• No results found

EMU-saldo

In document 11:00 uur 1 juli 2015 AB-OFGV (pagina 154-160)

Zienswijzen raden en staten op ontwerpbegroting OFGV 2016

B. Financiële begroting 2016

B.2. Financiële positie en toelichting

B.2.7. EMU-saldo

Het EMU-saldo is het totaal van inkomsten minus uitgaven. Conform het Europese stabiliteits- en groeipact is de macronorm voor lidstaat Nederland een maximaal EMU-saldo van -0,5%

van het bruto binnenlands product. Decentrale overheden moeten inzicht geven in de

berekening van hun aandeel in dit EMU-saldo. Alle gemeenten, provincies en waterschappen moeten deze informatie aanleveren bij het CBS. Bij gemeenschappelijke regelingen vindt een steekproef plaats wanneer deze een exploitatie van €20 mln of meer hebben. De OFGV valt hier buiten.

Berekening EMU saldo 2015 2016 2017 2018 2018

Exploitatiesaldo - - - -

-+ afschrijvingen 230.800 230.800 230.800 230.800 234.376

+ dotatie voorziening - - - -

-- investering activa 750.000 200.000 43.000 54.000

-+ bijdragen andere overheden - - - -

-+ desinvestering activa - 36.615 - -

-- aankoop grond - - - -

-+ baten bouwexploitatie - - - -

-- onttrekking voorziening - - - -

-- onttrekking reserve 258.300 70.000 - -

-- boekwinst aandelen - - - -

EMU saldo -777.500 -2.585 187.800 176.800 234.376

Datum 1 juli 2015 Kenmerk Van Dagelijks Bestuur OFGV

Aan Algemeen Bestuur OFGV Bijlage 1

Afschrift Betreft

Takenlijst OFGV Beslispunt

1 Beslispunt Kennis te nemen van de takenlijst in relatie tot het in de

begroting genoemde streven naar het uitbreiden van taken bij de OFGV.

Argument Op verzoek in het AB van 4 februari j.l. is bijgevoegd overzicht gemaakt van de taken die de diverse deelnemers in de OFGV brachten. Met de lijst kunnen de deelnemers zien welke taken de OFGV uitvoert naast de eigen ingebrachte taken en desgewenst onderzoeken of meer taken ingebracht kunnen worden. Het inbrengen van meer taken is een oplossing voor teruglopende inkomsten zoals in de begroting 2016 beschreven. Juist het uitbreiden op taken die de OFGV al voor een andere partij doet, kan bijdragen aan de efficiency en aan het streven naar een meerjarig gezond financieel plaatje.

Kanttekening Het betreft een lijst van de gemeentelijke taken. De taken voor de provincie Flevoland zijn omvangrijk en veelal van een andere orde, de taken van Noord-Holland zijn juist gering van omvang.

kanttekening De lijst bevat de taken per 1 januari 2013, op onderdelen

gecorrigeerd aan de hand van uitvoeringsprogramma’s 2014. De huidige situatie kan iets afwijken. De lijst is evenwel niet bedoeld om te bepalen of er kruisjes teveel of te weinig staan maar bedoeld om een beeld te geven van de taken bij de OFGV en met name ook van de ‘gaten’ daarin.

Bijlagen:

• Takenlijst OFGV per deelnemer.

Inbreng gemeentelijke taken Stand per 1-1-2013

Almere Lelystad Zeewolde Urk Dronten NOPolder Muiden Bussum Naarden Hilversum Weesp Huizen Wijdemeren Blaricum Laren

Alle inrichtingen

-         -     

13 van de 15

Almere Lelystad Zeewolde Urk Dronten NOPolder Muiden Bussum Naarden Hilversum Weesp Huizen Wijdemeren Blaricum Laren

Taken Expertise

Almere Lelystad Zeewolde Urk Dronten NOPolder Muiden Bussum Naarden Hilversum Weesp Huizen Wijdemeren Blaricum Laren

Taken Toezicht en Handhaving

- = Niet ingebracht, als extra opdracht in te brengen ½ = Alleen voor ingebrachte inrichtingen

Datum 1 juli 2015

Van Dagelijks Bestuur OFGV

Aan Algemeen Bestuur OFGV Bijlage

Afschrift Betreft

Kostprijssystematiek Aanleiding

In het bedrijfsplan is afgesproken dat de OFGV na 3 jaar overgaat van lumpsum-financiering naar een lumpsum-financiering op basis van prestaties en producten. In uw AB-vergadering van 11 december 2014 is besloten eerst het model en de spelregels vast te stellen voordat de financiële doorrekening per partner plaatsvindt. Het bijgaande rapport van TwynstraGudde bevat de uitgangspunten, het model en de spelregels.

