 8,14 0 41,88 3,81 3,57 2,14
'05 2.003 36,10 29,36 61,31 9,34 0 46,88 4,24 3,30 1,90
'06 1.975 36,51 27,24 61,97 10,78 0 52,05 3,85 3,39 2,08
'07 1.955 37,90 25,93 61,94 12,12 0 55,19 4,09 3,68 2,10
'08 1.876 38,01 23,40 62,21 14,39 0 59,65 4,64 3,78 2,29
'09 1.892 38,90 22,62 60,94 16,44 0 62,05 5,13 3,91 2,38
'10 1.861 39,71 21,39 60,13 18,48 0 65,77 5,86 3,92 2,36
'11 1.842 39,96 20,52 57,38 22,10 0 68,13 6,51 4,02 2,28
'12 1.836 40,52 19,77 54,63 25,60 0 69,55 7,90 4,36 2,61
'13 1.813 41,81 18,53 52,84 28,63 0 71,37 9,05 4,58 2,81
'14 1.391 41,55 19,34 48,81 31,85 0 72,18 12,29 6,25 4,17
'15 1.413 43,31 19,82 47,28 32,91 0 71,41 13,16 6,58 4,53
'16 1.401 44,40 21,34 42,40 36,26 0 70,31 15,27 6,78 4,78
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 51
Tabel 20b. Evolutie van enkele kenmerken van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) volgens gemeenschap, 2004-2016
Tabel 20c. Evolutie van enkele kenmerken van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) voor België, 2004-2016
BEL PR Gesl. Leeftijd Nationaliteit
N %
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 53 Richtlijnen ter interpretatie - Tabellen 20a, 20b en 20c
Tabellen 20a, 20b en 20c geven de evolutie voor de periode 2004-2016 weer, van zowel het aantal van de huisartsen actief in de
gezondheidszorg (PR = Practising) als van bepaalde bevolkingskenmerken van deze groep. De tabellen geven achtereenvolgens een beeld volgens het gewest van activiteit (a), de gemeenschap (b) en voor België (c).
De 3 gewesten van activiteit worden in de tabel 20a en dit met de volgende afkortingen:
- Vlaams Gewest (VG) - Waals Gewest (WG)
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG)
Het gewest van activiteit van de huisartsen met een werknemerstatuut of met een gecombineerd statuut op 31 december 2016 komt overeen met het gewest van de werkgever bij wie de huisarts het merendeel van zijn of haar arbeidstijd presteerde. Het gewest van activiteit van de huisartsen met een zelfstandig statuut komt overeen met hun domicilie-gewest.
De 2 gemeenschappen worden weergegeven in tabel 20b en dit met de volgende afkortingen:
- Vlaamse Gemeenschap (VL) - Franse Gemeenschap (FR)
De gemeenschap waartoe een individu behoort werd bepaald op basis van de taal van het behaalde diploma of, indien deze informatie ontbreekt, de contacttaal.
Toelichting
Kolom 2: PR: N: Het aantal huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR = Practising) Kolom 3: Geslacht: % vrouw: Het percentage vrouwen binnen de groep PR.
Kolom 4-8: Leeftijd
% <45: Het percentage van de groep beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg (PR) jonger dan 45 jaar
% 45<60: Het percentage van de groep beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg (PR) tussen 45 en 60 jaar
% 60+: Het percentage beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg (PR) van 60 jaar of ouder
% 50+: Het percentage beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg (PR) van 50 jaar of ouder
% 65+: Het percentage beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg (PR) van 65 jaar of ouder Nota: De som van de kolommen % <45, % 45<60 en % 60+ bedraagt 100%.
Kolom 9-10: Nationaliteit
% N-BE: Het percentage beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg (PR) met een niet-Belgische nationaliteit
% N-BE diploma: Het percentage beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg (PR) met een niet-Belgisch basisdiploma Legende voor de gehanteerde kleuren:
De kleurcode maakt het mogelijk om de evolutie van de percentages over de jaren en over de onderlinge tabellen te vergelijken. Hoe donkerder de kleur, hoe hoger het percentage. Omgekeerd geldt: hoe lichter de kleur, hoe lager het percentage.
