• No results found

De effectiviteit van het CSR-beleid van Nestlé en Unilever

Aan de hand van vijf dimensies van CSR wordt het beleid van beide bedrijven en de effectiviteit hiervan in kaart gebracht. Achtereenvolgens worden de triple bottom line; eco-efficiency; verantwoorde producten; sociaal-economische ontwikkeling; en samenwerking met stakeholders behandeld. Het implementeren van de triple bottom line is de meest algemene indicator van verantwoorde bedrijfsvoering. Bij de vier andere dimensies komen enkele aspecten van het CSR-beleid en bijbehorende prestaties concreter aan bod. Om CSR als aanpassing te zien in Darwinistische zin, moet er sprake zijn van een succesvolle aanpassing. Aan het einde van elke paragraaf wordt in een scoretabel de effectiviteit van dat beleidsaspect weergegeven om de mate van succes aan te geven. De effectiviteit van het CSR-beleid kan lastig te beoordelen zijn, omdat beide bedrijven verschillende initiatieven en beleid voeren die soms niet goed te vergelijken zijn. Om duidelijke uitspraken te doen over de effectiviteit van het CSR-beleid wordt bekeken welke van de twee bedrijven tussen 2000 en 2010 als eerste actie heeft ondernomen binnen de vijf verschillende beleidsgebieden. Door onvolledige rapportage is de effectiviteit van het beleid lastig te beoordelen, dit aspect wordt meegenomen in het eindoordeel.

§ 3.1 De triple bottom line

De triple bottom line (TBL) representeert de gedachte dat waardecreatie verder gaat dan puur economische aspecten en dat ook zorg moet worden gedragen voor het milieu en maatschappij. “The idea behind the triple bottom line paradigm is that a corporation’s ultimate success or health

can and should be measured not just by the traditional financial bottom line, but also by its social/ethical and environmental performance.”90

Veelgehoorde kritiek over het TBL-principe vormt zich rond de gedachte dat een echte triple

bottom line niet bestaat. Het financiële aspect zou volgens deze kritiek altijd de boventoon voeren

boven milieu en sociale aspecten in de bedrijfsvoering. Volgens critici is er eerder sprake van een “good old-fashioned single bottom line plus vague commitments to social and environmental

concerns.”91 Het maken van winst blijft voor bedrijven een hoofdzaak, maar dit hoeft volgens Michael Porter en Mark Kramer goede prestaties op sociaal en milieugebied niet in de weg te staan. Volgens hen is bedrijfssucces en maatschappelijk welzijn geen zero-sum game. Porter en Kramer schreven in 2006 het invloedrijke artikel ‘Strategy & Society’ waarbij de link werd gelegd tussen CSR en het behalen van een concurrentievoordeel. Volgens hen moest uitgegaan worden van de connectie tussen bedrijven en de maatschappij om gedeelde waarde te creëren voor beide, waardoor CSR een win-win situatie kan worden.92 In het CSR-beleid van Unilever en Nestlé is deze visie duidelijk te herkennen.

90

Wayne Norman en Chris MacDonald, ‘Getting to the bottom of triple bottom line’, In press, business ethics quarterly, 2003, 1.

91

Ibidem.

92

Michael Porter en Mark Kramer, ’Strategy & Society. The link between competitive advantage and corporate social responsibility’, Harvard Business Review, december 2006, 80.

