• No results found

ELIZABETH TAYLOR

In document 't Zonneke WZC Zonnewende Maart 2021 (pagina 31-37)

Elizabeth Taylor is geboren in Hampstead (een wijk in het Engelse Londen) op 27 februari 1932. Ze werd geboren met zowel een Brits als een Amerikaans paspoort. Haar ouders kwamen oorspronkelijk uit Kansas (een staat van Amerika). Vader Taylor was een kunsthandelaar, moeder was actrice die stopte nadat ze in het huwelijk was getreden.

Op driejarige leeftijd ging Elizabeth voor het eerst op balletles. Als Groot-Brittannië steeds meer betrokken raakt bij de Tweede Wereldoorlog (in 1939) besluit het gezin terug naar Amerika te verhuizen. Ze trekken naar Los Angeles waar ze familie hadden wonen. Op zeer jonge leeftijd –reeds op haar 9e- debuteert Elizabeth op het witte doek in een ilm van Universal Studios. Dat contract werd echter niet verlengd en Elizabeth gaat naar Metro-Goldwyn-Mayer (MGM). Als 11-jarige speelt ze mee in “Lassie come home”. Een jaar later krijgt ze de hoofdrol in de ilm “National Velvet”. De ilm lokt heel wat kijkers en brengt meer dan 4 miljoen dollar op. MGM bood haar een lange termijn contract aan. Naast het acteren studeerde ze aan de University High School in LA. In 1950, op haar 18e, studeerde Elizabeth af en

behaalde ze haar diploma.

Elizabeth bewees op haar 18e dat ze niet enkel als kind goed kon acteren maar dat ze ook als volwassene kon meedraaien in de acteerwereld. Elizabeth had een verbluffend uiterlijk, wat haar zeker geen windeieren zal hebben gelegd. Ze speelde op haar 18e mee in “Father of the bride” en een jaar later speelde ze mee in liefst drie ilms “The Last Time I Saw Paris”,

“Rhapsody” en “Elephant Walk”. Elizabeth schitterde niet enkel op het witte doek. Ze speelde ook in een aantal televisieseries en op het toneel. Elizabeth speelde nog mee in o.a. “A Place in the Sun”, “'Cat on a Hot Tin Roof”, “Suddenly Last Summer” en “Butterield 8”. Ze speelde meer dan ‘het mooie meisje’. Ze kon ook echt een personage emotioneel vorm geven en kreeg tijdens haar leven tal van onderscheidingen hiervoor.

Elizabeths leven kenmerkt zich niet alleen om de vele ilms waarin ze heeft geschitterd maar waar ze misschien het meest om herinnerd blijft zijn haar vele huwelijken. Zo zal ze

uiteindelijk 8 keer in het huwelijk treden (met 7 verschillende mannen). Op piepjonge leeftijd treed Elizabeth voor de eerste keer in het huwelijk. Ze is 18 jaar en verliest haar hart aan Conrad Hilton Junior. Hun huwelijk houdt één jaar stand. Een jaar later, in 1952, huwt ze met Michael Wilding. Hun huwelijk duurt 5 jaar en samen krijgen ze twee zonen (Michael Wilding Jr. en Christopher Edward Wilding). In 1957 stapt ze in huwelijksbootje drie met Michael 'Mike' Todd. Ze krijgen samen een dochter (Liza Todd). Hun huwelijk is echter van korte duur als Mike Todd in 1958 komt te overlijden bij een vliegtuigcrash. Lang blijft Elizabeth niet alleen. In 1959 leert ze Eddie Fisher kennen, de man van haar beste vriendin, en huwen ze. Het huwelijk houdt 5 jaar stand. In 1964 is het de beurt aan Richard Burton. Elizabeth en Richard worden het showbizzkoppel van de jaren 60. Ze spelen samen in wel 10 ilms waaronder de

succesvolle prent “Who's Afraid of Virginia Woolf”. Deze ilm doet Elizabeth in de prijzen vallen, ze mag nl. een Oscar in ontvangst nemen.

Het huwelijk van Elizabeth en Richard houdt goed stand. Richard erkent zelfs dochter Liza en samen adopteren ze Maria. Na tien jaar komt er dan toch een einde aan het getrouwde leven.

In 1974 scheiden ze. Toch kunnen ze niet zonder elkaar. Na een jaar willen ze hun relatie een tweede kans geven en bezegelen ze die zelfs met een huwelijk. De hereniging is echter van korte duur. Na een jaar terug getrouwd te zijn barst het sprookje echt uit elkaar. De media heeft er van kunnen smullen.

