• No results found

Duurzaam, schoon en innovatief

Vraag 1 Sterk Texel

Op bladzijde 50 staat bij 7.2.2. Texels drinkwater uiterlijk 2020 duurzaam en

zelfvoorzienend. Klopt deze ambitie nog? Volgens Sterk Texel kan deze weg. De 7.2.2.2.

Duurzaamheidsambitie zoetwaterbeheer waarmaken verschuift dan naar 7.2.3. (Texels watersysteem toekomstbestendig maken).

Antwoord De ambitie om Texel zelfvoorzienend te maken met drinkwater, is opgenomen in het ambitiemanifest Waddeneilanden, dat door de gemeenteraden van de verschillende

eilanden is vastgesteld. Nu PWN recent een nieuwe waterleiding aangelegd heeft tussen Den Helder en Texel is het niet waarschijnlijk dat Texel in 2020 zelfvoorzienend is op het gebied van drinkwater. Verschuiving naar 7.2.3 ligt echter niet voor de hand, omdat het daar over oppervlaktewater gaat en niet over drinkwater.

Vraag 2 Voorstel 2018-701 Ontwikkelen water netwerkknooppunt zoet-zout.

De onderliggende stukken van HHNK zullen aan de raad toegestuurd worden.

Antwoord Het projectplan zoet zout knooppunt is bijgevoegd.

Bijlage bij vraag 2:

Projectplan haalbaarheid Expertisecentrum Zoet Zout (EZZ)

Opgesteld door: het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in samenwerking met Rijkswaterstaat, Provincie Noord-Holland, PWN en gemeente Texel.

Datum: voorjaar 2017

1 Inleiding

In april 2016 heeft Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) het initiatief genomen om een zilt zoet expertisecentrum te ontwikkelen, dat gaat functioneren als een knooppunt in het maatschappelijk netwerk waarin (beschikbaarheid van) zoet water en verzilting centrale thema's zijn. Rijkswaterstaat West Nederland-Noord, Provincie Noord-Holland, Gemeente Texel en PWN hebben aangegeven dat zij graag willen meedoen als startende partijen en gezamenlijk willen onderzoeken wat de haalbaarheid en financierbaarheid van zo'n centrum is.

Als de meerwaarde van het centrum voor de Nederlandse situatie zien zij vijf belangrijke aspecten van de zoet/zoutproblematiek centraal staan:

1. Het ontwikkelen van een maatschappelijk netwerkknooppunt op het gebied van de Zoet/Zoutproblematiek (o.a op Texel);

2. Het toegankelijk maken van kennis. Een centraal aanspreekpunt voor kennisvragen, vraag articulatie en praktijkvragen. Een centrum waar wetenschap en praktijk elkaar ontmoeten op het snijvlak van water en agronomie en waar zij makkelijk tot uitwisseling komen;

3. Het aanjagen van projecten en verkennen van subsidiemogelijkheden in deze context

4. Gerichte kennisverspreiding en het mogelijk maken van kansrijke initiatieven op dit gebied tussen de (landbouw)praktijk, de wetenschap en overheden;

5. Organiseren van gelegenheden voor het ontvangen van delegaties, verzorgen van educatie en voorlichting, vergaderingen etc. om kruisbestuiving tussen wetenschap, praktijk en overheid te stimuleren. Verzorgen van accommodatie voor (internationale) studenten en workshops etc.

2 Startende partijen

 Provincie Noord-Holland

 Gemeente Texel

 Rijkswaterstaat West Nederland Noord

 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

 PWN

3 Doel van het project

De partijen willen de oprichting van een Expertisecentrum Zoet/Zout (EZZ) bewerkstelligen. Het project is er op gericht om de behoefte aan het centrum, de levensvatbaarheid en de werkwijze te onderzoeken en de verkenning af te ronden. Wanneer de resultaten positief zijn en de partijen bereid zijn om bij te dragen, zal het resultaat in een samenwerkingsovereenkomst worden verankerd.

De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst is tevens het startmoment van een op te richten Expertisecentrum Zoet Zout (voorlopige werknaam (EZZ)).

De afspraken over ontwikkeling, scope, werkwijze en financiering van het centrum kunnen worden vastgelegd in deze samenwerkingsovereenkomst.

Resultaat van het project

Het resultaat van het project is een ondertekende samenwerkingsovereenkomst tussen (overheids)partijen in Laag Nederland die willen meedoen (Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen). Zij vormen de

faciliterende partijen voor het centrum.