22

Unilever en Nestlé hanteren drie vergelijkbare gebieden waar hun CSR-beleid zich op richt, dat zijn: voeding en gezondheid (sociaal), milieu en duurzaamheid (milieu), en economische ontwikkeling van arme regio’s (economisch). In deze drie beleidsgebieden is een duidelijke triple bottom line te herkennen. De focus ligt in het CSR-beleid van Unilever op health and well-being, sustainable living, en supporting economic development.93 Bij het CSR-beleid van Nestlé is een soort gelijke driedeling te herkennen: nutrition, water and environmental sustainability, en rural development.94

Sinds 1995 heeft Unilever concreet beleid ontwikkeld op het vlak van duurzame landbouw en visserij, en in 1996 is het eerste milieurapport verschenen met indicatoren voor eco-efficiency.95 Vanaf 2000 zijn de eerste sociale rapporten verschenen. In 2006 is het eerste Sustainable

Development report gepubliceerd,96 waarin de triple bottom line in één rapport wordt behandeld. Eind 2009 lanceerde Unilever de visie om de bedrijfsomvang te verdubbelen en de impact op het milieu over de gehele waardeketen te verminderen. Deze toekomstvisie is gebaseerd op de notie dat de wereld verandert. “Populations are growing. Rising incomes around the world continue to fuel

growth in demand for consumer products. Products like ours rely on an increasingly constrained set of natural resources, whether it is fuel or other raw materials. At the same time, climate change is not just a problem for the planet, it represents a huge threat to economic and social stability. We know that if we are to achieve our growth objectives we must reduce the total environmental impacts of the business.”97Sustainability is bij Unilever tot de kern van de bedrijfsstrategie doorgedrongen en

“shared value creation” ligt hieraan ten grondslag.98

Nestlé rapporteert sinds 1995 over milieuzaken. Vanaf 2001 verschijnen ook rapporten over sociaal-economische ontwikkeling in Latijns-Amerika en Afrika. In samenwerking met het consultancykantoor SustainAbility heeft Nestlé in 2007 de aanpak voor CSR ontwikkeld en prioriteiten gesteld. In onderstaand figuur is te zien in welke mate thema’s een maatschappelijk belang hebben en wat de relevantie is voor Nestlé. De thema’s die hoog in het figuur staan hebben een groot maatschappelijk belang, thema’s die rechts in het figuur staan zijn belangrijk voor Nestlé. Verantwoorde marketing en heldere communicatie, gezonde voeding en milieuzaken zoals water en klimaatverandering komen, in dit figuur als belangrijkste maatschappelijke issues voor Nestlé naar voren.99

93

Unilever Sustainable Development Overview 2009, 8-9.

94

Nestlé website, <www2.nestle.com/CSV/CREATINGSHAREDVALUEATNESTLE/MATERIALISSUES/Pages/ FocusAreas.aspx>

95

Unilever website, <www.unilever.com/sustainability/strategy/timeline/index.aspx>

96

Unilever website, <www.unilever.com/sustainability/news/publications/previous/?WT.LHNAV=Previous_Publications #tcm:13-39259>

97

Unilever Sustainable Development Overview 2009, 6.

98

Ibidem, 1.

99

23

Bron: Nestlé website100

In 2008 wordt het eerste volledige CSR-rapport geïntroduceerd, onder de naam Creating Shared

Value.101 Creating Shared Value gaat om het creëren van waarde voor de maatschappij en voor Nestlé zelf. Nestlé’s chairman omschrijft het als volgt: “Creating Shared Value says that for our

business to be successful in the long run, it must consider the needs of two primary stakeholders at the same time: the people in the countries where we operate and our shareholders.”102

In deze visies van beide bedrijven is duidelijk de invloed van het shared value idee van Porter en Kramer te herkennen. Zowel Unilever als Nestlé claimen dat duurzaamheid, zorg dragen voor het milieu en het creëren van waarde voor de maatschappij een fundamenteel onderdeel van de bedrijfsvoering is geworden. Beide bedrijven hebben beleid ontwikkeld waar een duidelijke triple

bottom line aan ten grondslag ligt.

