• No results found

D EFINITIE 3: ‘I DENTITEITSFRAUDE : SOFI - NUMMERS ’

In document I DENTITEITSFRAUDE : EEN AFBAKENING (pagina 56-59)

In de Sociale Nota 2003 wordt de bestrijding van identiteitsfraude en fraude met sofi-nummers als speerpunt genoemd. Opvallend is dat de Sociale Nota een onderscheid lijkt te maken tussen identiteitsfraude en fraude met sofi-nummers. Beide vormen vallen onder zogenaamde ‘zwarte fraude’.74 Toch geeft de minister, naar aanleiding van Kamer-vragen omtrent de problematiek van fraude met sofi-nummers, een eigen omschrijving van identiteitsfraude.75 De minister stelde dat fraude met sofi-nummers het gevolg is van identiteitsfraude en dit wordt door de minister omschreven als:-76

het gebruik van een andere identiteit (met eventueel daaraan gekoppeld het gebruik van het sofi-nummer). Die andere identiteit kan op vele manieren worden verkregen, onder andere na diefstal van (blanco) identiteitspapieren.

Analyse

Deze summiere omschrijving laat veel in het midden. Centraal staat de verkrijging van een andere identiteit (in het midden wordt gelaten of dit een fictieve identiteit is of de identiteit van een bestaand persoon en in hoeverre die persoon daarmee heeft ingestemd), onder andere door middel van diefstal van relevante documenten (die een sofi-nummer zouden kunnen bevatten zoals een paspoort of rijbewijs). Nu het gaat om sofi-nummer-fraude, ligt het doel van identiteitsfraude in het misbruik maken van een sofi-nummer ten einde een voordeel te behalen. Het maakt deze vorm van identiteitsfraude ook

intentioneel. Daarnaast is de omschrijving contextbepalend: de identifier – het sofi-nummer – staat centraal. Dit is ook het geval bij de volgende definitie.

3.5.D

EFINITIE

4:‘I

DENTITEITSFRAUDE

:

BURGERSERVICENUMMER

Het burgerservicenummer (Bsn) is een individueel nummer waarmee de burger zich kan identificeren bij de overheid ten behoeve van allerlei overheidsdiensten. Het levert nieuwe middelen ter bestrijding van identiteitsfraude op maar maakt deze niet onmogelijk.77 In de Nota naar aanleiding van het verslag op het Wetsvoorstel Burger-servicenummer wordt ingegaan op het begrip identiteitsfraude.78 De nota omschrijft identiteitsfraude als die gevallen waarin:-79

een persoon zich voordoet als een andere persoon [en om] dit te laten slagen moet de fraudeur andere partijen ervan overtuigen dat hij de identiteit van het slachtoffer heeft.

Vervolgens schetst de nota drie methodes waardoor dit mogelijk wordt geacht:-

74

TK 2002-2003, 28601, nr. 2, p. 13.

75

Handelingen 2002-2003, 14, pp. 805-810 (TK). De problematiek is dat op grote schaal misbruik en oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van sofi-nummers; zie TK 2002-2003, 28600 VII, 21, p. 2.

76

Handelingen 2002-2003, 14, p. 806. De minister van Financiën stelt vervolgens dat fraude met sofi-nummers in de hand wordt gewerkt indien de voorschriften rond de identificatieplicht niet voldoende worden nageleefd.

77

Zie ook TK 2002-2003, 28600 VII, 21 – een brief van aan de kamer met het advies Persoonsnummer-beleid in het kader van identiteitsmanagement en de introductie van het plan tot invoering van een algemeen persoonsnummer (BSN).

78

TK 2005-2006, 30312, 7, p. 29 e.v.

79

57

1. De fraudeur gebruikt documenten van een slachtoffer

2. De fraudeur vervalst documenten zodat ze op documenten van het slachtoffer lijken

3. De fraudeur gebruikt informatie van het slachtoffer en presenteert die als informatie toebehorende aan hem- of haarzelf.

Analyse

Centraal staat dat een persoon zich voordoet als iemand anders (een ander bestaand persoon). De omschrijving spreekt niet van een fictief persoon. Een ander kenmerk is dat identiteitsfraude in deze omschrijving niet direct gericht lijkt op bepaalde vervolg-handelingen. Het bestaat enkel in het overtuigen van anderen dat de persoon een ander is dan hij of zij in werkelijkheid is. Hieraan kunnen vele motieven en doelen ten grondslag liggen maar deze worden niet verder geëxpliciteerd. Opvallend is dat enkel de persoon wiens gegevens zijn misbruikt als slachtoffer wordt beschouwd en niet de partijen die overtuigd moeten worden. Dit betekent, op het eerste gezicht dat de definitie betrekking heeft op horizontale fraude, maar gelet op de context kan er van worden uitgegaan dat de omschrijving met name verticale identiteitsfraude op het oog heeft. Wat betreft de identificatiemiddelen, ten einde andere partijen er van te overtuigen dat de persoon de identiteit van een ander heeft, komen de genoemde methodes (ter verkrijging van die middelen, overeen met verschijningsvorm 1., 3. en 7. in de Fraudenota (zie supra par. 3.2.). Daarbij moet worden opgemerkt dat niet duidelijk is wat precies wordt verstaan onder ‘documenten’ en onder ‘informatie’. Het is weliswaar duidelijk dat een paspoort een document is maar dit is minder duidelijk in geval van een sofi-nummer of burger-servicenummer. In de Nota naar aanleiding van het verslag wordt bij ‘informatie’ onder meer verwezen naar creditcardnummers. Het gebruik van creditcardinformatie wordt door de Nota als identiteitsfraude aangemerkt. Immers, de fraudeur beschikt over het creditcardnummer en de cijfercode achter op een creditcard waarmee hij of zij

bijvoorbeeld via het internet zaken kan bestellen (en zich dus voordoet als het slachtoffer van wie de creditcardgegevens zijn).80 Niettemin, de identifier in deze omschrijving is het burgerservicenummer, waar deze ook wordt verkregen.

