• No results found

Na de evaluatie moet de oplossing besproken worden. Hou rekening met volgende bemerkingen.



 Zorg dat, in de mate van het mogelijke, evaluatie en oplossing in een zelfde les kan gebeuren. De probleemdefinities zijn zowel voor leerling als leerkracht zeer actueel. Onmiddellijke feedback is het meest renderend. Beperk daarvoor het aantal vragen.



 Alleen probleemonderdelen moeten in de oplossingsfase behandeld worden.

Verspil geen tijd met vragen die iedereen correct beantwoord heeft.



 Het is didactisch zeer interessant te vertrekken vanuit een veelvoorkomende foutieve leerlingenoplossing.







 Een schriftelijke analyse van het probleem kan later dienst doen als referentie voor het oplossen van gelijkaardige problemen.







 Ook de leerkracht kan uit zijn evaluatie leren. Onderdelen waar alle leerlingen slecht scoren, stemmen tot nadenken. Als leerkracht moet men durven bijsturen, waar nodig, zonder het niveau van de studierichting te verlagen. Dikwijls is een andere manier van vraagstelling of het opnieuw geven van een les, de oplossing

7.7 En nog dit ...







 Permanente evaluatie resulteert niet altijd in betere cijfers. Vragen, waarbij alle hulpmiddelen mogen gebruikt worden zijn meestal denkvragen en eisen meer inzicht van de leerling.







 Twee opeenvolgende lestijden informatica geeft het lesgebeuren en ook de evaluatie meer kansen.







 Indien het vak informatica meerdere lesuren omvat per week dan is een proefwerk aan te raden.







 Van een evaluatie worden volgende onderdelen bewaard:

- De vraagstelling;

- De puntenverdeling (een puntenschema: waarop en hoeveel punten worden toegekend);

- Van alle leerlingen alle werkstukken (op papier of in digitale vorm) waarvoor er punten gegeven zijn. Deze werkstukken moeten in leesbare vorm bewaard worden gedurende twee schooljaren: het lopende en het voorgaande. Voor het bewaren kan gebruik gemaakt worden van: CD-rom, schriftelijke neerslag, ...;

- Van 3 leerlingen alle werkstukken;

- De toekenning van de punten per leerling (een klaslijst).







 Zelfevaluatie, peerevaluatie en collaboratieve evaluatie kunnen toegepast worden in het vak informatica. Enkele voorbeelden:

- een leerling moet een tekst opmaken en daarna aan de hand van een checklist controleren of de tekst aan de normen beantwoordt.

- Een leerling maakt een rekenbladoefening en controleert naderhand zijn resultaten aan de hand van een blad met formules.

- Een leerling controleert de oefeningen van de leerling die naast hem zit. De ene leerling maakt de even nummers, de andere de oneven nummers en ze verbeteren de oefeningen van elkaar.

- Bij een presentatie van een leerling hebben alle leerlingen van de klas een checklist bij zich die ze invullen. Op het einde worden de resultaten

vergeleken en besproken.



 Plaats eens op het einde van een toets of een oefening een checklist waarin de leerlingen zichzelf kan evalueren: wanneer ben ik begonnen met de

voorbereiding van de toets, hoeveel oefeningen heb ik hermaakt, ik vond deze oefening …, ik had problemen met … De bedoeling is dat de leerling zelf

conclusies trekt. Deze checklist moet niet te lang zijn.

Secundair Onderwijs

Evaluatie van attitudes en vaardigheden

Attitude Onvoldoende Matig Goed Zeer goed

Inzet Uitgesproken traag

werktempo bij opdrachten, taken of projecten.

Verprutst zijn/.haar tijd door te dromen, te kletsen,

Het werktempo is matig.

Houdt zich zeer wisselend bezig. Heeft regelmatig aanmoediging nodig om door te zetten.

Goed werktempo, maakt zinvol gebruik van de normale tijd om een taak af te werken, een opdracht te doen.

Werkt hard. Houdt er een stevig werktempo op na.

Doorzettingsvermogen Werkt alleen door onder dwang. Geeft snel op.

Geeft vrij snel op. Geeft niet op vooraleer er een bevredigende oplossing is.

Geeft nooit op, bijt zich vast in een probleem.

Creativiteit Wil altijd een zeer concreet voorbeeld nabootsen. Voelt zich veilig daarbij.

