• No results found

ST. ELIZABETHS-GESTICHT

In document UIT DE OUDSTE PAPIEREN. (pagina 79-82)

Reinald II stierf in 1343, te vroeg, omdat zijn minderjarige zoon REINALD III, voordat deze de noodige kracht had gekregen om te kunnen regeeren, de

12. ST. ELIZABETHS-GESTICHT

Het Armbestuur was niet gelukkig in het gebruik der met de beste bedoeling gebouwde armenhuizen. De voortdurende ontevredenheid en eindelooze klachten der verpleegden, de aanhoudende afwisseling der bewoners, de lasten der administratie enz. deden het bestuur weldra inzien, dat die toestand onhoudbaar was. In 1853 besloot men het Gesticht zoodanig in te richten, dat onder de leiding van Liefdezusters behoeftigen daar gratis of tegen eenige vergoeding konden worden opgenomen en verpleegd. Achtereenvolgens werden nu de huizen afgebroken en voor de bewoners, door het Armbestuur, in de stad woningen gehuurd. De kosten der eerste verbouwing waren ƒ 9.300, waarvoor ƒ 2.200 aan giften waren binnengekomen.

In 1855 kon het nieuwe Gesticht door zes personen worden betrokken. Maar reeds in 1868 was een uitbreiding noodzakelijk geworden. In Mei 1884 werd een der belendende gebouwen bij het Gesticht getrokken, bestemd voor kostmenschen: het Gesticht kwam zoo in trek, dat al na 40 jaren het aantal kostmenschen tot 40 steeg en het aantal zusters daarvoor noodig van 3 tot 35. Nog steeds heeft dit Gesticht een bloeiend bestaan, en wordt het steeds verbeterd door uitbreidingen en verbouwingen.

13. Het Wezenfonds.

De Aartsbisschop had bij beschikking Sept. 1859 authorisatie verleend tot het scheppen van een gelegenheid in het St. Hubertus-gesticht, om daar, onder leiding der Liefdezusters, tegen billijke vergoeding, op te nemen en op te voeden: weezen of kinderen van het vrouwelijk geslacht, door het Armbestuur of anderen opgegeven.

Hiervoor vond het Hubertusgesticht een uitbreiding, welke ƒ 2.200 kostte: een onbekende weldoener gaf ƒ 1.000 voor dit doel. In 1867 vormde zich een commissie, uit Pastoor, Kerk- en Armbestuur.

bestaande, om bijdragen te krijgen tot stichting van een weezenfonds omvattende: verpleging der weezen in het St. Hubertusgesticht; het stichten van een R.K: Weeshuis met eigen middelen. Aan dit Weezenfonds werd 1 Mei 1879 de oude Pastorie met tuinen op de Geweldigershoek voor ƒ 10.500 verkocht. Toen in 1878 de Eerw.

Zusters van het Sint Hubertusgesticht en het St. Elisabethsgesticht één communiteit werden, omdat in het St. Hubertusgesticht de Lagere School kwam, gingen ook de weesmeisjes mee over naar het St. Elisabethsgesticht, waar zij later onderdak kregen in het huis van de St. Vincentiusvereeniging; dat aan het gesticht was aangebouwd.

De weesjongens werden uitbesteed.

14. Bij de oprichting der Kerkelijke Hiërarchie in 1853 werd Zutphensche statie officieele parochie, onder de naam van de Parochie van den H. Johannes de Dooper. Den 27sten Januari 1868 werd Gorssel van de parochie Zutphen afgescheiden en tot een zelfstandige parochie verheven.

15. 19 November 1849 werd door den Heer Lux, President van de Hoofdraad in Zutphen de ST. VINCENTIUS VEREENIGING geïnstalleerd. In 1853 werd het liefdewerk der spijskokerij opgericht, en in 1861 onder presidentschap van. J. Weevers, de grondslag gelegd voor een leesbibliotheek.

16. Het registrum memoriale geeft een reeks KOSTBARE GESCHENKEN, in de laatste eeuw aan de kerk gegeven: eenige slechts kunnen we hier opnoemen: 1848: communiebank; 1849:

prachtige paramenten (koorkap, kazuifel, dalmatieken); 1854:

kruisweg; 1863: preekstoel en doopvont; 1868: nieuw hoogaltaar, nieuwe vloer; 1870: vijf geschilderde ramen; twee zijaltaren; 1873:

polychromie van altaar enz.; 1874: verzilverde kandelaars; 1882:

vloertje onder doopvont; 1885: H. Hartbeeld; 1887 en later:

geschilderd raam naast Maria-altaar; polychromeering der kerk;

Mariabeeld; twee geschilderde ramen (Zuidzijde en Noordzijde);

triomfkruis; schildering achterwand Maria-altaar; godslamp;

zilveren wierookvat; koperen kandelaars, koperen kruis, Maria-altaar, vloerkleeden, ciborie's, paramenten; 1912: nieuwe kruisweg;

1929: vier nieuwe gebrandschilderde ramen in priesterkoor. In 1909 werd het Priesterkoor opnieuw gepolychchromeerd en een nieuw glasraam: “Doop van Christus” geplaatst, In 1929: restauratie: toren van de kerk, wegbreken van kosterswoning, tegen den toren gebouwd, bouw van nieuwe sacristie: alles onder architectuur van Wolter te Riele. De namen der milde gevers-parochianen waren o.a.