Tabel 21a. Evolutie van aantallen en VTEs van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) per activiteitssector, volgens gewest van activiteit, 2004-2016
VG Individuen VTE Grafische weergave
Zelfst. Gemengd Werkn. Tot. INDEX Dicht. RIZIV RSZ+ Tot. INDEX Dicht.
WG Individuen VTE Grafische weergave
Zelfst. Gemengd Werkn. Tot. INDEX Dicht. RIZIV RSZ+ Tot. INDEX Dicht.
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 55
BHG Individuen VTE Grafische weergave
Zelfst. Gemengd Werkn. Tot. INDEX Dicht. RIZIV RSZ+ Tot. INDEX Dicht.
'04 1.064 482 555 2.101 100 20,87 776,5 679,8 1.456,3 100 14,47 '05 1.044 476 483 2.003 95 19,66 770,0 659,4 1.429,3 98 14,03 '06 1.013 465 497 1.975 94 19,15 744,9 675,6 1.420,6 98 13,78 '07 1.000 453 502 1.955 93 18,65 727,6 672,5 1.400,0 96 13,35 '08 953 440 483 1.876 89 17,56 692,5 665,2 1.357,7 93 12,71 '09 930 444 518 1.892 90 17,37 668,9 694,1 1.363,0 94 12,51 '10 920 437 504 1.861 89 16,63 666,1 681,8 1.347,9 93 12,04 '11 899 424 519 1.842 88 16,17 656,7 680,2 1.336,9 92 11,74 '12 901 401 534 1.836 87 15,90 634,9 671,2 1.306,1 90 11,31 '13 889 382 542 1.813 86 15,58 629,9 671,5 1.301,4 89 11,19
'14 906 209 276 1.391 66 11,84 597,1 346,0 943,1 65 8,03
'15 893 220 300 1.413 67 11,90 598,3 377,2 975,5 67 8,21
'16 882 219 300 1.401 67 11,76 592,9 376,1 968,9 67 8,13
Tabel 21b. Evolutie van aantallen en VTEs van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) per activiteitssector, volgens gemeenschap, 2004-2016
VL Individuen VTE Grafische weergave
Zelfst. Gemengd Werkn. Tot. INDEX Dicht. RIZIV RSZ+ Tot. INDEX Dicht.
FR Individuen VTE Grafische weergave
Zelfst. Gemengd Werkn. Tot. INDEX Dicht. RIZIV RSZ+ Tot. INDEX Dicht.
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 57
Tabel 21c. Evolutie van aantallen en VTEs van de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) per activiteitssector, voor België, 2004-2016
BEL Individuen VTE Grafische weergave
Zelfst. Gemengd Werkn. Tot. INDEX Dicht. RIZIV RSZ+ Tot. INDEX Dicht.
'04 10.851 950 1.063 12.864 100 12,31 11.042,9 1.293,3 12.336,2 100 11,81 '05 10.785 912 842 12.539 97 11,93 11.057,3 1.134,0 12.191,3 99 11,60 '06 10.767 904 859 12.530 97 11,84 11.019,1 1.155,7 12.174,8 99 11,50 '07 10.650 902 877 12.429 97 11,65 10.848,0 1.175,0 12.023,0 97 11,27 '08 10.528 884 877 12.289 96 11,43 10.838,6 1.174,2 12.012,8 97 11,17 '09 10.457 897 913 12.267 95 11,32 10.682,2 1.207,4 11.889,6 96 10,97 '10 10.355 925 925 12.205 95 11,14 10.675,1 1.220,5 11.895,6 96 10,86 '11 10.312 880 962 12.154 94 11,01 10.600,1 1.224,8 11.824,9 96 10,71 '12 10.333 900 988 12.221 95 11,01 10.698,5 1.246,4 11.944,9 97 10,76 '13 10.385 886 995 12.266 95 11,00 10.795,5 1.239,3 12.034,8 98 10,79 '14 10.419 863 993 12.275 95 10,95 10.929,9 1.210,3 12.140,2 98 10,83 '15 10.504 837 1.007 12.348 96 10,96 10.983,9 1.218,2 12.202,1 99 10,83 '16 10.561 811 983 12.355 96 10,91 10.903,6 1.189,5 12.093,1 98 10,68
Richtlijnen ter interpretatie - Tabellen 21a, 21b en 21c
Tabellen 21a, 21b en 21c geven de evolutie weer van het aantal huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR = Practising) en van de voltijdse equivalenten voor de periode 2004-2016, volgens het gewest van activiteit (a), de gemeenschap (b) en voor België (c).
