• No results found

Erfgoedbibliotheken Bart Op de Beeck

In document Oorlogserfgoed (pagina 134-140)

VERANTWOORDELIJKE VAN DE DIENST PUBLIEKE DIENSTVERLENING KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK VAN BELGIË, BRUSSEL

Buiten de historische en museale collecties beheert de KBR ook de grootste collectie Belgische en buitenlandse publicaties uit de negen- tiende en de twintigste eeuw. De boekentoren met de algemene collectie bevat ongeveer 5 miljoen boekdelen en telt 17 verdiepingen. Een ver- dieping komt overeen met vier verdiepingen van de boekentoren van de Gentse Universiteitsbibliotheek.

Sinds haar oprichting in 1837 heeft ze met nooit aflatende ijver de Belgische boekproductie opgevolgd en een brede waaier aan Belgische publicaties aangekocht. Het wettelijk depot, gevestigd in de KBR, zorgt er sinds 1966 voor dat zo goed als de volledige nationale boekproductie voor de toekomst bewaard blijft en door middel van de Belgische biblio- grafie wordt ontsloten. Zo bezit de KBR een grote collectie Belgische kranten en tijdschriften, die dikwijls broos materiaal bevat. Gemiddeld worden er elk jaar meer dan 20.000 Belgische boeken en meer dan 16.000 periodieke publicaties gedeponeerd. Ook elektronische publica- ties zoals cd-roms worden gecatalogiseerd en sinds 2005 kan men op vrijwillige basis onlinepublicaties deponeren. Vanaf 1 april 2008 wijzigde de wet en moeten er twee exemplaren worden gedeponeerd. Wegens budgettaire beperkingen worden er immers reeds jarenlang geen Bel- gische drukken meer aangekocht. Uitzondering hierop zijn natuurlijk de naslagwerken, woordenboeken, enzovoort.

De KBR is niet alleen de grootste bewaarbibliotheek van België, maar ook een belangrijke wetenschappelijke bibliotheek. Sinds 2001 beperkt ze haar collecties tot de humane wetenschappen. Het aanwinstenbeleid is erop gericht een coherente collectie voor deze vakgebieden aan te leggen. De KBR volgt vandaag meer dan 2.300 reeksen op en heeft een abonnement op meer dan 2.200 tijdschriften waarvan er meer dan 400 elektronisch beschikbaar zijn. Jaarlijks worden er 6.000 à 9.000 mono- grafieën verworven. De laatste jaren kocht de KBR ook een behoorlijk aantal digitale publicaties en databanken aan die in de bibliotheek gra- tis ter beschikking worden gesteld van de lezers.

De bibliotheek heeft steeds een actief aanwinstenbeleid gevoerd. Voor het brede spectrum van patrimoniale stukken die de KBR verwerft, veronderstelt dit een gedegen kennis van de markt en een voortdurend afwegen van de vraagprijs en het belang van het stuk. Het aanwinsten-

beleid van de laatste jaren heeft er bovendien voor gezorgd dat er nog nooit zoveel oude drukken werden verworven. In 2009 werden er bij- voorbeeld een 350-tal oude drukken aangekocht. Ook voor de aankoop van ontbrekende Belgische werken uit de negentiende eeuw wordt er nu een belangrijke inspanning geleverd.

De afdeling Kostbare werken pluist elk jaar tientallen boekhandels- catalogi en veilingcatalogi uit op zoek naar werken die in België werden gedrukt. Sinds de oprichting van de KBR werden de meeste van deze veilingcatalogi bewaard en vanaf 1965 werden ze zorgvuldig gecatalo- giseerd (gepubliceerd door Jeanne Blogie), wat niet in alle bibliotheken het geval is. Op deze manier bezit de KBR één van de belangrijkste col- lecties veilingcatalogi in de wereld, zeker wat onze contreien betreft. De laatste jaren schuimen we ook het internet af, want ook oude drukken worden steeds meer online verkocht en we bemerken een verschuiving van de gedrukte antiquariaatscatalogus naar het online antiquariaat. Het aantal gedrukte veilingcatalogi neemt af. Het is belangrijk hier op te merken dat de afdeling Kostbare werken zich de laatste jaren tot een volwaardige afdeling Oude en bijzondere drukken heeft ontwikkeld. Sinds 2008 bevinden zich immers alle drukken tot 1830–1840 onder de hoede van deze afdeling.

