• No results found

Evaluatie van respons en afname interviews

5.1.1 Evaluatie respons

Deze paragraaf evalueert de afgenomen interviews. Er wordt teruggeblikt op het verloop van en de ervaringen rondom de afname.

Uiteindelijk hebben 7 respondenten meegewerkt aan het onderzoek. Het vinden van respondenten bleek moeizaam. Een van de redenen daarvan is de leeftijdsafbakening. Er is gekozen respondenten te zoeken die geboren zijn tussen 1980 en 2000. Het deel hiervan dat afgestudeerd en werkzaam is beslaat voornamelijk de oudste helft van deze groep, wat de populatie effectief kleiner maakt.

Daarnaast speelt de gevoelige thematiek van het onderwerp waarschijnlijk een rol, al is dit niet te bevestigen. De meest effectieve manier van respondenten werven bleek het gebruik maken van bestaande netwerken. Via de onderzoeksbegeleider en collegiaal contact zijn vier respondenten gevonden. Een respondent is direct benaderd en twee zijn gekozen uit de respondenten die zich door middel van zelfselectie beschikbaar hadden gesteld.

De beoogde verdeling van functies binnen de respondenten is niet gehaald. Dit is weergegeven in onderstaande tabel.

Tabel 2: Beoogde en daadwerkelijke respondenten

Beoogde respondenten Aantal Daadwerkelijke respondenten Aantal

Predikanten GKv* 1 Predikanten GKv 2

Predikanten CGK** 1 Predikanten CGK 2

Kerkelijk werkers GKv 1 Kerkelijk werkers GKv 1 Kerkelijk werkers CGK 1 Kerkelijk werkers CGK 1

Godsdienstleraren 2 Godsdienstleraren 1

*Gereformeerde Kerk vrijgemaakt **Christelijk Gereformeerde Kerk

Binnen de groep respondenten is het niet gelukt om twee godsdienstleraren te vinden maar zijn er wel meer predikanten geïnterviewd. Binnen de onderzoekspopulatie bestaan er meer predikanten dan kerkelijk werkers en godsdienstleraren, hierdoor was het gemakkelijk predikanten te vinden. Uiteindelijk is het aantal daadwerkelijk geïnterviewde respondenten hierom grotendeels predikant. Het totaalaantal

31 respondenten hoger geworden dan beoogd. Alle respondenten zijn van het mannelijke geslacht. Dit heeft onder andere te maken met het beleid van de CGK die geen vrouwen toelaat in de functie van predikant. Dit was tot en met juni 2017 ook binnen de GKv het beleid.

Onderstaande figuren geven de diversiteit van deze variabelen weer. Figuur 1 betreft zes respondenten omdat de respondent met de functie van Godsdienstleraar niet meegenomen is in de variabele functie.

Figuur 1: Denominatie respondenten

Christelijk Gereformeerd Gereformeerd vrijgemaakt

Figuur 2: Functie respondenten

32

5.1.2 Evaluatie afname interviews

Het doel was om geloofswerkers te vinden die op dit moment het conflict van incongruentie doormaken. Alle respondenten uit het onderzoek herkennen de spanning rondom de thematiek en worstelen hier in verschillende mate nog steeds mee maar merken op dat de grootste moeiten in het verleden liggen. Dit is wellicht te verklaren doordat geloofswerkers die deze thematiek als heftig ervaren geen behoefte hebben aan een interview voor een onderzoek. Ook dit is niet met zekerheid vast te stellen. Gezocht werd naar millennial geloofswerkers die incongruentie ervaren. Uiteindelijk bleek dit een relatief kleine doelgroep en geeft de populatie aan regelmatig te worden geconfronteerd met hun afwijkende overtuigingen. De respondenten zijn uiteindelijk geselecteerd op een afwijkende overtuiging omdat bij deze kenmerken een grotere kans is op incongruentie.

Tijdens de interviews vertelden de respondenten open over persoonlijke moeiten en spanningen die zij in hun werk ervaren. Een van de respondenten benoemde expliciet dat hij bepaalde gedachtes nog nooit hardop had gezegd. Een ander benadrukte dat hij anoniem wilde blijven. Dit kan verband hebben met de gevoeligheid van het onderwerp. Tevens kan dit een drempel vormen voor potentiële respondenten om medewerking te verlenen aan dit onderzoek. Bij een van de interviews werd een zekere terughoudendheid van de respondent opgemerkt, dit zou verband kunnen hebben met het feit dat hij als enige op zijn werkplek geïnterviewd werd. De rest van de interviews vonden plaats bij respondenten thuis of op een neutrale plek.

Door de open insteek van de interviews zijn niet bij alle respondenten dezelfde onderwerpen behandeld. In elk gesprek kwam aan bod wat voor de respondent belangrijk was. Dit werd bijvoorbeeld gedaan door bij het vragen naar vaste taken een aantal voorbeelden te noemen (zoals catechisatie, preken, pastoraat). Zo werd de respondent vrijgelaten om onderwerpen te noemen die voor hem aansluiten op de onderzoeksthematiek.

Gedurende het interviewproces werd duidelijk dat bepaalde onderwerpen meer aandacht verdienden dan anderen. Vooral de afwijkende overtuigingen over leer en cultuur bleken informatierijke onderwerpen te zijn. Andere onderwerpen zoals doop en votum en groet kwamen in geen van de interviews aan bod. Zo zijn de topiclijst en de voorbereidingen van de interviews ontwikkeld en na elke gesproken respondent aangescherpt voor het daaropvolgende interview. De topiclijst is te vinden in bijlage 2.

De respondenten waren sneller geneigd situaties te waarderen met woorden als zwaar of moeilijk, dan dat zij hun eigen emoties zoals boosheid of verdriet noemden. Om dit boven tafel te krijgen zijn emoties

Figuur 3: Demografische kenmerken

respondenten

33 later expliciet in de topiclijst opgenomen. Ook deze werden in een opsomming genoemd, bijvoorbeeld:

“Voelde je je daar dan boos of verdrietig over? Of was je juist heel blij?” Zo werd de respondent duidelijk

naar emotie gevraagd zonder te gesloten vragen te stellen.

Ook werd later in het proces met de geloofswerkers meer nadrukkelijk besproken hoe zij nu naar God kijken in verhouding met hun werk.