18. Bespreken van de kwaliteit van het antwoord op de informatievraag
19. Evalueren aan de hand van concrete vragen, hoe het proces van informatieverwerking is doorlopen
54 Conceptleerlijn bovenbouw
ICT-basisvaardigheden
Hoe vaardig acht ik mijzelf om dit te kunnen onderwijzen? Hoe waardevol vind ik deze activiteit voor deze leeftijd?Niet vaardig Een beetje vaardig Neutraal Voldoende vaardig Uitstekend vaardig Niet waardevol Een beetje waardevol
Neutraal Waardevol Zeer
waardevol Bediening, zoals:
Een beeld kunnen vormen van veelvoorkomende termen in relatie tot computer (zoals netwerk, wifi, router, modem, cloud)
Onderzoeken en inventariseren van apparaten waar een computer in zit
Infrastructuur technologie, zoals:
Beseffen dat het internet wordt gevormd door ontelbare aan elkaar gekoppelde computers Beseffen dat er verschillende typen bedrading en
draadloze netwerken zijn
Beseffen dat internetgebruik en het gebruik van mobiele netwerken niet gratis is
Herkennen van functionaliteiten van apparaten en keuzes maken in het gebruik van media en apparaten Digitale apparaten, software en toepassingen
gebruiken
Gebruikmaken van verschillende navigatievormen Virtueel aansluiten van een digitaal apparaat
(netwerkverbinding opzetten)
Aanmaken van een account voor een programma en werken met veilige wachtwoorden
Bekend zijn met verschillende bestandstypen en omgaan met bestanden (opslaan/ terugvinden, kopiëren/verwijderen, verzenden/ontvangen, delen) op verschillende opslagmedia
Downloaden, installeren, beoordelen en verwijderen van apps
Kennis verwerven van besturingssystemen en de opslag van gegevens (functioneel)
Standaardtoepassingen, zoals:
Communiceren met anderen via e-mail, apps of andere communicatieprogramma’s
Op eigen initiatief inzetten van geschikte toepassingen bij het leerproces
Onderzoeken van verschillende opbouw van websites ontdekken van gevorderde functionaliteit in verschillende standaardtoepassingen
55
Opmaken van teksten en pagina’s in een tekstverwerker
Opnemen van scenes met een camera en deze monteren tot een videofilmpje (bijv. instructievideo’s voor andere groepen)
Publiceren van eigen ‘content’ via het meest geschikte medium voor een bepaald doel
Ontwikkelen van een presentatie en daarvoor verzamelen en creëren van de benodigde ‘content’ Ontwerpen en realiseren van ‘content’ voor
verschillende doelen (bijv. informeren, reclame maken, waarschuwen, beoordelen)
Gebruiken van internet voor de publicatie van informatie (website, blog, etc.)
56
Mediawijsheid
Hoe vaardig acht ik mijzelf om dit te kunnen onderwijzen? Hoe waardevol vind ik deze activiteit voor deze leeftijd?Niet vaardig Een beetje vaardig Neutraal Voldoende vaardig Uitstekend vaardig Niet waardevol Een beetje waardevol
Neutraal Waardevol Zeer
waardevol Medialisering van de samenleving en beeldvorming, zoals:
Beseffen van het belang van digitale technologie op allerlei terreinen in onze huidige samenleving Bewust worden van het belang van (persoonlijke)
mediavaardigheid
Ervaren dat media overal aanwezig zijn in de leefwereld van mensen
Onderzoeken, herkennen en ervaren van de impact van mediagebruik op het menselijk bestaan Onderzoeken van de functie en formats van commerciële, informerende, amuserende, boodschappen in diverse media (krant, tijdschrift, radio, tv, www)
Herkennen of een mediaboodschap ‘gekleurd’ is Herkennen of mediaboodschappen vooroordelen en
rolpatronen bevestigen en versterken
Kritisch nadenken over de betrouwbaarheid van een mediaboodschap
Onderzoeken dat mediaboodschappen op verschillende manieren verpakt kunnen worden Reflecteren op de beïnvloeding van de eigen mening
door mediaboodschappen