De 3 gewesten van activiteit in tabel 21a worden weergegeven met de volgende afkortingen:
- Vlaams Gewest: VG - Waals Gewest: WG
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: BHG
Het gewest van activiteit van de huisartsen met een werknemerstatuut of met een gecombineerd statuut op 31 december 20XX komt overeen met het gewest van de werkgever bij wie de huisarts het merendeel van zijn of haar arbeidstijd presteerde. Het gewest van activiteit van de huisartsen met een zelfstandig statuut komt overeen met het gewest waar zij gedomicilieerd zijn.
De 2 gemeenschappen in tabel 21b worden weergegeven met de volgende afkortingen:
- Vlaamse Gemeenschap: VL - Franse Gemeenschap: FR
De gemeenschap waartoe een individu behoort, wordt bepaald op basis van de taal van het behaalde diploma of, indien deze informatie ontbreekt, de contacttaal.
Toelichting Individuen:
Kolom 2: Zelfst.: Aantal huisartsen die uitsluitend actief zijn met een zelfstandig professioneel statuut RSVZ op 31 december met minstens 5% van het mediaan geboekte bedrag aan terugbetalingen uitgekeerd door het RIZIV op basis van prestaties in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen aan de referentiegroep voor het jaar 20XX.
Kolom 3: Gemengd: Aantal huisartsen dat een activiteit als werknemer in de gezondheidszorgsector en een zelfstandige activiteit RSVZ combineert op 31 december 20XX.
Kolom 4: Werknemer: Aantal huisartsen die uitsluitend actief zijn in loondienst in het RSZ+-kader op 31 december 20XX, en die in het jaar minstens 0,1 VTE hebben gepresteerd en waarvan minstens één werkgever een NACE-code heeft in de gezondheidszorgsector.
Kolom 5: Tot.: Totale aantal huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR).
Kolom 6: INDEX: Het totale aantal individuen in 2004 krijgt waarde 100. De totalen van de volgende jaren worden uitgedrukt in functie van deze index om de evolutie duidelijker te maken voor de lezer. (bij voorbeeld: een index van 120 geeft een stijging aan van het aantal beroepsbeoefenaars ten belope van 20% ten opzichte van 2004)
Kolom 7: Dicht.: Dichtheid: (Totale aantal individuen / populatie 01/01/20xx) x 10.000.
Voltijdse equivalenten (VTE):
Kolom 8: RIZIV: Het betreft het VTE-volume gepresteerd door de huisartsen actief in de gezondheidszorg met een zelfstandig
professioneel statuut RSVZ op 31 december en en die een totaal bedrag van tenminste €6.220 aan terugbetaalde verstrekkingen hebben geboekt in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen in het jaar 20XX.
Kolom 9: RSZ+: Het betreft het VTE-volume gepresteerd door de huisartsen actief in de gezondheidszorg als werknemer (RSZ+) op 31 december 20XX.
Kolom 10: Tot.: Het betreft het totale VTE-volume gepresteerd door de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR).
Kolom 11: INDEX: het totale aantal VTE’s in 2004 krijgt waarde 100. De totalen van de volgende jaren worden uitgedrukt in functie van deze index om de evolutie duidelijker te maken voor de lezer.
Kolom 12: Dicht.: Dichtheid: (Totale VTE-volume gepresteerd / populatie 01/01/20xx) x 10.000.
Grafische weergave:
De grafische weergave is gebaseerd op de cijfers uit de vorige kolommen (aantal personen en VTE’s) en maakt gebruik van dezelfde kleuren.
! Een mogelijke knik in de evoluties tussen 2013 en 2014 bij zowel de individuen als de VTE's wordt veroorzaakt door een evolutie van het detailniveau in de beschikbare gegevens. Sinds 2014 is niet enkel de hoofdzetel van de werkgever aanwezig in de geraadpleegde
gegevensbron maar ook informatie wat betreft de specifieke, lokale vestiging waar de werknemer in kwestie werkzaam is. Het voornaamste gevolg van deze verbetering van gegevenskwaliteit betreft een verschuiving van de gerapporteerde werkplaats van het Brussels gewest naar de twee andere gewesten.
