• No results found

Hoofdstuk 4 Sandercock: Towards Cosmopolis

4.7 Eigen visie op Cosmopolis

Dit hoofdstuk had enerzijds als doel weer te geven hoe de zienswijze van Leonie Sanderock over het plannen van multiculturele steden eruit ziet. Anderzijds is gekeken hoe de Nederlandse multiculturele samenleving tot uiting komt in beleid. Sandercock ziet een keerzijde aan de geschiedenis van de moderne planning, die tot nu toe is toegepast. De moderne planning representeerde slechts een klein gedeelte van de bevolking in steden, terwijl er systematisch groepen werden uitgesloten. De komst van sociale bewegingen zorgde ervoor dat ook ‘andere’ groepen in de samenleving opvielen en aandacht kregen. Sandercock geeft vervolgens aan dat wetenschappers vanuit de geschiedenis niet gewend zijn om oog te hebben voor de gehele maatschappij, maar dat dit in tijden van diversiteit en multiculturaliteit van het grootste belang is. Er kan geen sprake zijn van één waarheid, maar het is wel mogelijk om alle delen van de werkelijkheid weer te geven. Er is behoefte aan een ‘new cultural politics of difference’, wat uitgangspunt moet worden van het ontwikkelen van beleid. De ‘verscheidenheid’ van de samenleving, dat wil zeggen de diversiteit en hiermee ook de verschillen, moet kunnen worden weergegeven in beleid. Sandercock noemt hierbij niet alleen de onderwerpen en uitkomsten van beleid, maar ook de manieren waarop kennis verzameld kan worden en beleid geformuleerd.

De verscheidenheid van de samenleving kan volgens Sandercock alleen worden gepresenteerd als planners en bestuurders van steden gaan luisteren naar de ‘voices of the borderlands’, de stemmen van de gemarginaliseerden in de stad. Diegenen die ‘anders zijn’, wat in een multiculturele stad betekent een ‘andere culturele identiteit’. Dit is met name handelbaar op een collectief niveau. Wat ook al bleek uit hoofdstuk 2 is dat het vormgeven van een culturele identiteit vooral een collectief en sociaal proces is. De groepen die ‘anders’ zijn in de samenleving moeten nu juist de kans krijgen zich te laten horen. Door diversiteit als uitgangspunt te nemen in beleid kan uiteindelijk Cosmopolis gevormd worden. Een stad of regio waarbij er werkelijk contact, respect en ruimte is voor de 'culturele' ander en men samenwerkt om collectieve doelen te bereiken. De multiculturaliteit van een stad moet niet meer als bedreiging worden gezien, maar als kans. Cosmopolis is echter vooral een Utopia, een droombeeld, wat nooit bereikt zal kunnen worden, maar om deze reden is met name het proces van belang. De omgang en samenwerking met de ‘culturele ander’.

Ook de Nederlandse planning is een product van moderne filosofieën. Beleid omtrent de ruimtelijke ordening is grotendeels weergegeven door nota’s, die blauwdrukken vormden voor de inrichting. De laatste jaren is er wel sprake van meer flexibiliteit en is de interactie met de bevolking als ‘consument’ tevens van belang. Bijzondere aandacht is er voor de ontwikkeling van stadsvisies, waar dit onderzoek op gericht is. Het zoeken naar de stedelijke identiteit door middel van beelden en verhalen verkregen door interactie met de burgers is een van de speerpunten van Nederlandse steden. De ruimte in Nederland is grotendeels ingericht, ruimtelijke ordening richt zich op de herinrichting en sociale vernieuwing van de ruimte. Hierbij is vooral de mens in de ruimte van belang, deze heeft een eigen identiteit en dit is bepalend voor zijn of haar gedrag in de ruimte. In dit onderzoek zal worden gekeken of de ‘difference’ benadering van Sanderock, met als basis van verschillen de culturele achtergrond, van toepassing kan zijn op het formuleren van stadsvisies. Waarbij het proces het belangrijkste zal zijn, omgang en samenwerking tussen de vele actoren in de stad.

Het formuleren van beleid wordt in sommige gevallen al gebaseerd op verschillen in culturele achtergrond. In dit hoofdstuk zijn tevens een aantal onderzoeken voorbij gekomen die ingingen op de culturele verschillen tussen groepen. Deze zijn indirect en direct gericht op ruimtegebruik en –

127

VROM-raad, 2002, p. 17-18

128

beleving en kunnen tevens verklaringen geven voor de uitkomsten van het praktijkonderzoek in hoofdstuk 6. Bij het onderzoek naar de dagindeling van allochtonen kwam naar voren dat de problemen waar men tegenaan loopt niet zozeer verschillen van autochtonen in gelijke sociaal- economische positie, maar dat de manier van oplossen wel verschillend is. De culturele achtergrond is hierbij mede bepalend. In het onderzoek naar Multicultureel bouwen en wonen komt vooral naar voren dat de culturele achtergrond in eerste instantie niet bepalend is bij woonwensen en behoeftes. De basiseisen worden bepaald door de sociaal-economische positie van individuen. Culturele preferenties komen pas boven als aan de basiseisen is voldaan. Deze zijn ook meer gericht op de woonomgeving dan op de woning zelf.