Voor een goede implementatie van de triple bottom line moet er transparant gerapporteerd worden over de prestaties op sociaal, milieu en economisch vlak. Het Global Reporting Initiative (GRI) is wereldwijd het meest gebruikte raamwerk voor CSR-rapportage. GRI heeft richtlijnen en indicatoren opgesteld voor heldere rapportage van alle aspecten waar een goed CSR-beleid aan moet voldoen. Het GRI-systeem is volledig in lijn met de TBL-gedachte, aangezien de rapportagerichtlijnen en indicatoren economische, sociale en milieuprestaties meten.103 Unilever en Nestlé rapporteren beiden volgens de GRI-richtlijnen. De CSR-rapporten van Unilever en Nestlé behalen de een na hoogste rapportagestandaard van GRI en worden geverifieerd door een externe partij.104

De triple bottom line functioneert als brede basis voor verantwoord ondernemen, en omvat beleid en prestaties op economisch, sociaal en milieugebied. Het beleid en de prestaties op het vlak van duurzaam en verantwoord ondernemen worden gemeten door verschillende CSR-rankings. Om

100

Nestlé website, <www2.nestle.com/CSV/CreatingSharedValueAtNestle/MaterialIssues/Pages/MaterialIssues.aspx>

101

Nestlé website, <www2.nestle.com/CSV/AboutOurReporting/Pages/AboutOurReporting.aspx>

102

Jess Halliday, ‘Nestle explains logic of shareholder-community focus’, FoodNavigator.com, 5 maart 2010, <www.foodnavigator.com/On-your-radar/Sustainability/Nestle-explains-logic-of-shareholder-community-focus>

103

Global Reporting Initiative (GRI) website, <www.globalreporting.org/AboutGRI/WhatIsGRI/>

104

Nestlé website, <www2.nestle.com/CSV/AboutOurReporting/Pages/AboutOurReporting.aspx>,

Unilever website, <www.unilever.com/sustainability/external/GRI/index.aspx>, Global Reporting Initiative (GRI) website, <www.globalreporting.org/ReportingFramework/ApplicationLevels/>

24

de effectiviteit van de TBL-prestaties bij beide bedrijven te beoordelen is de Dow Jones Sustainability

Index (DJSI) een goede indicator.105 De DJSI hanteert een duidelijke triple bottom line in de samenstelling van haar criteria die onderverdeeld zijn in economische, milieu en sociale aspecten.106 De DJSI is de eerste index om sustainability-driven bedrijven te identificeren. Sinds 1999 wordt jaarlijks een lijst gepubliceerd met bedrijven die een succesvol verantwoord beleid voeren.107 Unilever is al 12 jaar op rij sustainability leader van de levensmiddelensector in de DJSI.108 Nestlé is sinds 2000 opgenomen in de index.109 In appendix I is een specificatie van de CSR-prestaties van Unilever en Nestlé opgenomen, waarbij de prestaties op economisch, sociaal en milieugebied worden afgezet tegen sectorgemiddelden. In de meest recente DJSI-analyse behaalt Unilever een totaal score van 83% en Nestlé een score van 79%.110

Naast de DJSI kunnen ook specifieke onderzoeksrapporten een helder beeld geven van de beoordeling van de CSR-prestaties van bedrijven. Het consultancykantoor Two Tomorrows’s heeft het beoordelingsmechanisme Tomorrow’s Value Rating (TVR) ontwikkeld, dat de CSR-prestaties van de grootste bedrijven in bepaalde sectoren analyseert. In de onderzoeksrapporten van TVR krijgen bedrijven een score toegekend gebaseerd op hun CSR-prestaties. Deze beoordeling heeft tot doel bedrijven te stimuleren waarde te creëren op de lange termijn, concurrentie en differentiatie op dit vlak te versterken, best practices te identificeren en goede CSR-prestaties te belonen.111 In het TVR-onderzoeksrapport onder de 10 grootste food and beverage bedrijven behaalde Unilever een score van 64% en kwam Nestlé op een tweede plaats uit met 59%, beiden ver boven de gemiddelde score van 46%.112

Unilever en Nestlé hanteren een duidelijke triple bottom line in hun CSR-beleid, en rapporteren helder over hun beleid en prestaties op economisch, sociaal en milieugebied. Volgens de

Dow Jones Sustainability Index en het onderzoeksrapport van Tomorrow’s Value Rating scoren zij

beiden bovengemiddeld in vergelijking met de prestaties van concurrerende bedrijven in dezelfde sector. Het eindoordeel is voor beide bedrijven dan ook positief, waarbij Unilever als leider binnen de sector, op basis van het normenkader, een hogere score behaalt dan Nestlé.