Het doel is om tot een systematiek te komen die zowel recht doet aan de behoefte aan inzicht in de kostenstructuur voor de deelnemers als aan de behoefte aan continuïteit bij de OFGV.

Beslispunten

1 Beslispunt De volgende uitgangspunten en spelregels voor de kostprijssystematiek (KPS) vast te stellen:

1. Transparantie: het is inzichtelijk hoe de prijs van producten en diensten tot stand komt.

2. Solidariteit: de tarieven zijn voor alle partners gelijk, bijvoorbeeld reistijd en reiskosten zijn verdeeld over alle producten.

3. Veroorzaker betaalt: de kosten van extra inzet als gevolg van incomplete dossiers en extra eisen aan de producten door de partner komen voor rekening van die partner.

4. Productprijs: de Producten en Diensten Catalogus dient als basis voor de opdrachtverlening waarin producten en diensten zoveel mogelijk tegen productprijs worden aangeboden.

5. Bedrijvenpakket: inrichtinggebonden taken worden in

samenspraak met de opdrachtgevers zoveel mogelijk geclusterd als bedrijvenpakket aangeboden.

6. Niet toerekenbaar: taken die niet aan één partner toerekenbaar zijn zoals ketentoezicht en de handhavingsestafette, worden

opgenomen in het bedrijvenpakket.

7. Niet beschrijfbaar: taken die niet als product te beschrijven zijn zoals relatiebeheer, jaaropdracht en rapportages worden verwerkt als overhead binnen de tarieven.

8. Niet standaard: taken die niet als standaard product aan te bieden zijn zoals calamiteiten, asbestbranden en rechtszaken worden tegen uurtarief aangeboden.

9. Tariefgroepen: er bestaan vijf tariefgroepen met hun eigen tarief, te weten administratie, toezicht, vergunningverlening, expertise en juridische ondersteuning.

10. Extern: inzet voor derden wordt minimaal kostendekkend uitgevoerd maar waar mogelijk verhoogd met een toeslag, zodat de

partners hier financieel voordeel hebben.

11. Meerwerk: ad hoc inzet voor meerwerk wordt mogelijk verhoogd met een inhuurtoeslag.

12. Verrekenen: de KPS dient als uitgangspunt voor de berekening van de bijdrage aan de OFGV en voor de verantwoording van de OFGV aan de deelnemers. Verschillen ten opzichte van de jaaropdracht worden in het volgende jaar door de OFGV in werkzaamheden waar mogelijk verrekend met de partners.

13. DVO: de rol van de dienstverleningsovereenkomst blijft gelijk, hierin worden meerjarig de uitgangspunten voor de afname per partner vastgelegd. Met behulp van de KPS wordt de bijbehorende berekening van de bijdrage per partner voor die afname opgesteld.

14. Geen bezuiniging: de KPS dient primair als sturingsinstrument, niet als bezuinigingsinstrument.

Argument bij

1 Het hanteren van de kostprijssystematiek maakt per

bedrijvencategorie, per product of per uur inzichtelijk wat de kosten zijn en biedt daarmee inzicht in (behaalde) efficiencyvoordelen.

Argument

bij 2, 3 en 4 Het hanteren van standaard productprijzen die voor elke partner gelijk zijn is de basis van de kostprijssystematiek. Reistijd en reiskosten spelen geen rol: een controle in Wijdemeren kost evenveel als een controle in Lelystad. Daar waar een partner afwijkende eisen stelt of dossiers niet digitaal en compleet aanlevert, komen de bijbehorende kosten voor rekening van die partner.

Argument

bij 5 en 6 Door het clusteren van taken in bedrijvenpakketten ontstaan kwaliteits- en efficiencyvoordelen, bijvoorbeeld door efficiënte inrichting van administratieve processen en de inzet van de diverse vakspecialisten bij een inrichting. Het bedrijvenpakket leidt tot het ontzorgen van de partners voor de volledige VTH-taak bij de

bedrijven. Effectieve, efficiënte, vernieuwende aanpakken waarmee betere naleving wordt bereikt of hogere milieudoelen kunnen worden bereikt kunnen door de OFGV worden ingezet zonder daarvoor steeds opnieuw opdracht- en prijsafspraken te maken.

Deze bedrijvenpakketten worden in samenspraak met de

opdrachtgevers bepaald, waarbij maatwerk per partner nodig is.

Het hanteren van bedrijvenpakketten helpt om fluctuaties in de bijdrage te dempen en een daarbij horende extra gang naar de raden en Staten te voorkomen.

