• No results found

Om bij Mij te Zijn

In document Evangelie naar Johannes (pagina 93-98)

12 Voor wie bad Jezus?

a) Voor de twaalf discipelen

b) Voor alle kerkleden, die zich bij dezelfde kerk zouden aansluiten

c) Voor al degenen die in Hem geloven, zelfs voor degenen die vandaag geloven

Om bij Mij te Zijn

Lees Johannes 17:24–26. Jezus sloot zijn gebed af door te zeggen dat Hij wilde dat Zijn volgelingen die bij Hem waren, waar Hij ook was. Het boek Openbaring vertelt over de geredde mensen die voor de troon van God stonden en lof zongen voor Jezus, het Lam dat geslacht was.

Wij weten niet wanneer wij bij de Heer zullen zijn. Tot dan moeten wij elke dag leven op een manier die God behaagt. Wij zullen de dood niet vrezen, want de dood is slechts een deur waardoor wij in Gods aanwezigheid binnengaan. Eerste Thessalonicenzen 4:16-18 beloften:

“Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die

overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Zo dan, troost elkaar met deze woorden.”

Opdracht

13 Jezus sloot zijn gebed af door dat te zeggen

a) Hij wilde dat Zijn volgelingen bij Hem waren, waar Hij ook was.

b) Hij kan mensen een kans geven om gered te worden nadat ze zijn gestorven.

c) de wereld kende God.

14 Als u vandaag zou sterven, zou u dan bij de Heer willen zijn?

a) Dat weet ik niet zeker.

b) Nee, want ik ben niet gered.

c) Ja, want ik heb in Jezus geloofd als mijn eigen Redder.

Als u c) niet kunt omcirkelen, kunt u Jezus Christus nu vragen om uw zonden te reinigen en u te redden. Dan zult u er ook zeker van zijn dat u voor altijd bij de Heer zult zijn.

Antwoorden op de Opdrachtvragen

5 b) God zal ons geven wat wij vragen in Jezus naam.

1 b) Parakletos.

2 a) Hij verdedigt, adviseert en helpt ons.

6 b) Hen laten lijden

3 b) Wanneer de Heilige Geest ons onze innerlijke behoeften toont 7 c) Gods wil doen, wat het ook kost

12 c) Voor al degenen die in Hem geloven, zelfs voor degenen die vandaag geloven

9 b) Hij probeert hen ertoe te brengen weer tot zonde te komen 10 c) Wij moeten Gods Woord aan de wereld geven.

13 a) Hij wilde dat Zijn volgelingen bij Hem waren, waar Hij ook was.

11 b) God stuurde Jezus: om de verlorenen en voor de Heer te winnen.

10 Johannes 18–19

Les Overzicht

A. De Arrestatie van Jezus B. Petrus Ontkent Jezus–Driemaal C. Jezus Voor Pilatus

D. Jezus Genageld aan het Kruis E. De Begrafenis van Jezus

Les Doelen

1. Leg uit hoe de arrestatie van Jezus aantoont dat de krachten van het kwaad geen controle over Hem hadden.

2. Bespreek hoe Petrus’ ontkenning leerzaam is voor gelovigen.

3. Geef de resultaten weer van Pilatus’ ondervraging van Jezus.

4. Geef de betekenis en het conflict van de titel van Jezus aan het kruis aan.

5. Beschrijf de begrafenis van het lichaam van Jezus.

A. D

E

A

RRESTATIE VAN

J

EZUS

Doel 1.

Leg uit hoe de arrestatie van Jezus aantoont dat de krachten van het kwaad geen controle over Hem hadden.

Lees Johannes 18:1–11. Judas leidde de soldaten om Jezus te arresteren. Hij had de vreselijke beslissing genomen om de Heiland te verraden, zonder na te denken dat Jezus gekruisigd zou worden. Toen Judas de gevolgen zag, was het te laat. Zijn berouw was geen bekering jegens de Heiland, maar tegen zijn eigen daad. Gedurende de tijd dat Judas bij Jezus was, geloofde hij nooit of werd hij niet aangeraakt door de machtige dingen waarvan hij getuige was. Hij heeft voor eeuwigheid de verkeerde keuze gemaakt.

Lees de verzen 4–6 opnieuw. Toen Jezus zei: “Ik ben het”, vielen de soldaten op de grond. Ze konden Hem niet gevangen nemen tenzij Hij het hen toestond. Maar Jezus probeerde niet te ontsnappen. Hij wist dat het Gods plan was dat Hij zou sterven voor onze zonden. Jezus vertelde de soldaten dat degenen die met hem waren, vrij mochten gaan, want de soldaten zochten alleen naar hem. Zelfs toen Hij op het punt stond te sterven, dacht Hij dat de Zijnen niet hoefden te lijden zoals Hij.

Peterus was klaar om voor zijn Heer te vechten. Hij trok zelfs zijn zwaard en sneed het oor van een dienaar van de hogepriester af. Lucas vertelt dat Jezus deze man genas.

Misschien was dit de reden waarom de soldaat Petrus niet strafte.

Opdracht

1 Welke les leren wij uit het verraad dat Judas pleegt tegen Jezus in de tuin?

a) Wij mogen niet bidden in een tuin.

b) Wij geven Satan macht over ons wanneer wij Christus verwerpen.

c) Soldaten mogen geen gebedsbijeenkomsten bijwonen.

2 Waarom beschermde Jezus zichzelf niet toen de soldaat kwam om Hem te arresteren?

a) Hij wist dat het Gods tijd was dat Hij zou sterven.

b) Hij verwachtte dat zijn discipelen Hem zouden beschermen.

c) Hij had geen macht tegen soldaten.

3 Wat deed Petrus in de tuin?

a) Hij bad de hele nacht.

b) Hij riep vuur uit de hemel.

c) Hij sneed het oor van de dienaar van de hogepriester af.

In document Evangelie naar Johannes (pagina 93-98)