• No results found

Vragen en Antwoorden Programmabegroting 2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vragen en Antwoorden Programmabegroting 2018"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vragen en Antwoorden Programmabegroting 2018

Bijlage 1

Raadscommissie 25 oktober 2017

(2)
(3)

3/29

Inhoudsopgave

Algemeen ... 5

Programma 1 Voor en door bewoners ... 9

Programma 2 Zorg voor elkaar, veiligheid op orde ... 11

Programma 3 Mooi en gastvrij Texel ... 13

Programma 4 Texel werkt! ... 15

Programma 5 Toekomst voor de jeugd ... 17

Programma 6 Samen beleven en bewegen ... 19

Programma 7 Duurzaam, schoon en innovatief ... 21

Programma 8 Goed wonen, goede bereikbaarheid ... 27

(4)
(5)

5/29

Algemeen

Vragen en antwoorden

Vraag 1 Wat wordt uitgegeven aan externe inhuur (derden, expertise, projecten, externe verwerking, uitbesteding), historisch ook, en dat onderverdeeld per programma in de begroting?

Antwoord Organisatie 2017

(stand 7-9-2017)

2016 2015 Inhuur tijdelijke vanwege vacatures 92.738 230.148 483.821 Inhuur vervanging bij ziekte 509.070 228.167 283.145 Inzet flexibele schil 231.510 556.307 664.314 Projecten en overig 410.388 1.051.359 915.747

Totaal 1.243.706 2.065.981 2.347.027

Vraag 2 Hoe ontwikkelt de loonsom zich?

Antwoord De ontwikkeling van de loonsom vanaf het jaar 2014 is als volgt:

Jaar Totaal 2014 €10.955.893 2015 €10.389.827 2016 €10.294.995 2017 €10.878.209 2018 €11.313.610

Vraag 3 Hoe ontwikkelt het ziekteverzuim zich?

Antwoord Doordat de vergelijking met landelijke cijfers alleen op de jaarpercentages gericht is, is in onderstaand overzicht het verzuimpercentage per jaar opgenomen. Dit betekent voor 2017 een prognose vanuit het verzuim van de afgelopen 12 maanden.

Het ziekteverzuim 2017 en 2016 ziet er (in %) als volgt uit:

2017

(01-07-2016 t/m 30-06-2017) 2016

(01-01-2016 t/m 31-12-2016)

Totaal gemeente Texel 7,6% 6,7%

Landelijk gemiddelde Gegevens nog niet bekend 3,9

Landelijk gemiddelde gemeenten Gegevens nog niet bekend 5,6%

Het gemiddelde ziekteverzuim bedraagt op dit moment 7,6% en is daarmee 2% hoger dan het landelijk gemiddelde gemeenten in 2016 Het ziekteverzuim in 2016 was 6,7%.

Dit is hoger dan het gemiddelde over alle gemeenten van het jaar 2016 (5,6%).

Opvallend is dat de gemeente Texel met het kort en middellang verzuim in de pas loopt met de landelijke trend van 2016, maar een beduidend hoger percentage scoort op het langdurig verzuim. Juist dit langdurig verzuim is in veel gevallen moeilijk beïnvloedbaar. Dit omdat er sprake is van medisch ernstig zieke medewerkers.

Gemeente Texel 2017 (01-07-2016 t/m

30-06-2017)

Landelijk gemiddelde gemeenten 2016

Gemeente Texel 2016

Kort (max 7 kalenderdagen) 0,9% 0.9% 0,9%

Middellang (8 t/m 42 kalenderdagen)

0,6% 1,0% 1,0%

Lang (43 t/m 365 kalenderdagen)

4,7% 2,8% 3,3%

Extra lang (meer dan 1 jaar) 1,4% 0,9% 1,7%

(6)

Vraag 4 Welk percentage van de begroting is gemoeid met Gemeenschappelijke Regelingen?

Antwoord De gemeente betaalt in 2017 aan gemeenschappelijke regelingen:

2017 2018

Veiligheidsregio Noord Holland Noord (op basis

doorbelasting cluster OOV) € 1.662.613 1.639.233

GGD Hollands Noorden € 479.445 492.811

Regionale Uitvoeringsdienst € 436.769 429.150

Gemeenschappelijke regeling De Wadden € 144.150 156.600

Totaal € 2.722.977 € 2.717.794

Bij een begrotingstotaal van ca. € 58.300.000 gaat het om 4,7 % (2017 4,5%).

Vraag 5 Wat is de (lokale) belastingruimte?

Antwoord De (lokale) belastingruimte (onbenutte belastingcapaciteit) is in 2018 € 5.012.006.

Een specificatie van dit bedrag kunt u vinden in paragraaf H Weerstandsvermogen van de programmabegroting 2018.

Vraag 6 Per jaar aantal geboorten, gestorvenen, nieuwkomers, vertrekkers en de gemiddelde leeftijd van inwoners.

Antwoord Geboortes: 2015 87

2016 146

Overlijden: 2015 125

2016 157

Vraag 7 D66

D66 heeft hier al eerder vragen over gesteld: kosten die gemaakt worden voor het actualiseren van beleidsnota’s. Vorig jaar heeft dat er toe geleid dat het college haar eerste voorstel om geld te ramen voor het actualiseren van het gezondheidsbeleid heeft ingetrokken, waarbij vanuit het college het volgende is gezegd: ‘ ………..

geeft het college aan het een logische redenering te vinden, dat periodieke

(actualisatie) van beleidsnota’s eigenlijk gezien zou moeten worden als regulier werk (en dus geen extra geld zou moeten kosten).’ Nu wordt er bijvoorbeeld geld gevraagd voor Zendmastenbeleid actualiseren (€ 10.000). Kunt u uitleggen wanneer iets het reguliere werk betreft (actualisatie van bestaande nota’s) en wanneer externe inhuur noodzakelijk is, kijkend ook naar uw reactie vorig jaar t.a.v. de actualisatie van het gezondheidsbeleid?

Antwoord Het periodiek actualiseren van beleid is maatwerk. De ene keer ligt het beleid dicht tegen het reguliere werk aan, en kan het beleid binnen de formatie geactualiseerd worden. Dit was het geval met het gezondheidsbeleid.

Een andere keer past de actualisatie niet naast het reguliere werk of is het nodig expertise in te huren die niet in huis is. In dat laatste geval wordt een budget geraamd om (delen van) de actualisatie uit te kunnen besteden.

In het geval van zendmastenbeleid is een budget nodig om gerichte expertise in te huren. Het huidige zendmastenbeleid is erg verouderd en het speelveld is sterk veranderd. Zaken met betrekking tot zendmasten zijn geen regulier werk, de gemeente heeft hier slechts sporadisch mee te maken. Om deze redenen is dit voorstel opgenomen in de begroting 2018.

(7)

7/29 Vraag 8

D66

Op bladzijde 60 staat: ‘Het percentage overhead ten opzichte van de totale lasten in de begroting(inclusief De Bolder en OSG De Hogeberg), bedraagt 11,7%. Dit getal wordt geactualiseerd in Fase II. U stelt dat een echte vergelijking pas met ingang van Begroting 2019 kan plaatsvinden, maar: kunt u wel vergelijkende percentages van andere gemeenten meenemen?