In de samenwerkingsovereenkomst wordt helderheid gegeven over:

 De naam van het centrum

 De inhoudelijk afbakening van het centrum

 De juridisch-bestuurlijke status van het centrum

 De bemensing

 Het programma

 De financiering op korte en lange termijn

4 Waarom een Expertisecentrum Zoet Zout?

Op het gebied van de zoet en zout waterproblematiek in het licht van de klimaatverandering vinden al vele initiatieven plaats en lopen er al veel pilots en proeftuinen waarin kennis vergaard wordt door o.a.

kennisinstituten. De onderzoeksvragen sluiten echter niet altijd aan bij de vragen uit de praktijk en soms is de kennis, vergaard in projecten en proeftuinen niet meteen bruikbaar in de praktijk. Meer uitwisseling, verbinding en synergie is dan nodig om ideeën en resultaten om te zetten naar praktisch toepasbare inzichten. Daarom is verbinding van het beoogde centrum met het Nationaal Kennisprogramma Water en Klimaat en het Deltaprogramma Zoetwater van groot belang.

Het expertisecentrum heeft als doel om mensen en kennis samen te brengen, zodat door een goede afstemming een zo groot mogelijk effect wordt behaald. Door contacten te leggen, informatie uit te wisselen, initiatieven te ondersteunen of zelf te ontwikkelen, het waterbewustzijn te vergroten en vooral door te enthousiasmeren.

Centraal staat daarbij het stimuleren van de verbinding tussen dagelijkse (landbouw) praktijkkennis, die boeren en terreinbeheerders hebben en de kennis die overheden en kennisinstituten hebben en ontwikkelen.

23/29 Het centrum richt zich op het regionale watersysteem en de waterketen in relatie tot de gebruikers van het water. Het thema van het centrum gaat over het omgaan met beperkt beschikbaar zoet water en de verzilting die daarvan een gevolg kan zijn. Het expertisecentrum wil mensen en kennis samen brengen (ontmoetingsplaats), de vraag aan kennisinstituten (universiteiten, landelijk kennisprogramma, adviesbureaus) vanuit de praktijk van het fijnmazige waterbeheer definiëren en de beschikbare kennis helpen vertalen naar de mensen die er in de praktijk mee kunnen werken. Een belangrijke rol voor het centrum is daarbij weggelegd bij het van de grond krijgen van projecten om nieuwe technieken of

maatregelen in de praktijk te toetsen. Dat kan op een eenvoudige en laagdrempelige testlocatie (van het EZZ zelf, of via afspraken met Zilt Proefbedrijf of gebruikers op Texel of in de regio). Daarbij niet alleen gericht op het uitvoeren van pilotprojecten, maar ook op de belangrijke stap om daarna te implementeren in het gebruik. De regionale waterbeheerders zijn provincie, gemeenten en waterschap. De gebruikers zijn agrarische sector, natuur, stedelijk water en drinkwater.

Het expertisecentrum is flexibel, heeft geen vaste locatie, maar is daar waar het gebeurt. Waar de experimenten plaatsvinden, waar vraagstukken op het gebied van zoet en zilt moeten of kunnen worden opgelost. Het centrum start na ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemende (overheids)partijen met een pioniersteam dat ervaring gaat opdoen met het opzetten van een flexibel maatschappelijk knooppunt. Het pioniersteam heeft als opdracht om mensen, organisaties, ideeën, experimenten en probleemhouders bij elkaar te brengen.

Het pioniersteam ontwikkelt met het op te bouwen netwerk een programma op basis van behoefte in het gebied. Dat kan in heel Nederland zijn waar het zoetwatervraagstuk verbonden is aan het

verziltingsvraagstuk. Dus van Zeeland tot Texel tot N.O Groningen.

Samengevat richt het expertisecentrum zich dus op:

1. Kennis en belangen bij elkaar brengen o.a. door initiëren en stimuleren van een integrale aanpak op het gebied van de omgang met zoet en zout water en de waterketen en deze faciliteren met (een) fysieke onderzoeklocatie(s), kennis en ervaring, een relevant netwerk en waar nodig een financiële impuls.

2. Afstemming/synergie zoeken tussen partijen mbt vragen (uit praktijk, overheid en wetenschap) 3. Projecten aanjagen waar dit oplossingen kan bieden voor kennislancunes. Bijvoorbeeld ten aanzien

van brakwaterecologie i.r.t. vismigratie en leefgebied.