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 59
Tabel 22a. Evolutie van aantallen en VTEs van de huisartsen en de artsen-specialisten actief in de gezondheidszorg (PR), volgens gewest van activiteit, 2004-2016
VG Individuen VTE Grafische weergave
Huis. Spec. Tot. %H INDEX Huis. Spec. Tot. %H INDEX
WG Individuen VTE Grafische weergave
Huis. Spec. Tot. %H INDEX Huis. Spec. Tot. %H INDEX
BHG Individuen VTE Grafische weergave Huis. Spec. Tot. %H INDEX Huis. Spec. Tot. %H INDEX
'04 2.101 3.053 5.154 40,8 100 1.456,3 2.824,6 4.281,0 34,0 100
'05 2.003 3.099 5.102 39,3 96 1.429,3 2.842,5 4.271,9 33,5 98
'06 1.975 3.108 5.083 38,9 95 1.420,6 2.833,2 4.253,7 33,4 98
'07 1.955 3.197 5.152 37,9 93 1.400,0 2.921,5 4.321,5 32,4 95
'08 1.876 3.236 5.112 36,7 90 1.357,7 3.017,4 4.375,1 31,0 91
'09 1.892 3.337 5.229 36,2 89 1.363,0 3.118,2 4.481,2 30,4 89
'10 1.861 3.292 5.153 36,1 89 1.347,9 3.058,8 4.406,7 30,6 90
'11 1.842 3.254 5.096 36,1 89 1.336,9 2.980,9 4.317,8 31,0 91
'12 1.836 3.264 5.100 36,0 88 1.306,1 3.052,4 4.358,5 30,0 88
'13 1.813 3.287 5.100 35,5 87 1.301,4 3.059,3 4.360,6 29,8 88
'14 1.391 3.280 4.671 29,8 73 943,1 3.023,7 3.966,8 23,8 70
'15 1.413 3.322 4.735 29,8 73 975,5 3.081,0 4.056,5 24,0 71
'16 1.401 3.368 4.769 29,4 72 968,9 3.084,2 4.053,1 23,9 70
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 61
Tabel 22b. Evolutie van aantallen en VTEs van de huisartsen en de artsen-specialisten actief in de gezondheidszorg (PR), volgens gemeenschap, 2004-2016
VL Individuen VTE Grafische weergave
Huis. Spec. Tot. %H INDEX Huis. Spec. Tot. %H INDEX
FR Individuen VTE Grafische weergave
Huis. Spec. Tot. %H INDEX Huis. Spec. Tot. %H INDEX
Tabel 22c. Evolutie van aantallen en VTEs van de huisartsen en de artsen-specialisten actief in de gezondheidszorg (PR), voor België, 2004-2016
BEL Individuen VTE Grafische weergave
Huis. Spec. Tot. %H INDEX Huis. Spec. Tot. %H INDEX
'04 12.864 15.419 28.283 45,5 100 12.336,2 16.561,2 28.897,4 42,7 100
'05 12.539 15.749 28.288 44,3 97 12.191,3 16.565,9 28.757,2 42,4 99
06 12.530 16.130 28.660 43,7 96 12.174,8 16.832,9 29.007,7 42,0 98
'07 12.429 16.591 29.020 42,8 94 12.023,0 17.216,5 29.239,5 41,1 96
'08 12.289 17.000 29.289 42,0 92 12.012,8 17.760,8 29.773,6 40,3 95
'09 12.267 17.501 29.768 41,2 91 11.889,6 18.248,3 30.137,9 39,5 92
'10 12.205 17.844 30.049 40,6 89 11.895,6 18.794,8 30.690,4 38,8 91
'11 12.154 18.174 30.328 40,1 88 11.824,9 19.028,9 30.853,8 38,3 90
'12 12.221 18.466 30.687 39,8 88 11.944,9 19.824,8 31.769,6 37,6 88
'13 12.266 18.697 30.963 39,6 87 12.034,8 19.774,6 31.809,5 37,8 89
'14 12.275 18.983 31.258 39,3 86 12.140,2 20.042,9 32.183,1 37,7 88
'15 12.348 19.343 31.691 39,0 86 12.202,1 20.510,6 32.712,6 37,3 87
'16 12.355 19.773 32.128 38,5 85 12.093,1 20.818,5 32.911,6 36,7 86
Sectie VII. Evolutie van de huisartsen workforce 2004-2016 - pag. 63 Richtlijnen ter interpretatie - Tabellen 22a, 22b en 22c
Tabellen 22a, 22b en 22c geven de evolutie weer van de verhouding tussen het aantal huisartsen en het aantal artsen-specialisten voor de periode 2004-2016, en dit voor zowel het aantal individuen als de voltijdse equivalenten die door de respectievelijke groepen worden gepresteerd, volgens het gewest van activiteit (a), de gemeenschap (b) en voor België (c).