Onderzoeken hoe te reageren op ontvangen mediaboodschappen (weerbaar worden i.p.v. je te laten verleiden)
57
Media, identiteit, participatie en veiligheid, zoals:
Bewust worden van het belang van een veilig profiel op sociale netwerken
Beseffen van het belang van veiligheid bij het deelnemen aan sociale netwerken
Verwoorden van voor- en nadelen van het participeren aan sociale netwerken
Ontdekken en ervaren van de mogelijkheden van sociale netwerken t.b.v. het delen van informatie Herkennen van en omgaan met ongewenste
communicatie (bijv. flaming)
Realiseren wanneer informatie ongewenst is of schokkend is en weten met wie dit te bespreken is (vertrouwenspersoon)
Begrijpen van mediamechanismen die verleiden om steeds verder te lezen, kijken, klikken of spelen Ontwikkelen van strategieën om optimaal met media
om te gaan
Bewust worden van de rol van media in het eigen leven Beseffen van het eigen patroon van mediagebruik en
hierbij zicht hebben op de risico’s van verslaving en asociaal gedrag
58
Computational thinking
Hoe vaardig acht ik mijzelf om dit te kunnen onderwijzen? Hoe waardevol vind ik deze activiteit voor deze leeftijd?Niet vaardig Een beetje vaardig Neutraal Voldoende vaardig Uitstekend vaardig Niet waardevol Een beetje waardevol
Neutraal Waardevol Zeer
waardevol Probleem herformuleren, zoals:
Formuleren van problemen op een manier die ons in staat stelt om een computer te gebruiken en andere hulpmiddelen om deze problemen op te lossen Verkennen of een probleem opgelost kan worden met
een computer
Reflecteren op de genomen beslissingen/stappen en de gevonden oplossingen (bijv. Wat is de meerwaarde van de computer geweest?)
Gegevens verzamelen, zoals:
Verzamelen van gegevens
Selecteren van bruikbare gegevens uit een gegevensverzameling
Ontwikkelen van een gegevensverzameling
Gegevens analyseren, zoals:
Onderzoeken van de aanwezigheid van patronen in concreet formele en formeel abstracte situaties Herkennen en beschrijven van patronen in abstracte
situaties (bijv. cijferreeksen)
Ervaren van specifieke representaties van gegevens verklaren en ontcijferen van deze verbanden (bijv. geheimschrift, morse, logische en verklaarbare cycli in natuur en techniek)
Ontdekken van vereenvoudigde patronen
Gegevens visualiseren, zoals:
Weergeven van verzamelde gegevens in passende kaart, tabel of grafiek en hieruit conclusies trekken omtrent een situatie
Geschikt maken van verschillende soorten gegevens voor gebruik met de computer (bijv. binaire codes)
Probleemdecompositie, zoals:
Opdelen van een grotere en meer complexe taak in een aantal deeltaken (bijv. een zaakvak, werkstuk, regie van film of lesstof
Omzetten van een concreet probleem in een passende visuele weergave (bijv. stappenschema)
Uitwerken van deelopdrachten en de opbrengsten samenstellen tot een eindproduct
Checken of geen belangrijk deel gemist of vergeten wordt bij het uitvoeren van deelopdrachten
59
Automatisering, zoals:
Analyseren van een taak en hier een repeterende deeltaak of repeterende deeltaken uithalen, waarbij een computer behulpzaam kan zijn
Onderzoeken op welke manier (een onderdeel van) een computerprogramma kan ondersteunen bij een telkens terugkerende taak of handeling
Benoemen van voor en nadelen van het geautomatiseerd uitvoeren van taken Algoritmes en procedures, zoals:
Maken van een herbruikbaar algoritme voor een probleem
Beoordelen van verschillende algoritmes op werking en bruikbaarheid in een bepaalde situatie
Oplossen van een probleem door het formuleren van een eigen set instructies
Identificeren van algoritmes als procedures bij rekenen en taal
Verklaren van de werking van eenvoudige algoritmes door logisch redeneren
