• No results found

Ervaren onveiligheid en criminaliteit

In document Samenleven met verschillen in Zuid (pagina 44-49)

Veldwerk kwalitatieve onderzoek

2 Risicofactoren in de buurt

2.3 Ervaren onveiligheid en criminaliteit

Volgens social disorganisation theory en collective efficacy theory staat in buurten met veel fysieke overlast (graffiti, verloedering) en sociale overlast (burenoverlast,

rondhangende jongeren, drugs- en drankoverlast) en kleine, zichtbare criminaliteit (zoals vernielingen) het vertrouwen en de verstandhouding tussen bevolkingsgroepen onder druk (Morenoff, Sampson & Raudenbush, 2001; Sampson & Raudenbusch, 2004). De informele sociale controle neemt af (bewoners spreken elkaar minder snel aan op ongepast gedrag) en overlastgevend gedrag van jongeren van bepaalde bevolkings-groepen kan stigmatisering van een gehele bevolkingsgroep in de hand werken (Van Gemert, 2006). Onveiligheid, criminaliteit en overlast kunnen dus spanningen tussen bevolkingsgroepen in de buurt tot gevolg hebben. In dit hoofdstuk brengen we daarom de volgende facetten per buurt in kaart:

- ervaren onveiligheid,

- waardering leefomgeving en veiligheid, - ervaren overlast en criminaliteit.

In de Diamantbuurt wordt relatief veel onveiligheid en criminaliteit ervaren. Bewoners voelen zich vaker ‘soms of vaak onveilig’ dan de bewoners in de andere drie buurten in Zuid (23% tegen 9-14%; tabel 2.2). De rapportcijfers voor de veiligheid (6,7) en de

leefomgeving in deze buurt (7,2) liggen lager dan in de andere onderzoeksbuurten in Zuid

(2.2). De bewoners uit de Diamantbuurt ervaren hiernaast geregeld overlast van groepen jongeren, geluidsoverlast, schelden en brutaal gedrag, bekladding en jeugdcriminaliteit.

Overlast van groepen jongeren, geluidsoverlast en jeugdcriminaliteit komen in de Diamantbuurt vaker voor dan in de andere onderzoeksbuurten in Zuid, maar ook in de andere vier stadsdelen (tabel 2.3). Ten slotte rapporteert 16% van de bewoners van de Diamantbuurt dat er de afgelopen 12 maanden sprake is geweest van een achteruitgang in het gedrag van jongeren. Dat is meer dan in de andere buurten (8 tot 11%).

In de onderzoeksbuurten Buitenveldert en de Marathonbuurt ervaren de bewoners minder onveiligheid en criminaliteit dan in De Diamantbuurt, maar de situatie is minder goed dan in de referentiebuurt, de buurt Willemspark. Zo rapporteren bewoners uit de buurt

Buitenveldert en de Marathonbuurt vaker dan bewoners uit de referentiebuurt Willemspark dat ze zich onveilig voelen in de buurt (tabel 2.2). De rapportcijfers voor de

woonomgeving en de veiligheid liggen in de Marathonbuurt en Buitenveldert ook (iets) lager dan in de referentiebuurt, vooral in de Marathonbuurt. Deze rapportcijfers zijn echter wel bij de hoogste van alle 20 buurten die onderzocht zijn. Hiernaast geven de bewoners uit de Marathonbuurt en uit Buitenveldert minder vaak dan bewoners uit de Diamantbuurt aan dat verschillende overlast- en criminaliteitincidenten vaak voorkomen (figuur 2.3). Een uitzondering hierop vormt de ervaren overlast door omwonenden; dat geven bewoners

Tabel 2.2 Gemiddelde rapportcijfers voor de woonomgeving en veiligheid in de buurt (n = 255, 232, 245, 256)

Figuur 2.3 Vaak voorkomen van verschillende vormen van overlast en criminaliteit in de buurt (procenten, n=255, 232, 245, 256)

% vaak

van de Marathonbuurt vrijwel even vaak aan als de bewoners van de Diamantbuurt (beide afgerond 10%).