Gedurende het laatste decennium zijn de contacten met andere patri- moniale instellingen toegenomen en geregeld worden er met de belang- rijkste actoren op dit gebied, zowel in binnen- als buitenland, afspraken gemaakt en dit hoofdzakelijk voor boekenveilingen. In België is dit vooral met de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, met de Leuvense Universiteitsbibliotheek en de Brugse Biekorf, maar ook met de AML (Archives et Musée de la Littérature) en de Vlaamse tegenhanger, het AMVC (Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, nu Lette- renhuis). Voor het buitenland wijzen we hier vooral op Nederlandse bibliotheken zoals de Universiteitsbibliotheken van Amsterdam en Leiden en de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Ook voor de moderne collectie wordt er met andere wetenschappelijke Belgische bibliotheken overleg gepleegd. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan ‘Biomed’ in het kader van de VOWB (Vlaams Overlegorgaan inzake Wetenschappelijk Bibliotheekwerk) waarbij de KBR hoofdzakelijk haar rol speelt als

bewaarbibliotheek en zoveel mogelijk tijdschriften—zelfs buitenlandse— voor de toekomst probeert te bewaren. Persoonlijk ben ik trouwens de opinie toegedaan dat ook het internationale toekomstige erfgoed, zoals deze biomedische tijdschriften, moet worden bewaard en men niet een eng nationalistisch standpunt kan innemen. Dit is een punt van discus- sie, ook binnen de instelling. We mogen zeker niet vergeten dat deze buitenlandse wetenschappelijke tijdschriften morgen ook tot het erf- goed behoren. Hier zien we dan ook een verschil tussen een bewaar- bibliotheek en de universiteitsbibliotheken. De KBR mag geen enkel exemplaar van zijn collectie afstoten.

De bibliotheek heeft steeds een beroep kunnen doen op een schare van milde schenkers. Zowel privépersonen als de Vrienden van de Koninklijke Bibliotheek of de Koning Boudewijnstichting hebben er- voor gezorgd dat de bibliotheek ook een merkwaardige collectie inter- nationaal erfgoed bezit. Deze schenkingen omvatten niet alleen patri- moniale stukken, maar ook moderne drukken die vanuit onverwachte hoek de collecties van de KBR verrijken. We gaan hier niet in op het aantal schenkingen of de schenkers, deze kan u terugvinden in de tal- rijke tentoonstellingscatalogi, historische inleidingen tot de collecties, jaarverslagen e.d. van de KBR. Schenkingen van enkele boeken worden meestal in de lopende reeksen ingeschreven (negende reeks en voor de kostbare werken de reeks ‘LP’). Wanneer het gaat om grotere schen- kingen krijgen deze een afzonderlijk reeksnummer. De zogenaamde ‘FS’-reeksen of ‘fonds spécial’, de bijzondere fondsen met een plaats- nummer FS gevolgd door een Romeins cijfer, bevatten reeds 82 num- mers. Wanneer de schenking belangrijk is, bijvoorbeeld de schenking van de verzameling Scutenaire (FS XLIX), wordt deze schenking zeker in haar geheel bewaard. Dubbels worden er niet uit verwijderd. Voor een privéschenker ligt dit laatste soms erg gevoelig. Bij bepaalde over- eenkomsten wordt vermeld dat de KBR zich ertoe verplicht om binnen een zeker aantal jaren de collectie te verwerken en bijvoorbeeld een catalogus te publiceren. Dit is zo bij de verzameling Van Bogaert (FS XXXV) en de reeds eerder vermelde verzameling Scutenaire. Soms gebeurt het dat er privéschenkingen worden geweigerd. Het gaat dan bv. om een massa boeken die reeds werd afgeroomd door enkele anti-

quaren. De nabestaanden van een privéverzamelaar zoeken dan alleen nog een bibliotheek die hen (gratis) van deze massa boeken verlost.

Bij schenkingen door andere instellingen— en we denken hier bv. aan dubbels uit andere instellingen of (deel)collecties van ministeriebiblio- theken die worden afgebouwd — wordt er steeds overeengekomen dat de KBR zelf beslist om bv. de dubbels in te schrijven, te ruilen of af te voeren. In de mate van het mogelijke worden deze dubbels aan andere bibliotheken aangeboden. Soms wordt er voor elk exemplaar nagekeken of we de boeken al dan niet bezitten. Bij andere schenkingen wordt er een steekproef uitgevoerd zodat we een zicht krijgen op bijvoorbeeld het aantal Belgische boeken in de aangeboden verzameling. Dikwijls moet men snel beslissen en dan wordt er meestal voor geopteerd om de gift in de KBR te triëren. Bij het aanwinstenbeleid voor de Belgische drukken uit de negentiende eeuw en de twintigste eeuw geldt de regel dat we op zijn minst twee exemplaren van elke druk moeten bezitten, op voorwaarde natuurlijk dat het tweede exemplaar ons via een schen- king of gift gratis wordt aangeboden. Er wordt dus echter niet syste- matisch van elke druk een tweede exemplaar aangekocht.

