• No results found

Evaluatie verschillende mogelijkheden voor vraagsturing in warmtenetten

In hoofdstuk 3 zijn verschillende mogelijkheden voor vraagsturing in warmtenetten benoemd. De vraag is hoe kansrijk die mogelijkheden zijn. In dit hoofdstuk hebben we de verschillende

mogelijkheden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

• Effectiviteit van de vraagsturing

• Kosten en baten van de warmteleverancier en gebruiker

• Aanvaardbaarheid voor de gebruiker

Bij aanvaardbaarheid voor de gebruiker kijken we naar verschillende aspecten. Een van de aspecten is wat vraagsturing praktisch betekent voor de gebruiker: is de bediening gemakkelijk, vraagt de optie ruimte in huis, is de aanpassing ingrijpend. Een ander aspect is de mate van

gedragsverandering die gevraagd wordt van de gebruiker en de keuzevrijheid daarin. Ook kijken we naar rechtvaardigheid, waarbij we onderscheid maken tussen de consequenties van vraagsturing voor individuele bewoners die er mee te maken krijgen en de verdeling van positieve en negatieve gevolgen over verschillende sociale groepen. Tot slot kijken we ook naar privacy issues.

6.1 Variabele tarieven

Piek/dal tarieven

Effectiviteit van de vraagsturing

Uit de studies over pilots rond variabele tarieven voor elektriciteit (zie hoofdstuk 5) blijkt dat met piek/daltarieven de piekvraag met bijna 10% kan worden gereduceerd mits gecombineerd met een automatische regeling. Zonder automatische regeling is dit slechts 5%. Wanneer er voor de

kritische piekmomenten extra hoge prijzen gelden dan kan de daling van de piekvraag veel hoger zijn. Voor warmtevraagsturing zou een automatische regeling en een programmeerbare

thermostaat nodig zijn.

Kosten en baten warmteleverancier en gebruiker

Om piek/daltarieven te kunnen hanteren moet de warmtemeter meerdere tarieven aan kunnen.

Slimme warmtemeters zijn voor nieuwe aansluitingen verplicht vanaf eind oktober 2020 en voor bestaande aansluitingen vanaf 2027. De kosten voor de warmteleverancier liggen in eventuele aanpassingen aan de warmtemeter en administratieve processen. Kosten voor een

programmeerbare thermostaat horen bij de binneninstallatie, dus dit is in principe voor rekening van de bewoner. Een andere overweging is dat de warmteleverancier de thermostaat betaald. De baten bestaan uit een lagere piekvraag, minder kosten voor het stoken van hulpwarmteketels, het beter benutten van duurzame warmtebronnen en het vrijmaken van capaciteit voor uitbreiding van het net. Wanneer duurzame bronnen beter worden benut leidt dit ook tot CO2-reductie.

De kosten en baten voor de gebruiker zijn afhankelijk van het ontwerp van de tariefstructuur. Wil je effect sorteren met variabele tarieven dan zou het verschil tussen piek- en daltarief en de verdeling in de tijd zo kunnen worden gekozen dat gebruikers duurder uit zouden zijn als zij hun gedrag niet aanpassen. Vanwege acceptatie kun je variabele tarieven ook zo vormgeven dat gebruikers bij huidig gemiddeld gebruik even duur uit zijn, maar kunnen besparen door hun warmtevraag te verschuiven naar buiten de piekuren.

Vraagsturing in warmtenetten 44/55 Aanvaardbaarheid door gebruikers

De gebruiker heeft wel advies nodig hoe de vraag te verschuiven naar daluren. Een

programmeerbare thermostaat kan daarbij helpen. De nachttemperatuur kan minder laag worden ingesteld of eerder in de ochtend kan al een hogere temperatuur worden ingesteld. Nachtverlaging zorgt voor zeer geringe besparing bij woningen met label B of hoger maar zorgt wel voor extra hoge verwarmingspieken.

Voor oudere en slecht geïsoleerde woningen geldt dat nachtverlaging waarbij de verwarming ’s nachts op 15 °C wordt gezet, ca. 12% op het gasverbruik van een woning bespaart (Bespaartips verwarming | Milieu Centraal). Hierdoor zouden gebruikers mogelijk wel iets meer warmteverbruik kunnen hebben. De variabele tarieven zouden dan zo moeten zijn bepaald dat geen of minder nachtverlaging door de lagere daltarieven toch voordeel oplevert.

Een programmeerbare thermostaat is wel moeilijk te bedienen voor ouderen. Bij variabele tarieven spelen geen privacy issues, afrekening op variabele tarieven moet geautomatiseerd gebeuren.