Bij de ontwikkeling van stadsvisies moet de ‘difference’ benadering volgens Sandercock wel worden toegepast, maar het is nog niet goed duidelijk of dit ook direct de culturele verscheidenheid dient te reflecteren. Omdat uit onderzoek is gebleken dat verschillen die er zijn tussen groepen veelal niet gebaseerd zijn op de culturele achtergrond, maar eerder te maken hebben met de sociaal- economische positie en leeftijd. Door de culturele achtergrond van groepen kunnen ze wel speciale behoeftes en wensen hebben, dit lijkt meer een rol te spelen op detailniveau. Hierbij kan ook geconcludeerd worden dat het op stadsniveau niet zo’n grote rol kan spelen, maar op wijk en buurtniveau waarschijnlijk wel.

Er dient dan ook naar alle mensen geluisterd te worden en iedereen moet de kans krijgen zijn of haar verhaal te laten horen. De moeilijkheid ten aanzien van de culturele identiteiten zit hem vaak hier in. Als er al de wil is van de bestuurders en planners van de stad om te luisteren naar de ‘culturele ander’, is het vervolgens aan de ‘culturele ander’ om van zich te laten horen. Hier zijn wellicht andere methodes voor nodig om deze groepen te bereiken en hen te bewegen om actief na te denken over hun stad. Dat is ook precies waar het in de ‘difference’ benadering uiteindelijk om draait, er moeten nieuwe manieren worden gevonden, waarbij ook diegene die het lastigst te bereiken zijn, ook de kans krijgen mee te denken en praten in het proces.

Na behandeling van Sandercock ben ik ook gaan nadenken over mijn eigen Utopia, hoe zou mijn Cosmopolis eruit komen te zien? Ik ben het met Sandercock eens dat we in ieder geval af zouden moeten van de moderne planning, waarbij er systematisch groepen mensen worden uitgesloten. Ruimtelijke ordening zou alle facetten van de samenleving weer moeten geven. Hierbij gaat het vooral om een proces wat in gang wordt gezet. Het kan een middel zijn om groepen in de samenleving samen te brengen en te werken. Planners en bestuurders moeten durven uitgaan van de mogelijkheden en kansen die de multiculturele samenleving biedt en niet zozeer de bedreigingen. Iedere cultureel ‘andere’ visie op de ruimte zou een verrijking moeten zijn, het begrip ‘anders’ krijgt hiermee en positieve lading, in plaats van de negatieve klank die het nu meestal heeft.

Door alleen de marginalen aan het woord te laten, zoals Sandercock zegt blijf je echter de moderne hokjesgeest vasthouden. Naar mijn mening wordt er in onderzoeken, die al zijn uitgevoerd en diegene die nog lopen, te gemakkelijk van uitgegaan dat verschillen cultuur afhankelijk zijn. Uitkomsten worden vaak aan groepen toegeschreven zonder de groep nader te onderzoeken. Evenals bij autochtonen zijn er binnen allochtone groepen ook grote verschillen, die het beeld van de gehele groep makkelijk kunnen vertekenen. Omdat het erg moeilijk is precies te onderzoeken wat afhankelijk is van culturele verschillen wordt dit vaak voor het gemak aangenomen, terwijl er een heleboel andere factoren en dimensies van invloed kunnen zijn. Alleen de meningen van verschillende groepen horen is niet genoeg, het gaat erom dat er een proces in gang wordt gezet waardoor ze samen moeten nadenken over oplossingen voor problemen. Door mensen samen te laten nadenken over een probleem, zal de oplossing een groot draagvlak hebben en beter worden uitgevoerd. In veel gevallen worden groepen afzonderlijk gehoord waardoor er alleen oog is voor de verschillen. Terwijl samenwerking de overeenkomsten zou blootleggen waardoor de groepen dichter bij elkaar kunnen komen.

Het idee van een Cosmopolis is zeker niet gek, het is nooit verkeerd om een droom na te streven. Een ware Cosmopolis heeft op iedere plek een andere uitwerking, de context van Cosmopolis is van groot belang bij het vormgeven van het droombeeld. Er moet gekeken worden naar de mogelijkheden en kansen die een bepaalde stad biedt en hier beleid op maken. Ruimtelijke ordening is hierbij geen losstaand onderdeel, maar heeft ook betrekking op andere elementen van de samenleving.

Hoofdstuk 5