3.6.D

EFINITIE

5:‘H

ORIZONTALE IDENTITEITSFRAUDE

De parlementaire literatuur lijkt weinig aandacht te besteden aan horizontale identiteits-fraude, i.e. identiteitsfraude tussen burgers onderling. Wel wordt in het kader van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer gewezen op identiteitsfraude in het betalings-verkeer. In een brief van de minister naar aanleiding van de Voortgangsrapportage betalingsverkeer van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer, wordt het begrip identiteitsfraude in deze context nader toegelicht:-81

Het begrip identiteitsfraude valt in twee handelingen uiteen: het vergaren en verzamelen van (persoons)gegevens en het misbruik van deze gegevens in een later stadium.

80

TK 2005-2006, 30312, 7, p. 30.

81

(Nota bene: Naast deze definitie wordt in de analyse verwezen naar twee andere definities van horizontale identiteitsfraude. De drie definities staan in de matrix aangegeven als 3.6.(a), 3.6. (b) en 3.6. (c).)

Analyse

Deze definitie komt overeen met de fasering die hierboven is beschreven (zie supra par. 3.3, onder ‘analyse’). De omschrijving laat in het midden op welke wijze gegevens worden verzameld. Wel is duidelijk dat het intentioneel is nu het misbruik ervan tot doel heeft. Gelet op de context bestaat dat uit het behalen van een voordeel waarvan zowel de persoon wiens gegevens zijn misbruikt slachtoffer is als de instelling die denkt van doen te hebben met dat slachtoffer. De aandacht die besteed wordt aan het voorkomen van identiteitsfraude benadrukt het belang van bewustwording van het risico van identiteits-fraude bij zowel consumenten als ondernemers. Immers, beide kunnen slachtoffer worden. De minister spreekt de wens uit dat deze bewustwording toeneemt en juicht dan ook verschillende initiatieven toe die zijn of worden ontwikkeld vanuit het bedrijfsleven, zoals de advertentiecampagne van 2005 ‘Pas op uw persoonlijke gegevens’ van de gezamenlijke Nederlandse banken en de introductie, door de Nederlandse Vereniging van Banken, van de website ‘Veilig Betalen en Bankieren’, die consumenten informeert over de maatregelen die de banken nemen en over de maat-regelen die zij zélf kunnen nemen om veilig te bankieren.82 Deze website, geïnspireerd door websites ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk (zie infra par. 4.4.), behelst een glossarium van begrippen. Identiteitsfraude wordt als volgt gedefinieerd:-83

Identiteitsfraude houdt in dat criminelen uw persoonlijke en financiële gegevens verzamelen en daarvan later misbruik maken. Ingeslepen gewoontes, zoals het argeloos weggooien van financiële informatie, bankrekeninggegevens, een handtekening of een kopie van uw identiteitsbewijs, kunnen identiteitsfraude in de hand werken. Vervolgens kan een crimineel in uw naam een aanvraag voor een creditcard of lening doen. U kunt identiteitsfraude zoveel mogelijk voorkomen door goed op uw persoonlijke gegevens te letten, zowel op het Internet als daarbuiten.

De strekking van deze definitie komt overeen met de definitie van de minister: het behelst twee fasen: het vergaren van informatie en het misbruik maken van die informatie. Daar-naast wordt aangegeven hoe ‘criminelen’ in staat zijn gegevens te verzamelen. Benadrukt wordt dat de gelegenheid de dief maakt, nu consumenten niet altijd bewust c.q.

verstandig omgaan met hun gegevens. Ook de definitie op de website Wipikedia spitst zich toe op bankrekeningfraude. Deze definitie luidt:-84

Identiteitsfraude is het gebruik van frauduleus verkregen persoonlijke informatie om in andermans naam toegang te krijgen tot vooral computersystemen, vormen van

elektronische dienstverlening en betaal- en creditcardrekeningen. Identiteitsfraude kan langs tal van wegen: bij inbraak in woning of auto, het stelen van post uit brievenbussen of via het onderscheppen van post, via het kopiëren van kaartgegevens bij kaartgebruik in winkel of geldautomaat, via het kopiëren van bestanden met persoonsgegevens van klanten (door medewerkers van bedrijven) of via het hacken van computersystemen, pharming, via informatie in afval- en prullenbakken (`dumpsterdiving`) en door met een

82

http://www.veiligbankieren.nl. (Geraadpleegd: 29 mei 2007.)

83

http://www.veiligbankieren.nl/index.php?p=16695#Identiteitsfraude. (Geraadpleegd: 29 mei 2007.)

84

59

valse identiteit persoonlijke informatie op te vragen via internet (phishing) of telefoon (`social engineering`).

3.7.D

EFINITIE

6:‘

WETENSCHAPPELIJKE DEFINITIE

(G

RIJPINK

)’

In document I DENTITEITSFRAUDE : EEN AFBAKENING (pagina 56-59)