Antwoord Het percentage voor 2018 is nog niet bekend en wordt pas in de fase II berekend.

Een inventarisatie van de gemeentelijke overheadkosten in de begrotingen voor 2017 laat dusdanig grote verschillen tussen gemeenten zien dat ernstige vraagtekens kunnen worden gezet bij met name die beoogde vergelijkbaarheid. De erin genoemde

overheadpercentages blijken uiteen te lopen van 7 (Almelo) tot liefst 84,2 procent (Urk). De oorzaak achter zulke grote verschillen: een andere rekenmethodiek. Voor onze gemeente geldt dat als je de overhead berekent over de uitgaven (excl. de begrotingen van de Bolder en de OSG), 13,65% het percentage wordt.

Vraag 9 D66

Op verschillende plaatsen wordt geld voor ICT geraamd, o.a. € 120.000 voor vervanging ICT-voorzieningen, Vervanging ESX-servers 23.000 en ICT omgeving vervangen (€

121.000). In de begroting 2017 staat ‘Automatiseringsplan opstellen’.

A. Is dat al gereed? Of worden al deze investeringsvoorstellen in feite gedaan zonder dat er al een visie/beleid is op Informatie/automatisering?

B. Is het mogelijk om alle (vervangings-)investeringen in ICT van de afgelopen 5 jaar in kaart te brengen?

Antwoord A. Er is een automatiseringsplan aanwezig. Deze wordt op dit moment geactualiseerd n.a.v. o.a. de omgevingswet en Digitale Agenda 2020. De aangevraagde investeringen zijn nog steeds actueel en zijn de basis voor de verdere doorontwikkeling van het automatiseringsplan voor 2017-2022. Dit jaar zal het plan aan het college en de gemeenteraad worden aangeboden.

B. Zie onderstaande lijst.

Vraag 10 D66

Meerjarig schetsen welke nota’s of beleidsplannen geactualiseerd moeten, waarbij ook helder wordt wat in feite “regulier werk is” en als zodanig kan worden ingepland (zodat extra inhuur niet nodig is).

Antwoord De gemeente Texel heeft meerdere beleidsnota’s. Sommige daarvan hebben een bepaalde looptijd, andere geven zelf aan dat ze na een bepaalde tijd geëvalueerd worden. Soms ook kent een beleidsnota geen looptijd, maar ontstaat door veranderingen in de maatschappij of wetgeving behoefte een nota te herzien. De aanleiding een bepaalde nota aan te pakken kan dus heel divers zijn. Ook kan een heel nieuw maatschappelijk fenomeen aanleiding zijn voor een nieuw stuk beleid.

Als een nota geactualiseerd moet worden dan loopt dit altijd via de begroting en de lange termijnplanning (LTP). Daarin kunt u zien welke nota’s opgepakt worden. Het is niet wenselijk om naast de LTP met een ander planningsinstrument te gaan werken.

Deze planning staat verder los van het al dan niet uitbesteden van werkzaamheden.

Soms zal een bepaalde nota expertise vragen die niet in huis is, soms is het nodig extra uren in te huren omdat binnen de planning anders geen ruimte is. Per (beleids)onderwerp is een regisseur werkzaam. Het is niet zo dat deze alle werkzaamheden op dit beleidsveld zelf uitvoert. Eerder het omgekeerde. Hij of zij kijkt wat er nodig is en hoe de werkzaamheden in een bepaalde periode het beste kunnen plaatsvinden. Het actualiseren van een beleidsnota is nooit ‘regulier werk’, er is altijd sprake van maatwerk, dat via projectmatig werken opgepakt wordt.

Vraag 11 Texels Belang

Naar aanleiding van de frequente verzoeken om geld tbv. I.C.T. zegt het college toe hierop terug te komen (de visie die achter de investeringen ligt).

Antwoord Het actualiseren van Informatiebeleid is in een vergevorderd stadium. In juli wordt het beleid besproken worden met de Portefeuillehouder. Na instemming van de Portefeuillehouder zal dit beleid gepresenteerd worden aan het College en Raad.

(8)
(9)

9/29

Programma 1 Voor en door bewoners Vragen en antwoorden

Vraag 1 Hoeveel succesvolle mediation trajecten zijn er?

Antwoord In 2016 zijn geen echte mediation trajecten aan de orde geweest. Wel werden in totaal 17 bezwaarschriften ingetrokken na informeel overleg (ook wel ‘pre-

mediation’). In 28 gevallen leidde dat informeel overleg niet tot intrekking, wel zijn 6 bezwaarschriften voor onbepaalde tijd aangehouden omdat een oplossing ‘in der minne’ (en daarmee intrekking van het bezwaar) alsnog haalbaar lijkt.

In 2015 werden 23 bezwaarschriften ingetrokken als gevolg van informeel overleg (pre- mediation) voorafgaand aan (en in 2 gevallen tijdens) de behandeling in de commissie bezwaar. In 7 gevallen werd informeel overleg beproefd, maar kon dit niet succesvol worden afgerond.

Vraag 2 Hoeveel bezwaarschriften zijn er?

Antwoord In 2016 zijn er 67 bezwaarschriften ingediend (2015 52 bezwaarschriften).

Vraag 3 Wat is het percentage gemeentelijke producten dat (ook) digitaal, via de website, afgehandeld kan worden?

Antwoord Van de gemeentelijke producten kan in 2016 65% digitaal afgehandeld worden (van subsidie tot uittreksel BRP). Digitaal afhandelen is direct een formulier invullen en verzenden. De producten waarbij een klant een bestand kan downloaden worden niet meegerekend (2015 63 %).

Vraag 4 Voorstel 2018-104 Pilot gezondheidsbeleid starten

In de toelichting bij het voorstel staat o.a.: ‘ … Vervanging bij ziekte is daarom een belangrijk instrument. Om deze reden is besloten het budget Vervanging ziekteverzuim structureel te verhogen met € 150.000.’

Uit de toelichting die het college gisteren gaf op vragen vanuit de commissie bleek dat het geld echter bedoeld is om in te zetten t.b.v. preventie van ziekteverzuim.

Vragen VVD:

1. Gaat u de toelichting bij het voorstel aanpassen/aanscherpen, zodat duidelijker wordt waaraan het structurele geld wordt uitgegeven? ((meer) inzetten op preventie i.p.v. vervanging bij ziekte)

2. Wat is op dit moment het totale budget dat kan worden ingezet voor Vervanging bij ziekte?

3. Is de gemeente verzekerd voor langdurig verzuim? Zo ja: kunt u schetsen wat de dekking is? En zo nee: waarom niet?

Antwoord 1. De structurele verhoging is nadrukkelijk niet alleen voor het vervangen bij ziekte.

Preventie is vele malen belangrijker wanneer het gaat om medewerkers op een zo gezond mogelijke wijze de pensioengerechtigde leeftijd te laten behalen. Neemt niet weg dat bij het uitvallen van medewerkers door ziekte gekeken dient te worden of de werkzaamheden voort moeten en zo ja, of dat door verdeling onder collega’s kan of dat vervanging moet worden ingehuurd. Maatregelen ter preventie zijn enerzijds Arbo en bewustzijn gerelateerd, hierbij gaat het om opleiding en training. Anderzijds wordt o.a. gestuurd op het vroegtijdig inwerken van nieuwe medewerkers die al starten met werken tijdens de opleiding die zij volgen (BBL).

