• No results found

Als laatste indicator wordt equity besproken. Ook hierbij wordt allereerst naar de huidige situatie

gekeken. Vervolgens de gewenste situatie in kaart gebracht, waarna de resultaten van de

verschillende scenario’s worden besproken. Het gaat hier om het voorkomen van afname van de

equity, aangezien het bereiken van een optimum praktisch niet haalbaar is.

Resultaat: Mobiliteitsdoelen

Op het moment wordt iedereen gelijk behandeld wanneer er wordt gekeken naar persoonlijke

eigenschappen en reisbestemmingen. Wel wordt er onderscheid gemaakt door verschillende

hoogtes van accijns op verschillende brandstoftypes. Daarnaast wordt er ook een deel van de

belastingen als vaste kosten geïnd, waardoor iedereen niet alleen betaalt naar gebruik (zoals via

accijns), maar er ook een deel van de kosten gemeenschappelijk gedragen wordt. Hierbij wordt

onderscheid gemaakt naar het gewicht van de auto, waarmee deels voor de eigen impact op het

netwerk wordt betaald.

Aangezien equity niet een van de mobiliteitsdoelen van Regio Twente is, heeft zij hier ook geen

gewenste toekomstige situatie voor opgesteld. Het voorkomen van ongelijkheid zal in dit geval

belangrijker zijn dan het streven naar perfecte gelijkheid. In de gewenste situatie zijn er geen

bestuurders die extra belast worden doordat zaken die ze niet (of heel beperkt) kunnen beïnvloeden,

bijvoorbeeld leeftijd en woonlocatie, maar wordt iedereen zoveel mogelijk gelijk behandeld met een

differentiatie naar reisgedrag en autobezit. Wanneer er naar gelijkheid in bereikbaarheid van het

aantal arbeidsplaatsen wordt gekeken, is de Gini-index 40,6 (zie 4.2.4). Wanneer een scenario

bijdraagt aan het verbeteren van de equity-sitautie, zal deze index lager zijn.

6.4.1 Scenario’s

Wanneer de vlakke basisheffing wordt ingevoerd, neemt de horizontale equity toe. De vaste lasten

verdwijnen en het betalen naar gebruik wordt sterker. Ook het onderscheid tussen verschillende

types auto blijft bestaan. Hierdoor zullen meer vervuilende auto’s zorgen voor een hogere heffing

dan relatief schone auto’s.

De basisheffing is een hele basale vorm van betalen voor gebruik. Wanneer er een vlakke heffing

wordt betaald, wordt er namelijk geen onderscheid gemaakt naar de impact van het gebruik. Wel is

het zo dat het rijden van meer kilometers zal zorgen voor het veroorzaken van meer kosten (overlast,

schade). Echter, niet alle kilometers zijn hierbij gelijk. Het invoeren van een spitsheffing streeft naar

een nog sterkere mate van horizontale equity. Hierbij worden namelijk de kilometers op overbelaste

stukken weg (waar de overlast voor het netwerk het grootst is) sterker belast. Wanneer hier over

equity gesproken wordt, moet er echter een afweging gemaakt worden tussen verschillende vormen

van overlast. De verschuiving van het verkeer naar OWN brengt geen overlast met zich mee,

waardoor het systeem in dat opzicht in een minder sterke vorm van horizontale equity resulteert.

Wanneer de Lorenz-curve voor de bereikbaarheid van arbeidsplaatsen wordt geplot ontstaan drie

vrijwel gelijke lijnen. De beide heffingsscenario’s scoren iets slechter dan de referentie (40,6), maar

ontlopen elkaar niet heel veel. De Gini-index neemt toe naar 42,8 (basisscenario) en 43,0

(spitsscenario). De ongelijkheid wordt in beide scenario’s dus slechter dan in de uitgangssituatie. Op

dit punt dragen ze dus niet bij aan het verbeteren van de equity binnen Twente.

6.5 Analyse

Uitgaande van de twee mogelijke scenario’s is de basisheffing duidelijk de beste optie van de twee.

In het geval van een spitsheffing wordt ongewenst veel verkeer van de snelweg over het OWN

afgewikkeld, wat voor zowel bereikbaarheid als leefbaarheid en verkeersveiligheid ongunstige

gevolgen heeft.

De basisheffing zorgt echter niet direct voor een structurele verbetering van de verkeerssituatie.

Vooral wanneer er wordt gekeken naar de infrastructuurgerichte benadering van bereikbaarheid, is

er een aantal knooppunten op het netwerk waar de verkeersdruk juist toeneemt. Door mensen te

laten gaan betalen voor gebruik verandert in dit geval het gebruik op een ongewenste manier.

Resultaat: Mobiliteitsdoelen

Pagina 46

Op het gebied van leefbaarheid wordt bij het invoeren van een basisheffing de overlast groter op

wegen van een lagere categorie. Op (auto)snelwegen treedt daarentegen minder hinder op door het

verkeer. De nadelen van deze verschuiving worden gemiddeld gezien gecompenseerd doordat het

totale aantal ritkilometers afneemt. Op lokale schaal kan de verschuiving echter wel tot problemen

leiden.

Net als bij leefbaarheid treedt het compensatie-effect op wanneer er naar verkeersveiligheid wordt

gekeken. In het geval van een basisheffing zijn de effecten daardoor beperkt. Wanneer een

spitsheffing wordt ingevoerd neemt het risico ongeveer 2% toe.

Beide scenario’s streven naar een grotere mate van equity. De basisheffing is een heel eenvoudige

variant van betalen voor gebruik. In het geval van een spitsheffing moet er een afweging gemaakt

worden tussen verschillende aspecten, waardoor het niet per se een verbetering is. Zo wordt de

impact op leefbaarheid en verkeersveiligheid niet direct belast wanneer er een spitsheffing wordt

ingevoerd.

In hoofdstuk 7 wordt er daarom gekeken naar alternatieve scenario’s, waarbij wordt gestreefd naar

het voorkomen van negatieve effecten voor de bereikbaarheid en het leveren van een bijdrage aan

het verbeteren van de overige mobiliteitsdoelen.

7

ALTERNATIEVE METHODEN VOOR TWENTE

Na het onderzoek naar de mogelijke scenario’s zoals deze voortvloeien uit het voorontwerp van de

Wet Kilometerprijs, zal er in dit hoofdstuk gekeken worden naar alternatieve oplossingen. Niet de

wet, maar de gesignaleerde problemen in voorgaande hoofdstukken zijn hierbij het uitgangspunt.

Allereerst wordt ingegaan op de tekortkomingen van de doorgerekende scenario’s (7.1). Vervolgens

komen vier alternatieve scenario’s aan bod (7.2), waarvan de invloed op de verschillende

mobiliteitsdoelen met elkaar vergeleken worden (7.3). In paragraaf 7.4 wordt de link gelegd met de

wetgeving. Ten slotte volgt de analyse waarin wordt gekeken wat de beste methode vanuit Twents

perspectief is (7.5).