Eindoordeel triple bottom line: Nestlé Unilever

TBL-implementatie ++ ++

Rapportage en transparantie (volgens GRI) + +

CSR-rating (volgens DJSI en TVR) + ++

Gemiddelde score + ++

105

SustainAbility, Buried Treasure. Uncovering the business case for corporate sustainability, 2001, 10.

106

Dow Jones Sustainability Index website, <www.sustainability-index.com/07_htmle/assessment/criteria.html>

107

Michael Blowfield en Alan Murray, Corporate responsibility. A critical introduction, 2008, 284.

108

Dow Jones Sustainability Index scorecard Unilever, <www.sustainability-index.com/djsi_pdf/Bios11/Unilever_11_1.pdf>

109

Dow Jones Sustainability Index scorecard Nestlé, <www.nestle.com/Common/NestleDocuments/Documents/ Creating%20Shared%20Value/Performance/Nestle-SAM-Revised-Benchmarking-Report-2010.pdf>

110

Zie appendix I.

111

Tomorrow’s Value Rating website, <www.tomorrowsvaluerating.com/Page/AboutheTomorrowsValueRating>

112

25

§ 3.2 Eco-efficiency, duurzaamheid in het productieproces

Eco-efficiency is het reduceren van de impact van het productieproces op het milieu. Het gaat hierbij

om het verminderen van het gebruik van hulpbronnen, zoals water en energie, maar ook het verminderen van vervuiling door de uitstoot van broeikasgassen en afvalproductie. Er is in dit opzicht gekozen om concreet naar CO2-uitstoot, watergebruik en afvalproductie te kijken, omdat deze indicatoren door zowel Nestlé als Unilever als key performance indicators genoemd worden. Door deze indicatoren af te zetten per ton productie kan duidelijk bekeken worden of de prestaties verbeteren ongeacht het productieniveau.

Door efficiënter met energie om te gaan en schonere stroom te gebruiken zijn beide bedrijven erin geslaagd om hun CO2-uitstoot te verminderen terwijl het productievolume toeneemt. In 2009 heeft Unilever een reductie van 3% (per ton productie) behaald ten opzichte van 2008.113 Nestlé behaalde een reductiepercentage van 3,1%.114 De grafieken geven de prestaties weer van Nestlé en Unilever van de afgelopen 10 jaar.115 Nestlé heeft van 2000 tot 2009 een CO2-reductie van 48% gehaald, en Unilever reduceerde in deze periode 29% van de

uitstoot. Nestlé heeft in tegenstelling to Unilever geen duidelijke targets gesteld voor haar CO2-reductie. Unilever heeft zichzelf als target gesteld om de CO2-uitstoot in het productieproces met 25% te verminderen in 2012 (t.o.v. van 2004).116 De nieuwste doelstelling is om in 2020 de impact van broeikasgassen over de gehele levensloop van Unilever-producten te halveren.117

Water is een speerpunt is het CSR-beleid van Nestlé, als grootste producent van flessen drinkwater. Nestlé beschrijft in het CSR-rapport dat bevolkingsgroei en een toenemende welgestelde levensstijl kunnen leiden tot een water crisis, die ernstige gevolgen kan hebben voor de voedselveiligheid. Nestlé erkent net als Unilever het belang van het verminderen van watergebruik over de gehele waardeketen. Landbouw, productie en consumptie zijn allen van invloed op de waterkwaliteit en beschikbaarheid.118 In 10 jaar behaalde Nestlé een daling van het watergebruik van 59%, en daalde Unilever’s watergebruik met 48%.