Ontdekken van fouten in algoritmes door logisch te redeneren en verbeteren hiervan (debugging) Opdoen van praktische ervaring met een
programmeeromgeving (software)
Beschrijven van een herhalingslus met een vast aantal herhalingen
Verbinden van het begrip ‘algoritme’ aan alledaagse situaties
Ervaren dat een beschrijving van een algoritme helder kan lijken, maar wellicht nog steeds verkeerd begrepen kan worden (door een ander of door de computer) en vraagt om een duidelijkere formulering
Ontwikkelen en schrijven van een eenvoudige computercode
Parallellisatie, zoals:
Een complexe opdracht in een zo kort mogelijke tijd tot een goed einde brengen door zoveel mogelijk handelingen gelijktijdig uit te voeren
Abstractie, zoals:
Beschrijven hoe apparaten en digitale instrumenten werken door de hoofdlijnen en belangrijkste componenten aan te geven
Weergeven van de werkelijkheid in een conceptueel model
60
Simulatie en modellering, zoals:
Bedenken van voorwaarden bij het werken aan een eenvoudig computerprogramma
Een simulatie uitvoeren van een eenvoudig proces in een geschikte simulatieomgeving
(computerprogramma)
Een model maken voor een bepaald probleem Onderzoeken en beschrijven van het model dat achter
een eenvoudig computerspel ligt
Eventuele opmerkingen en aanvullingen:
Informatievaardigheden
Hoe vaardig acht ik mijzelf om dit te kunnen onderwijzen? Hoe waardevol vind ik deze activiteit voor deze leeftijd?Niet vaardig Een beetje vaardig Neutraal Voldoende vaardig Uitstekend vaardig Niet waardevol Een beetje waardevol
Neutraal Waardevol Zeer
waardevol Stap 1: Informatieprobleem formuleren
1. Formuleren van een informatievraag vanuit een informatiebehoefte
2. Formuleren van deelvragen in relatie tot de informatievraag
Stap 2: Zoekstrategieën bepalen
3. Bepalen van bronnen waarin bruikbare informatie te vinden is
4. Omzetten van zoekopdrachten in trefwoorden 5. Combineren van meerdere zoektermen
Stap 3: Verwerven en selecteren van informatie
6. Verzamelen van informatie met behulp van de gekozen zoekstrategie
7. Beoordelen of de verworven informatie bruikbaar, betrouwbaar en representatief is 8. Schakelen tussen meerdere informatiebronnen
om informatie te vergelijken
Stap 4: Verwerken van informatie
9. Samenvoegen van informatie uit verschillende bronnen
61
10. Formuleren van een antwoord op de informatievraag op basis van verkregen informatie
11. Opstellen van een lijst met gebruikte bronnen
Stap 5: Presenteren van informatie
12. Presenteren van een antwoord op een vooraf bepaalde manier
Stap 6: Evalueren en beoordelen
13. Beoordelen van het product (antwoord) aan de hand van criteria
14. Evalueren van het proces van
informatieverwerking (evt. aan de hand van een vooraf opgesteld format)
62 Plaats in curriculum
In dit deel van het interview wordt er gekeken naar de verschillende onderdelen, ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, computational thinking en informatievaardigheden, van digitale geletterdheid en hoe deze een plek kunnen krijgen binnen het curriculum van het basisonderwijs. Van tevoren is het goed om te weten dat de onderdelen van digitale geletterdheid als apart vak aangeboden kunnen worden, geïntegreerd kunnen worden in verschillende vakgebieden of dat aangeboden worden in een getransformeerd curriculum. Deze verschillende opties worden bij langs gegaan.
Algemeen
(Indien nog niet voldoende besproken):
- Welke plaats krijgen de verschillende onderdelen op dit moment vorm binnen de school? Eigen visie
Apart vak
1. Welke onderdelen van digitale geletterdheid zouden als apart vak moeten worden aangeboden? Waarom?
2. Hoe zou dit vak globaal vorm krijgen? Denk aan inhoud, docent, organisatie onderwijs (hoeveel
uur per week)?