Een bibliotheek die geen boeken meer verwerft, is ten dode opge- schreven. Dit is zeker niet zo voor de Koninklijke Bibliotheek van België. De beleidslijn van de KBR is duidelijk: het Belgische erfgoed in de ruime zin van het woord. Het is niet aangewezen het aankoopbeleid voor het patrimonium in een strikt keurslijf te gieten. Noch is het bijvoorbeeld aan de conservator van het Wettelijk Depot te beslissen welke Belgische bibliofiele uitgaven worden verworven. Alle Belgische publicaties die meer dan 265 euro kosten moeten immers worden aangekocht. Het subjectieve esthetische oordeel van het afdelingshoofd mag geen rol spelen bij een aanwinstenbeleid.

Vooral bij het verwerven van schenkingen, maar ook bij courante aanwinsten spelen twee factoren een rol en dit is eigenlijk altijd zo voor elke bibliotheek. Een erfgoedbibliotheek moet over voldoende personeel beschikken om de schenkingen bibliografisch te kunnen verwerken en dit binnen een redelijke termijn. Zo had in de KBR de afdeling Aan- winsten jarenlang een magazijn met onverwerkte giften opgebouwd. Wanneer de boeken niet gecatalogiseerd zijn bestaan ze niet voor de

buitenwereld, ze nemen magazijnruimte in beslag en vooral bij giften wekt dit wrevel op bij de schenkers en bij verzamelaars die overwegen om nog boeken te schenken. De laatste jaren hebben we duizenden boe- ken laten verwerken door jobstudenten die korte ‘voorlopige beschrij- vingen’ aanmaken en plaatsnummers toekennen. Dit is het geval voor de collectie overdrukken van de opgeheven bibliotheek van de Acadé- mie de médecine die juist de periode behandelt waarin de moderne medische wetenschap zich begint te ontwikkelen. Dikwijls gaat het hier om opdrachtexemplaren, maar we vonden ook enkele drukken uit de zestiende eeuw in deze verzameling.

De verloren ruimte brengt ons bij het tweede punt: plaatsgebrek. Ook de KBR zal in de volgende jaren, om niet te zeggen volgend jaar, over een externe opslagruimte moeten beschikken om de boeken fatsoenlijk op te slaan. Plaatsgebrek mag voor een erfgoedbibliotheek eigenlijk nooit een rol spelen. Toch is het telkens weer een van de belangrijkste knelpunten.

Met de afbeelding van een veilinghamer wil ik beginnen met een knip- oog naar de instellingen die in de lezingen van vandaag onder de aan- dacht komen, zijnde KMMA, KADOC en MAS. Collectieverwerving bin- nen deze instellingen gebeurt immers zelden op deze manier. Dit is niet enkel en alleen te wijten aan financiële beperkingen. Het is een bewuste beleidskeuze om niet systematisch de grote veilingen af te schuimen. Het aanwinstenbeleid van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) is niet afgestemd op de dynamiek van de markt, maar op zijn eigen wetenschappelijke en maatschappelijke opdracht. Nieuwe aan- winsten gebeuren bij voorkeur in het kader van onderzoek of tijdens de voorbereiding van een nieuwe tentoonstelling. In tweede instantie wordt prioriteit verleend aan de versterking van de kerncollecties.

H I STO R I S C H P E R S P EC T I E F

De ontstaansgeschiedenis van de collectie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika is onlosmakelijk verbonden met de wereldtentoon- stelling van 1897. Een jaar later, in 1898, werd het Congomuseum op- gericht. In Congo werd een actieve verzamelpolitiek ontwikkeld, waarbij de koloniale overheid financiële middelen ter beschikking stelde om allerhande materiaal te verzamelen, van natuurwetenschappelijke en van culturele aard, ten dienste van de kennisverwerving over de kolo- nie. In het eerste decennium van de twintigste eeuw werd het koloniale museum al snel te klein. Een nieuw en prestigieus gebouw werd opge- VERSLAG LEZING 26 AUGUSTUS 2011

Niet-Europese collecties

In document Oorlogserfgoed (pagina 134-140)