(10)

Ook kan vanuit dit budget onderzoek gedaan worden gericht op vermindering van de ervaren werkdruk. In de tweede helft van 2017 wordt hiertoe een intern project uitgevoerd. Dit project brengt het brede spectrum aan mogelijkheden in beeld en werkt dit uit in een uitvoeringsplan.

2. Het budget ziekteverzuim voor 2017 bedraagt € 114.154,-. Sinds enige jaren heeft de organisatie de taakstelling opgelegd om vervanging wegens ziekte binnen de personeelsbegroting op te lossen. Hierbij wordt de financiële ruimte die niet is gebruikt in de personeelsbegroting, onder andere door het tijdelijk niet invullen van vacatures, gebruikt voor de vervanging wegens ziekte.

3. De gemeente is niet verzekerd voor langdurig verzuim, althans voor de eerste 24 maanden arbeidsongeschiktheid. De kosten van de verzuimverzekering wegen niet op tegen de kosten bij eigen risicodragerschap over meerdere jaren beschouwd.

De gemeente is net zoals vele andere gemeenten eigen risicodrager voor de WGA. Dit risico is echter wel ondergebracht bij een verzekeraar. Indien medewerkers na langdurig verzuim door het UWV een WGA uitkering toegekend krijgen, is de gemeente hiervoor verzekerd.

(11)

11/29

Programma 2 Zorg voor elkaar, veiligheid op orde Vragen en antwoorden

Vraag 1 Wat zijn de totale gedeclareerde kosten Jeugd en het aantal jeugdigen in trajecten?

Antwoord De lasten voor de uitvoering van de gemeentelijke taken vanuit de Jeugdwet bedroegen in 2016 € 2.235.631 (jaarrekening 2016).

In 2016 zijn 135 trajecten jeugdhulp ingezet. In 2017 zijn dit (stand september) 148 trajecten.

Vraag 2 Hoeveel mensen doen een beroep op het Minimabeleid?

Antwoord In 2016 hebben 184 inwoners een bijdrage vanuit de bijzondere bijstand ontvangen.

Van deze 184 personen hebben 91 personen een toelage maatschappelijke participatie ontvangen.

In 2015 hebben 181 inwoners een beroep gedaan op de bijzondere bijstand, waarvan 56 personen een toelage maatschappelijke participatie hebben ontvangen.

Vraag 3 Wat zijn de totale kosten van de uitvoering van de Participatiewet en het aantal cliënten?

Antwoord In 2016 is een bedrag van € 1.594.860 verstrekt aan bijstandsuitkeringen op grond van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ. In 2015 bedroeg dit € 1.490.661. Eind 2016 ontvingen 131 inwoners een bijstandsuitkering (2015:123).

Aan de uitvoering van de WSW (door De Bolder) is in 2016 € 2.735.000 uitgegeven. De Bolder had eind 2016 130 werknemers binnen de WSW (100 fte). Eind 2015 had De Bolder 134 werknemers binnen de WSW (104 fte). De totale kosten bedroegen in dat jaar € 2.907.000. Voor de uitvoering van de Participatie wet heeft De Bolder in 2016

€ 29.000 uitgegeven (2015: € 0). Eind 2016 waren vanuit de Participatiewet drie personen (2 fte) aan het werk bij De Bolder. Dit betrof twee werknemers beschut werk, en een werknemer die met een loonkostensubsidie bij De Bolder werkt. Daarnaast heeft De Bolder aan een aantal cliënten een werkervaringsplek geboden.

Wajongers vallen wel onder de Participatiewet maar onder verantwoordelijkheid van het UWV. De gemeente doet op dit gebied dan ook geen uitgaven.

Vraag 4 Hoeveel mensen zitten in de Schuldhulpverlening?

Antwoord In 2016 hebben 21 inwoners gebruik gemaakt van schuldhulpverlening door de Kredietbank. In 2015 ging dit om 24 inwoners.

Vraag 5 CDA

Op bladzijde 127 staat het voorstel 909: Extra krediet aanleggen boorputten aanvragen. In een eerdere presentatie over Hemel Water Afvoer is gesproken over buffers t.b.v. droge tijden. Is het niet mogelijk om bestaande hemelwatersystemen te benutten bij brandbestrijding?

Antwoord Een hemelwaterberging is een tijdelijk plek waar water rustig weg kan lopen of infiltreren. Deze plekken staan het grootste deel van het jaar droog. Om deze reden is het niet mogelijk om deze hemelwaterberging als bluswatervoorziening in te zetten tijdens ene brand. Om een blusvoorziening met voldoende water te hebben zou er gedacht moeten worden aan een permanente voorziening.

Vraag 6 Voorstel Geluidsmetingen bij evenementen laten uitvoeren. Op 21 september 2016

(12)

D66

is bijgevoegde motie aangenomen met als titel ‘Commerciële evenementen leges plichtig’. In het voorstel Geluidmetingen staat dat voor 10 evenementen advies wordt gevraagd over het maximale aantal decibels in relatie tot de omgeving en dat advies wordt vertaald naar voorschriften in de vergunning. Bij 4 grotere evenementen wordt daadwerkelijk een meting uitgevoerd. D66 is van mening dat, kijkend ook naar de motie, kosten van geluidmetingen en/of advies ook zouden moeten drukken op de commerciële organisator.

A. Is aan te geven of de adviezen en metingen geheel of gedeeltelijk commerciële evenementen betreffen, zoals bedoeld in de motie?

B. U schrijft dat u in 2017 gaat adviseren over uitvoering van de 3 beslispunten van de motie. Gaat u daarin ook meenemen dekking van de kosten (adviezen en metingen geluid) bij deze evenementen.

Antwoord Het college bestudeert nog de wijze waarop uitwerking kan worden gegeven aan de motie. Op basis van de tot nu toe vergaarde informatie is het college nog niet in staat om de maatlat te ontwikkelen waar in de motie om wordt gevraagd. Voornaamste knelpunt is en blijft dat de mate van ‘commercialiteit’ van een evenement geen deugdelijke juridische basis is voor het heffen van leges.

Uitgangspunt van legesheffing is dat de kosten van de dienstverlening in rekening worden gebracht bij de aanvragers van een dienst. Een verschillende behandeling van aanvragers van een dienst heeft een objectieve rechtvaardigingsgrond nodig.

Is die rechtvaardigingsgrond er niet dan is de heffing in strijd met het

gelijkheidsbeginsel. Het college ‘zoekt’ nog naar die rechtvaardigingsgrond en de wijze waarop de praktische problemen die daar bij komen kijken kunnen worden opgelost.

Het college zal nog met een uitgebreidere inhoudelijk reactie komen op de uitvoering van de motie.

Antwoord vraag A: De evenementen waar het over gaat kennen verschillende ‘soorten’

organisatoren, zowel organisatoren die een commercieel doel hebben en organisatoren die dat niet of minder hebben.

Antwoord vraag B: Ja, dat is een goed idee. We nemen dit mee.