Lagere GJ prijs bij sturing door warmteleverancier

Een warmtebedrijf opperde de mogelijkheid om een lagere GJ prijs te geven aan die gebruikers die vraagsturing door het warmtebedrijf toestaan. Er zijn ons geen praktijkvoorbeelden bekend die dat doen.

Hogere GJ prijs en een lager vastrecht Effectiviteit van de vraagsturing

Over de effectiviteit van de vraagsturing is nog weinig bekend. In de proef “spaarzaam” van Stadsverwarming Purmerend (SVP) heeft 2% van de gebruikers meegedaan aan de proef, maar SVP verwacht dat dit zal toenemen. De proef loopt vanaf 1 januari 2020 en er is nog niet bekend of deze gebruikers ook energie hebben bespaard. Dit zal de komende periode helder worden. Die energiebesparing zou kunnen leiden tot piekverlaging.

Kosten en baten warmteleverancier en gebruiker

Aan deze vorm van variabele tarieven zijn nauwelijks kosten voor de warmteleverancier

verbonden. Hij moet wel een andere tariefstructuur mogelijk maken in zijn administratieve proces.

In de proef “spaarzaam” van Stadsverwarming Purmerend is iedere gebruiker met minder dan 15 GJ warmtevraag per jaar goedkoper uit. Als dit concept succesvol is dan zal door

energiebesparende maatregelen een warmteleverancier minder warmte gaan leveren, maar hij ontvangt daarvoor wel een hoger tarief. De baten voor een warmteleverancier kunnen liggen in een lagere piekvraag wanneer gebruikers daadwerkelijk energie besparen.

Aanvaardbaarheid gebruiker

Een nadeel van warmtelevering zijn de hoge vaste kosten. Met een hogere GJ prijs en een lager vastrecht krijgt de gebruikers meer mogelijkheden om de hoogte van de totale energierekening te beïnvloeden. Als het een keuze is, zoals bij de proef “spaarzaam” van Stadsverwarming Purmerend dan kiezen gebruikers zelf voor deze tariefstructuur. Voor de gebruiker wordt de terugverdientijd van energiebesparende maatregelen korter door een hogere GJ prijs.

Afrekenen op debiet of bonus voor een lagere retourtemperatuur Effectiviteit van de vraagsturing

In het praktijkvoorbeeld van Roskilde (zie paragraaf 3.1) is met een bonus/malus tarief de retourtemperatuur verlaagd met 6,5 °C. Voor introductie van dit tarief was het verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur gemiddeld 28,5 °C, na introductie is dat verbeterd naar 35 °C.

Afrekenen op debiet is een andere financiële prikkel om te zorgen voor zo laag mogelijke retourtemperaturen.

Kosten en baten warmteleverancier en gebruiker

Aan deze vorm van variabele tarieven zijn kosten voor de warmteleverancier verbonden in de vorm van aanpassingen aan het administratieve proces vanwege een andere tariefstructuur. Daarnaast

Vraagsturing in warmtenetten 45/55 moet de warmteleverancier de retourtemperatuur of het debiet bij iedere gebruiker uitlezen en terugkoppelen aan die gebruiker. Daarnaast moet een warmteleverancier dan voorlichting geven en een mogelijk een ontzorgingsprogramma opzetten voor het waterzijdig inregelen bij gebruikers.

De baten voor de warmteleverancier liggen in een lagere retourtemperatuur, waardoor lagere warmteverliezen in het net, en een betere inzet van warmte uit duurzame bronnen met lagere temperatuur.

De gebruiker kan zijn retourtemperatuur of debiet door de installatie alleen maar verlagen door zijn CV systeem waterzijdig in te regelen. Daarvoor is een installateur nodig. De kosten van het waterzijdig inregelen hangen met name af van het aantal radiatoren. Gemiddeld bedragen de kosten tussen de € 300,- en € 500,- per woning (bron www.energiebespaarlening.nl). De baten voor de gebruiker liggen in een lager tarief wanneer zij hun retourtemperatuur verlagen. Als er op debiet afgerekend wordt, dan bespaart de gebruiker vanwege lagere eenheden waarop wordt afgerekend. De bonus voor een lagere retourtemperatuur of kostenbesparing door debietreductie moet qua omvang zo zijn dat je binnen enkele jaren de kosten van waterzijdig inregelen

terugverdiend.

Aanvaardbaarheid voor de gebruiker

Dit werkt alleen als de warmteleverancier informatie verstrekt over het verlagen van de

retourtemperatuur en de gebruikers ontzorgt door een collectieve inkoop actie te starten voor het waterzijdig inregelen door een installateur.

