• No results found

Bewoners krijgen uitleg en begeleiding in het benutten van variabele tarieven

Het is voor een deel van de bewoners lastig om zonder uitleg en begeleiding te begrijpen hoe zij variabele tarieven kunnen benutten. Dit wordt vaak gedaan via brochures en de website, maar soms worden ook bijeenkomsten gehouden. Stormback et al. (2011) laten zien dat door uitleg en begeleiding het effect van TOU en CPP op vraagsturing aanzienlijk groter wordt.

Het opzetten van een variabele tariefstructuur is getest in smart grids en er is advies beschikbaar over hoe dergelijke pilots kunnen worden geïmplementeerd waarbij de gebruiker centraal staat. In het vervolg van dit onderzoek binnen warming Up kan er gebruikt worden gemaakt van de 6 bovengenoemde kernpunten, en de literatuur en rapportages over het opzetten van variabele tarieven.

Bovenstaande is mogelijk niet genoeg om grote veranderingen in energievraag te realiseren. Uit andere, en meer recentere studies is gekomen dat vraagsturing niet altijd zo effectief is als uit bovenstaand onderzoeken naar voren kwam (Goulden et al., 2018; Hargreaves, 2018; Strengers, 2013; Torriti et al., 2010). Een aantal onderzoeken keken naar waarom er minder effect van vraagsturing werd gevonden vanuit de theorie waarbij handelingen van bewoners centraal staan ten opzichte van energieverbruik en vraagsturing: de social practice theory (zie bijvoorbeeld

Gram-Vraagsturing in warmtenetten 36/55 Hanssen, 2010; Shove & Pantzar, 2005; Strengers, 2013). Vanuit de gedachte van die theorie, dat energie verbruik een uitkomst is van wat mensen doen (douchen, koken, wassen, comfort ervaren mbt een warm huis), wordt de verklaring gegeven dat mensen niet alleen vanuit een rationeel economische motief naar dynamische energietarieven kijken (micro-managing van hun verbruik).

Daarmee is het logisch dat dergelijke dynamische tarieven niet zo effectief zijn: ze sluiten lang niet altijd aan bij de dagelijkse routines en gedragingen van huishoudens en hun energieverbruik.

Ook de kans op het werkelijk kunnen leren over het verminderen of verschuiven van dagelijks energieverbruik was klein bij veel demand response studies (Hargreaves, 2018). Informatie over prijsprikkels en visualisaties van hoog/laag energieverbruik binnen de woning, is niet vergezeld met informatie over wat men aan gedrag kon veranderen: zet de verwarming lager, douche korter, etc.

Daarmee bleef het vaak bij energieverbruiksdata, bijvoorbeeld een grafiek of getal met aantal verbruikte kWh. Daaruit is het voor gebruikers moeilijk een vertaling te maken naar veranderingen dagelijks energiegedrag (e.g. Darby, 2010; Hargreaves et al., 2013).

De mogelijkheden voor huishoudens om hun routinegedrag (en daarmee dus ook veel van hun energieverbruik) werkelijk te veranderen komt maar op een drietal momenten voor, namelijk bij het aanleren van nieuwe dagelijkse routines (bijv. gerelateerd aan een substantiële verandering zoals een nieuw huis), het stoppen met huidige routines (bijv. met pensioen gaan), veranderingen in het uitvoeren van bestaande routines (bijv. een andere reistijd voor werk, een ander verwarmingssysteem) (paper Christensen, et al. 2019).

4.4 Andere motivaties dan prijsprikkels en typen feedback die motiveren tot energiebesparing

Gebruikers zijn niet alleen gemotiveerd door geld, of door prijsprikkels. De presentatie van informatie over energieverbruik, of het gebruik van bonuspunten, spelelementen of het collectief sparen voor prijzen, kan motiverend werken voor gebruikers om over besparingen en verschuivingen in hun energieverbruik na te denken en er naar te handelen. Daarmee kunnen die elementen een rol spelen om vraagsturing aantrekkelijk te maken voor gebruiker. In deze paragraaf beschrijven we voorbeelden van andere typen feedback dan prijsprikkels die motiveren tot energiebesparing. Deze voorbeelden kunnen mogelijk ook bruikbaar zijn voor het verlagen van de piekvraag.

Feedback over het energieverbruik in vergelijking met eerder verbruik van hetzelfde huishouden, of dat van een ander huishouden, kan energiebesparing opleveren, alhoewel er grote variatie is gevonden in het percentage van werkelijke besparingen (0-10%). Een grote pilot van 35.000 gebruikers die informatie kregen over hun verbruik via de energierekening, bespaarde men gemiddeld zo’n 2,1%. Niet alleen feedback op energieverbruik kan mensen motiveren om na te denken over besparen. Het gebruik van bonuspunten, prijzen, of het inzetten van een spelelement (gamification) heeft effect op de motivatie van mensen om hun energieverbruik te veranderen. Een collectief spelelement is door verschillende pilots bij vraagsturing van elektriciteit gebruikt en daar is positief over gerapporteerd. Gamification kan zorgen voor een competitief element, voor een behalen van een sociale status of voldoening door taken of opdrachten te behalen, en het lerend vermogen van mensen prikkelen.

Vraagsturing in warmtenetten 37/55 Het gebruik van doelen behalen van energiebesparing is bij smart grid pilots veel gebruikt en is steeds gangbaarder bij de smart apps van energieleveranciers. Een voorbeeld van een pilot uit Zweden waarbij energiebesparingsdoelen worden gebruikt:

Figuur 13: voorbeeld van feedback naar gebruiker uit Energy & Buildings 2019, van Mäkivierikko, et al.

Bovenstaand figuur geeft niet alleen een voorbeeld van feedback die motiveert om energie te besparen, maar laat tevens zien hoe het ontwerp en het type informatie aangepast kan worden na evaluatie door gebruikers. Door gebruikers te bevragen hoe gebruiksvriendelijk en begrijpelijk ze de informatie vinden, kan de informatie worden verbeterd. Het linker ontwerp was het origineel, en het rechter ontwerp na aanpassingen aan de hand van feedback van gebruikers. In het volgende hoofdstuk zal ook de rol van gebruikers worden belicht, om de voordelen van co-creatie en het betrekken van bewoners te laten zien.

In recent onderzoek naar verschillende typen feedback over energieverbruik, kwam naar voren dat meer bespaard wordt bij sociale normatieve feedback (u doet het beter dan uw buurman) in vergelijking met feedback over energieverbruik en verbruikskosten. In datzelfde onderzoek geven gebruikers echter ook aan dat ze bij informatie over energieverbruik en verbruikskosten meer dan gewoonlijk hun best deden om energie te besparen. Ook al is men dus wel gemotiveerd, het lukt minder goed om te besparen (Wesley Schultz, et al. 2015).

Vraagsturing in warmtenetten 38/55 Ander onderzoek toont aan dat gebruikers die niet voor hun energierekening betalen toch gemotiveerd kunnen worden om energie te besparen doordat ze gemotiveerd waren om ‘het goede te doen’ en het goede voorbeeld te geven voor hun kinderen. Dezelfde groep gebruikers gaf aan dit te kunnen en willen blijven doen bij voldoende aandacht en kennis over het hoe en waarom van energie besparen (McMakin, Malone and Lundgren, 2002).

Deze onderzoeken tonen aan dat er andere motivaties zijn dan alleen kostenbesparing en dat het uitmaakt op wat voor manier gebruikers informatie gepresenteerd krijgen over hun energieverbruik.

Vraagsturing in warmtenetten 39/55

5 Vraagsturing vereist actieve rol