Pearson Correlaties laten een sterke samenhang zien tussen de ervaren onveiligheid en overlast in een buurt en de spanningen in de buurt (zie tabel 3 in bijlage 4). Naarmate buurtbewoners zich vaker onveilig voelen en vaker overlast en criminaliteit rapporteren, ervaren ze ook vaker spanningen met andere bevolkingsgroepen. Spanningen tussen bevolkingsgroepen worden in Zuid vooral ervaren wanneer er sprake is van:

 lage waardering van de veiligheid in de buurt (.42-.56),

 ervaren onveiligheid in de buurt (.35-.46),

 bedreiging (.34-.50) en

 jeugdcriminaliteit (.30-.45).

Er zijn enkele verschillen tussen buurten te constateren. Zo blijkt onveiligheid, criminaliteit en overlast vooral in de Diamantbuurt een belangrijke rol te spelen. Dat is echter niet het geval voor bekladding van muren en/of gebouwen. In de overige buurten ligt deze correlatie eveneens vrij laag, maar is de relatie nog wel significant.

2.4 Samenvatting

Uit de wetenschappelijke literatuur en het vooronderzoek zijn verschillende risicofactoren afgeleid die mogelijk voor spanningen tussen buurtgenoten kunnen leiden. In dit

hoofdstuk is nagegaan in hoeverre deze risicofactoren in de drie onderzoeksbuurten en de referentiebuurt in Zuid aanwezig zijn en in hoeverre deze in de vier buurten voor spanningen zorgen.

Botsende leefstijlen zijn in alle onderzochte buurten in Zuid een risicofactor voor

spanningen tussen bevolkingsgroepen. Zo ervaren bewoners meer spanningen wanneer er verschillende normen en waarden zijn over wat wel en niet kan in de buurt, kinderen weinig gecorrigeerd worden en wanneer er meningsverschillen zijn over het omgaan met de (semi-) openbare ruimte (portieken, trapruimten, pleinen, veldjes, speelvoorzieningen).

In de Diamantbuurt zijn duidelijk meer botsende leefstijlen waargenomen dan in de andere drie buurten, gevolgd door de Marathonbuurt. In Buitenveldert en de referentiebuurt Willemspark worden weinig botsende leefstijlen waargenomen.

Ook overlast en criminaliteit in de buurt is een risicofactor voor spanningen. Bewoners geven vooral aan dat spanningen tussen bevolkingsgroepen voorkomen wanneer ze waarnemen dat bedreiging en jeugdcriminaliteit in de buurt voorkomen en ze zich (soms) onveilig voelen in de buurt. Vooral in de Diamantbuurt worden relatief vaak dergelijke vormen van overlast en criminaliteit waargenomen.

De mate waarin bewoners zelf contact hebben met buurtgenoten van een andere herkomstgroep heeft weinig verband met het ervaren en waarnemen van spanningen tussen bevolkingsgroepen in de buurt. Bewoners die aangeven dat er over het algemeen weinig contact is tussen culturen in de buurt, rapporteren wel vaker dat er sprake is van spanningen tussen bevolkingsgroepen in de buurt. In de vier buurten in Zuid vindt

ongeveer een derde van de bewoners dat er sprake is van weinig contact tussen culturen.

Bewoners van de Diamantbuurt vinden dit iets vaker dan bewoners uit de andere buurten.

Samengevat, zijn er in de Diamantbuurt duidelijk de meeste risicofactoren die kunnen leiden tot het ervaren of waarnemen van spanningen tussen bevolkingsgroepen in de buurt. In deze buurt worden ook de meeste spanningen en het minst vertrouwen ervaren (zie hoofdstuk 1). Na deze buurt volgt de Marathonbuurt. Zoals verwacht, zijn de

verschillende risicofactoren, evenals de ervaren spanningen het minst aanwezig in de referentiebuurt Willemspark. Maar, ook in Buitenveldert komen de risicofactoren minder vaak voor dan in de andere twee buurten in Zuid.

In document Samenleven met verschillen in Zuid (pagina 44-49)