• No results found

De eisen van de wetgever

In document Zorgen voor de markt (pagina 31-37)

4.2.1 Algemeen

Het belangrijkste uitgangspunt wat betreft de wetgever voor jaarrekeningen in Nederland staat genoemd in artikel art.2:362 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon.

Onder jaarrekening verstaat de wet de enkelvoudige jaarrekening die bestaat uit de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting, en de geconsolideerde jaarrekening indien de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening opstelt3. Naast artikel 362 worden in andere artikelen allerlei eisen gesteld waar de jaarrekening aan moet voldoen en waar de onderneming aan moet voldoen om de jaarrekening op te kunnen stellen. Er worden bijvoorbeeld punten genoemd die de organisatie verplicht moet vermelden in haar jaarrekening. Een overzicht hiervan is te vinden in bijlage 1. Overigens is een gedeelte van de ondernemingen in Nederland vrijgesteld van een gedeelte van deze publicatieplicht omdat het omwille van haar omvang niet reëel is. De vrijstellingen gelden voor het midden- en kleinbedrijf en zijn vastgelegd in artikel 2:396BW en 2:397BW.

3 Art. 2:361lid1BW

4.2.2 Zorginstellingen

Voor zorginstellingen geldt dat een groot deel van de organisatie hiervan in Nederland geregeld is in de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Deze wet stelt verschillende eisen waar een instelling aan moet voldoen om in Nederland een vergunning te krijgen om zorg te mogen verlenen. In artikel 5 staat wat precies onder een zorginstelling verstaan wordt. Dit is namelijk een instelling die zorg levert waarop aanspraak gemaakt wordt vanuit de AWBZ4 of de Zvw5.

De eisen die in deze wet worden gesteld op het gebied van externe verslaggeving zijn onder andere geregeld in artikel 15 en 16;

Artikel 15 WTZi

Het bestuur van een instelling stelt overeenkomstig door Onze Minister, voor zoveel nodig in overeenstemming met Onze Ministers die het mede aangaat, te stellen regelen de begroting, de balans en de resultatenrekening alsmede de daarbij behorende toelichting met betrekking tot de instelling vast en legt volledige afschriften daarvan ter inzage voor een ieder ter plaatse, door Onze Minister te bepalen.

Artikel 16 WTZi

Het bestuur van een instelling, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur

aangewezen categorie, verstrekt aan Onze Minister of aan een bij die maatregel aangewezen bestuursorgaan de bij of krachtens die maatregel omschreven gegevens betreffende de exploitatie van de instelling.

In de wet staat dus dat een zorginstelling haar jaarrekening moet publiceren volgens de eisen die de minister stelt in een ministeriele regeling en dat deze ook openbaar gemaakt moet worden op een in deze regeling te bepalen plaats. Deze ministeriële regeling heet regeling verslaggeving WTZi. Daarnaast bestaat er ook nog een uitvoeringsbesluit WTZi, hierin staat dat deze

4 Artikel 6 WTZi

publicatieplicht niet voor alle zorgverlenende instellingen geldt maar uitsluitend voor instellingen voor medisch specialistische zorg (ziekenhuizen) en een aantal soorten AWBZ-instellingen6.

In de regeling verslaggeving WTZi staat uitvoerig uitgelegd welke punten er allemaal in het jaarverslag moeten komen. De eerste eis die genoemd wordt is dat Titel 9 Boek 2 BW van overeenkomstige toepassing is op de jaarverslaggeving van zorginstellingen, uitgezonderd enkele bepalingen die alleen van toepassing zijn voor besloten en naamloze vennootschappen. Daarnaast zijn er nog een aantal afwijkende of aanvullende eisen. Zo moet de jaarverslaggeving verplicht ingericht worden volgens RJ-richtlijn 655, zijn de verplichtingen uit art.2:383e BW ook op zorginstellingen van toepassing, moet de raad van toezicht ook in een verslag verantwoording afleggen over haar handelen en wordt de balans en resultatenrekening opgesteld volgens een vastgesteld model dat in de richtlijnen staat7. Een verdere uitwerking van dit model, waar zorginstellingen overigens verplicht aan moeten voldoen8, is te vinden op www.jaarverslagenzorg.nl. Hierin zijn alle eisen die aan de jaarrekening van de zorginstelling gesteld worden verwerkt. Een totaaloverzicht (Titel 9 Boek 2 BW en aanvullende eisen uit de regeling verslaggeving WTZi) is opgenomen in de bijlagen.

Aangezien Titel 9 van boek 2 van het burgerlijk wetboek ook van toepassing is op zorginstellingen moeten zij naast een jaarrekening ook een jaarverslag of bestuursverslag publiceren. De eisen hieraan zijn natuurlijk ook die vanuit het burgerlijk wetboek, maar daarnaast zijn er ook verschillende eisen genoemd in de bijlage bij de regeling verslaggeving WTZi. Hiervan is een overzicht opgenomen in bijlage 2.

4.2.3 De verschillen

Als je Titel 9 van boek 2 van het burgerlijk wetboek naast het model voor zorginstellingen legt, valt vooral op dat voor zorginstellingen veel specifieker is beschreven welke informatie exact in

6 Artikel 2.1 lid 5 Uitvoeringsbesluit WTZi 7 Artikel 3 Regeling verslaggeving WTZi 8 Artikel 9 Regeling verslaggeving WTZi

de jaarrekening moet. Sommige dingen zijn vooral een uitwerking voor zorginstellingen van de dingen die het BW vraagt, andere dingen zijn meer een toevoeging aan Titel 9. Het eigen vermogen van zorginstellingen is bijvoorbeeld verdeeld in, kapitaal, collectief gefinancierd gebonden vermogen en niet-collectief gefinancierd vrij vermogen. Dit is niet per se anders dan in het burgerlijk wetboek staat, maar aangezien alle zorginstellingen hieraan voldoen is dit ook in de modeljaarrekening verwerkt. Daarnaast zijn er ook bepaalde items die voortvloeien uit het feit dat het een stichting en non-profit instelling is. Zo moet er verplicht informatie worden opgenomen over het wettelijk toegestane budget en de realisatie daarvan. Aan de andere kant staan er in Titel 9 ook veel dingen die specifiek van toepassing zijn op vennootschappen. Deze zijn er dan logischerwijs weer niet in verwerkt.