Elizabeth zal zich in 1976 voor de 7e keer in de echt verbinden. Ze geeft haar jawoord aan John Warner. Hun huwelijk duurt tot 1982. Hierna valt het liefdesleven van Elizabeth een tijdje stil. In 1991 ontmoet ze Larry Fortensky en trouwt ze voor de 8e en laatste keer. In 1996

scheiden ook hun wegen. Nadien gaat Elizabeth door het leven als een alleenstaande vrouw.

Naast actrice en ‘hollywood-persoonlijkheid’ was Elizabeth ook oprecht en vaak bezig met liefdadigheid. Ze hield zich vooral bezig met goede doelen rond aids en richtte zelfs haar eigen fonds op.

Ze heeft ook twee parfumlijnen op de markt gebracht die haar veel geld hebben opgebracht.

Tijdens haar leven kampte Elizabeth regelmatig met gezondheidsproblemen. Zo brak ze 5 keer haar rug, overleefde ze een hersentumor en heeft ze tweemaal een levensbedreigende

longontsteking gehad. Op het einde van haar leven leed ze aan hartfalen. Op 23 maart 2011 overlijdt de lamboyante actrice op 79-jarige leeftijd.

SPORT

VAN DE MAAND

JUDO

Judo wordt gecategoriseerd als vechtsport en vindt zijn oorsprong in Japan. Alle benamingen die met de sport te maken hebben zijn dan ook in het Japans. Het doel van de sport is de tegenstander op de rug te krijgen door zoveel mogelijk gebruik te maken van zijn snelheid en kracht. Anders gezegd, je eigen balans trachten te behouden en terwijl je tegenstander uit balans brengen. En dit binnen een terrein dat wordt afgebakend door de tatami en met naleving van bepaalde regels om de tegenstander vast te pakken.

Judo is een sport met tal van rituelen. Enkele van die rituelen zijn: de mat groeten, het formele verbod om met schoenen op de tatami (= judomat) te komen, de leraar groeten aan het begin van de les, de tegenstander groeten voor elke oefening, enzovoort. Tijdens het groeten van de leraar staan de leerlingen in volgorde van graat op een rij. Zo wordt ook duidelijk welke plaats de judoka’s hebben.

Judo is een toegankelijke sport. Het is betaalbaar (weinig materiaal nodig), geschikt voor elk iguur en elke leeftijd. De trainingen verlopen per leeftijdscategorie. De judoka’s krijgen oefeningen aangepast aan hun gewicht en lichaamslengte.

Geschiedenis

Judo is ontstaan rond 1882 in Japan. Jigoro Kano (die leefde van 1860 tot 1932) was de

grondlegger van de Japanse

zelfverdedigingskunst. Judo betekent letterlijk ‘de zachte weg’.

Jigoro Kano was als kind een klein en mager ventje. Hij werd gepest maar durfde zich niet te verdedigen. Rond zijn 16e ging hij naar een Jiu-jitsu school. Hij had gehoord dat je daar leerde hoe je een grote en sterke tegenstander kon verslaan. De lessen gaven hem meer conditie en maakten hem fysiek en mentaal sterker.

Jigoro werd gewaar dat de trainingen best zwaar waren. Je mocht er namelijk stoten met de vuisten, trappen met de voeten en steken met de vingers. Jigoro werd wel eens smalend

‘Bansoko’ (= pleister) genoemd, omdat hij wel eens gehavend van een training kwam en pleisters nodig had.

Jigoro vond Jiu-jitsu een ijne sport maar vond dat het ook anders kon. Hij begon dingen uit te proberen, trainde veel en kwam dan in 1882 met ‘Kodokan judo’. Deze sport was veiliger om uit te oefenen. Bij het Jiu-jitsu moest je je tegenstander verslaan, soms konden ze zelfs niet meer opstaan. Judo was meer een spel van werpen en onder controle houden zonder te kwetsen. Jigoro wilde niet dat het bij een fysiek spel bleef. Hij wilde ook de geest trainen en er als het ware een ilosoie of levenshouding van maken.

Jigoro had twee belangrijke kenmerken voor ogen. Enerzijds ‘maximale effectiviteit met minimale inzet’. Je gebruikt hiervoor zowel lichamelijke als geestelijke energie. Anderzijds is er

‘wederzijds proijt en welbevinden’. Het komt er op neer respect te hebben voor jezelf en

anderen zoals je tegenstander en samenwerkend te leren. Ook werd er door Jigoro een morele code bedacht. Elke judoka houdt zich aan volgende waarden: beleefdheid, moed, oprechtheid, zelfbeheersing, eer, bescheidenheid, vriendschap en respect. Een duidelijk verschil dus met andere vechtsporten.