Kanttekening

bij 5 De ambtelijke klankbordgroep is verdeeld over de bedrijvenpakketten.

Het afnemen van een bedrijvenpakket voelt volgens sommigen teveel als lumpsum, omdat de relatie tussen aantallen vergunningen en controles versus de financiële bijdrage minder expliciet is. Fluctuaties in de jaaropdracht worden gedempt (volgend jaar 2 vergunningen meer leidt niet meteen tot een hogere bijdrage) terwijl deze

fluctuaties volgens de ambtelijke klankbordgroep soms wel gewenst zijn.

Argument bij

7 Relatiebeheer, de jaaropdracht en de kwartaalrapportages worden niet als aparte producten aangeboden omdat er geen keuzemogelijkheid voor de opdrachtgevers is dit niet af te nemen.

Argument bij

8 Voor een aantal taken zijn geen standaard productprijzen te bepalen omdat er geen ureninschatting van bestaat. Hieronder vallen o.a.

calamiteiten en rechtszaken.

9 evenveel als een juridisch uur. Dit strookt niet met de werkelijkheid.

Argument bij

10 en 11 In afwijkende gevallen kunnen de vijf tarieven worden verhoogd. Bij werk voor derden kan de OFGV winst maken wat ten goede komt aan de partners, mits de OFGV zich niet uit de markt prijst. Bij ad hoc meerwerk voor de partners kan een kostendekkende opslag voor inhuur nodig zijn.

Argument bij

12 Het hanteren van een jaargrens voor afrekening van geleverde producten en diensten past niet bij werkzaamheden die over jaargrenzen heen gaan. Zo kunnen uren gemaakt zijn in november-december terwijl het product geleverd wordt in januari. Het

verrekenen van werkzaamheden over meerdere jaren sluit daar beter op aan.

Argument bij

12 Het verrekenen van werkzaamheden over meerdere jaren helpt om fluctuaties in de bijdrage te dempen en een daarbij horende extra gang naar de raden en Staten te voorkomen.

Argument bij

12 Als een partner gedurende het jaar minder producten afneemt dan geraamd, kan dit leiden tot een verlies voor de OFGV als gevolg van terugbetaling. Het verlies moet door alle 17 partners als eigenaren betaald worden, terwijl zij geen invloed hebben op de afname door één partner. Verrekenen in werkzaamheden voorkomt dit verlies.

Kanttekening

bij 12 De ambtelijke klankbordgroep adviseert volledige financiële afrekening in plaats van verrekening van teveel of te weinig geleverde producten en diensten in het volgende jaar. De financiële afrekening zou

gelijktijdig plaats kunnen vinden met de resultaatbestemming en voorkomt dat er extra reservepotjes bij de OFGV worden gevormd.

Kanttekening

bij 12 De ambtelijke klankbordgroep is van mening dat financieel afrekenen beter past in het baten en lasten stelsel waarin de jaarrekening een getrouw beeld moet geven en de baten en lasten rechtmatig tot stand zijn gekomen. De OFGV meent dat daarvoor geen financiële

afrekening nodig is, zo lang maar inzichtelijk is wat het (in geld uitgedrukte) verschil tussen de jaaropdracht en de jaarrapportage is.

Argument bij

13 De rol van de DVO hoeft niet te veranderen door de inwerkingtreding van de KPS. In de DVO worden meerjarig de uitgangspunten voor de afname per partner vastgelegd. Met behulp van de KPS wordt de bijbehorende berekening van de bijdrage per partner voor die afname opgesteld. Met de DVO herijken de OFGV en de opdrachtgever eens in de drie jaar of de spelregels voor de voorcalculatie kloppen of dat deze aanpassing behoeven.

Argument bij

14 Als instrument om te bezuinigen is de kostprijssystematiek onnodig ingewikkeld. Uitgaande van een lumpsum-financiering is een vijfjarige bezuinigingstaakstelling voor de OFGV geformuleerd. Dit is een

effectief bezuinigingsinstrument gebleken.

Argument bij

14 Inzetten van de kostprijssystematiek als bezuinigingsinstrument vraagt om verduidelijking van de relatie tussen de oorspronkelijk opgelegde bezuinigingstaakstelling en een op de kostprijssystematiek gebaseerde nieuwe impliciete bezuinigingsopdracht. Dat is een

complexe operatie.

Argument bij

14 Als de kostprijssystematiek gebruikt wordt om de opdracht aan de OFGV te verlagen, dan leidt dit tot de verdeling van de kosten over minder producten. Daardoor worden de producten en diensten duurder.

In document 11:00 uur 1 juli 2015 AB-OFGV (pagina 154-160)