Vraag 7 Voorstel 2018-908 Clientvolgsysteem Sociaal Team door ontwikkelen.

Het college zal nog antwoord geven op de vraag of dit niet ook een ICT voorstel is.

Antwoord Het door ontwikkelen van het huidige cliëntsysteem tot een cliëntvolgsysteem betreft inderdaad een doorontwikkeling van de ICT-omgeving. Het draagt bij aan het

realiseren van de integrale toegang in het sociaal domein. Omdat het een

doorontwikkeling vanuit een behoefte voor een specifiek organisatieonderdeel (het Sociaal Team) is, en de kosten daardoor ook ten laste komen van het sociaal domein, wordt dit investeringsvoorstel niet beschouwd als een ICT-voorstel. De ICT-voorstellen hebben betrekking op de gehele organisatie.

Vraag 8 Voorstel 2018-909 en 2018-910 Aanleggen van boorputten.

Er zal nadere informatie verstrekt worden over deze twee voorstellen in relatie tot o.a. verbod onttrekking grondwater, putten in bijv. Oudeschild die geen

zoetwaterputten zullen opleveren en of het verzilting veroorzaakt.

Antwoord Op een aantal plekken op het eiland zijn geboorde putten reeds aanwezig;

bijvoorbeeld bij het gemeentehuis en de OSG en aan het Vliegwiel in Oudeschild. Het is niet de bedoeling om met een geboorde put verzilting te veroorzaken. Het blussen van een brand met zoutwater is ook niet de bedoeling. De technische aspecten en de (on)mogelijkheden moeten zorgvuldig onderzocht worden om tot de juiste locaties te komen.

(13)

13/29

Programma 3 Mooi en gastvrij Texel Vragen en antwoorden

Vraag 1 Hoeveel handhavingstrajecten zijn er gestart?

Antwoord In 2016 zijn totaal 323 handhavingstrajecten gestart.

In 2015 zijn totaal 203 handhavingstrajecten gestart.

Vraag 2 Hoeveel toeristische overnachtingen zijn er?

Antwoord Het aantal belastbare overnachtingen bedroeg in:

2014: 2.524.386 2015: 2.614.896 2016: 2.739.594

Dit zijn niet het aantal werkelijke overnachtingen aangezien de toeristenbelasting voor maximaal 7 aaneengesloten overnachtingen wordt geheven.

Vraag 3 Sterk Texel

Bij voorstel 2018-301 Kwaliteit uitvoering VTH-taken staat in de motivatie: ‘….

Hierbij is nog geen rekening gehouden met de overdracht naar Texel van de taken op het gebied van Drank- en Horecawetgeving.’. Kunt u een stand van zaken/doorkijkje geven t.a.v. de overdracht van taken D- en H wetgeving?

Antwoord Per 1 januari 2013 is de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op de naleving van de Drank- en Horecawet. Vanaf het begin had de gemeente Texel een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Den Helder voor het uitvoeren van deze toezichttaak. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt per 31 december 2017 beëindigd. Er is al geanticipeerd op overdracht door eigen

medewerkers op dit vakgebied te bekwamen. Daarnaast zal deze toezichttaak in de uitwerking van het Integraal Veiligheidsplan nader worden uitgewerkt.

Vraag 4 D66

Voorstel reclamebeleid de Koog na de zomer in de raad. Dit beleid kan als voorbeeld dienen voor andere dorpen (uiteindelijke inhoud kan per dorp verschillen).

Antwoord Het wensbeeld voor het centrum van De Koog is gepresenteerd, maar wordt nog nader uitgewerkt. Onderdeel daarvan is de juridische borging in o.a. reclamebeleid, maar wellicht ook in de APV of zelfs in een bestemmingsplan. Het reclamebeleid is onderdeel van de Welstandsnota, waarvan herziening in 2018 voorzien is. Afhankelijk van de voortgang zullen aanpassingen voor De Koog daarin meegenomen worden of al eerder aan de raad voorgelegd worden.

Vraag 5 Voorstel 2018-306: Behoud weidevogels op Texel

Het college zal nog schriftelijk reageren op dit voorstel (o.a. over deelname LONT in wat op dit moment al gedaan wordt/al gedaan is).

Antwoord Het college staat positief tegenover het doel wat met het voorstel wordt beoogd. Er vinden echter al allerlei gesprekken plaats. Samen met o.a. LTO, De Lieuw, SBB, NM, provincie, HHNK en TOP vinden gesprekken plaats (o.a. in het kader van het LONT overleg) welke maatregelen we gezamenlijk kunnen nemen om het natuurbeheer op andere maatschappelijke functies af te stemmen. Ook in het platform Hoge Berg vindt dergelijke afstemming plaats. Het ligt niet in de rede om nog een afzonderlijk werkgroepje over dit onderwerp te gaan formeren.

(14)

Vraag 6 Voorstel 2018-307 Kleinschalig Historisch medegebruik expliciet toevoegen aan de doelenboom. Het college zal nog schriftelijk reageren op dit voorstel.

Antwoord Voorstel wordt overgenomen: Kleinschalig Historisch medegebruik zal in de doelenboom worden opgenomen.

(15)

15/29

Programma 4 Texel werkt!

Vragen en antwoorden

Vraag 1 Wat is per 1 januari 2017 de vraag naar bedrijventerrein?

Antwoord Vijftien bedrijven hebben binnen drie jaren een ruimtebehoefte van 50.950 tot 54.300 m². Ten behoeve van de uitvoering van de havenvisie Oudeschild en het faciliteren en aantrekken van haven gerelateerde bedrijven is er een ruimtebehoefte van 15.000 tot 20.000 m². Ten slotte is er nog een behoefte voor één loonwerkbedrijf van 20.000 m² (bron vastgestelde Strategische Visie bedrijventerreinen april 2017)

Vraag 2 Hoe ziet de werkgelegenheid er uit? (aantal arbeidsplaatsen) Antwoord In 2016 waren er 7.860 banen (bron texel.incijfers.nl 2017)

In 2015 hadden we 7.890 arbeidsplaatsen (bron texel.incijfers.nl 2017).

2014: 7.980 arbeidsplaatsen.

Vraag 3 Wat is het percentage leegstand van bedrijfspanden? (voorkeur: uitgesplitst in bijv. 3 categorieën: klein, middel en groot)

Antwoord Er is 3% leegstand (1.400 m²) op een totaal aanbod voorzieningen van 38.000 m² in de centra. Er zijn geen gegevens bekend over klein-middel-groot. (Het landelijke gemiddelde van leegstand bedraagt 10%.) Er zijn geen cijfers bekend van panden op bedrijventerreinen, maar de praktijk wijst uit dat daar de leegstand ook gering is.

Vraag 4 Sterk Texel

Ontsluiting NIOZ-haven: Op blz. 29 staat: “....extra investering van de gemeente Texel, ook al omdat de ontsluiting van de NIOZ-haven over de weg via een nieuw tracé vormgegeven moet worden”. Hoe staat deze tekst t.a.v. uitspraken over het niet- wijzigen van de ontsluitingsroute tijdens de laatste commissie en raad?

Antwoord Wij zullen de zinsnede over het ‘nieuw tracé’ uit de tekst halen.