(de meeste waren echter onbekende weldoeners): Jhr. van Nispen uit Gorssel; Gebr. Braakman; Baron van Hövell; freule de Bellefroid;

Weled. Heer F. Mähler; J. H. Weevers; Mej. Wed. Tolkamp-Elias;

Antoon Mähler; Mej. Elisabeth Scholten; L. Kronenburg enz.

17. In 1897 werd in Zutphen, vooral door medewerking van den Heer Wüstefeld, de R. K. WERKLIEDENVEREENIGING gesticht, die geleidelijk door den arbeid van de Geestelijkheid en de Besturen van Stands- en Vakorganisatie's in bloei kon toenemen. Deze Vereeniging bezit een eigen mooi gebouw in de Halterstraat, een groot pand, in alle opzichten geschikt voor de noodzakelijke vergaderingen der eigen leden, maar ook nog dienstig voor het verdere vereenigingsleven in de parochie ter organiseering van uitvoeringen, feestavonden en propaganda-bijeenkomsten.

18. Van zeer groot belang, niet alleen voor de Zutphensche katholieken,

maar ook voor heel Zutphen en omgeving, was de stichting van HET R.K. ZIEKENHUIS ST. WALBURGIS IN 1927. Vooral na de uitbreiding van het Ziekenhuis in 1933 en na de steeds voortgezette technische verbeteringen werd dit ziekenhuis een model-instituut, waar katholiek Zutphen trotsch op mag zijn. De Kleine Zusters van den H. Jozef (Moederhuis Heerlen) hebben de bediening ervan. Op het oogenblik zijn er 24 zusters werkzaam.

###

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, hoe de katholieke parochie zich na den tijd van vervolging geleidelijk heeft kunnen herstellen tot EEN VOLWAARDIGE PAROCHIE met eigen scholen, met eigen Gestichten voor ouden van dagen, voor pension-gelegenheden, voor ziekenverpleging, met een eigen Begraafplaats, met eigen vergadergelegenheden in het St.

Hubertusgesticht en het St. Jozef gebouw met eigen sportterrein. De Parochiekerk ziet er welverzorgd uit; de Pastorie werd in 1934 verbouwd tot een waardig en ruim woonhuis voor de parochie-geestelijken.

Ook het geestelijk leven der parochianen nam steeds in bloei toe; het aantal ontvangen communies vermeerderden zich jaarlijks, de gehouden geestelijke oefeningen kregen steeds drukker bezoek, het katholiek vereenigingsleven bouwde zich vooral bij de jeugd steeds verder uit, en openbaarde een immer grootere activiteit en intensiteit. Wanneer men het Parochie-boekje, bevattende gegevens omtrent kerk en vereenigingsleven ("Katholiek Zutphen", uitgave 1936) doorleest, dan ervaart men pas ten volle de gewaarwording, hoe er door de parochie-geestelijkheid in de verloopen tientallen van jaren een machtig werk gedaan is kunnen worden met medewerking van Gods genade en van vele toegewijde Zutphensche parochianen. Deze Pastoors mogen daarom dan ook met eere hier nog vermeld worden: na het eervol ontslag, dat Deken H. R. Huberts in 1876 ontving; kwam 1 October Deken J. M. van Oppenraaij die, wederom na eervol ontslag, 1 October 1896 werd opgevolgd door Deken J.B. Guiting.

Zijn opvolger: Deken Christ. van Elmpt kwam in Zutphen 12 Augustus 1905 en bleef hier werkzaam tot 24 November 1933, toen Deken J. H. Scholte op Reimer hem opvolgde, die tot heden de parochie met herderlijke zorg bestuurt. A1s medewerkers werden van 1838 af aangesteld achtereenvolgens de KAPELAANS: ten Bolscher; Staal; te Welscher; H. H. Nieuwenhuis; H. J.

de Jong; A. F. Louwerens (alhier overleden); van Groeningen; 1866: L. J. van den Bosch; 1868: de Hosson; 1869: ten Bokum; 1874: de Cruyff; 1875: H. J.

van de Wetering (de latere Aartsbisschop) ; 1881: J. M. Nagels; 1882: R. ter Horst; 1882: G. S. Kronabel; 1889: H.M. Remmers; 1894: C. Laarhoven;

1895: F. J. Bosselaar; 1897: J. van der Maat; 1899: G. B. ten Hove; 1903: J.

Hermsen; 1905: Theodorus Huurdeman (de tegenwoordige Vicaris-Generaal); 1906· Dr. J. van Oppenraay; 1912: H. Brugman; 1913: W.

Boelens; 1919: W. Büter; daarna J. L. Veeger, J. B. Barree, C. S Uytterwaal, G. F. H. Veldhuis en F. A. Smit. De geestelijke verzorging in het R.K.

Ziekenhuis werd waargenomen door de opvolgende Rectoren: Wilmink, A.

Verholt en G. Jansen (1938).

EINDE

Zutphen, September 1938. Kapelaan F. SMIT.

In document UIT DE OUDSTE PAPIEREN. (pagina 79-82)

GERELATEERDE DOCUMENTEN