• No results found

Economische en productieve activiteiten - Territoriale elementen

4. LUIK RUIMTELIJKE ORDENING - MILIEU

4.2. Diagnose-elementen en bevindingen

4.2.5. Economische en productieve activiteiten - Territoriale elementen

De huidige situatie voor wat betreft de inplanting van de economische en productieve activiteiten in het Brusselse Gewest wordt gekenmerkt door:

> Geconcentreerde handelskernen verspreid over het hele grondgebied (met uitzondering van het noordoosten) en een netwerk van geïsoleerde handelszaken, voornamelijk in de eerste gordel.

Zowat overal in het BHG zijn er drukbezochte weekendmarkten van zeer uiteenlopende omvang.

> De zones op het grondgebied waar nog steeds productieve activiteiten plaatsvinden (in het kader van de bouw en voedselverwerking) concentreren zich langs het kanaal, maar zien hun totale oppervlakte gestaag krimpen. De vraag naar middelgrote oppervlaktes (tussen 200 en 500 m²) groeit en er heerst een toename van privéinitiatieven die met overheidssteun op poten worden gezet, meer bepaald op het gebied van de economische transitie (kringloopeconomie, stadslandbouw enz.).

> De afgelopen jaren is de vraag van kleine bedrijven naar middelgrote productieterreinen (tussen 150 en 500 m²) in het gewest fors toegenomen.

> Daarom is de Regio begonnen met de ontwikkeling van nieuwe bedrijvenparken voor zko's, kmo's en mgo's, met een versnelling sinds het beheerscontract van 2013. Zo werden de afgelopen tien jaar Newton I en II, Greenbizz, Magellan, Cityline en Birmingham ingehuldigd. Vele andere zijn in ontwikkeling: CityCampus, NorthCity, Novacity, CityGate II en III, Greenbizz II, Copernic ... De snelle commercialisering van de modules, waarvan er nog maar weinig vacant zijn, toont aan dat er wel degelijk behoefte aan was.

> Dit soort modulaire infrastructuur effent het pad voor productieve activiteiten in de stad, die banen creëren (direct en indirect) én goederen en diensten introduceren die essentieel zijn voor de goede werking van de stad. Het gaat met name over de productie van voorwerpen en meubilair (schrijnwerk, design, textiel, fietsen), reparatie- en onderhoudsactiviteiten en voeding van de korte keten (microbrouwerijen, producenten/verwerkers/distributeurs van biovoeding enz.)

> De parken zijn ook een adequaat antwoord op de uitdagingen van de Covid-19-crisis doordat ze het gewest minder afhankelijk maken van derden voor bepaalde basisgoederen, door de productie dichter bij de plaats van consumptie te brengen. De gezondheidscrisis heeft immers aangetoond hoe belangrijk het is om over voorraden of productiecapaciteit te beschikken voor een hele reeks producten die als strategisch worden beschouwd. Het is daarom cruciaal geworden om deze plaatsen te ontwikkelen en in stand te houden.

> Bovendien gaat het om infrastructuur die zich vrij gemakkelijk in het stadsweefsel integreert en zelfs kan bijdragen aan de stedelijke heropleving, indien ze van bij het begin vanuit dit oogpunt werd geconcipieerd.

> Een andere hefboom om economische spelers uit de creatieve sector in de stad te integreren, naast deze nieuwe constructies, is om tijdelijke bewoners gebruik te laten maken van de vrije ruimte in gebouwen in renovatie of in projectontwikkeling. Door deze ruimtes tegen zeer gunstige voorwaarden ter beschikking te stellen, kunnen zich economische projecten ontwikkelen die nuttig én wenselijk zijn en zeker hun plek verdienen in de stad. Ook hier is de bijdrage tot een snelle stedelijke heropleving een belangrijk pluspunt."

145

> De kantoorruimtes zijn vooral geconcentreerd in de tweede gordel. Ze vertonen een vrij stabiele (maar hoge) leegstand en relatieve toename van coworkingruimtes wat duidt op een mogelijke verandering in het vastgoedaanbod.