Vraag 5 D66

U schrijft op bladzijde 65: ‘In de programmabegroting 2017 is € 640.000 gereserveerd voor een bijdrage voor de aanleg van een glasvezelnet in het buitengebied onder voorwaarde dat de Provincie ook een bijdrage zou leveren. De Provincie heeft geen bijdrage geleverd waardoor de gereserveerde middelen vrijvallen ten gunste van de algemene reserve. De Stichting Glasvezel is voornemens een nieuwe aanvraag in te dienen.’.

A. Wat is de reden dat de Provincie geen bijdrage levert? Zij hebben dit toch ook hoog in het vaandel? (zie o.a. hier: https://www.noord-

holland.nl/Actueel/Archief/2016/September_2016/Snel_internet_in_Noord_Holland).

B. Het is nog steeds heel belangrijk. En er wordt een nieuwe aanvraag gedaan. Is het niet zinvol deze gelden dan toch nog beschikbaar te houden?

Antwoord De provincie Noord-Hollland heeft op 16 mei jl. besloten de verschillende lokale glasvezel initiatieven te ondersteunen met een garantstelling zodat tegen een voordelige rente geld geleend kan worden. Op dit moment is de gemeente samen met de Stichting Glasvezel Texel aan het onderzoeken of met behulp van een

garantstelling van de provincie Noord-Holland en met een bijdrage van de gemeente Texel glasvezel in het buitengebied gerealiseerd kan worden. De plannen zijn al vergevorderd, de verwachting is dat voor de zomer van 2017 duidelijkheid verkregen kan worden over de haalbaarheid hiervan. Mocht blijken dat de plannen doorgang kunnen vinden, dan is een bedrag van € 640.000 noodzakelijk voor de realisatie ervan.

T.z.t. komt het college met een nieuw voorstel.

In deze tweede fase is een actueel financieel voorstel bij programma 4 opgenomen.

(16)

Vraag 6

VVD/Sterk Texel

Tekst blz. 46 wordt gewijzigd in: “Dorpscentra behoren visitekaartjes” te zijn in plaats van “dorpscentra zijn visitekaartjes”.

Antwoord De tekst is in het exemplaar versie raad 12-07-2017 gewijzigd.

(17)

17/29

Programma 5 Toekomst voor de jeugd Vragen en antwoorden

Vraag 1 Hoeveel kinderen/jongeren tussen de 18 en 23 jaar heeft geen startkwalificatie?

Antwoord 2016: 72

2015: 46

Vraag 2 Hoeveel leerlingen zijn er per basisschool?

Antwoord Aantallen per teldatum

1-10-2016 1-10-2015

OBS Jac. P. Thijsseschool 137 164

OBS Durperhonk 66 63

OBS Bruinvis 102 102

OBS Vliekotter 82 85

ABBS Lubertischool 64 69

OBS Kompasschool 23 22

PCBS De Fontein 160 160

KBS Jozefschool 257 237

Vrije School Texel 98 94

Vraag 3 Hoeveel leerlingen heeft de OSG?

Antwoord Aantal per teldatum 1 oktober 2016:

883 leerlingen

Aantal per teldatum 1 oktober 2015:

949 leerlingen

Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

(18)
(19)

19/29

Programma 6 Samen beleven en bewegen Vragen en antwoorden

Vraag 1 Hoeveel evenementen worden er georganiseerd?

Antwoord In 2016: 144 evenementen.

In 2017: bij de vaststelling door bgm 109 evenementen (21-11-2016), thans 119 evenementen (06-03-2017). Naar verwachting zal dit aantal nog stijgen in de loop van 2017.

Vraag 2 Sterk Texel

Bij 6.1.2.5. (blz. 45) staat: ‘Beheer gemeentelijke kerktorens onder brengen in een Stichting’. Waarom kiest u voor een Stichtingsvorm? En: kan dat wel, aangezien de torens wel in ons bezit zijn maar niet in eigendom?

Antwoord Of het onderbrengen van de gemeentelijke kerktorens in een stichting kan en welke vorm zal nog onderzocht worden. Maar het is mogelijk omdat dit elders ook al wordt gedaan. Een stichting kan gemakkelijker aanspraak maken op subsidies van de overheid.

Vraag 3 Sterk Texel

Op diezelfde bladzijde staat: ‘Voegwerk toren Binnenburg herstellen’. Dat gebeurt echter nu al, in 2017. Deze hoort niet thuis is de Programmabegroting 2018?

Antwoord ‘Voegwerk toren Binnenburg herstellen’ is nog niet afgerond en staat om die reden nog in de doelenboom vermeld. Een doel verdwijnt uit de doelenboom als het project is afgerond.

Vraag 4 Sterk Texel

Op eveneens diezelfde bladzijde staat bij 6.1.3.7 Texelaars naar Texelse musea! en bij 6.1.3.9. Texelaars naar Texelse musea. Dat is een dubbeling.

Antwoord Ja, dat is een dubbeling. 6.1.3.7 is verwijderd.

Vraag 5 Sterk Texel

N.a.v. blz. 91: In de LTP staat dat de raad eind 2016 geïnformeerd wordt over de voortgang huisvesting Artex. Dat lijkt nog niet gebeurd te zijn? Vraag: wat is de stand van zaken?

Antwoord De nota vrijkomend maatschappelijk vastgoed is eind vorig jaar vastgesteld. Door de positieve besluitvorming Onderwijs Centrum Texel (OCT) is er zicht op vrijkomende locaties. Overleg met Artex is gaande, er wordt een quickscan gedaan. Ook wordt er bezien wat er op korte termijn op de bestaande locatie nodig is. De raad wordt in het vierde kwartaal 2017 geïnformeerd over de uitkomst.

Vraag 6 D66

Voorstel Uitvoering huisvestingsplan Artex, voorbereidingskosten. Er wordt € 25.000 gevraagd t.b.v. het maken van een uitvoeringsplan t.a.v. nieuwe locatie Artex. Zonder uit te spreken dat dit niet nodig zou zijn, wil D66 graag weten waarom de gemeente deze kosten moet dragen.

Antwoord Het betreft hier dan een vervolg op de quickscan Artex (zie onder 5). De gemeente

‘moet’ deze lasten niet dragen. Voorstel is om dat wel te doen. De gemeente is op dit moment huisvester en subsidieverstrekker van Artex. In de begroting van Artex zit onvoldoende ruimte voor een dergelijk onderzoek.

(20)

Vraag 7 D66

Voorstel Aansluiten bij gemeenschappelijke regeling archeologische dienst West- Friesland. Er wordt € 28.000 Structureel gevraagd, maar er staat ook: De kosten zijn lager dan bij incidentele inhuur. Tot nu toe is er dus sprake van incidentele inhuur en straks is dat niet meer nodig. Kunt u uitleggen waarom het dan toch structureel € 28.000 méér gaat kosten, ondanks dat de kosten lager zijn dan bij incidentele inhuur?

Antwoord Als de geplande activiteiten op incidentele basis moeten uitgevoerd, zijn de kosten hoger dan op basis van de structurele samenwerking met het archeologisch centrum.