113

Unilever Sustainable Development Overview 2009, 22.

114

Nestlé Creating Shared Value Report 2009, 59.

115

Data afkomstig uit Unilever charts 2000-2009 en Nestle consolidated environmental performance indicators 2009.

116

Unilever Sustainable Development Overview 2009, 22.

117

Unilever Sustainable Living Plan, 2010, 13.

118

Nestlé Creating Shared Value Report 2009, 50.

CO2 0 50 100 150 200 250 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 kg p e r to n p ro d u ct ie

Nes tl é Uni l ever

Water 0 2 4 6 8 10 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 m 3 p e r to n p ro d u ct ie

26 Door meer efficiënte productieprocessen, door gerecyclede materialen te gebruiken en productverpakking aan te passen slagen beide bedrijven erin om minder afval te genereren in hun productieproces. Nestlé produceerde per ton productie 54% minder afval van 2000 tot 2009, en Unilever behaalde een reductie van 47% in deze periode. De grootste uitdagingen voor beide bedrijven liggen echter bij het reduceren van afval in het consumentengebruik van hun producten.

Hoewel Nestlé betere relatieve reductiepercentages heeft behaald in de afgelopen 10 jaar, is in de grafieken te zien dat het absolute watergebruik en afvalproductie per ton productie bij Unilever lager liggen. Dit verschil kan voortkomen uit het feit dat Unilever al vanaf 1995 sterke reducties heeft behaald op het gebied van CO2 (-41%), water (-65%) en afval (-73%).119 Unilever heeft daarnaast duidelijke targets gesteld voor deze categorieën. Het vaststellen van targets is een belangrijk onderdeel van eco-efficiency. Targets stimuleren het behalen van betere prestaties, en geven

stakeholders zicht op de haalbaarheid van reducties in de toekomst.

In november 2010 lanceerde Unilever het Sustainable Living Plan dat de nieuwe visie uiteenzet en ambitieuze targets stelt: in 2020 moet de environmental footprint (op het gebied van broeikasgassen, water en afval) door de productie en het gebruik van Unilever-producten gehalveerd zijn.120 Unilever benadrukt sterk dat het zich richt op de gehele levensloop van hun producten. De eigen productie is namelijk in verhouding maar een klein onderdeel van de impact op het milieu. Unilever hanteert ruim 10 jaar een heldere life cycle approach om de impact van CO2, watergebruik en afval in elk stadium van het product te verminderen. Tijdens de landbouwfase en bij het consumentengebruik van producten is de footprint tientallen malen groter dan tijdens het productieproces of transport.121 Het inzichtelijk maken van de impact op het milieu gedurende de gehele levensloop van een product, om zo te zien waar de sterkste reducties behaald kunnen worden, wordt gezien als een sterke benadering binnen het milieubeleid van Unilever. Nestlé hanteert sinds 2007 een life cycle approach, maar publiceert niet duidelijk de uitkomsten van deze benadering. Door het stellen van ambitieuze targets en een duidelijke toekomstvisie wordt Unilever als een voorloper op het gebied van effectief milieubeleid gezien.122

Om bovenstaande data te nuanceren kan gekeken worden naar een ranking van de prestaties op milieugebied. In de Green Rankings 2010 van Newsweek, waarbij de 100 grootste multinationale ondernemingen een ‘groene score’ kregen toegekend, eindigde Unilever op de 65e plaats en Nestlé op 97e plaats, met een green score van respectievelijk 61 en 23 op een schaal van

119

Unilever Sustainable Development Overview 2009, 21-27.

120

Unilever Sustainable Living Plan, 2010, 7.

<www.sustainable-living.unilever.com/our-approach/environmental-impacts/>

121

Unilever Sustainable Development Overview 2009, 4-5.