In het praktijkvoorbeeld van Roskilde krijgen gebruikers niet alleen te maken met een bonus voor een lagere retourtemperatuur, maar ook een verhoging van kosten bij een te hoge

retourtemperatuur. Dat maakt de incentive om de retourtemperatuur te verlagen groter maar leidt tot wel tot hogere energielasten voor een deel van de gebruikers. Dat kan als niet fair worden ervaren. In Roskilde werd vrijstelling aangeboden voor gebruikers die hun retourtemperatuur niet konden verbeteren.

6.2 Smart home technologies

Effectiviteit van de vraagsturing

Uit onderzoek van Dennis Ramondt van de Vrije Universiteit uit 2015 blijkt dat de ToON gemiddeld 5% gasbesparing oplevert ten opzichte van huishoudens in een controlegroep, gecontroleerd voor de kenmerken van de ToON klanten, zoals woningtype, oppervlak, gezinsgrootte en leeftijd etc (Ypma, 2016). Dit betreft jaarlijkse gasbesparing, maar zal ook invloed hebben op de piekvraag.

Het is onbekend of de gasbesparing hier het gevolg is van lagere netto warmtevraag, of dat het het gevolg is van een efficiëntere benutting van het HR-effect van gasketels (maximale condensatie van rookgassen). Dit effect is van dezelfde orde.

Een slimme thermostaat kan besparing opleveren voor de gebruiker. Hoeveel besparing is afhankelijk van het stookgedrag voordat de slimme thermostaat wordt geïnstalleerd. Als een gebruiker voor installatie ’s nachts stookte en tijdens afwezigheid, dan valt er veel energie te besparen. Maar als mensen al nachtverlaging doen en niet stoken bij afwezigheid dan levert een slimme thermostaat geen of weinig besparing.

Een van de conclusies van Deense onderzoekers die 21 case studies uit Denemarken hebben onderzocht (Larsen et al., 2019) is dat er momenteel geen gedragsverandering in warmtegebruik plaats vind door SHT. Conclusie is dat SHT wordt gebruikt voor comfortverhoging en niet voor energiebesparing. Als je eerst handmatig de thermostaat op moest schroeven als je ’s ochtends beneden in de woonkamer komt en nu wordt gezorgd dat het op dat moment al warm is, dan stook je meer.

Vraagsturing in warmtenetten 46/55 Een slimme thermostaat kan een belangrijk element zijn in vraagsturingsconcepten in samenhang met regeltechniek en/of variabele tarieven. In de slimme warmtepilot van Eneco worden gegevens met toestemming van de klant via de productvoorwaarden zoals klokprogramma, temperatuur instelling en temperatuur in de woning uitgelezen. Met deze informatie kan Eneco de regeling in het net optimaliseren.

Een slimme thermostaat kan een gebruiker helpen om zijn warmtevraag te sturen als bijvoorbeeld variabele tarieven daar aanleiding toe geven.

Kosten en baten warmteleverancier en gebruiker

De kosten voor de warmteleverancier bestaan uit de kosten van een slimme thermostaat,

aangenomen dat de warmteleverancier gebruikers op die manier kan verleiden mee te werken aan vraagsturing. De kosten bedragen tussen de 200 en 300 euro per woning. (Consumentenbond, 2020). De baten voor de warmteleverancier zitten in een lagere piekvraag als gebruikers zuiniger stoken. Maar voor verlaging van de piekvraag is waarschijnlijk meer nodig dan alleen slimme thermostaten. Voor load shifting is regeltechniek nodig die optimaliseert voor het warmtenet en bijvoorbeeld gebruik maakt van de warmteopslagcapaciteit van woningen en gebouwen.

Een gebruiker heeft geen kosten wanneer een slimme thermostaat door de warmteleverancier betaald wordt. Een gebruiker heeft wel baten wanneer hij bespaart op zijn warmteverbruik door zuiniger stookgedrag.

Aanvaardbaarheid voor de gebruiker

De Consumentenbond heeft in 2020 slimme thermostaten getest en een enquête gehouden onder gebruikers. De meeste slimme thermostaten worden positief beoordeeld qua

gebruiksvriendelijkheid. Niet alle gebruikers zijn even enthousiast. Zij meldden bijvoorbeeld relatief vaak een wegvallende verbinding en trage of vastlopende app. Bij sommige slimme thermostaten hoef je zelf geen weekprogramma in te vullen, maar maakt de thermostaat gebruik van een sensor om te bepalen of er iemand in de woonkamer aanwezig is. De thermostaat hanteert daarbij een ruime marge van een uur. Een slimme thermostaat kan lastig zijn voor oudere gebruikers.

6.3 Regeltechniek

Regeltechniek voor peakshaving en loadshifting

Effectiviteit van de vraagsturing

Uit de pilots met de STORM controller blijkt een daling van de piekvraag met 12% door inzet van de regeltechniek in de 10 grootste gebouwen in het Rotne warmtenet. Deze gebouwen zijn

meergezinswoningen/appartementengebouwen en zijn verantwoordelijk voor een derde van de warmtevraag in het warmtenet (Johansson et al, 2018, ).