In 1964 stond de sport voor het eerst op het olympisch programma tijdens de Zomerspelen in Tokio. Sindsdien zijn best al wel wat Belgische judoka’s met een olympische medaille

huiswaarts gekeerd. Denk maar aan Ingrid Berghmans, Robert Van de Walle, Ulla Werbrouck, Gella Vandecaveye, Harry van Barneveld en recenter Charline Van Snick en Dirk Van Tichelt.

Technieken

Er zijn verschillende soorten technieken te leren. Er zijn werptechnieken, controletechnieken en slagtechnieken. Verder zijn er ook nog verwurgingen en beenworpen. Een goede judoka kan de meeste technieken goed beheersen. Drie belangrijke kenmerkende elementen zijn:

controle, kracht en snelheid.

Als judoka moet je zowel mentaal als fysiek in topconditie zijn. Je moet veel kracht kunnen zetten maar ook lenig en soepel zijn. Daarnaast zijn lichaamsbeheersing en concentratie ook uiterst belangrijk.

Materiaal

De sport wordt uitgevoerd in een judogi (= hele judopak). Tijdens de trainingen dragen alle judoka’s een wit pak. Bij wedstrijden oorspronkelijk ook, maar de scheidsrechters hadden moeite om de twee judoka’s uit elkaar te houden. Hierdoor werden blauwe judogi’s ingevoerd.

Jongens/mannen dragen enkel ondergoed onder hun judogi. Meisjes en vrouwen dragen zowel ondergoed als een wit t-shirt.

De band die het judopak bijeenhoudt is de obi en zijn er in verschillende kleuren. Afhankelijk van hoe lang en hoe goed de judoka is krijgt hij/zij een andere kleur obi. Beginners krijgen een witte obi. Nadien kunnen nog geel, oranje, groen, blauw en bruin volgen. Voor de echt goede judoka’s zijn er nog de zwarte band, de rood-wit geblokte band en de rode band. De rode band wordt bijna niet behaald. De laatste band is de brede witte band. Deze is echter enkel door Jigoro Kano behaald na zijn dood.

Termen

Enkele veelgebruikte judotermen zijn: judoka = judo beoefenaar, sensei = meester/leraar, kyu

= leerling, dojo = oefenzaal en tatami = de judomat in de oefenzaal.

FABELDIER

VAN DE MAAND

DRAAK

Een draak is een fabeldier, de kans dat je er op de aardbol één gaat tegenkomen is quasi nihil.

Een draak lijkt op een slang of een reptielachtig dier. Het woord draak is afgeleid van het Griekse woord “drakoon” dat ‘slang’ betekent.

Er is een grote diversiteit onder de draken. De ene draak heeft bijvoorbeeld vleugels waarmee hij kan vliegen, de andere kan vuurspuwen en dan zijn er nog met meerdere hoofden. Er zijn er ook die zich gedragen als een slang en giftig speeksel hebben.

Draken zijn erg bekend. Iedereen kan er zich wel iets bij voorstellen. Er zijn talloze

voorstellingen van draken doorheen de middeleeuwen en de moderne tijden. Draken stonden lange tijd synoniem met kwaadheid en goudzucht. Denk maar aan de legende van Sint Joris en de draak. De laatste tientallen jaren krijgen draken ook andere rollen toegewezen. Ze worden meer aanzien als wijs, krachtig, alwetend en vol levenskracht. Hierdoor zijn ze veelzijdiger geworden en steeg hun populariteit. Ze zijn niet enkel meer des duivels. In het Oosten (China) werden draken altijd al erg bewonderd. Daar staan ze bekend om hun voorspoed,

vruchtbaarheid en wijsheid.

De veelzijdigheid van draken maakt van hen de ideale krijgscompagnon. Film- en seriemakers halen hier de laatste jaren ook hun inspiratie uit. Zij brachten series uit zoals ‘Game of Thrones’

(een fantasiereeks, lopende van 2011 tot 2019) en ilms zoals ‘How to train your dragon’ (een animatieilm uit 2010 met enkele sequels).

In document 't Zonneke WZC Zonnewende Maart 2021 (pagina 31-37)

GERELATEERDE DOCUMENTEN