De 3 gewesten van activiteit worden weergegeven met de volgende afkortingen:
- Vlaams Gewest: VG - Waals Gewest: WG
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: BHG
Het gewest van activiteit van de artsen met een werknemerstatuut of met een gecombineerd statuut op 31 december 20XX komt overeen met het gewest van de werkgever bij wie de arts het merendeel van zijn of haar arbeidstijd presteerde. Het gewest van activiteit van de artsen met een zelfstandig statuut komt overeen met het gewest waar zij gedomicilieerd zijn.
De 2 gemeenschappen worden weergegeven met de volgende afkortingen:
- Vlaamse Gemeenschap: VL - Franse Gemeenschap: FR
De gemeenschap waartoe een individu behoort, wordt bepaald op basis van de taal van het behaalde diploma of, indien deze informatie ontbreekt, de contacttaal.
Toelichting Individuen:
Kolom 2: Huis : Huisartsen: Aantal huisartsen dat actief is in de gezondheidszorg (PR) op 31 december 20XX.
Kolom 3: Spec. : Specialisten : Aantal artsen-specialisten dat actief is in de gezondheidszorg (PR) op 31 december 20XX.
Kolom 4: Tot. : Totaal : De som van de twee vorige kolommen.
Kolom 5: %H : aandeel huisartsgeneeskunde binnen het totaal
Kolom 6: INDEX: Het aandeel huisartsgeneeskunde in 2004 krijgt waarde 100. De aandelen van de volgende jaren worden uitgedrukt in functie van deze index om de evolutie duidelijker te maken voor de lezer. (bij voorbeeld: een index van 120 geeft een stijging aan van het aandeel van de huisartsgeneeskunde (in individuen) ten belope van 20% ten opzichte van 2004)
Voltijdse equivalenten (VTE):
Kolom 7: Huis. : aantal VTEs gepresteerd door de huisartsen actief in de gezondheidszorg (PR) op 31 december 20XX.
Kolom 8: Spec. :aantal VTEs gepresteerd door de artsen-specialisten actief in de gezondheidszorg (PR) op 31 december 20XX.
Kolom 9: Tot. : Totaal : De som van de twee vorige kolommen.
Kolom 10: %H : aandeel Huisartsgeneeskunde binnen het totaal
Kolom 11: INDEX: Het aandeel huisartsgeneeskunde in 2004 krijgt waarde 100. De aandelen van de volgende jaren worden uitgedrukt in functie van deze index om de evolutie duidelijker te maken voor de lezer. (bij voorbeeld: een index van 120 geeft een stijging aan van het aandeel van de huisartsgeneeskunde in VTEs ten belope van 20% ten opzichte van 2004)
Grafische weergave:
De grafische weergave is gebaseerd op de cijfers uit de vorige kolommen (aantal personen en VTE’s) en maakt gebruik van dezelfde kleuren.
! Een mogelijke knik in de evoluties tussen 2013 en 2014 bij zowel de individuen als de VTE's wordt veroorzaakt door een evolutie van het detailniveau in de beschikbare gegevens. Sinds 2014 is niet enkel de hoofdzetel van de werkgever aanwezig in de
geraadpleegde gegevensbron maar ook informatie wat betreft de specifieke, lokale vestiging waar de werknemer in kwestie werkzaam is. Het voornaamste gevolg van deze verbetering van gegevenskwaliteit betreft een verschuiving van de gerapporteerde werkplaats van het Brussels gewest naar de twee andere gewesten.