KAART 11: AANWEZIGHEID VAN VERKOOPPUNTEN IN BRUSSEL (2017)

Bron: Overzicht van de handel, perspective.brussels, hub.brussels 2018

146

KAART 12: BESCHIKBARE EN LEEGSTAANDE KANTOORRUIMTES

Bron: perspective.brussels

147

FIGUUR 2: MARKTEN (LIGGING, OMVANG, DAGEN)

Bron : Analytics.brussels - hub.brussels

De economische dynamiek in de ZSH ten opzichte van het hele Gewest vertoont de volgende kenmerken:

> De aanwezigheid van grote gewestelijke tewerkstellingspolen binnen de ZSH die weinig jobs opleveren voor de lokale inwoners. De werkloosheidscijfers in de ZSH zijn bijzonder hoog, nl. 27 % in 2015). Deze paradox, die over het algemeen van toepassing is op het volledige BHG, geldt bovenal voor de ZSH. Deze discrepantie tussen de aanwezige economische activiteit en het werkloosheidsniveau van de lokale bevolking is deels toe te schrijven aan de continue de-industrialisering in het Gewest, en in het bijzonder in de Kanaalzone De reconversie van de industrie naar andere stedelijke functies, voornamelijk huisvesting of voorzieningen, ook in de OGSO, is reeds 20 jaar aan de gang is. Anderzijds ontwikkelt de tertiaire Brusselse economie zich op ‘topniveau’

(financiën, diensten aan bedrijven, administraties, universiteiten, ziekenhuizen ...), terwijl meer dan een kwart van de werkzoekenden ongeschoold blijkt te zijn.

148

KAART 13: AANDEEL WERKZOEKENDEN BINNEN DE POPULATIE TUSSEN 16 EN 64 JAAR (2018)

Bron: Wijkmonitoring, 2019

> Een pool van zelfstandigen en werknemers met vaardigheden in de industrie, de ambachtelijke en commerciële sector die in het buitenland werden verworven en maar al te vaak niet worden erkend122.

> Een ondernemings- en innovatiedynamiek (groene, circulaire, sociale economie) die door de overheid financieel wordt ondersteund. Dit ondernemerschap vult gaandeweg het hiaat op in de economische activiteiten en draagt bij tot een herindustrialisering van de stad door het opzetten van eerder kleinschalige activiteiten in het gemengde stadsweefsel (naast woningen, voorzieningen en openbare ruimtes). Het merendeel van deze initiatieven zijn gemengde projecten waarbij we de werkelijke bestemming van de economische gebieden niet uit het oog mogen verliezen.

122Indicator ‘opleidingsniveau van de werkzoekenden in 2018’ van het Brussels Observatorium voor werkgelegenheid en opleidingen, subindicator - ‘studie in het buitenland zonder erkende gelijkwaardigheid’.

149

KAART 14: ECONOMISCHE INITIATIEVEN TUSSEN 2016 EN 2018

Bron: Brussel Economie en Werkgelegenheid, perspective.brussels

150

KAART 15: RUIMTES BESTEMD VOOR ECONOMISCHE ACTIVITEITEN:

PROJECTEN 2015 – 2020

Bron: perspective.brussels, Citydev, BMA, Brussels UrbIS®© - Distribution & Copyright CIRB

Territoriale aspecten van de economische activiteit in het licht van de crisis:

> De crisis benadrukt onder meer de aanwezigheid van buurtwinkels (die werkgelegenheid bieden aan lokale, ongeschoolde werknemers en minder concentraties van consumenten vertonen), de spreiding van openingsuren in kleine en grote retailhandelszaken en markten (klassieke verkooppunten voor landbouwproducten van de korte keten), de algemene doorbraak van e-commerce (die weinig sociale interactie genereert), de organisatie van logistieke keten en dispachting ruimtes;

> De crisis brengt handelaars, vrije beroepen en ondernemers in zware problemen en heeft aldus een territoriale impact op eventueel onbenutte activiteitenzones in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

> De crisis stelt de verplaatsing van de productie van goederen die moeten voldoen aan de behoeften van de inwoners van Brussel in combinatie met het bestaande industriële weefsel in vraag;

> De crisis zet vraagtekens bij de typologie van de kantoren: de impact van de economische crisis (faillissementen, reces, overnames, bevriezing van commerciële vastgoedprojecten), de maatregelen rond social distancing (grotere oppervlakte per werknemer), grootschalige toepassing van telewerk voor ondernemingen uit de tertiaire sector ... ze komen er hoe dan ook aan, maar zijn op dit ogenblik niet meetbaar noch onvoorspelbaar.

151