Vraag 8 Texels Belang

Voorstel 2018-602 Texelaars naar musea

Toegevoegd wordt: Na 2 jaar wordt bekeken hoeveel Texelaars gebruik hebben gemaakt van de regeling . Tevens een tekstwijziging. De zin Uitvoeringsgelden voor het opzetten van Texelaars zal worden aangepast.

Antwoord Voorstel is aangepast naar aanleiding van bovenstaande opmerking.

Vraag 9 Groen links

Voorstel 604 Historische band bloembolgewassen met Texel bewaren.

Het woord bloembolgewassen wordt gewijzigd in cultuurgewassen.

Antwoord De tekst is in het exemplaar versie raad 12-07-2017 geschrapt.

(21)

21/29

Programma 7 Duurzaam, schoon en innovatief Vragen en antwoorden

Vraag 1 Sterk Texel

Op bladzijde 50 staat bij 7.2.2. Texels drinkwater uiterlijk 2020 duurzaam en

zelfvoorzienend. Klopt deze ambitie nog? Volgens Sterk Texel kan deze weg. De 7.2.2.2.

Duurzaamheidsambitie zoetwaterbeheer waarmaken verschuift dan naar 7.2.3. (Texels watersysteem toekomstbestendig maken).

Antwoord De ambitie om Texel zelfvoorzienend te maken met drinkwater, is opgenomen in het ambitiemanifest Waddeneilanden, dat door de gemeenteraden van de verschillende

eilanden is vastgesteld. Nu PWN recent een nieuwe waterleiding aangelegd heeft tussen Den Helder en Texel is het niet waarschijnlijk dat Texel in 2020 zelfvoorzienend is op het gebied van drinkwater. Verschuiving naar 7.2.3 ligt echter niet voor de hand, omdat het daar over oppervlaktewater gaat en niet over drinkwater.

Vraag 2 Voorstel 2018-701 Ontwikkelen water netwerkknooppunt zoet-zout.

De onderliggende stukken van HHNK zullen aan de raad toegestuurd worden.

Antwoord Het projectplan zoet zout knooppunt is bijgevoegd.

Bijlage bij vraag 2:

Projectplan haalbaarheid Expertisecentrum Zoet Zout (EZZ)

Opgesteld door: het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in samenwerking met Rijkswaterstaat, Provincie Noord-Holland, PWN en gemeente Texel.

Datum: voorjaar 2017

1 Inleiding

In april 2016 heeft Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) het initiatief genomen om een zilt zoet expertisecentrum te ontwikkelen, dat gaat functioneren als een knooppunt in het maatschappelijk netwerk waarin (beschikbaarheid van) zoet water en verzilting centrale thema's zijn. Rijkswaterstaat West Nederland-Noord, Provincie Noord-Holland, Gemeente Texel en PWN hebben aangegeven dat zij graag willen meedoen als startende partijen en gezamenlijk willen onderzoeken wat de haalbaarheid en financierbaarheid van zo'n centrum is.

Als de meerwaarde van het centrum voor de Nederlandse situatie zien zij vijf belangrijke aspecten van de zoet/zoutproblematiek centraal staan:

1. Het ontwikkelen van een maatschappelijk netwerkknooppunt op het gebied van de Zoet/Zoutproblematiek (o.a op Texel);

2. Het toegankelijk maken van kennis. Een centraal aanspreekpunt voor kennisvragen, vraag articulatie en praktijkvragen. Een centrum waar wetenschap en praktijk elkaar ontmoeten op het snijvlak van water en agronomie en waar zij makkelijk tot uitwisseling komen;

3. Het aanjagen van projecten en verkennen van subsidiemogelijkheden in deze context

4. Gerichte kennisverspreiding en het mogelijk maken van kansrijke initiatieven op dit gebied tussen de (landbouw)praktijk, de wetenschap en overheden;

5. Organiseren van gelegenheden voor het ontvangen van delegaties, verzorgen van educatie en voorlichting, vergaderingen etc. om kruisbestuiving tussen wetenschap, praktijk en overheid te stimuleren. Verzorgen van accommodatie voor (internationale) studenten en workshops etc.

(22)

2 Startende partijen

 Provincie Noord-Holland

 Gemeente Texel

 Rijkswaterstaat West Nederland Noord

 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

 PWN

3 Doel van het project

De partijen willen de oprichting van een Expertisecentrum Zoet/Zout (EZZ) bewerkstelligen. Het project is er op gericht om de behoefte aan het centrum, de levensvatbaarheid en de werkwijze te onderzoeken en de verkenning af te ronden. Wanneer de resultaten positief zijn en de partijen bereid zijn om bij te dragen, zal het resultaat in een samenwerkingsovereenkomst worden verankerd.

De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst is tevens het startmoment van een op te richten Expertisecentrum Zoet Zout (voorlopige werknaam (EZZ)).

De afspraken over ontwikkeling, scope, werkwijze en financiering van het centrum kunnen worden vastgelegd in deze samenwerkingsovereenkomst.

Resultaat van het project

Het resultaat van het project is een ondertekende samenwerkingsovereenkomst tussen (overheids)partijen in Laag Nederland die willen meedoen (Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen). Zij vormen de

faciliterende partijen voor het centrum.

In de samenwerkingsovereenkomst wordt helderheid gegeven over:

 De naam van het centrum

 De inhoudelijk afbakening van het centrum

 De juridisch-bestuurlijke status van het centrum

 De bemensing

 Het programma

 De financiering op korte en lange termijn

4 Waarom een Expertisecentrum Zoet Zout?

Op het gebied van de zoet en zout waterproblematiek in het licht van de klimaatverandering vinden al vele initiatieven plaats en lopen er al veel pilots en proeftuinen waarin kennis vergaard wordt door o.a.

kennisinstituten. De onderzoeksvragen sluiten echter niet altijd aan bij de vragen uit de praktijk en soms is de kennis, vergaard in projecten en proeftuinen niet meteen bruikbaar in de praktijk. Meer uitwisseling, verbinding en synergie is dan nodig om ideeën en resultaten om te zetten naar praktisch toepasbare inzichten. Daarom is verbinding van het beoogde centrum met het Nationaal Kennisprogramma Water en Klimaat en het Deltaprogramma Zoetwater van groot belang.

Het expertisecentrum heeft als doel om mensen en kennis samen te brengen, zodat door een goede afstemming een zo groot mogelijk effect wordt behaald. Door contacten te leggen, informatie uit te wisselen, initiatieven te ondersteunen of zelf te ontwikkelen, het waterbewustzijn te vergroten en vooral door te enthousiasmeren.

Centraal staat daarbij het stimuleren van de verbinding tussen dagelijkse (landbouw) praktijkkennis, die boeren en terreinbeheerders hebben en de kennis die overheden en kennisinstituten hebben en ontwikkelen.