Bekijkt voorbeeld en maakt een variatie op het

voorbeeld.

Probeert te achterhalen wat bedoeling achter voorbeeld is en maakt een alternatief.

Zoekt spontaan een ander voorbeeld met dezelfde functionaliteit. Probeert verschillende variaties uit om uiteindelijk het beste alternatief te kiezen.

Transfereerbaarbeheid Ziet geen overeenkomsten tussen de verschillende softwarepakketten.

Ziet wel dat er

overeenkomsten zijn tussen de verschillende

softwarepakketten maar wilt dat alles nog eens grondig uitgelegd wordt.

Ziet overeenkomsten tussen de verschillende

softwarepakketten en gaat de vaardigheden die hij/zij kent van andere pakketten toepassen in nieuwe

Zoekt spontaan naar overeenkomsten tussen de verschillende

softwarepakketten. Gaat automatisch de gekende vaardigheden toepassen in

pakketten. de nieuwe pakketten.

Werkmethodiek Werkt impulsief, zonder analyse, zonder planning, wordt door de

omstandigheden gedomineerd.

Is zich bewust van het feit dat een analyse moet gemaakt worden maar kiest vaak voor de trial and error methode.

Maakt meestal een analyse van het gestelde probleem.

Maakt spontaan een analyse van de opgegeven

probleemstellingen.

Help gebruiken Gebruikt de aanwezige hulpmiddelen niet.

Maakt gebruik van de op het scherm zichtbaar aanwezige informatie en hulpmiddelen.

Maakt gebruik van de op het scherm zichtbaar aanwezige informatie en hulpmiddelen. Gebruikt cursus, leerboek om informatie op te zoeken.

Zoekt spontaan help op alle plaatsen waar die

voorhanden is.

Leergierigheid Maakt steeds dezelfde fouten.

Maakt regelmatig nog dezelfde fouten moet hier voortdurend op gewezen worden.

Maakt zelden nog dezelfde fouten. Verbetert de spontaan indien hij ze nog maakt.

Leert spontaan uit zijn fouten en maakt ze nooit meer opnieuw.

Secundair Onderwijs

Attitudekaart:

☺☺ ☺  

Zelfwerkzaamheid Zelfredzaamheid Samenwerking Orde en netheid Stiptheid

bewaren van bestanden Houding

Evaluatie van attitudes Naam:

Datum:

Puntenverdeling: 1- onvoldoende, 2 – voldoende, 3 – goed

Attitude/Vaardigheid Punten

Houd zich aan de afspraken Kan zelfstandig werken

Kan zelfstandig een probleem analyseren

Leest de aanwijzingen op het scherm Interpreteert de aanwijzingen op het scherm

Gebruikt spontaan de helpfunctie Analyseert het resultaat

Zoekt creatieve oplossingen

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 1

2 Productevaluatie versus procesevaluatie... 1

3 Formatieve evaluatie versus summatieve evaluatie... 2

4 Permanente versus gespreide evaluatie ... 2

5 Zelf-, peer- en collaboratieve evaluatie (co-evaluatie) ... 3

6 Welke vormen van vragen zijn er?... 3

6.1 Open vragen ...4

6.1.1 De essayvraag...4

6.1.2 Begrenzende open vragen...5

6.1.3 De korteantwoordvraag ...5

6.2 Gesloten vragen ...6

6.2.1 Alternatief...6

6.2.2 Meerkeuzevraag ...6

6.2.3 Matching- of sorteervraag ...7

6.2.4 Rubriceer- of classificatievragen ...8

6.2.5 Rangschikkings- of herschikkingsvraag ...9

6.2.6 De “doevraag”...9

6.3 Mondeling, schriftelijk, digitaal ... 10

7 Evaluatie in het vak informatica ... 10

7.1 Wat evalueren we binnen het vak ICT/informatica ... 10

7.1.1 Kennis:... 10

7.1.2 Proces ... 10

7.1.3 Product... 11

7.1.4 Attitudes... 11

7.1.5 Enkele voorbeelden: ... 11

7.2 Vuistregels voor het vak ict/informatica ... 11

7.3 Tips ... 13

7.4 ICT en permanent evalueren ... 13

7.5 Evaluatie van het niet-exact meetbare: attitudes ... 14

7.6 En dan ... de remediëring ... 16

7.7 En nog dit ... ... 16

GERELATEERDE DOCUMENTEN