3. Waar zou je tegenaan kunnen lopen?
4. Hoe zou je kunnen voorkomen dat dit gebeurt?
5. Waarom zijn de niet genoemde onderdelen niet geschikt voor het aanbieden als een apart vak?
Integratie in andere vakken
1. Welke onderdelen van digitale geletterdheid zouden geïntegreerd kunnen worden in
verschillende vakgebieden? Bij welke vakgebieden zou u welke onderdelen terug willen zien? 2. Welke problemen zou dit op kunnen leveren?
3. Hoe zouden deze problemen opgelost kunnen worden?
4. Waarom zouden niet genoemde onderdelen niet geïntegreerd kunnen worden in verschillende vakken?
Transformatie
1. Welke onderdelen van digitale geletterdheid zouden het best tot zijn recht komen als het gehele curriculum getransformeerd wordt, waarbij naast de inhoud van de vakken, ook de manier van onderwijzen veranderd? Hoe zou zo’n transformatie eruitzien? Op welke manier zouden deze onderdelen dan een plek krijgen binnen een zo’n getransformeerd curriculum?
2. Wat is nodig om dit op juiste wijze te laten verlopen? 3. Welke problemen zou het kunnen opleveren?
63 Bijlage 2 Codeboek
Waardeoordeel componenten digitale geletterdheid
ICT-basisvaardigheden - Vanaf groep 3 - Computers op school - Werken met programma’s
- Extra mogelijkheden vormgeving Mediawijsheid
- Meest noodzakelijk
- Steeds belangrijker in loopbaan basisschool - Kritische houding - Veiligheid Computational thinking - Abstract - Probleem formuleren - Stapsgewijs denken Herhaling
- Van offline naar online Informatievaardigheden
- Zes stappen waardevol - Uitvoer steeds zelfstandiger
Duurzame verankering in curriculum
Onderbouw - Integratie Midden-/bovenbouw - Apart vak - Integratie - Transformatie Voorwaarden
- Tijd voor digitale geletterdheid - Leerlinggestuurd onderwijs - Variatie in team
Competenties leerkrachten
Hard skills
- Scholing computational thinking - Scholing ICT-basisvaardigheden
Soft skills
64 Competent worden door:
Innovatieve en creatieve leiders Concreet onderwijsmateriaal
65 Bijlage 3 Tabellen met codes en voorbeelden
Waardeoor deel componenten digitale geletterdheid
Algemeen
Code Omschrijving Voorbeeld
Basis Belangrijk dat leerlingen een
bepaalde basis meekrijgen van de vier onderdelen waaruit digitale geletterdheid bestaat.
‘belangrijk dat ze daarin een basis meekrijgen.’
ICT-basisvaar dighe den
Code Omschrijving Voorbeeld
Vanaf groep 3 Digitale geletterdheid zou ingezet
moeten worden vanaf groep 3.
‘Teksten, opmaak,
tekstverkwerking vanaf het begin. In groep 3 al mee bezig.’
Computers op school Leerlingen moeten computers op
school kunnen bedienen.
‘met de iPad redden ze zich wel.’
Werken met programma’s op school
Leerlingen moeten kunnen werken met tekstbewerkingsprogramma’s; programma’s om presentaties te ontwikkelen; programma’s voor opslag van gegevens en educatieve programma’s. Het is afhankelijk van de school welke programma’s dit zijn.
‘Van basispoort. Dat soort
programmaatjes kunnen ze zelf ook wel vaak mee werken al.’
Extra mogelijkheden vormgeving ICT-basisvaardigheden bieden extra mogelijkheden om het onderwijs vorm te geven.
‘Ik laat dan door kinderen een presentatie maken. Sommigen maken dan een PowerPoint of sommige in Sway of in Prezi of in Proconnect, dan weten leerlingen welke mogelijkheden er zijn.’
Mediawijshei d
Code Omschrijving Voorbeeld
Meest noodzakelijk Op dit moment is mediawijsheid het meest noodzakelijke deel om te onderwijzen.
‘Dat is een van de hoofddoelen van de versnelling die wij bewust moeten integreren in het onderwijs.’ Steeds belangrijker in loopbaan
basisschool
Mediawijsheid wordt steeds belangrijker naarmate kinderen ouder worden, omdat ze er meer mee in aanraking komen.