Als we in grote lijnen de daadwerkelijke toevoegingen op Titel 9 boek 2 BW bekijken kunnen we de volgende lijst van punten opnoemen die daadwerkelijk anders zijn.

• In de modeljaarrekening is een kasstroomoverzicht opgenomen. Dit is niet verplicht vanuit Titel 9 boek 2 van het burgerlijk wetboek.

• De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn veel verder uitgewerkt, waar in het burgerlijk wetboek alleen genoemd wordt dat deze opgenomen moeten worden, worden ze in de modeljaarrekening punt voor punt uitgewerkt.

• De activaposten zijn in de modeljaarrekening wat verder opgesplitst in verschillende categorieën maar zijn in principe wel hetzelfde.

• De toelichting bij de belangen in andere rechtspersonen is in de modeljaarrekening veel verder uitgewerkt dan vanuit Titel 9 vereist is. Vermeld moet worden de naam, rechtsvorm, woonplaats, kernactiviteit, verschaft kapitaal, kapitaalbelang in %, eigen vermogen en het resultaat. Deze deelnemingen worden ook nog eens uitgesplitst naar het soort belang dat de instelling heeft.

• De voorraden zijn in de modeljaarrekening uitgesplitst naar soorten artikelen.

• Het onderhanden werk is verder uitgesplitst naar het A- en B-segment, ook worden vooruitontvangen betalingen hierop in mindering gebracht.

• Er zijn in de modeljaarrekening posten opgenomen voor een financieringstekort of – overschot, dit is niet van toepassing op de meeste vennootschappen en ook niet opgenomen in BW2.

• Effecten moeten in de modeljaarrekening gespecificeerd worden.

• Het verloopoverzicht, dat weliswaar verplicht is vanuit het BW, is in de modeljaarrekening precies voorgeschreven. Immateriële en materiële vaste activa worden opgedeeld in WTZi-vergunnigsplichtige activa, WTZi-meldingsplichtige activa, WTG-gefinancierde vaste activa en niet-WTZi/WTG-gefinancierde vaste activa. Daar onder vallen weer de verschillende items in de categorieën, er hoeven alleen nog getallen te worden ingevuld. • Onderhanden projecten worden in de modeljaarrekening gespecificeerd en projectgegevens

moeten worden vermeld.

• In de modeljaarrekening is een specificatie van langlopende schulden per lening vereist. • In de modeljaarrekening zijn bedrijfsopbrengsten opgesplitst naar categorie.

• Ook in de resultatenrekening van de modeljaarrekening is een post opgenomen over het wettelijk budget.

• De opbrengsten van de DBC’s van het B-segment moeten verder gespecificeerd worden. • De opbrengsten van de niet gebudgetteerde zorgprestaties moeten verder gespecificeerd

worden.

• Overige bedrijfsopbrengsten moeten verder toegelicht worden. • Afschrijvingen moeten verder toegelicht worden.

• Overige bedrijfskosten moeten verder toegelicht worden.

• In de modeljaarrekening moet de bezoldiging van bestuurders per bestuurder worden vermeld en uitvoerig toegelicht worden. Dit wordt ook wel vereist in Titel 9 maar dan geldt het alleen voor Naamloze Vennootschappen zonder aandelen op naam.

Ook voor het jaarverslag zijn in zowel Titel 9 als in de regeling verslaggeving WTZi regels opgesteld. Belangrijk hierbij is te bedenken dat BW 2 Titel 9 ook van toepassing is op zorginstellingen9 en wat er in daarnaast nog in de regeling genoemd wordt dus een aanvulling hierop is. Wat hier vooral aan opvalt, is dat vanuit het burgerlijk wetboek het jaarverslag vooral

op risico’s en toekomstverwachtingen is gericht, de organisatie moet iets zeggen over de (gelopen) risico’s en de verwachtingen en plannen voor de toekomst. In de regeling verslaggeving WTZi is de informatie daarnaast ook vooral gericht op de doelen die de organisatie heeft behaald op allerlei (niet financiële) gebieden zoals patiënten, personeel en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Punten die in de regeling verslaggeving WTZi staan:

• Uitleg over de uitgangspunten die gehanteerd zijn bij het opstellen van het jaarverslag en het proces om tot het jaarverslag te komen.

• Het profiel van de organisatie (inclusief kernactiviteiten), een ontwikkeling van de belangrijkste indicatoren, de groepsstructuur en een overzicht van de belangrijkste belanghebbenden en hun relatie tot de organisatie.

• Uitgebreide informatie over governance binnen de organisatie (functioneren van het bestuur en het toezichthoudende orgaan).

• Informatie over de wijze waarop de instelling haar bedrijfsvoering en beheersingsmaatregelen heeft ingericht.

• Informatie over de door de cliëntenraad uitgebrachte adviezen en de met de cliëntenraad besproken onderwerpen.

• De prestaties van de instelling op verschillende prestatie-indicatoren op verschillende prestatievelden (patiënten, personeel, samenleving).

In document Zorgen voor de markt (pagina 31-37)