4. Vergaarde informatie en kennis verspreiden via informatieoverdracht en training over het omgaan met zoet en zout water binnen de landbouw, natuurbeheer en drinkwater, mede ter vergroting van het waterbewustzijn.

5. Aansluiting zoeken bij implementatie dmv bijv. stimulerende maatregelen.

6. Een centrum van onderzoek voor studenten, promovendi en stagairs uit binnen- en buitenland vanuit een breed scala aan vakgebieden, op het snijvlak van agronomie en water.

7. De ontwikkeling van een Community of Practice met een regionale en zo mogelijk landelijke en eventueel internationale uitstraling.

5 Processtappen van dit projectplan

1. Afronding van het verkenning. In de verkenning is bekeken of er interesse en bereidheid is om te komen tot de ontwikkeling van een EZZ.

Het project richt zich o.a. op de volgende vragen:

 Welke overheden in Laag-Nederland willen een bijdrage leveren aan het faciliteren van een EZZ?

 Wat is de haalbaarheid en meerwaarde ten opzichte van al bestaande gremia en organisaties?

 Hoe kun je als overheid de zoet-zout vraagstukken nieuwe impulsen geven?

 Kan het EZZ met een programma werken en hoe ziet dat er dan uit?

 Kunnen er voorbeelden gecreëerd worden?

2. Opzetten en inwerken van het projectteam en scherp formuleren en afbakenen van de opdracht 3. Gezamenlijk ontwikkelen van een samenwerkingsovereenkomst

Bijeenkomst organiseren met de geïnteresseerde partijen en gezamenlijk vaststellen wat de essentiële bouwstenen van de samenwerkingsovereenkomst zijn

4. Bestuurlijke accordering

Faciliteren van de bestuurlijke besluitvorming

5. Ondertekening samenwerkingsovereenkomst en start van de ontwikkeling van het expertisecentrum Organiseren van een bijeenkomst om de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen en te starten met de ontwikkeling van het expertisecentrum

De ambitie is dat de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst kan plaatsvinden in oktober 2017.

Daarbij wordt de bestuurlijk goedkeuring ingecalculeerd en wordt er van uitgegaan dat deze op het niveau van de dagelijkse besturen kan plaatsvinden.

Bestuurlijke sponsors/ambassadeurs van het project:

RWS WNN: Nanou Beekman

Provincie Noord-Holland: Cees Loggen Gemeente Texel: Eric Hecules

PWN: Joke Cuperus

HHNK: Rob Veenman

Projectteam

 Henk Schobben (HHNK, 0,5 fte in 2017)

 Don Boot (Gemeente Texel, 100 uur in 2017)

 Dorine Kea (LTO Noord, 0,4 fte in 2017)

 Jos Dekker (PWN, 160 uur 2017)

 Mogelijk nog aan te vullen met extra menskracht op het gebied van netwerk en organisatie Het projectteam beschikt over bescheiden middelen om extra expertise in te huren, bijvoorbeeld voor het organiseren van bijeenkomsten of begeleiden van sessies.

25/29 Klankbordgroep/werkgroep

Er wordt een werkgroep ingesteld als verbindende ambtelijke schakel tussen projectteam en bestuurders van de startende partijen. Daarin hebben zitting:

Rijkswaterstaat WNN: Hans Overbeek (Kees Boer, Lilian Bernhardi) Provincie Noord-Holland: Anneke Houdijk

Gemeente Texel: Don Boot

PWN Jos Dekker

HHNK: Michiel Schreijer en Jan Willem Huizinga

6 Afbakening

Het project concentreert zich op behoeftebepaling aan, en werkwijze van een Expertisecentrum zoet zout in Laag Nederland. Tevens wordt onderzocht hoe zo'n centrum gepositioneerd moet worden in het Nederlandse speelveld en hoe verbindingen tussen bestaande belangen, programma's en ambities gecreëerd moeten worden.

7 Financiering

Het budget voor het project bedraagt 75.000 euro. De Provincie draagt €10.000 bij, HHNK €50.000 en RWS WNN, de gemeente Texel en PWN elk €5.000.

8 Risico's

Het risico bestaat dat uiteindelijk toch te weinig (overheids)partijen willen deelnemen om het centrum op te kunnen starten en de eerste jaren financieel te laten draaien. Het project wordt dan afgesloten zonder SOK en oprichting van het centrum.

27/29

Programma 8 Goed wonen, goede bereikbaarheid

GERELATEERDE DOCUMENTEN