‘sociale veiligheid die je straks of dan beginnen ze meestal met iPhones. Laten we zeggen het jaar ervoor, wat kan je als voorwerk eraan doen.’
Kritische houding Het is belangrijk dat kinderen bij mediawijsheid een kritische houdin ontwikkelen ten opzichte van media.
‘Kritisch nadenken over de betrouwbaarheid over de
mediaboodschap. Ja, dat is ook wel
belangrijk. Dat is dat fakenieuws ook, ja.’
Veiligheid Kinderen moeten leren hoe ze veilig
participeren in de online wereld
‘Misschien wel wat je er wel en niet opzet.’
Computational thinking
Abstract Doelen zijn te abstract
geformuleerd.
‘Ik vind de doelen die bij
computational thinking staan, vind ik heel abstract.’
Probleem formuleren Belangrijk dat leerlingen leren hoe ze een informatieprobleem
formuleren.
‘Dat is hetgene waar het heel vaak om gaat.’
Stapsgewijs denken Stapsgewijs denken komtin het
gehele onderwijs terug.
‘De volgordes en de herhaling, daar zijn we elke dag mee bezig.’
66
Herhaling Herhalen helpt om dit stapsgewijs denken goed te beheersen. Van offline naar online In onderbouw voornamelijk
computational thinking inzetten in
offline situaties en steeds verder uitbouwen naar online situaties.
‘En dan ga je van offline naar online.’
Informatie vaar dighe den
Zes stappen waardevol Zes stappen informatievaardigheden zijn waardevol.
‘Nouja, deze stappen met de big six, die zijn goed.’
Uitvoer steeds zelfstandiger Leerlingen leren steeds meer om stappen zelfstandig uit te voeren.
‘Dit is heel veel vanuit de leerkracht.’
Duurzame verankering in curriculum
Onderbouw
Code Omschrijving Voorbeeld
Integratie In onderbouw zou digitale
geletterdheid geїntegreerd moeten worden in het curriculum.
‘Onderdelen moeten niet als apart vak aangeboden worden, maar moeten worden geïntegreerd in het huidige programma.’
Midden-/ bove nbouw
Code Omschrijving Voorbeeld
Apart vak Digitale geletterdheid kan als apart
vak aangeboden worden als andere leerkrachten nog niet competent genoeg zijn.
‘Er is geen andere leerkracht die dit zou kunnen overnemen nu.’
Integratie Als iedere leerkracht competent
genoeg is om digitale geletterdheid te kunnen onderwijzen, zou het geїntegreerd kunnen worden in het curriculum.
‘uiteindelijk zou iedere leerkracht het moeten kunnen.’
Transformatie Transformatie zou het uiteindelijke
doel moeten zijn, maar dit is voor nu een te grote stap.
‘maar die echte ommezwaai daar gaat tijd overheen. Daar gaat echt tijd overheen, maar het is wel noodzakelijk, absoluut.’
Voorwaar de n
Code Omschrijving Voorbeeld
Leerlinggestuurd onderwijs Belangrijk dat leerkrachten in kunnen spelen op behoeften van leerlingen op het gebied van digitale geletterdheid.
‘dat jij echt ziet van er is weinig belangstelling voor dit onderdeel, dan hoef je dat voor die klas niet zoveel te gaan doen.’
Variatie in team Oudere en jongere leerkrachten
kunnen vanuit andere rollen een belangrijke bijdrage leveren.
‘We hebben een prachtige mix van jong en oud’
Tijd vrijmaken voor digitale geletterdheid
Er zou tijd vrijgemaakt moeten worden om leerkrachten zich te laten verdiepen in digitale geletterdheid.
‘Ik vind dat ik zelf nog te weinig weet van alle programma’s en apps die er zijn en ik wil dat dolgraag uitzoeken, maar het ontbreekt mij aan tijd.’