(23)

23/29 Het centrum richt zich op het regionale watersysteem en de waterketen in relatie tot de gebruikers van het water. Het thema van het centrum gaat over het omgaan met beperkt beschikbaar zoet water en de verzilting die daarvan een gevolg kan zijn. Het expertisecentrum wil mensen en kennis samen brengen (ontmoetingsplaats), de vraag aan kennisinstituten (universiteiten, landelijk kennisprogramma, adviesbureaus) vanuit de praktijk van het fijnmazige waterbeheer definiëren en de beschikbare kennis helpen vertalen naar de mensen die er in de praktijk mee kunnen werken. Een belangrijke rol voor het centrum is daarbij weggelegd bij het van de grond krijgen van projecten om nieuwe technieken of

maatregelen in de praktijk te toetsen. Dat kan op een eenvoudige en laagdrempelige testlocatie (van het EZZ zelf, of via afspraken met Zilt Proefbedrijf of gebruikers op Texel of in de regio). Daarbij niet alleen gericht op het uitvoeren van pilotprojecten, maar ook op de belangrijke stap om daarna te implementeren in het gebruik. De regionale waterbeheerders zijn provincie, gemeenten en waterschap. De gebruikers zijn agrarische sector, natuur, stedelijk water en drinkwater.

Het expertisecentrum is flexibel, heeft geen vaste locatie, maar is daar waar het gebeurt. Waar de experimenten plaatsvinden, waar vraagstukken op het gebied van zoet en zilt moeten of kunnen worden opgelost. Het centrum start na ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemende (overheids)partijen met een pioniersteam dat ervaring gaat opdoen met het opzetten van een flexibel maatschappelijk knooppunt. Het pioniersteam heeft als opdracht om mensen, organisaties, ideeën, experimenten en probleemhouders bij elkaar te brengen.

Het pioniersteam ontwikkelt met het op te bouwen netwerk een programma op basis van behoefte in het gebied. Dat kan in heel Nederland zijn waar het zoetwatervraagstuk verbonden is aan het

verziltingsvraagstuk. Dus van Zeeland tot Texel tot N.O Groningen.

Samengevat richt het expertisecentrum zich dus op:

1. Kennis en belangen bij elkaar brengen o.a. door initiëren en stimuleren van een integrale aanpak op het gebied van de omgang met zoet en zout water en de waterketen en deze faciliteren met (een) fysieke onderzoeklocatie(s), kennis en ervaring, een relevant netwerk en waar nodig een financiële impuls.

2. Afstemming/synergie zoeken tussen partijen mbt vragen (uit praktijk, overheid en wetenschap) 3. Projecten aanjagen waar dit oplossingen kan bieden voor kennislancunes. Bijvoorbeeld ten aanzien

van brakwaterecologie i.r.t. vismigratie en leefgebied.

4. Vergaarde informatie en kennis verspreiden via informatieoverdracht en training over het omgaan met zoet en zout water binnen de landbouw, natuurbeheer en drinkwater, mede ter vergroting van het waterbewustzijn.

5. Aansluiting zoeken bij implementatie dmv bijv. stimulerende maatregelen.

6. Een centrum van onderzoek voor studenten, promovendi en stagairs uit binnen- en buitenland vanuit een breed scala aan vakgebieden, op het snijvlak van agronomie en water.

7. De ontwikkeling van een Community of Practice met een regionale en zo mogelijk landelijke en eventueel internationale uitstraling.

(24)

5 Processtappen van dit projectplan

1. Afronding van het verkenning. In de verkenning is bekeken of er interesse en bereidheid is om te komen tot de ontwikkeling van een EZZ.

Het project richt zich o.a. op de volgende vragen:

 Welke overheden in Laag-Nederland willen een bijdrage leveren aan het faciliteren van een EZZ?

 Wat is de haalbaarheid en meerwaarde ten opzichte van al bestaande gremia en organisaties?

 Hoe kun je als overheid de zoet-zout vraagstukken nieuwe impulsen geven?

 Kan het EZZ met een programma werken en hoe ziet dat er dan uit?

 Kunnen er voorbeelden gecreëerd worden?

2. Opzetten en inwerken van het projectteam en scherp formuleren en afbakenen van de opdracht 3. Gezamenlijk ontwikkelen van een samenwerkingsovereenkomst

Bijeenkomst organiseren met de geïnteresseerde partijen en gezamenlijk vaststellen wat de essentiële bouwstenen van de samenwerkingsovereenkomst zijn

4. Bestuurlijke accordering

Faciliteren van de bestuurlijke besluitvorming

5. Ondertekening samenwerkingsovereenkomst en start van de ontwikkeling van het expertisecentrum Organiseren van een bijeenkomst om de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen en te starten met de ontwikkeling van het expertisecentrum

De ambitie is dat de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst kan plaatsvinden in oktober 2017.

Daarbij wordt de bestuurlijk goedkeuring ingecalculeerd en wordt er van uitgegaan dat deze op het niveau van de dagelijkse besturen kan plaatsvinden.

Bestuurlijke sponsors/ambassadeurs van het project:

RWS WNN: Nanou Beekman

Provincie Noord-Holland: Cees Loggen Gemeente Texel: Eric Hecules

PWN: Joke Cuperus

HHNK: Rob Veenman

Projectteam

 Henk Schobben (HHNK, 0,5 fte in 2017)

 Don Boot (Gemeente Texel, 100 uur in 2017)

 Dorine Kea (LTO Noord, 0,4 fte in 2017)

 Jos Dekker (PWN, 160 uur 2017)

 Mogelijk nog aan te vullen met extra menskracht op het gebied van netwerk en organisatie Het projectteam beschikt over bescheiden middelen om extra expertise in te huren, bijvoorbeeld voor het organiseren van bijeenkomsten of begeleiden van sessies.

(25)

25/29 Klankbordgroep/werkgroep

Er wordt een werkgroep ingesteld als verbindende ambtelijke schakel tussen projectteam en bestuurders van de startende partijen. Daarin hebben zitting:

Rijkswaterstaat WNN: Hans Overbeek (Kees Boer, Lilian Bernhardi) Provincie Noord-Holland: Anneke Houdijk

Gemeente Texel: Don Boot

PWN Jos Dekker

HHNK: Michiel Schreijer en Jan Willem Huizinga

6 Afbakening

Het project concentreert zich op behoeftebepaling aan, en werkwijze van een Expertisecentrum zoet zout in Laag Nederland. Tevens wordt onderzocht hoe zo'n centrum gepositioneerd moet worden in het Nederlandse speelveld en hoe verbindingen tussen bestaande belangen, programma's en ambities gecreëerd moeten worden.

7 Financiering

Het budget voor het project bedraagt 75.000 euro. De Provincie draagt €10.000 bij, HHNK €50.000 en RWS WNN, de gemeente Texel en PWN elk €5.000.

8 Risico's

Het risico bestaat dat uiteindelijk toch te weinig (overheids)partijen willen deelnemen om het centrum op te kunnen starten en de eerste jaren financieel te laten draaien. Het project wordt dan afgesloten zonder SOK en oprichting van het centrum.

(26)
(27)

27/29

Programma 8 Goed wonen, goede bereikbaarheid Vragen en antwoorden

Vraag 1 Hoeveel woningzoekenden zijn er? (met name de urgente)

Antwoord Er zijn nu (februari 2017) 1238 ingeschreven woningzoekenden bij Woontij op Texel, waarvan 267 actief reageren op leegkomende woningen.