Kosten en baten voor de warmteleverancier en gebruiker

De kosten voor de warmteleverancier bestaan uit het installeren van regeltechniek in gebouwen, maar dat kost niet meer dan een paar duizend euro. De kosten voor de provider van de

regeltechniek betreffen zo’n 10 duizend euro per jaar, maar de besparing is 100 duizend euro per jaar voor een gemiddeld warmtenet volgende leverancier van de STORM controller. De controller heeft zich dan binnen een jaar terug verdiend. Als deze regeltechniek wordt toegepast op

woningen dan is dat mogelijk wel kostbaar. Als er in de toekomst standaard regeltechniek wordt geïntegreerd in de afleverset, dan kunnen de kosten door massaproductie en standaardisatie in de toekomst meevallen, mogelijk in de orde van enkele honderden euro’s per woning.

Vraagsturing in warmtenetten 47/55 Bij de pilots met de STORM controller heeft de gebruiker geen kosten, maar ook geen baten van de regeltechniek. Als je de gebruikers wilt laten meeprofiteren, dan zijn variabele tarieven nodig die het aantrekkelijk maken om de warmtevraag in de piek te verschuiven.

Aanvaardbaarheid voor gebruikers

Er lijkt bij de pilots met de STORM controller geen onderzoek gedaan te zijn onder gebruikers van de gebouwen waar vraagsturing heeft plaats gevonden.

Regeltechniek toegepast voor lagere retourtemperatuur

Effectiviteit van de vraagsturing

Stadswarmtewater stroomt door de afleverset en de binneninstallatie van de klant, die de warmte afneemt waardoor het water afkoelt. In het slimme warmte project van Eneco wordt met de warmteregelaar de stroomsnelheid van het water verlaagt, waardoor dit water verder afkoelt. Het doel van het project is de retourtemperatuur met 10 graden te verlagen. De vraag is of Eneco deze besparingen ook daadwerkelijk in de pilot heeft gerealiseerd.

Kosten en baten voor de warmteleverancier en gebruiker

De kosten van de warmteleverancier bestaan uit het installeren van de regeltechniek, in de pilot van Eneco de warmteregelaar. De baten bestaan uit lagere warmteverliezen, minder pompenergie en lagere warmteproductiekosten. De optimalisatie geeft volgens Eneco een relatieve besparing van 60% op de warmteverliezen en 12% op de pompenergie en 28% op de warmteproductiekosten.

De vraag is of Eneco deze besparingen ook daadwerkelijk in de pilot heeft gerealiseerd. De

gebruiker heeft geen directe kosten wanneer de regeltechniek door de warmteleverancier worden betaald. Baten zijn er ook niet voor de gebruiker. Onduidelijk is of er ook baten zijn voor de gebruiker.

Aanvaardbaarheid voor gebruikers

De vraag is wat gebruikers zullen merken van de regeltechniek die de stroomsnelheid van het warme water verlaagt en daarmee de retourtemperatuur. De woning warmt minder snel op en het warm tapwater wordt ook minder snel warm. De vraag is of Eneco onderzocht heeft hoe gebruikers dit ervaren.

6.4 Communicatie en ontzorging

Het is niet ondenkbaar om alleen via communicatie te sturen op de piek in de warmtevraag of de retourtemperatuur. Voor zover wij weten maken pilots met vraagsturing echter altijd gebruik van variabele tarieven, smart home technologies of regeltechniek. Wij denken dat communicatie wel een heel belangrijk element is bij de toepassing van variabele tarieven en de inzet van smart home technologies en regeltechniek. Variabele tarieven geven een financiële incentive, maar gebruikers hebben wel een handelingsperspectief nodig om hun gedrag te veranderen. Bij smart home technologies is het belangrijk dat gebruikers die technieken zo gebruiken dat daarmee besparing mogelijk is. Via communicatie/voorlichting worden gebruikers gewezen om

besparingsmogelijkheden, hoe zij hun piekvraag kunnen verlagen en hun retourtemperatuur.

Net als communicatie kan ontzorging een essentieel onderdeel blijken van vraagsturingsconcepten.

Als je via bonustarieven wilt stimuleren dat gebruikers hun retourtemperatuur verlagen door waterzijdig inregelen, dan kun je als warmteleverancier of bewonerscollectief afwachten of gebruikers dat uit zich zelf gaan doen of hen actief een (collectief) aanbod van een installateur geven. Hetzelfde geldt voor het gebruik van smart home technologies en het treffen van energiebesparende maatregelen. Andersom geven variabele tarieven een incentive om van die ontzorging gebruik te maken.

Vraagsturing in warmtenetten 48/55