122

Brigid Darragh, ‘Unilever wows consumers and competitors with sustainability standards’, Green Chips Stocks, 9 augustus 2010, <www.greenchipstocks.com/articles/unilever-plans-for-100-sustainable-packaging/1064> Afval 0 5 10 15 20 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 kg p e r to n p ro d u ct ie

27

100. De zogeheten green score is gebaseerd op een onderzoek naar de impact op het milieu aan de hand van ruim 750 indicatoren, het milieubeleid en de reputatie.123

Kijkend naar de relatieve prestaties van beide bedrijven over de afgelopen 10 jaar behaalde Unilever bij de vermindering van het watergebruik en de afvalproductie een percentage van meer dan 30%. Nestlé behaalde bij deze categorieën zelfs een percentage van meer dan 50%, waardoor Nestlé een hogere eindscore behaalt voor haar relatieve eco-efficiency prestaties vanaf 2000. Unilever’s milieubeleid wordt echter extern beter beoordeeld dan Nestlé’s aanpak. Daarnaast streeft Unilever, in tegenstelling tot Nestlé, ambitieuze targets na en heeft het vanaf 1995 sterke absolute reducties van 40 tot 70% behaald. De absolute reducties en de externe beoordeling worden in het eindeoordeel zwaarder meegewogen, aangezien de relatieve reducties in drie onderdelen gesplitst zijn.

Eindoordeel eco-efficiency: Nestlé Unilever

CO2-uitstoot + (-48 %) + (-29 %)

Watergebruik ++ (-59 %) + (-48 %)

Afvalproductie ++ (-54 %) + (-47 %)

Absolute reducties + ++

Extern oordeel milieubeleid + ++

Gemiddelde score + ++

§ 3.3 Duurzame producten, van grondstof tot consument

Om een compleet beeld te krijgen van de impact van producten op het milieu en de maatschappij moet de gehele levensloop van een product in acht genomen worden, de zogeheten life cycle

approach. Van het duurzaam verkrijgen van grondstoffen tot verantwoorde en gezonde voeding.

Deze twee aspecten zullen de kern vormen in de analyse van de mate van effectiviteit van het duurzame productbeleid van beide bedrijven.

Er is gekozen om specifiek naar de duurzame herkomst van palmolie te kijken, omdat palmolie een controversiële grondstof is en beide bedrijven aanzienlijke hoeveelheden palmolie nodig hebben voor het produceren van diverse producten. Palmolie is een landbouwproduct dat in grote hoeveelheden gebruikt wordt voor het produceren van verzorgingsproducten en verschillende voedingsmiddelen, zoals margarine en bakproducten. Er wordt vanuit NGO’s, zoals Greenpeace, druk uitgeoefend op bedrijven om palmolie op een duurzame manier te verkrijgen en op die manier ontbossing in Zuidoost Azië tegen te gaan. Door het gebruik van ‘foute’ palmolie wordt tropisch regenwoud verwoest waardoor dieren in deze leefomgeving met uitsterven worden bedreigd.124

Een duurzame herkomst van landbouwproducten is voor Unilever een belangrijk aspect van het milieubeleid. Door veranderende omgevingsfactoren is duurzame landbouw een essentieel element van het CSR-beleid geworden. “Food security and supply are under threat as agricultural

productivity is affected by changing weather patterns, water scarcity and unsustainable farming

123

Newsweek, Green Rankings 2010, <www.newsweek.com/2010/10/18/green-rankings-2010-full-methodology.html>, <www.newsweek.com/2010/10/18/green-rankings-global-companies.html#>

124

28

practices.”125 Unilever is een van de grootste afnemers van palmolie op mondiaal niveau. Voor de aanleg van palmolieplantages wordt in Zuidoost Azië tropisch regenwoud gekapt, een proces waarmee 20% van de mondiale CO2-uitstoot wordt gecreëerd. Duurzame palmolie gaat deze