Competenties leerkrachten
Code Omschrijving Voorbeeld
Hard skills
Scholing computational thinking Leerkrachten zeggen over zichzelf en collega’s dat ze niet competent
‘Dat zou voor mij heel goed zijn, omdat ik het alleen moeilijk om het wiel uit te vinden wat ik allemaal
67
genoeg zijn in het onderwijzen van
computational thinking.
kan. Die zou de school dan moeten binnenhalen die cursussen.’ Scholing ICT-basisvaardigheden Leerkrachten zeggen over zichzelf
en collega’s dat ze niet competent genoeg zijn in het onderwijzen van ICT-basisvaardigheden.
‘maar heb je een college hebt die al dertig jaar lesgeeft uit het boek is het heel moeilijk om die nu ineens achter een computer te schuiven. Het bord vinden ze al, of ze daar vaardig genoeg in zijn.’
Soft skills
Positieve houding Belangrijk dat leerkrachten een positieve houding hebben tegenover digitale geletterdheid.
‘dus dat is dat stukje houding. Misschien meer openstaan. Het is heel spannend. We weten niet waar we naartoe gaan, maar we moeten er wel open voor staan.’
Competent worden door:
Code Omschrijving Voorbeeld
Innovatieve en creatieve leiders Behoefte aan enkele innovatieve en creatieve leiders in het team op het gebied van digitale geletterdheid die het team meenemen.
‘We hebben geluk dat we leerkracht interview 1 hebben, die er heel veel van weet en die ons heel erg probeert te sturen van kijk, dit is leuk.’
Concreet onderwijsmateriaal Leerkrachten hebben behoefte aan concreet onderwijsmateriaal om digitale geletterdheid te onderwijzen.
‘maar dan moeten we een manier voor zien te vinden om dit echt goed concreet te maken.’
68 Bijlage 4 Programmeermiddelen
Bee-Bot
Kinderen leren de beginselen van het programmeren. Ze kunnen de Bee-Bot laten lopen met behulp van de knoppen bovenop Bee-Bot. Je kunt met behulp van de standaard matten de Bee-Bot woorden laten maken, maar je kunt ook eigen matten maken of de Bee-Bot bijvoorbeeld door een doolhof laten lopen.
Scratch
Leren programmeren door allerlei spellen, animaties, programma’s en andere projecten te maken.
Osmo Coding
Geschikt voor kinderen van 5-12 jaar. Naast de tablet, worden ook fysieke blokken ingezet. Met de bouwstenen van de programmeertaal ben je voornamelijk bezig met het uitleggen van een route voor een bot.
Ozobot
Werelds kleinste programmeerbare robot voor kleuters.
Dash
Slimme robot die kinderen spelenderwijs leert programmeren. Met apps kunnen ze de robot laten bewegen.
Micro:bit
Computertje die werkt op batterijen met programmeerbare knopjes, lampjes, een kompas en Bluetooth. Kinderen sturen zelfgeschreven code draadloos naar een computertje en kunnen meteen testen of wat z ze hebben getest ook werkt.
Code Qube
Vooral geschikt voor groep 6,7,8 (de bovenbouw). Aan de slag gaan met programmeertalen, zoals HTML en CSS. Leerlingen leren om een eigen website te programmeren.
Lego Mindstorm
Probleemoplossend leren, leren programmeren
Lego WeDo
WeDo is ontwikkeld voor jonger basisschoolleerlingen als introductie op de technologie en programmeren, waarvoor robots ingezet worden.
Cubetto
Cubetto is bestemd voor kinderen vanaf 3 jaar en laat kinderen spelenderwijs kennismaken me t programmeren. Door blokken in het speelbord te plaatsen laten kinderen de Cubetto de door hen bepaalde route rijden.
69
Code.org is een website en moedigt leerlingen aan om inzicht te krijgen in computertaal. Op deze site staan verschillende codeerlessen.
Bobble Bot
70 Bijlage 5 Toestemmingsverklaringsbrief
Datum: ……
Onderwerp: Deelname onderzoek digitale geletterdheid, de plaats in het curriculum en de kennis en vaardigheden van leerkrachten
Beste deelnemer,
Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u op de hoogte bent van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Lees daarom onderstaande tekst zorgvuldig door en aarzel niet om opheldering te vragen