In september 2016 waren 1377 woningzoekenden ingeschreven bij Woontij op Texel, 246 hiervan werden als actieve woningzoekenden aangemerkt. Er wordt niet meer gewerkt met urgenties

Vraag 2 Sterk Texel

In een eerder antwoord op vragen van de VVD inzake de evaluatie van de Openbare Verlichting stond het volgende:’ … Deze gesprekken worden eind maart 2017

geagendeerd. De uitkomsten van die gesprekken met de dorpscommissie vormen mede de basis voor de evaluatie en hoe lang de evaluatie duurt. Wij willen u in een nog nader te plannen raadsinformatieavond de uitkomsten aan u presenteren en uw aandachtspunten hierover horen. Vervolgens zullen we indien dit nodig is u een voorstel voorleggen met eventuele financiële en duurzaamheidsconsequenties’.

Vragen: is de basis van de evaluatie al bekend en: is al bekend hoelang de evaluatie gaat duren en wanneer de RIA kan plaatsvinden?

Antwoord Bij de voorbereiding van de dorpenronde is de evaluatie ter sprake gebracht. Daarna zijn de gesprekken met de dorpscommissies ingepland.

Wij willen graag alle commissies en andere stakeholders gesproken hebben, waarna we de raad in een RIA nader kunnen informeren.

Wij verwachten de gesprekken af te ronden in 2017.

Vraag 3 D66

Voorstel Gladheidmeldsysteem aanschaffen. U stelt voor eenmalig € 53.000 uit te geven en jaarlijks € 11.500 jaarlijks. U schrijft verder over de noodzakelijke ontlasting van de gladheidcoördinator van de zware verantwoordelijkheid en de werkdruk die er in de huidige werkwijze bij hen berust. Tegenover deze investering staat een

besparing (D66 neemt aan dat in de huidige werkwijze sprake is van ene vorm van beloning voor ‘vorstdienst’). Hoe hoog is de jaarlijkse besparing?

Antwoord Het gladheidmeldsysteem (GMS) is ter ondersteuning van de gladheidwachter. Het GMS systeem meldt aan de gladheid coördinator of gladheid verwacht wordt.

De gladheidwachters (9 stuks in 2016-2017) ontvangen een vergoeding voor het beschikbaar/bereikbaar zijn van € 592,00 bruto per jaar. Deze vaste vergoeding zal niet verminderd worden na inwerkingtreding van het GMS.

De hoogte van de besparing zal in de toekomst bestaan uit vermindering van het aantal uren dat in de nacht op de weg gereden wordt door de gladheidwachter om de

eventuele gladheid te constateren. De gemeente Texel strooit bij gladheid en nog niet daarvoor.

Het eerste jaar waarbij het GMS operationeel kan zijn zal een leerjaar zijn om de gladheidwachters om met hert systeem te leren werken. Indien het een ‘goede’ winter is en iedereen ‘gevoel’ heeft bij het systeem zal gestuurd worden op een verminderde inzetbaarheid.

(28)

Vraag 4 D66

Voor planvorming t.a.v. twee herinrichtingen (Tjakkerstraat en Lieuwstraat en Hogereind) worden bedragen geraamd (2 x € 25.000 t.b.v. een extern bureau). Dat is volgens D66 niet gebruikelijk? In eerdere begrotingen werd een totaalbedrag geraamd voor een herinrichting (inclusief planvorming en realisatie). Kunt u hier iets over zeggen? Werd planvorming eerder door de gemeente zelf gedaan en nu niet meer (en zo ja: dan bespaart dat dan interne uren?)? En: wanneer volgt dan de raming van de kosten van de herinrichting zelf?

Antwoord Jaarlijks maakt gemeentewerken een planning van de zaken die zelf uitgevoerd kunnen worden en waarvoor externe ondersteuning nodig is. In dit geval wordt er voor gekozen om een extern bureau in te huren. Op grond van het door hen te maken plan kan dan een goed onderbouwde begroting worden overlegd aan college en raad. Voor projecten die gemeentewerken zelf voorbereid en daarna laat uitvoeren maakt gemeentewerken inderdaad, zoals D66 terecht opmerkt, een integrale begroting van uitvoerings- en voorbereidingskosten.

Vraag 5 D66

In het Actieplan Mobiliteit wordt gerefereerd aan het Fietspadenplan 2009. In het actieplan staat ook dat voor de aanleg van nieuwe fietspaden tussen 2017 en 2020 € 10,5 miljoen nodig is. Er wordt echter in deze begroting alleen geld gevraagd voor beheer en onderhoud Hanenplas.

A. Op de website is alleen het Fietspadenplan 2001 te vinden. Kunt u ons het plan van 2009 doen toekomen? (en op de website plaatsen)?

B. Klopt het, dat er 2018 geen geld gevraagd wordt/nodig is voor de nieuwe fietspaden (en als dat zo is: hoe verhoudt zich dat dan tot hetgeen opgenomen is in het Actieplan Mobiliteit t.a.v. aanleg nieuwe fietspaden?

Antwoord In 2009 heeft een verkenning plaatsgevonden van het Fietspadenplan 2001, dit heeft echter niet tot een nieuwe nota geleid.

Er is gestart met het maken van een Uitvoeringsplan Fietspaden. Alle zaken die zijn voorgesteld in de mobiliteitsvisie zijn hierin verwerkt en ook de wens van SBB en HHNK om nadere afspraken te maken over investeringen en onderhoud over hun areaal. Zo gauw dit Uitvoeringsplan gereed is wordt dat aan de raad gestuurd. Maar gezien de personele capaciteit kan er nu nog geen planning worden aangegeven.

Vraag 6 VVD

Nav. een vraag van de VVD zegt het college toe terug te komen op de vraag of qua gladheidsbestrijding niet kan worden aangehaakt bij de meters die al langs de provinciale Pontweg staan.

Antwoord “De gladheidsbestrijding op de Pontweg wordt verzorgd door gemeentewerken voor de provincie. Er is geen provinciaal gladheidsmeldsysteem aanwezig.”

(29)

29/29

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De recreatiewoning maakt dan geen onderdeel uit van het Bestaand Bebouwd Gebied en moet worden gezien als nieuwe verstedelijking.. Artikel 14 van de verordening bepaalt

Het uiteindelijke doel is dat alle gemeenten in Noord-Holland, als ook de waterschappen en de provincie zelf, tenminste een adequaat en gedeeld basiskennisniveau hebben over

Op basis van de hiervoor aangegeven methodiek van beoordeling hebben wij de onderbouwing van Connexxion, zoals weergegeven in het reeds eerder naar u toegezonden addendum op

In mijn antwoord licht ik toe dat de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) geen rol heeft in het dossier van mevrouw Schouw en verhelder ik dat het handhavingsbesluit

de ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 4, onderdelen e en f, dient bij de aanvraag tot vaststelling een exemplaar van de regionale samenwerkingsagenda of de

Dit kan mogelijk betekenen dat wij hierdoor van oordeel zijn dat uw begroting niet structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet in aanmerking komt voor

Uw ambities met betrekking tot de inrichting van het gebied en de leefomgeving zijn wat ons betreft door u goed in beeld gebracht: Een goede inpassing van functies en een

toezichtregime dat voor uw gemeente geldt met betrekking tot het financieel toezicht (repressief)- Daarbij hebben wij gemeld dat vanuit de risicogerichte insteek bij ons toezicht